De cementladder

De cementlader
Ik was vijftien kilo zwaarder als een zak.
En een zak woog meer als vijftig kilo.
En ik zwaaide ze zo naar binnen.
Een twee, in het laairuim.
Ik heet de vos.
Een vos verleert nooit zijn streken.
Draaide ik m’n arm niet voor om.
Vakwerk.
Met zes man lossen.
De zigeuner, de koelie, de stalen hak, het konien met de grote
voortanden, de kromme en de rooie.
Vier man boven, twee man onder.
Poenjakkeren.
Een wereld op zich.
Als ik ’s nachts thuis kwam keek ik naar geen vrouw om.
Grote mannen niet.
Die vielen allemaal als bomen.
Die vielen allemaal om.
Die gingen jankend naar huis.
Blij toe hoor,
als je tekort kwam moest je het voor een ander opvangen.
Zijn geen fabeltjes.
Nou kloppen ze zich op de borst.
Voor een zakje van vijfentwintig kilo.
Met een heftruck.
Poenjakker.
D’r waren nooit problemen.
Het was een saamhorige bende.
Als een baas een beetje stoer deed kwam ie zichzelf wel tegen.
Zo ging het.
De Duitsers hebben het gedaan.
Die Duitsers hebben Fokker naar verdommenis geholpen.
Die hebben Volvo naar verdommenis gedaan.
Nu is het de beurt aan ENCI.
Toen het bedrijf werd overgegaan zei ik het al.
Pas op, nu gaan we naar de donder.
Omdat het beter ging dan bij hun.
Wij maken winst.
Daar niet.
Jaloersheid.
Maastrichtenaren staken niet.
Dat zit niet in ons.
In België is dat anders.
Heb ik ook gewerkt.
De koningsstaking.
Daar gaan ze op een vat staan, aujourd’hui c’est fini.
En als je wel ging werd je doodgeslagen.
Ze sloegen je op de kaak.
Bussen kiepten ze de Maas in.
Hier niet.
Maastrichtenaren zijn zachtaardig.
Het was een groot bedrijf.
Je had de laaiers, dat was ik.
De smeerders van het oliemagazijn.
Schilders, metselaars, de riemenmakers, de bankwerkers.
Expeditie.
En op het voetbalveld kwamen we elkaar tegen.
De smeerders tegen de laaiers.
Dat ging er hard aan toe.
Twee nul.
We hebben een directeur gehad.
Die ging gewoon met de mensen om.
Dan was het gewoon goeiedag Sjon.
Nu vertrouw ik het niet meer.
Het sociale is foetsie.
Het vet is van de botten gevallen.
En de botten zijn al bijna begraven.
Nog twee jaar.
En dan over en uit.
Maar de Duitsers hebben ’t gedaan.
Dat moet u niet vergeten.
© Kees Roorda 2005