Behandelend ambtenaar: J.L.W. Huijsmans Beleidsveldbeheerder: M. van Overveld Portefeuillehouder: Th. Schots Ambtenaar aanwezig bij het DT: Nee Zaaknr. : 14.ZK09441/14.B0318 Kenmerk : 14IT028914 Barcode : *14IT028914* Wijziging gemeenschappelijke regeling HWH (Het Waterschapshuis) Doel van de notitie: Besluitvorming door Algemeen bestuur over het voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH). Samenvatting: Naar aanleiding van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en het ontwikkelen en implementeren van een nieuwe wijze van dienstverlening ligt er een voorstel voor om de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis te wijzigen. Hoofdargument hiervoor is dat op grond van de nieuwe wijze de risico’s, die met de uitvoering van opdrachten gepaard gaan, enkel gedragen zullen worden door de opdrachtgevers van die betreffende projecten/programma’s (en niet door alle deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis). Op 19 december 2014 staat dit onderwerp op de agenda van de vergadering van het AB van het Waterschapshuis. Het AB van het waterschap dient hier echter, conform de gemeenschappelijke regeling, eerst een besluit over te nemen. Advies: Het algemeen bestuur stemt in met: 1. de voorgestelde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis, en; 2. het verlenen van toestemming (conform art. 44 van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis) aan het dagelijks bestuur, en in het bijzonder aan het namens het waterschap aangewezen lid in het algemeen bestuur van Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis, om op 19 december 2014 in te stemmen met het concept-besluit van het Algemeen bestuur van het Waterschapshuis tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling. Bespreking in: Directieteam Vergaderdatum: 04 november 2014 Overlegvergadering Dagelijks Bestuur 18 november 2014 Georganiseerd Overleg Besluitvormend AB 10 december 2014 Bijlage(n) bij het besluit concept-wijziging Gr HWH concept besluit Algemeen Bestuur van HWH 14IT028905 14IT028903 Aanleiding Bij deze nota treft u een aantal documenten. Ten eerste het concept-besluit ten behoeve van het AB van het Waterschapshuis dat in de vergadering van 19 december 2014 ter besluitvorming wordt voorgelegd. Dit is het besluit tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis dat op grond van art. 44 van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis moet worden genomen. Ten tweede treft u de tekst van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis (inclusief Nota van toelichting) aan met daarin de voorgestelde wijzigingen reeds opgenomen. Deze tekst is als volgt tot stand gekomen: Een eerste wijzigingsvoorstel is ter opmerking aan alle ambtelijke contactpersonen gezonden. Na verzameling en verwerking van alle opmerkingen heeft op 11 september 2014 een bijeenkomst plaatsgevonden bij het Waterschapshuis waarvoor juristen van alle deelnemende waterschappen waren uitgenodigd om het wijzigingsvoorstel te bespreken. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is het wijzigingsvoorstel nog een laatste keer aangepast. Dit is het voorstel tot wijziging van de Gr HWH dat thans wordt voorgelegd. Er is een tweetal aanleidingen te noemen tot de voorgestelde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis: - Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (“hierna WGr”) Als eerste aanleiding heeft te gelden dat de WGr, op basis waarvan het openbaar lichaam Het Waterschapshuis is opgericht, wordt gewijzigd (1 januari 2015). Deze wijziging van de WGr brengt een aantal verplichte wijzigingen met zich mee die doorgevoerd dienen te worden in de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis (hierna ook wel “Waterschapshuis”). Het voorstel voorziet hierin. - Nieuw dienstverleningsconstruct Het AB van het Waterschapshuis heeft op 25 april 2014 de uitgewerkte nieuwe koers voor het Waterschapshuis vastgesteld. Onderdeel van die koers is het creëren van een juridisch kader waarbinnen het Waterschapshuis opdrachten van de waterschappen (en eventueel derden) kan uitvoeren, waarbij de risico’s die met de uitvoering van die opdrachten zijn verbonden enkel berusten bij de opdrachtgevers van die betreffende opdrachten. Deze constructie op basis waarvan de dienstverlening in de toekomst zal gaan plaatsvinden wordt het “nieuwe dienstverleningsconstruct” genoemd. Om volgens deze dienstverleningsconstructie te kunnen gaan werken is het noodzakelijk enkele juridische documenten te laten vaststellen. Het eerste document dat dient te worden vastgesteld is de gewijzigde Gemeenschappelijke regeling HWH. Toestemming AB waterschap benodigd voor toestemming in AB Waterschapshuis Op grond van art. 44, lid 4 van de huidige Gemeenschappelijke regeling HWH kan het, door het desbetreffende waterschap, aangewezen lid van het AB van het Waterschapshuis enkel voor wijziging van deze gemeenschappelijke regeling gestemd worden na toestemming van het algemeen bestuur van het deelnemende waterschap. Waarom nu? Het voorstel wordt juist nu voorgelegd (aan elk AB van de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling) omdat in het AB van de Gr HWH op 19 december een besluit wordt genomen over de wijziging. Beoogd effect Met betrekking tot adviespunt 1: De wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling naar aanleiding van de wijziging van de WGr per 1 januari 2015 hebben het beoogde effect dat de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis tijdig in lijn is met de betreffende regelgeving. Het beoogde effect van het opnemen van het nieuwe dienstverleningsconstruct in de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis houdt in dat er een duidelijk juridisch kader wordt gecreëerd waarmee in 2015 aan de slag kan worden gegaan. Met betrekking tot adviespunt 2: Het beoogde effect is dat er door het waterschap aangewezen lid van het AB van het Waterschapshuis gestemd kan worden over de wijziging van de gemeenschappelijke regeling in de vergadering op 19 december 2014. Argumenten Wijziging Wet Gemeenschappelijke regelingen In verband met de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke regelingen worden een aantal aanpassingen van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis voorgelegd zodat deze daarmee correspondeert. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder aangestipt. - Art. 17 wordt in zoverre aangepast dat de mogelijkheid (geen verplichting) in het leven wordt geroepen dat er maximaal 2 externe leden (niet gekozen uit het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling) in het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling zitting kunnen nemen. Overigens was dit reeds mogelijk onder de huidige Wet Gemeenschappelijke regelingen. Op deze manier zou van externe expertise gebruik gemaakt kunnen worden indien gewenst. - Art. 31 wordt aangepast aan de nieuwe Wet Gemeenschappelijke regelingen die bepaalt dat het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling alle inlichtingen aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling moet verschaffen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft. Voorheen was het dagelijks bestuur dit enkel verplicht op aanvraag van het algemeen bestuur en voor zover het niet in strijd was met het openbaar belang. - Art. 38 bevat een geheel nieuwe sturingsmogelijkheid (kadernota) voor het algemeen bestuur van het waterschap. Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling moet op basis van de wetsaanpassing uiterlijk op 15 april de algemene en financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar aanbieden aan de algemeen besturen. - Art. 40 wordt overeenkomstig de nieuwe Wet Gemeenschappelijke regelingen aangepast inhoudende dat het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling de ontwerpbegroting niet 6 maar 8 weken, voordat deze aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling wordt aangeboden, aan het algemeen bestuur van het waterschap dient te sturen. - Art. 49 heeft een nieuw tweede lid gekregen waarin wordt gesteld dat de gemeenschappelijke regeling elke 5 jaar geëvalueerd wordt. Voorts zijn er als gevolg van de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke regelingen sommige verwijzingen niet meer correct en dienen nieuwe begrippen te worden gehanteerd. Wijziging van manier van dienstverlening De gemeenschappelijke regeling wordt op verschillende plaatsen aangepast om de wijze van dienstverlening eenduidig te kunnen waarborgen. Hieronder worden de belangrijkste aspecten aangeduid die ook hun weerslag hebben gevonden in de gewijzigde tekst (vooral in hoofdstuk 1; art. 26 lid 2 en hoofdstuk 4 (voor wat betreft kosten en begroting) van de gemeenschappelijke regeling). Het nieuwe dienstverleningsconstruct kenmerkt zich door het aanbrengen van: - het conceptuele verschil tussen eigenaarschap en opdrachtgeverschap; - de scheiding (ook wel “loden deuren” genoemd) tussen instandhouding en taken (en daarvoor in te richten programma’s en/of projecten). Alle waterschappen die deelnemen aan de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis (hierna te noemen “alle waterschappen”) zijn eveneens eigenaar van het Waterschapshuis. Naast eigenaar kunnen de waterschappen echter ook opdrachtgever voor bepaalde taken en daarvoor ingerichte programma’s/projecten (hierna tezamen te noemen “taken”) zijn. Daarnaast kunnen derden, dus niet eigenaren van het Waterschapshuis, deelnemen aan bepaalde taken, daarmee zijn deze ook als opdrachtgever aan te merken. Wel is opgenomen dat het Waterschapshuis er zorg voor draagt dat het merendeel van de taken voor de deelnemende waterschappen wordt uitgevoerd (art. 4 Gemeenschappelijke regeling HWH-nieuw). Het Waterschapshuis zelf participeert in programma’s en projecten als opdrachtnemer. -2- Verschil eigenaarschap & opdrachtgeverschap Eigenaren sturen op, zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor, bekostigen en dragen de risico’s van instandhouding van het Waterschapshuis. Opdrachtgevers formuleren een inhoudelijke opdracht, zijn aansprakelijk, bekostigen en dragen de risico’s voor programma’s en projecten waarin zij participeren. Waterschappen die deelnemen aan de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis zijn eigenaar en kunnen aldus tevens opdrachtgever worden. Derden kunnen daarentegen nooit eigenaar worden, maar onder voorwaarden wel opdrachtgever. Door dit verschil duidelijk aan te brengen worden de verschillende posities en verantwoordlijkheden overzichtelijker gemaakt. Scheiding instandhouding & taken Dit houdt in dat de instandhouding van het Waterschapshuis een afgebakende opdracht is voor de eigenaren met bijbehorende zeggenschap, besturing, verantwoordelijkheid, bekostiging, aansprakelijkheid en risico’s, enkel voor zover deze verbonden zijn aan de instandhouding. Voor de taken geldt dat alleen de opdrachtgevers van een bepaald programma of project, ter uitvoering van een taak, zeggenschap uitoefenen en verantwoordelijk zijn voor de besturing, bekostiging, aansprakelijkheid en risico’s van het betreffende programma of project, en voor zover zij in het betreffende programma of project participeren. Eigenaarschap van het Waterschapshuis en opdrachtgeverschap van programma’s en projecten ter uitvoering van een taak worden op deze wijze ontkoppeld. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat er in beginsel enkel sprake is van zeggenschap, verantwoordelijkheid, bekostiging, aansprakelijkheid en risico’s voor een programma en/of project als men opdrachtgever is. Het is derhalve niet zo dat de eigenaren ook automatisch bijdragen aan en risico’s dragen van alle programma’s en projecten die onder de vleugels van het Waterschapshuis worden uitgevoerd. Dit is enkel zo indien het programma en/of project in het kader van instandhouding wordt uitgevoerd en/of de basisinfrastructuur raakt. Voor het overige is/blijft deelname (en het bijbehorende opdrachtgeverschap) een vrije keuze. Zoals aangegeven zal het AB van het Waterschapshuis in de toekomst ook nog andere juridische documenten opstellen in het kader van het dienstverleningsconstruct. Bijvoorbeeld een dienstverleningshandvest waarin de eigenaren vooraf voorwaarden voor opdrachtverlening vaststellen die de scheiding, tussen instandhouding enerzijds en taken (en bijbehorende programma’s en projecten onderling) anderzijds, borgt. Voor programma’s en projecten wordt een model dienstverleningsovereenkomst opgesteld waarin de specifieke voorwaarden kunnen worden opgenomen. In de dienstverleningsovereenkomst zal het dienstverleningshandvest van toepassing verklaard worden als een set algemene voorwaarden. Voor ieder nieuw initiatief tot een nieuw programma en/of project zal (door potentiele opdrachtgevers) een business case opgesteld worden. Deze business case zal door het DB van het Waterschapshuis getoetst worden aan het dienstverleningshandvest. Op deze wijze zullen alle programma’s en projecten aan dezelfde algemene voorwaarden voldoen. Samenvattend : Door bovenstaande wijze van handelen in de gemeenschappelijke regeling te implementeren wordt een eenduidige en duidelijke wijze van dienstverlening geborgd waardoor zowel eigenaar als opdrachtgever weet waar hij aan toe is en waarvoor hij aan de lat staat. Daarnaast voldoet de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis door de overige wijzigingen aan de nieuwe Wet Gemeenschappelijke regelingen. -3- Kanttekeningen en risico’s Om de nieuwe wijze van dienstverlening een succesvol te implementeren en te vervolbrengen is meer nodig dan een wijziging van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis. Er dient o.a. ook nog een bijdrageverordening, dienstverleningshandvest en een model voor de dienstverleningsovereenkomst vastgesteld te worden. Eerder was de verwachting dat de regeling per 1 januari 2015 in werking zou treden. Dit is echter pas het geval als de hierboven genoemde documenten door het Algemeen bestuur Gr HWH zijn vastgesteld. De gemeenschappelijke regeling zal in gewijzigde vorm derhalve hoogstwaarschijnlijk pas in maart 2015 in werking treden. De datum van inwerkingtreding is in de tekst dan ook opengelaten. Dit laat overigens onverlet dat in de vergadering van het Algemeen bestuur Gr HWH d.d. 19 december 2014 voorgesteld wordt de wijzigingen in de tekst van de Gr HWH vast te stellen. Aangezien het voor de financiële huishouding van het Waterschapshuis van belang is dat de gewijzigde gemeenschappelijke regeling het gehele kalenderjaar 2015 van kracht is, is aan art. 52 een tweede lid toegevoegd waarin is opgenomen dat het dienstverleningsconstruct met bijbehorende financierings- en begrotingssystematiek terugwerkt voor het hele kalenderjaar 2015. Daarnaast dient men er scherp op te blijven letten dat het merendeel van de werkzaamheden voor de waterschappen, althans niet-derden, dient te worden verricht. Wat dit betreft is het goed dat in art. 4 hier nog steeds aandacht aan wordt geschonken. Financiële dekking Er zijn geen extra financiële consequenties. Uitvoering Indien akkoord zal in de vergadering van het AB van het Waterschapshuis instemmend gestemd kunnen worden over de gewijzigde tekst van de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis. Als de gewijzigde gemeenschappelijke regeling door het AB van het Waterschapshuis is vastgesteld zullen in de toekomst door het AB van het Waterschapshuis andere documenten worden vastgesteld om nader aan de gewenste werkwijze uitvoering te kunnen geven, zoals de bijdrageverordening, het Dienstverleningshandvest en de (model) dienstverleningsovereenkomst. Waarschijnlijk zal de Gemeenschappelijke regeling derhalve niet eerder dan maart 2015 in werking treden. Communicatie - -4-
© Copyright 2024 ExpyDoc