Bevoegdheden zijn geen garanties voor bekwaamheden Door de maatschappelijke individualisering in de zorg is “belevingsgericht werken” in de facilitaire dienstverlening een hot item dat geregeld bij managers op de agenda staat. De sociale kwaliteit wordt dé kritische succesfactor binnen een steeds gastvrijere en hotelmatigere dienstverlening. Hoe vanzelfsprekend het ook klinkt, het begrip is niet zo gemakkelijk in een aanbodgerichte cultuur te weven. De juiste competenties en in het bijzonder de houding van medewerkers in de frontoffice is hierbij van cruciale waarde, omdat zij direct met de zorgconsument in contact komen. Maar hoe krijg je die medewerker zo ver? Weerstand is een normaal verschijnsel Het management in een organisatie is veelal goed in staat om nieuwe visies en doelstellingen te formuleren. Knelpunt zit hem vaak in de vertaalslag van het middenkader naar concrete operationele uitvoering op individueel niveau. Een van de oorzaken is dat managers onvoldoende stilstaan bij de aanwezige bedrijfscultuur. Cultuur is belangrijk omdat ze een krachtige, latente en vaak onbewust aanwezig stelsel vormt van krachten die bepalend zijn voor zowel het individuele als het collectieve gedrag. Edgar Schein, de goeroe op het terrein van bedrijfscultuur waarschuwt dat de beste of juiste cultuur niet bestaat. Zo geeft hij aan dat in sommige organisaties juist teamwork en méér bevoegdheden op uitvoerend niveau van belang zijn voor het goed functioneren van afdelingen terwijl in andere organisaties juist strikte discipline en sterk gestructureerde onderlinge verhoudingen voorwaarden zijn om te kunnen slagen. De manager die een andere attitude van zijn werknemer verwacht moet zowel de oude cultuur afleren en een nieuwe aanleren. Daarnaast moet hij de afzonderlijke medewerker ondersteunen en coachen bij het aanleren van de nieuwe attitude. Edgar Schein geeft aan dat elke manager moet beseffen dat weerstand tegen veranderingen een normaal verschijnsel is en dat het nieuwe leren uitsluitend plaatsvindt als er voor wordt gezorgd dat de lerende persoon zich psychologisch veilig voelt. Om de cultuurverandering tussen de oren van de medewerker te krijgen heeft de organisatie veranderaars nodig die over drie eigenschappen beschikken; geloofwaardigheid; een heldere visie en het vermogen om die visie te verwoorden. De Total Performance Scorecard Hoe kan de manager hierop sturen en motiveren zodat de medewerker eens echt kritisch naar zichzelf kijkt en buiten zijn eigen referentiekader denkt? De Total Performance Scorecad (TPS) van Hubert Rampersad is een hulpmiddel die u hierbij kan helpen en verder gaat dan het toepassen van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). De kracht van dit instrument zit in de holistische benadering: het samenbrengen en afstemmen van de persoonlijke aspiraties met de ambitie van de organisatie door middel van het bereiken van committent omtrent het formuleren van kwantificeerbare (persoonlijke) doelen. De TPS is een performance managementmodel dat de Balanced Scorecard, Total Quality Management en Competency Management met elkaar integreert en waarbij de Persoonlijke Scorecard de bindingsfactor is. Door de persoonlijke ambities te betrekken in de verwachte performance van de afdeling of team wordt volgens Peter Senge als grondlegger van “lerende organisaties”, de organisatie voor medewerkers “een instrument van zelfverwezenlijking in plaats van een machine waarvan zij een slaaf zijn”. Ook Stephen Covey die wereldfaam heeft bereikt door “de zeven geboden” voor managers te beschrijven, betoogt voor een “van binnen naar buiten” benadering. Hij pleit ervoor dat de kern van de identiteit van de medewerker als vertrekpunt genomen moet worden. Dus eerst naar jezelf kijken alvorens relaties met anderen te kunnen verbeteren. Dus hier zit de crux: als manager hulp bieden bij het toepassen van herbezinning en zelfreflectie aan de hand van een persoonlijke sterkte/zwakte analyse. Het kan dus zijn dat een medewerker zich voor de eerste keer focust op zijn eigen prestatiedoelen, want voorheen werd er voor hem gedacht. Door de medewerker zich te laten bezinnen omtrent de eigen positie in het geheel, stimuleert de manager een gevoel van gelijkgerichtheid waardoor zelfsturing versterkt wordt, hetgeen essentieel is voor het operationaliseren van de organisatiedoelen en het inzien dat er naast know-how en know-why andere basisvermogens nodig zijn zoals: respectvolle bejegening, echt luisteren, geloofwaardig communiceren, begrip tonen, iemand op zijn gemak stellen en écht contact met de cliënt maken. De manager kan door toepassing van de TPS beter ondersteunen en coachen omdat hij met de medewerker meetbare afspraken maakt over hoe de medewerker een bijdrage gaat leveren aan de performance van nu en morgen. De persoonlijke scorecard verklaart waar de medewerker in de strategie van de facilitaire organisatie past, en hoe hij samen met zijn teamleden kan bijdragen tot de strategische doelen. Het accent ligt dus op de individueel te bereiken resultaten in plaats van de uit te voeren taken. Dit betekent dat de manager een hulpmiddel in handen krijgt waarbij hij objectiever met zijn medewerkers in dialoog kan gaan over de functiegerichte competenties. Met andere woorden, of de bevoegdheden (nog) in overeenstemming zijn met de bekwaamheden, vaardigheden of gedrag om de gemeenschappelijke resultaten te bereiken die op concernrespectievelijk facilitair niveau geformuleerd zijn. Stappen van persoonlijke ambitie tot competentieontwikkeling (H. Rampersad, 2002) 1. persoonlijke ambitie: wie ben ik, waarheen ga ik naartoe? 2. persoonlijke doelen: welke resultaten wil ik bereiken? 3. persoonlijke prestatie indicatoren en streefcijfers: waarmee kan ik meten? 4. gemeenschappelijke ambitie: waarom bestaat onze organisatie, waarheen gaan we samen naartoe? 5. organisatorische doelen: welke gemeenschappelijke resultaten willen we bereiken? 6. organisatorische prestatie indicatoren en streefcijfers: waarmee kunnen we deze resultaten meten? 7. verbeteracties: hoe willen we deze resultaten bereiken? 8. individueel prestatieplan: welke persoonlijke resultaten moet ik mijn functie boeken en wat moet ik doen om onze gemeenschappelijke resultaten te bereiken? Waarmee kan ik mijn persoonlijke resultaten meten 9. functiegerichte competenties: Over welke bekwaamheden en vaardigheden moet ik beschikken en welke gedragingen moet ik inzetten om mijn functie effectief te vervullen en hierdoor onze gemeenschappelijke resultaten proberen te bereiken? 10. verbetercyclus: resultaatplanning, coachen, beoordeling, functiegerichte competentieontwikkeling. Invoering van competentieontwikkeling is niet van vandaag op morgen binnen een organisatie ingevoerd. Uitleg over het doel van competentieontwikkeling in begrijpbare taal voor medewerkers op de werkvloer is noodzakelijk. Laat het een groeiproces zijn binnen je organisatie en geef medewerkers de tijd om aan de nieuwe invalshoek van managen te wennen. Wanneer zij zelf leren ervaren dat door verbetering van hun competenties zij beter in staat zijn om hun werkzaamheden te kunnen uitoefenen werkt dit stimulerend. Er moet een sfeer ontstaan dat medewerkers zelf zeggen "dit smaakt naar meer". Auteurs: Henry Smeets MSc. MFM, manager facilitaire dienstverlening, Stichting Land van Horne, Weert Peter Dautzenberg, personeelsadviseur P&O, Stichting Servicenetwerk de Nieuwenborg, Weert
© Copyright 2024 ExpyDoc