NRC_20140828_1_010_article3 (1)

ILLU STRATIE ANG EL B OLIG AN
Kinderopvang
Stel kinderopvang niet langer bloot aan grillen van de markt
Stabiele en goede kinderopvangvoorzieningen zijn
cruciaal voor de ontwikkeling van ( jonge) kinderen,
maar het faillissement van Estro en soortgelijke instellingen toont aan dat de markt dit niet kan garanderen.
Duizenden kinderen, ouders, maar ook basisscholen
en gemeenten zijn hierdoor nu in de problemen.
De PO-Raad pleitte er in 2013 al voor dat alle kinderen
van 2,5 tot 4 jaar samen naar één voorziening gaan.
VNG, de branchevereniging Kinderopvang en de MOgroep sloten zich bij dit pleidooi aan.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat kinderen die
een goed voorschools aanbod kregen, gelukkiger, socialer, en beter in taal en rekenen zijn. Maar Nederland
investeert ten opzichte van andere westerse landen bijna het minst in zijn jongste kinderen. Met de geplande
‘harmonisatie peuterspeelzaalvoorzieningen’ van het
kabinet zullen peuterspeelzalen verdwijnen en duizenden peuters thuis komen te zitten.
In het eerste kwartaal van 2014 zijn 32 kinderopvanginstellingen failliet gegaan. En de kosten worden afgewend op de samenleving. De opvang van jonge kinderen moet geen arbeidsmarktinstrument zijn, maar een
basisvoorziening voor álle kinderen. De voorschoolse
periode is de aangewezen periode om ontwikkelings-
achterstanden aan te pakken. Uit breinonderzoek en
sociaal-economisch onderzoek blijkt dat de basis voor
de ontwikkeling van kinderen en hun latere succes
wordt gelegd in de eerste levensjaren. De leercurve is
nergens anders zo steil.
Op verschillende plaatsen in Nederland wordt al jaren
ervaring opgedaan met het samenwerken tussen voorschoolse voorzieningen en basisscholen, bijvoorbeeld
in Integraal Kind Centra (IKC’s). Maar een belangrijke
basis voor deze samenwerking is de stabiliteit van voorzieningen. De afstemming van personeel tussen scholen en kinderopvang over de pedagogische aanpak, de
inhoud van het aanbod en de professionele ontwikkeling staat onder druk vanwege zwabberend beleid uit
Den Haag en dreiging van faillissementen.
Nederland streeft naar een plek in de top vijf van de
kenniseconomieën. Behalve goed onderwijs heeft ook
elk kind een goede start nodig. Er moet een stelsel komen waar jonge kinderen centraal staan en niet de
voorzieningen. Kwaliteit moet de hoogste prioriteit
hebben. De opvang mag niet langer overgeleverd zijn
aan de grillen van de markt.
Rinda den Besten,voorzitter van de PO-Raad,organisatie voor het primair onderwijs