22 november 2014, pag. 1 Veiligheid kinderopvang onder geldgebrek lijdt ond MIRIAM HAIJE RUTGER VAN DER MEIJ LEEUWARDEN Bij ruim 140 kinder- opvangcentra in Friesland is de veiligheid en kwaliteit niet continu op orde. Tegelijk is bij veel gastouders controle hierop niet haalbaar. De PvdA stelt Kamervragen. Tot 1 september bracht de GGD een of meer controlebezoeken aan 860 Friese kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, bso’s (buitenschoolse opvang) en gastouders. Daarvan voldeden er 144 – een op de zes – op dat moment niet aan alle voorwaarden in de Wet Kinderopvang. Dit blijkt uit onderzoek van de LC naar honderden inspectierapporten. De GGD moet de meeste soorten kinderopvang ten minste één keer per jaar controleren. Bij de 2800 gastouders in Friesland vindt de overheid een jaarlijkse steekproef voldoende, om de simpele reden dat het om zoveel mensen gaat. In de praktijk is van bijna 1400 gastouders niets bekend over de veiligheid en kwaliteit, omdat er nog nooit een GGD’er over de vloer is geweest. Het overgrote deel van deze gastouders is al vier jaar of langer actief. Naar aanleiding van het onderzoek wil PvdA-Kamerlid Keklik Yücel van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken weten of hij het wenselijk vindt dat zoveel gastouders geen inspectiebezoek krijgen. ,,Hebben we het nu wel goed geregeld? Ik hoor graag welke mogelijkheden er zijn om de inspecties te verhogen en de kwaliteit te blijven waarborgen.’’ Op tientallen kinderopvanglocaties is het mis rond het risicoprotocol dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen bewaakt. De regels worden onvoldoende nageleefd door personeel, zijn niet goed uitgewerkt, te oud of onvolledig. ILLU Ook zijn er problemen met het verplichte ‘pedagogisch beleidsplan’. Daarin omschrijft elke locatie gedetailleerd hoe medewerkers de kinderen begeleiden en opvoeden. Bij ruim dertig locaties is dat plan onvolledig, niet meetbaar of niet goed bekend bij het personeel. Wat ook gebeurt is dat Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) van medewerkers verlopen is of niet zijn aangevraagd. Zo’n VOG garandeert dat gedrag geen (strafrechtelijk) bezwaar vormt voor het werken met kinderen. Sinds ‘Robert M.’ controleert justitie hier voortdurend op. Daarnaast komt het voor dat leidsters op meer kinderen passen dan is toegestaan, of de verplichte oudercommissie ontbreekt. Zo’n commissie geeft advies over de kwaliteit van de opvang. Het aantal locaties met tekortkomingen valt nog mee in vergelijking met vorig jaar, blijkt uit het nieuwste rapport over toezicht op de kinderopvang. In 2013 waren bij twee op de vijf Friese kinderopvangcentra (40 procent) de wettelijke voorwaarden niet in orde. Harry Vrielink, bij de Friese GGD verantwoordelijk voor de inspecties, noemt geldgebrek als belangrijke reden. ,,De vraag naar kinderopvang loopt terug, de inkomsten dalen. Er is minder geld voor bijscholing of er STR ATIE VA JOB ND ER M OLE N wordt bezuinigd op de schoonmaak. Op sommige vestigingen moet de leidster dat dan doen. Dat gaat ten koste van haar pedagogische werk.’’ Als een grote organisatie failliet gaat, zoals dit jaar gebeurde met Estro, moet de GGD bij een doorstart alle vestigingen verplicht opnieuw controleren. Dit jaar halen de inspecteurs de jaarplanning wel, zegt Vrielink, maar wel met veel moeite. ,,Een op de zes in de fout is veel te veel’’, zegt Gjalt Jellesma van Boink, de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang. ,,Let wel, het gaat hier om de minimale wettelijke norm die niet wordt gehaald.’’ > sneon&snein