Download - Ars Aequi

Penitentiair recht
Annelies van Vliet
1 Cellentekort (het vervolgverhaal)
In maart jl. (zie ook katern 27) is een motie aangenomen waarin om 250 extra tijdelijke cellen werd
gevraagd vóór 1 juli. Het kabinet heeft daarop gereageerd met een notitie die op 2 juni naar de
Tweede Kamer is verzonden. Daarin worden drie
mogelijkheden aangestipt, te weten: noodcapaciteit door het in gebruik nemen van een boot of een
bestaand gebouw, noodcapaciteit door het plaatsen van containers binnen de omheining van bestaande inrichtingen, en nieuwbouw. Het kabinet
meent dat nieuwbouw de aangewezen, want structurele, oplossing is, omdat de prognoses met betrekking tot de capaciteitsbehoefte inmiddels
KATERN 28
1169
weer zijn bijgesteld, op grond van CBS-cijfers
over 1985 en 1986. In 1990 zullen geen 7220 plaatsen nodig zijn, zoals eerder was berekend, maar
7670. En men heeft meteen maar uitgerekend hoe
de zaak er in 1992 voor zal staan: dan zullen er
8000 cellen nodig zijn, aangenomen dat de criminaliteit zich ongewijzigd ontwikkelt en dat ook de
justitiële reactie daarop ongewijzigd blijft. Misschien kunnen rechters van dit laatste nota nemen: minder lange straffen, minder cellen nodig!
Aangezien inmiddels ervaring is opgedaan met
nieuwbouw zal de bouwtijd gereduceerd kunnen
worden, maar dat neemt niet weg dat een nieuwe
inrichting toch pas op zijn vroegst op 1 november
1989 in gebruik zal kunnen worden genomen.
De Tweede Kamer blijft echter bij de eis van
250 noodcellen die er nu ook merendeels (226) in
de vorm van containers zullen komen. Er is al een
contract voor gesloten door Directeur-Generaal
Greven, die het 'de beste van de minder goede oplossingen' vindt (Volkskrant, 6 juli 1988). Als oorzaken van de toenemende capaciteitsproblemen
noemt hij onder meer het feit dat rechters steeds
zwaardere straffen opleggen, met name tegen
drugscriminelen die al meer dan 40% van de gedetineerden uitmaken (Ik mag in dit verband graag
verwijzen naar het onlangs in Tilburg gehouden
internationale congres over drugbeleid, waar
sprekers uit diverse landen van mening bleken dat
het strafrecht hier geen oplossing biedt; een geluid
dat in Nederland overigens niet nieuw is). Verder
noemt Greven de verlaging van de meerderjarigheidsgrens, waardoor een aantal jongeren niet
meer terechtkomt bij kinderbeschermingsinrichtingen, maar in het gevangeniswezen voor volwassenen. Ook de WOTS (zie katern 27, p. 1127) is
een van de boosdoeners: ongeveer 200 in buitenlandse cellen vertoevende Nederlanders komen in
aanmerking voor het verder uitzitten van de straf
in Nederland. Omgekeerd schijnt de animo van
buitenlandse gedetineerden hier niet zo groot te
zijn om naar een gevangenis in eigen land te vertrekken. Nederland heeft nog steeds de naam een
humaan gevangenisstelsel te hebben, maar hoe
lang zal dat nog duren? De heer Kommer van het
WODC is daar nogal somber over. De nieuwbouw
zoals die nu gestalte krijgt zal een aanmerkelijke
verkilling met zich meebrengen (Zie Balans 1988,
5, pp. 7-10 en p. 27; zie ook M. Grapendaal en
M.M. Kommer, Een koekoeksei voor de komende
honderd jaar. Kritische kanttekeningen bij de
nieuwbouw van het gevangeniswezen, in: Delikt en
Delinkwent 1988, 4, pp. 306-315).
de staatssecretaris wees de Kamer nog op het
te verwachten personeelsprobleem, maar kreeg
van CDA-lid mevrouw Soutendijk ten antwoord:
'Met ons werklozenbestand moeten er genoeg ge-
gadigden zijn'. Zou mevrouw Soutendijk denken
dat iedereen wel geschikt is voor de functie van penitentiair inrichtingswerker? Van haar mag de
noodoplossing ook best ten koste gaan van ons humane regime als het gaat om het handhaven van
de rechtsorde' (Volkskrant, 9 juni 1988). Ik ben
bang dat de heer Kommer gelijk heeft, en dat niet
alleen vanwege de nieuwbouw.
Bianchi voorspelt in de Volkskrant (13 juli
1988) dat het aantal gevangenen na 2005 drastisch
zal dalen, omdat dan de geboortegolf van 19451965 is uitgewerkt. Hij vraagt zich af wat we dan
met al die gevangenissen moeten.
KATERN28
1170
Met de uitvoering van het noodplan-1988, waartoe in januari al besloten was, en dat 165 noodcellen behelst, is inmiddels begonnen. De voormalige rijksinrichting voor jongens 'Op de Berg' te
Amersfoort is op 6 juli als huis van bewaring geopend. Het heeft 110 plaatsen en is bestemd voor
zogenaamde arrestanten (veroordeelde 'zelfmelders' die zich niet hebben gemeld; mensen die niet
zijn teruggekomen van verlof). De bedoeling is
dat het na een jaar of twee weer zal worden gesloten (Zou dat echt gebeuren, als die cellenbehoefte
blijkbaar steeds stijgt?). Ook is begonnen met de
zogenaamde terugwinoperatie, onder het motto
'de bezem uit de kast' (zie Volkskrant, 29 juni
1988). Cellen die nu gebruikt worden voor andere
doeleinden, bijvoorbeeld als bezemkast, worden
weer geschikt gemaakt voor de huisvesting van gedetineerden.
2 Alternatieven
Op 6 mei j.1. heeft de onlangs opgerichte Vereniging tot Ondersteuning van Initiatieven op het gebied van Criminaliteit en Samenleving (VOICES)
een congres gehouden onder de titel 'ANDERS
OM-gaan met criminaliteit'. Een verslag is te vinden in Proces (1988, 7/8, pp. 204-210), van de
hand van Harrie Meyer.
De Coornhert-Liga hield op 3 juni een studie
dag Bezeten van de bajes? strafrechtelijk klimaat
en gevangeniswezen in een zorgzame samenleving. Er zal te zijner tijd een bundel verschijnen.
Het blad Justitiële verkennningen van het
WODC heeft een nummer gewijd aan 'Alternatieven voor de vrijheidsstraf' (1988, 3). Daarin komen onderwerpen als dienstverlening, reclassering, civiel recht, kwartaalcursus en schadevergoeding aan de orde.
Het Comité de Coopération Pénitentiare (Raad
van Europa) heeft in februari een voorstel aangaande minimumnormen voor niet-vrijheidsbenemende sancties geaccepteerd. De tekst is te vin-
den in Delikt en Delinkwent (1988, 6, pp. 574576).
3 Politiecel
Jolande Uit Beijerse gaat in Delikt en Delinkwent
(1988, 6, pp. 502-520) na of een politiebureau een
aanvaardbare plaats is voor voorlopige hechtenis.
In 1971 werd er voor het eerst melding van gemaakt dat mensen wel eens langer dan vier dagen
(de maximale tijd voor inverzekeringstelling) in
een politiecel doorbrachten. Zij schetst de ontwikkelingen nadien en eindigt haar betoog met een
pleidooi voor het terugdringen van voorlopige
hechtenis en met de constatering dat politiecellen
geen aanvaardbare plaatsen zijn voor de tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis. Met die
conclusie zal menigeen kunnen instemmen.
Defence for Children International, afdeling
Nederland heeft een rapport uitgebracht, getiteld
Minderjarigen en politiecellen (Amsterdam 1988).
van de 96 benaderde politiekorpsen hebben er 70
hun medewerking verleend. In een week (gedurende de registratieperiode) bleken 238 minderjarigen, voor het merendeel 16 en 17 jaar oud, te
maken te krijgen met een politiecel. De meesten
(143) maakten één overnachting mee, maar er waren er toch ook nog 15 die er 4 dagen doorbrachten.
Hoewel de Hoge Raad heeft uitgemaakt dat vervangende hechtenis niet tegen de wil van de betrokkene mag worden tenuitvoergelegd in een politiecel (zie katern 26, p. 1068; RvdW 1987,220; NJ
1988, 211) en dat een beroep op overmacht (cellentekort) de Staat niet baat, is nu in kort geding
uitgemaakt dat vervangende hechtenis in een politiecel weliswaar in strijd is met de wet, maar dat
het in casu gerechtvaardigd was vanwege de noodsituatie. De president vermeldde er wel bij dat de
staat dan een beroep op schadevergoeding zal
moeten honoreren (zie KG, 1988,150).
wordt door de detentie ernstig verstoord. Van de
niet-Nederlandse vrouwen is de helft Zuid-Amerikaans (merendeels Colombiaans).Eer is onder
meer gevraagd naar het leukste en het vervelendste
van het gevangenisbestaan. Een kwart kan niets
leuks bedenken. 'Er zijn geen hoogtepunten,
daardoor kan niets het leukste zijn'. Er zijn er ook
die alles vervelend vinden: 'Een gevangenis is een
gevangenis, niets is goed hier en dat zou het ook
niet zijn als ze er een 5-sterrenhotel van zouden
maken'. Er blijken twee spanningsvelden te bestaan in de inrichting: met betrekking tot de privacy en de problematiek van intimiteiten (M.
Brouwers en M. Sampiemon, Vrouwen in detentie, WODC 83, SDU, 's-Gravenhage 1988).
De Beroepscommissie heeft uitgemaakt dat bezoek zonder toezicht een faciliteit is voor alle langgestrafte vrouwen in 'De Singel' en heeft daarmee
een circulaire van de staatssecretaris (24-11-1983,
1316/383) onverbindend verklaard. Daarin was
onderscheid gemaakt naar rato van het paviljoen,
hetgeen volgens de beroepscommissie in strijd was
met artikel 14 Europees Verdrag en met artikel 26
Internationaal Verdrag, volgens welke aan mannen en vrouwen in gelijke omstandigheden gelijke
rechten toekomen. De circulaire behelsde een extra criterium voor langgestrafte vrouwen (Penitentiaire Informatie, 1988,57).
5 Literatuur
Het WODC heeft onderzoek gedaan in drie penitentiaire inrichtingen voor vrouwen: in Groningen, Maastricht en Amsterdam. Vrouwen maken
slechts 3 tot 4 procent uit van de gedetineerdenbevolking (eind 1986 waren er 4478 mannen gedetineerd en 135 vrouwen), hetgeen tot gevolg heeft
dat de differentiatie beperkter is dan bij mannen.
De gemiddelde leeftijd ligt hoger dan bij mannen,
namelijk op ongeveer 32 jaar. Veel vrouwen hebben dan ook kinderen. De band met die kinderen
— het Bajesboek. Handboek voor gedetineerden
en terbeschikkinggestelden, eds. G. de Jonge
enR. Verpalen,gew. 3e dr., Papieren Tijger in
samenwerking met Bond voor wetsovertreders
en Coornhert-Liga, Breda 1988.
— Wilma van den Berg en Ebby Hofstee, Een
nieuwe rechtspositieregeling voor TBR-gestelden, Het voorstel van de Commissie Haars, in:
Proces 1988, 5, pp. 135-141.
— W. Bernasco, A. J.F.M. Kerkhof en B. van der
Linden, Suïcidaal gedrag van gedetineerden in
Nederland, in: Tijdschrift voor criminologie,
1988,1, pp. 61-76.
— Gerda ter Haar, Partners van mannelijke (ex-)
gedetineerden in: Proces 1988, 7/8, pp. 195203.
— Theo van Haaren, Het penitentiair reclasseringswerk in: Proces 1988, 6, pp. 175-181.
— Charles Haf f mans, Medicus, gij ontsnapt mij
niet! Een verslag van het congres TBR, VU
Amsterdam, 11 maart 1988, in Proces 1988, 5,
pp. 142-147.
— W.J.B, ten Kate, Penitentiair reclasseringswerk (verslag van de studiedag van de Vereni-
KATERN 28
1171
4 Vrouwen in detentie
ging voor Penitentiair Recht, 11 maart 1988),
in: Proces 1988, 7/8, pp. 211-217.
— Paul B. Paulus, Prison Crowding: a psychological Perspective, With the collab. of Verne C.
Cox and garvin McCain, Springer-Verlag,
New York etc. 1988.
— H. singer-Dekker, Dienstverlening in het parle
ment, in: delikt en delinkwent 1988, 6, pp. 521528.
— a Tort et a Travers, Liber amicorum Herman
Bianchi, onder red. van René van Swaaningen
e.a., VU Uitgeverij, Amsterdam 1988.
KATERN 28
1172