Vereniging Effecten Uitgevende Ondememingen V N (0) NCW VEua Zijne Excellentie Minister ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Ministerie van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG Briefnummer Den Haag 14/l0.378/Nz/Haa 15 april 2014 Excellentie, Sinds 1 januari 2013 mogen Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, verzekeraars en kredietinstellingen, als gevolg van nieuwe wetgeving over de accountantscontrole, naast de wettelijke controle geen andere diensten van de hen controlerende accountantsorganisatie afnemen 1• Ook zijn zij vanaf 1 januari 2016 verplicht na maximaal acht jaar van controlerende accountantsorganisatie te wisselen2 . Om die reden hebben ondernemingen afscheid genomen van adviesdiensten van hun controlerende accountantsorganisaties. Voorts zijn ondernemingen met de verplichte wisseling van hun controlerende accountantsorganisatie voortvarend aan de slag gegaan. 3 Op 3 april jl. heeft het Europees Parlement de Europese hervormingen van de accountantscontrole goedgekeurd. Daarbij werd duidelijk dat er op de hiervoor genoemde punten frictie optreedt met de Nederlandse wet4 . Alhoewel de Europese wetgever het Nederlandse principe van verplichte wisseling van accountants organisatie volgt, gaan de Europese regels, in afwijking van de Nederlandse wet, in beginsel uit van een rotatietermijn van 10 jaar in plaats van de in de Nederlandse wet vastgelegde termijn van 8 jaar. Verder laten de nieuwe Europese regels toe dat ondernemingen de 10-jaars termijn eenmalig kunnen verlengen met 10 jaar wanneer zij de accountscontrole tussentijds aanbesteden, of 14 jaar wanneer zij een tweede accountantsorganisatie hebben aangesteld en er sprake is van joint audit. Voor wat betreft de scheiding van controle- en adviesdiensten mogen ondernemingen onder de nieuwe Europese regels adviesdiensten afnemen die onder de Nederlandse wet verboden zijn. Ook kennen de Europese regels voor verplichte kantoorrotatie een meer geleidelijk overgangsregime dan de Nederlandse. ex art 68Bb Wet op het accountantsberoep betreffende art. 24b Wet toezicht accountantsorganisaties jo. art. 16 Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (Staatscourant, Jaargang 2014, Nr. 164) 2 ex art.68Ba Wet op het accountantsberoep betreffende art. 23 Wet toezicht accountantsorganisaties 3 zie O.m. HFD d.d. 16 januari 2014 "Helft grote beursfondsen heeft al nieuwe accountant gevonden". 4 De Raad van State verwachtte al eind 2012 frictie met komende Europese wetgeving. 1 Blad 2 Europa maakt op de in geding zijnde punten dezelfde principiële keuzes als de Nederlandse wetgever al vroegtijdig heeft gedaan, die - zo blijkt nu - gekozen heeft voor een strengere uitwerking van die principes, zonder dat daar enig voordeel tegenover staat. Nu duidelijk is hoe de Nederlandse wet zich op deze punten verhoudt tot de Europese regels, vinden wij een spoedige herbezinning van de desbetreffende Nederlandse voorschriften op zijn plaats. Het concurrentievermogen van Nederlandse ondernemingen is ermee gediend dat er ook voor de diensten van accountants een gelijk speelveld binnen Europa bestaat. Wanneer Nederland strengere regels hanteert dan die gelden in andere EU-lidstaten leidt dit tot hogere lasten voor Nederlandse ondernemingen ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten. Daarmee wordt ook het Nederlandse investerings- en vestigingsklimaat verzwakt. De Nederlandse accountantsmarkt is in onze ogen te klein en onze economie te verweven met de Europese om een eigen accountantsregime met een nationale kop op Europese regelgeving te rechtvaardigen. Wanneer binnen de nu gestelde Europese kaders voor een langere periode dan 8 jaar wordt gekozen en daarmee een gelijk speelveld wordt gecreëerd, doet dit door de aanwezige 'checks and balances' bij ondernemingen en accountantsorganisaties (bijvoorbeeld via de bestaande partnerroulatie na 7 jaar) geen afbreuk aan de beoogde versterking van de onafhankelijkheid van controlerend accountants en de kwaliteit van hun werk. Het gaat daarentegen dan wel gepaard met een jaarlijkse kostendaling en daarmee versterking van de concurrentiekracht van Nederlandse ondernemingen. Dit geldt evenzo voor de strengere Nederlandse eisen voor het afnemen van diensten van controlerend accountants die hebben geleid tot inefficiënties in de bedrijfsvoering van ondernemingen met extra kosten tot gevolg. En dit geldt ook voor de Europees bepaalde, meer geleidelijke overgangstermijnen voor kantoorrotatie die invoeringsproblemen kunnen mitigeren en mededinging op de accountantsmarkt kunnen helpen stimuleren. Nu U tijdens de parlementaire behandeling van de onderhavige accountantswetgeving heeft aangegeven bereid te zijn de Nederlandse wet te evalueren en aan te passen als er sprake is van strijdigheid met de Europese wetgeving 5 en er geen aanwijzingen zijn dat andere (grote) lidstaten op genoemde punten van rotatie van accountantsorganisatie en scheiding van controle en advies een nationale kop zullen invoeren, doen wij een beroep op u om de Nederlandse accountancywetgeving, rekening houdend met de nu voorziene Europese normen, zo spoedig mogelijk, mede aan de hand van tot nu toe opgedane ervaringen in de praktijk6 te evalueren. 5 6 Kamerstuk 33025 L Brief van de Minister van Financiën. Uit een rondgang door Het Financieele Dagblad bij commissarissen en accountants blijkt overigens dat de nieuwe Nederlandse wet het voor ondernemingen moeilijker heeft gemaakt om een nieuwe accountantsorganisatie te selecteren (zie http://fd.nl/ondernemen/813364-1304/minder-keuze-door-accountantswet). Van een beoogde vergroting van de mededinging op de accountantsmarkt is derhalve sowieso geen sprake. Blad 3 In dit kader vragen wij U via het creëren van een gelijk Europees speelveld - met instandhouding van de Europese én Nederlandse uitgangspunten om de onafhankelijkheid van controlerend accountants en de kwaliteit van hun werk te waarborgen - recht te doen aan de belangen van Nederlandse ondernemingen. En wel door op genoemde punten de Nederlandse wetgeving te synchroniseren met de Europese standaard. Het spreekt voor zich dat wij graag bereid zijn deze brief nader toe te lichten. Een afschrift van deze brief is verzonden aan de minister van Economische Zaken en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hoogachtend, ., VERENIGING VNO-NCW , VEua ( ,, / .I. ~ S :E.M. Wientjes Voorzitter i .\ .-/' / Bijlage: 1 R. van Gelder Voorzitter
© Copyright 2024 ExpyDoc