Mastermodule Probleemgedrag: Preventie en Interventie

SEMINARIUM VOOR
ORTHOPEDAGOGIEK
Mastermodule Probleemgedrag: Preventie en Interventie
Algemeen
Met de mastermodules specialiseert de professional zich net als de master SEN op het gebied van de
speciale onderwijszorg. De deelnemers volgen lessen op masterniveau en ronden een mastermodule
af met een prestatie die beoordeeld wordt door een examinator van het Seminarium voor
Orthopedagogiek. Na een positieve beoordeling ontvangt de deelnemer 5 EC’s die op een later tijdstip
alsnog voor de afronding van de complete master SEN kunnen worden ingezet. Een mastermodule
bestaat uit 6 bijeenkomsten van 3,5 uur en kent een studiebelasting van 140 uur per course.
Inhoud
Uitgangspunt
Een professional die planmatig handelt vanuit bijvoorbeeld het HGW- model en die vervolgens in staat
is om een functionele analyse te maken. De student is in staat om vanuit deze analyse te bepalen
welke interventies passen bij welk kind,waardoor een positieve gedragsverandering wordt
gerealiseerd. Het gaat erom dat de werkzame principes van de interventie worden uitgevoerd, zodanig
dat het aansluit bij de leerling.(Stals,2012)
Inleiding
In het decembernummer van ‘Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk’ van 2011 roeren Stolz,Van
Londen, Deković, Prinzie en Orobio de Castro een belangrijke praktijkvraag aan: wat werkt waarom,
wanneer, waar, hoe en voor wie als in een school of klas een interventieprogramma wordt uitgevoerd.
Uit onderzoek naar de factoren die invloed hebben op de effectiviteit van interventie programma’s
blijkt dat naast de keuze van de interventie ook belangrijk is, de wijze waarop de randvoorwaarden en
condities worden neergezet rondom de interventie. Onderzoek van Fixsen en Blase (2005) heeft
uitgewezen dat scholen pas optimaal rendement kunnen behalen als de implementatie van een
interventie goed verloopt. In toenemende mate worden leraren geconfronteerd met kinderen met
gedrags- en sociaal-emotionele problemen. Achter gedragsproblemen gaat vaak complexe
problematiek schuil. Binnen dit thema is het model van handelingsgericht werken een theoretische
kader voor de omgang met gedragsproblemen. Binnen dit thema worden handvatten aangereikt
waarmee leraren mogelijkheden krijgen om op een adequate wijze met probleemgedrag om te gaan
en daarnaast door een preventieve aanpak probleemgedrag leren voorkomen. Het hanteren van
interventies bij probleemgedrag wordt vanuit een viertal theoretische benaderingen uitgewerkt: de
gedragstherapeutische, de interactionele, de cognitieve en oplossingsgerichte benadering (Jeninga,
2008). Daarnaast is er ook aandacht voor een integrale gedragsaanpak: Positive Behavior Support. Er
is veel Amerikaans onderzoek dat aangeeft dat dit programma een goede balans heeft gevonden
tussen interventie en implementatie. Deze opzet schijnt zeer effectief te zijn.
Nadat probleemgedrag is gesignaleerd, wordt het gedrag van het kind binnen de context van de
schoolsituatie geobserveerd en geanalyseerd. De uitgangspunten van de functionele analyse worden
hierbij als leidraad gehanteerd. Vervolgens wordt, aan de hand van gedragsinterventies, een plan
ontwikkeld waarmee individueel of groepsgewijs gewerkt kan worden (Krab, 2003). Positive Behavior
Support (Golly & Sprague, 2009) De wijze waarop de interventie wordt uitgevoerd is bepalend voor de
resultaten die ermee worden bereikt. (Stals,2012) Er wordt gekeken naar protectieve en risicofactoren
en de professional denkt na over welke randvoorwaarden en condities meespelen tijdens de
uitvoering van de interventie. Er wordt een krachtenveld analyse en een belangenveld analyse
gemaakt. De gekozen interventie wordt geplaatst in de preventiepiramide van Deklerck om zodoende
zicht te krijgen op welk niveau de interventie plaatsvindt.
SEMINARIUM VOOR
ORTHOPEDAGOGIEK
Het kind wordt nadrukkelijk betrokken bij de afstemming van de doelen van het
gedragsveranderingsplan. De leerling wordt gezien als een actieve deelnemer aan het
opvoedingsproces.(zie ook kindplan HGW ) Leerlingen worden gemotiveerd door tegemoet te komen
aan de behoefte aan autonomie, competentie en goede relaties (Stevens,2003). Voor welke
interventie er ook gekozen wordt om probleemgedrag aan te pakken, de rol van de leraar kan hierbij
niet buiten schot blijven.
Werkvormen
 De werkvormen zijn literatuurstudie, onderzoek, reflectie, intervisiegroepen, training en
begeleiding.
Bijzonderheden
 De Mastercourses zijn bestemd voor leraren en begeleiders in PO, VO, MBO en SO.
 De Mastercourses zijn beschikbaar via een digitale werkomgeving in Sharepoint, waartoe de
student toegang wordt verleend.
Omvang Mastercourses
U kunt rekenen op 140 uur studielast als u een prestatie ter beoordeling wilt aanbieden.
Daarvan besteedt u zes dagdelen aan begeleide bijeenkomsten van drie uur met één of meerdere
docenten.
Instapvoorwaarde
De instapvoorwaarde is een HBO Bachelordiploma.