POLICY MEMOS Nr. 1/ Oktober 2014 Aanvullend voorstel anticyclische component voor nieuw FTK Maarten van Wieren, Deloitte Ton Berendsen, Deloitte Casper de Vries, Duisenberg school of finance Dirk Schoenmaker, Duisenberg school of finance Samenvatting Door de slechte economische omstandigheden en de gebleken onhoudbaarheid van de zowel nominale als geïndexeerde garanties zoals vastgelegd in het huidige Financieel Toetsingskader (FTK), zijn veel pensioenfondsen in onderdekking geraakt. Hierdoor zijn herstelmaatregelen vereist van de pensioenfondsen met verminderde uitkeringen als gevolg. Economisch herstel zou echter een deel van de herstelmaatregelen overbodig kunnen maken omdat de dekkingsgraad met het opveren van financiële markten weer flink zou kunnen toenemen. Dit leidt daarmee mogelijk tot een uiteindelijk onbedoeld verlies van waarde. Dit dilemma vormt een rode draad in het debat rondom de voorgestelde vernieuwingen en wij dragen een voorstel aan dat hierin een uitweg biedt. In navolging van soortgelijke aanpassingen voor het toezicht op banken (Basel III) en verzekeraars (Solvency II) stellen wij voor een Anticyclische Demping toe te voegen aan het onlangs voorgestelde nieuwe artikel 133a van de Pensioenwet inzake de beleidsdekkingsgraad. Deze Anticyclische Demping zal bewerkstelligen dat de dekkingsgraden van pensioenfondsen (in zekere mate) met financiële markten meebewegen wat zodoende zal leiden tot een stabielere dekkingsgraad, hogere rendementen en bij gevolg een beter pensioen voor alle deelnemers. Een positieve bijkomstigheid van deze aanpassing is dat ze een stabiliserend neveneffect op de financiële markten zelf zullen hebben. Introductie Het Financieel Toetsingskader (FTK) bevat risicobeheersingsmaatregelen die gebaseerd zijn op marktwaardering van zowel de beleggingen als de pensioenverplichtingen. Het gevolg hiervan is dat de beleggingen worden gewaardeerd alsof ze op ieder moment zouden moeten worden verkocht. Hier bestaat echter pas noodzaak toe als het pensioenfonds alle uitkeringen direct aan alle deelnemers moet voldoen. Gegeven dat financiële markten afwisselend geneigd zijn tot overwaardering (bubbels) en onderwaardering (crises) van beleggingen ontstaat een ongewenst effect. Bij gevolg vertoont de dekkingsgraad van pensioenfondsen grote schommelingen met financiële markten mee. Dat maakt vervolgens dat een improductieve neiging ontstaat beleggingen te verkopen als sprake is van onderwaardering en deze te kopen als sprake is van overwaardering. Dit drukt het rendement van het pensioenfonds en daarmee wordt onderdekking op lange termijn juist eerder veroorzaakt dan dat dit wordt tegengegaan. De bewegelijkheid van de dekkingsgraad onder invloed van het gedrag van financiële markten wordt in belangrijke mate bepaald door de hoogte van de rente en de aandelenkoersen. Deze invloeden kunnen in belangrijke mate door pensioenfondsen worden beheerst.1 Pensioenfondsen zijn, gezien hun lange-termijn beleggingshorizon, veel beter in staat het risico van aandelen te dempen dan beleggers met een kortere beleggingshorizon. Zodoende zijn pensioenfondsen in tijden van crisis niet gedwongen tegen een lagere koers te verkopen en kan men de beleggingen aanhouden tot herstel volgt. Bovendien is het mogelijk capaciteit vrij te maken in tijden dat beurskoersen relatief hoog staan, om vervolgens in tijden van crisis aandelen tegen relatief lage prijzen te kopen. Op deze manier kan een hoger rendement behaald worden. Het huidige beleidskader weegt deze extra vrijheid echter niet mee. Het effect hiervan hebben we naar aanleiding van de financiële crisis van de afgelopen jaren duidelijk kunnen zien. Pensioenfondsen die eerder een gezonde dekkingsgraad hadden zijn in zware onderdekking geraakt, waardoor zij genoodzaakt waren ten nadele van deelnemers forse indexatie- en nominale kortingen door te voeren en premies te verhogen. Dit is overigens een bekend effect dat ook al is geobserveerd bij banken en verzekeraars en heeft geleid tot het opnemen van een “anticyclische” component die het effect van sterke schommelingen op financiële markten zal moeten dempen (onder Basel III voor banken en Solvency II voor verzekeraars). De Anticyclische Demping Op dit moment ligt een wetsvoorstel voor een nieuw FTK bij de Tweede Kamer en alhoewel dit voorstel al enkele maatregelen bevat die een dempend effect zullen hebben, is geen afhankelijkheid van schommelingen op financiële markten meegenomen. Daarnaast is ook geen sprake van symmetrie, wel is sprake van demping in geval van onderdekking, echter niet in tijden van economische voorspoed. Wij stellen daarom voor een “Anticyclische Demping” op te nemen in het nieuwe FTK. Deze Anticyclische Demping kan op relatief eenvoudige en transparante wijze worden bepaald. Het zal de beleidsdekkingsgraad stabiliseren en tegelijkertijd tot hogere rendementen op lange termijn leiden met een beter pensioen tot gevolg. Wij stellen dan ook een aanvulling voor op het nieuwe FTK dat rekening houdt met schommeling op financiële markten, de zogenoemde “Anticyclische Demping”. Deze Anticyclische Demping wordt bepaald door te meten hoeveel de beurswaarde afwijkt van de trend van de voorgaande decennia en dit door te vertalen in een herwaardering van de beleggingen zoals deze worden gebruikt bij de bepaling van de dekkingsgraad.2 In deze herwaardering wordt de termijn waarop de uitkeringen moeten worden gedaan meegewogen, zodat deze minder van invloed wordt naar mate de pensioenuitkeringen op kortere termijn moeten worden gedaan. Het stabiliserende effect kan door pensioenfondsen zelf worden versterkt door in opgaande markten de meer volatiele en risicovolle beleggingen te verkopen (“Sell High”) om vervolgens in neergaande markten deze beleggingen tegen een lagere prijs terug te kunnen kopen (“Buy Low”). Dit houdt in dat zij de fluctuatie van de financiële markten af kunnen wachten en daardoor de optie hebben om hun risico eventueel toe te laten nemen als dit gunstig geprijsd is. Het gevolg hiervan is dat pensioenfondsen worden gestimuleerd gebruik te maken van hun mogelijkheid om gespreid over de tijd te kopen en zodoende hun rendement te verbeteren door handig gebruik te maken van de economische cyclus.3 Bovendien zal dergelijk gedrag van pensioenfondsen een stabiliserend effect hebben op de macro-economie. De vraag zal hierdoor namelijk toenemen als markten dalen wat Zie DNBulletin, ‘Beleggingsmix en Rente – afdekking bepalend voor herstel pensioenfondsen’, De Nederlandse Bank, 2014. De exacte wijze waarop deze herwaardering en haar invloed op de dekkingsgraad wordt bepaald bevat enkele vrijheidsgraden waarvoor wij adviseren dat deze op basis van een nauwgezet periodiek onderzoek door de toezichthouder worden vastgelegd. 3 Een eerste schets van de resultaten van de Anticyclische Demping is op verzoek beschikbaar bij de auteurs. 1 2 opwaartse prijsdruk geeft, terwijl het aanbod dankzij pensioenfondsen toeneemt als markten stijgen wat een neerwaartse prijsdruk geeft. Implicaties Op basis van de hierboven beschreven principes hebben we onderzoek gedaan naar de invloed die deze methodiek zou hebben onder een drietal historische scenario’s; positief, negatief en neutraal. Op basis van dit onderzoek zijn we tot de conclusie gekomen dat de Anticyclische Demping onder alle scenario’s tot betere resultaten leidt dan het huidig FTK zowel als het nieuw te vormen FTK volgens het huidig voorstel. We zijn daarom van mening dat de dempende maatregelen uit het huidig wetsvoorstel voor een nieuw FTK niet effectief genoeg zullen zijn en stellen voor in aanvulling een Anticyclische Demping op te nemen. Deze demping zal niet alleen zorgen voor hogere rendementen op de lange-termijn maar ook de risicosturing van een pensioenfonds meer in lijn brengen met haar eigenschappen. Daarnaast zal het gezien de omvang van het pensioenstelsel in Nederland een gunstig stabiliserend neveneffect hebben op de macro-economie. Wij stellen voor om deze Anticyclische Demping toe te voegen aan artikel 133a van de Pensioenwet en artikel 128a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
© Copyright 2024 ExpyDoc