Van verlamming naar actieprogramma

Podium
 
Van verlamming naar
actieprogramma
Beeld DiederenDirrix
Het stormt in het winkellandschap. De economische crisis en meer nog het veranderend
consumentengedrag zorgen voor leegstand, onder druk staande huurprijzen en plannen voor
vernieuwing en uitbreiding die geen doorgang meer vinden. Overheden en belangengroepen
reageren verschillend op deze problemen. Van een negeren van de situatie tot reacties om
ontwikkelingen volledig tot stilstand te brengen. Walter Stam en Geert Welten stellen een
toekomstgericht actieprogramma voor.
D
e demografische ontwikkelingen en de veranderingen
in consumentengedrag zorgen ervoor dat de omvang
van het draagvlak en de spreiding ervan sterk wijzigen. Dit
maakt dat nieuwe winkels niet zomaar overal meer kunnen
en dat een deel van de bestaande winkellocaties het gaat
afleggen. Daarnaast vragen nieuwe combinaties van fysiek
en online winkelen om een plek. Keuzes met een grote ‘K’
zijn dus noodzakelijk; keuzes die effect hebben op de gehele
detailhandelsstructuur. Wat op de ene plek toe wordt
gestaan, zal op de andere plek verdwijnen. En als een
belangrijke speler uit het winkellandschap verdwijnt, neemt
dat omliggende zaken in zijn kielzog mee.
ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu
januari-februari 2014
38
Nietsdoen is ook een keuze, maar dan wel de slechtst
denkbare, want de hevige strijd om vestigingsplaatsen
tussen winkelbedrijven aan de ene kant en de ruime
mogelijkheden van de (buur)gemeenten om winkelontwikkeling toe te staan aan de andere kant, leidt ertoe dat
stilstand onherroepelijk achteruitgang van het eigen
winkelbestand betekent.
Wordt concreet!
Een gedegen analyse van de huidige detailhandelsstructuur
laat al snel zien welke gebieden toekomst hebben, welke
niet en waar het aan ontbreekt. Dit is de basis voor een
concrete visie, waarin ‘man en paard’ worden benoemd. Om
concreet te kunnen zijn, moet een visie voor maximaal vijf
jaar gelden. De storm in winkelland zal namelijk niet gaan
liggen en regelmatig bijsturen blijft noodzakelijk. Daarbij
maakt de korte termijn het opstellen van een aansprekende
en behapbare visie eenvoudiger.
In de visie moet allereerst concreet zijn beschreven welk nut
detailhandel per gebied heeft voor de gemeente – en in
sommige gevallen voor de regio. Is het een lokale boodschappenvoorziening? Voorziet het in runshopping? Zijn de
winkels onderdeel
van het toeristisch
product? Wordt er
recreatief gewinkeld? En door wie?
Zeker dat laatste is
belangrijk. Het
verminderende
Raadhuisplein in de kern
draagvlak, de toeneSprang-Capelle, Gemeente
mende mobiliteit en
Waalwijk. Gemeentebestuur
de zoektocht naar
en corporatie willen het
centra waar ‘het
centrum met dagelijkse
meest te beleven is’
voorzieningen versterken met
maken dat er een
een nieuwe, goede ruimte
tendens zichtbaar
voor een supermarkt. Met de
wordt naar minder
zittende supermarkt, Casade
en steeds grotere
en de ontwikkelaar wordt
recreatieve
bekeken op welke wijze de
winkelcentra. Denk
juiste stimulans is te geven.
hierbij aan de
recente sluiting van
Bijenkorf in
kleinere steden. De grootste winkelgebieden zullen
vervolgens een groeiend deel van de ‘grootste gemene deler’
trekken – een zichzelf versterkend effect. Als je niet de
grootste van de regio kan worden, kan de toekomst van je
winkelgebied juist liggen in het aantrekken van een
specifieke doelgroep. Dit leidt wellicht niet tot groei, maar
de groeiende leegstand wordt wel een halt toegeroepen.
Voorzieningencentrum
Sprang-Capelle,
Waalwijk
Weet je de functie per winkelgebied, dan kun je daar
vervolgens concrete acties aan verbinden. Afhankelijk van
de visie op de totale structuur kun je bijvoorbeeld een
supermarkt toevoegen aan het ene boodschappencentrum
en tegelijkertijd twee verouderde centra saneren. Je kunt de
maatschappelijke voorzieningen concentreren, ruimte
bieden aan horeca of het kernwinkelgebied strak begrenzen
samen met een verregaande flexibilisering van de schil daar
omheen. En je kunt het voorzieningenpakket in een bepaald
winkelgebied specifiek richten op bijvoorbeeld ouderen.
Leg vast!
De visie op de ontwikkeling van de detailhandel en het
bijbehorende concrete actieprogramma kan prima worden
vastgelegd in een structuurvisie conform de Wro. Dit kan
een structuurvisie zijn voor de gehele gemeente, een
structuurvisie voor één gebied – het centrum – of een
sectorale structuurvisie voor de detailhandel. Een belangrijk
voordeel van een structuurvisie is dat het beleid niet steeds
opnieuw ter discussie staat bij de uitvoering van de visie,
bijvoorbeeld in bestemmingsplannen. Met een structuurvisie is het voor iedereen duidelijk welke ontwikkeling waar
mogelijk is (en waar niet).
Wat op de ene plek toe wordt
gestaan, zal op de andere plek
verdwijnen
Een structuurvisie is in feite vormvrij. Dit biedt ruimte om
een aantrekkelijke, op maat gemaakte visie op stellen. Met
zo’n visie kan een gemeente uitnodigen, inspireren en
stimuleren om kansen te grijpen. Het biedt ruimte om
verder te kijken dan puur de ruimtelijke ordening. Ook
sociale aspecten, marketing of het toeristisch product
kunnen erin worden meegenomen. Met een dergelijke
integrale visie kan de gemeente ervoor zorgen dat ruimtelijke ontwikkelingen optimaal bijdragen aan de toekomst
van de voorzieningenstructuur.
Wordt flexibel!
De toekomst is niet te voorspellen en de ontwikkelingen in
de detailhandel gaan razendsnel. Een visie moet daarom een
korte doorlooptijd hebben en flexibel zijn. Gebieden
waarvoor geen concrete projecten gepland zijn, moeten
ruimte bieden aan initiatieven die je niet kunt voorzien. Het
uitgangspunt is dan niet ‘wat zou er kunnen?’ – het is
immers nog onduidelijk waar vraag naar zal zijn – maar veel
meer ‘wat er vooral niet moet gebeuren’. Het is namelijk
veel duidelijker wat onwenselijk is op een bepaalde plek. Al
het andere is dan onder bepaalde voorwaarden mogelijk.
Deze vorm van ‘uitnodigingsplanologie’ vraagt misschien
om een nieuwe manier van denken. De regie wordt immers
losgelaten. Maar het voorkomt onuitvoerbare plannen voor
locaties.
Maak het uitvoerbaar!
Het doel van alle plannen en visies zijn haalbare en
realiseerbare ontwikkelingen, nodig om de leegstandsverlamming tegen te gaan. Daarbij pleiten we niet voor grote
centrumplannen met lange doorlooptijden en forse
toevoegingen van metrage. Die tijden zijn voorbij. Het gaat
er juist om dat op basis van concrete behoeften vernieuwing
en toevoeging plaatsvindt. Het gaat dan niet zozeer om
toevoeging van winkeloppervlak, maar veeleer om het
bieden van ruimte voor nieuwe functies. De monofunctioèè
nele winkelgebieden moeten immers ‘verkleuren’ naar
januari-februari 2014
39
ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu
Podium
Nieuwe Marktwand in Epe
Een aanleiding voor de Structuurvisie Centrum Epe (2011)
was de gewenste herontwikkeling van winkelcomplex
Marktwand. In intensief overleg met ontwikkelaar Segesta
zijn (financieel) haalbare kaders hiervoor in de visie
opgenomen. Inmiddels is het bestemmingsplan zonder
beroepsprocedure onherroepelijk en wordt de nieuwe
winkelwand inclusief een parkeergarage gebouwd.
Beeld Rho adviseurs (oude situatie), Segesta Groep (ontwerp)
multifunctionele gebieden voor verschillende doelgroepen.
Alleen dan kunnen centrumgebieden hun aantrekkingskracht behouden.
Begin met het benoemen en bepalen van functies die aanvullend kunnen zijn op het huidige aanbod en die elkaar
kunnen versterken. Het is daarbij belangrijk om de achterliggende organisaties concreet met ‘namen en rugnummers’
te benoemen en er rechtstreeks mee in overleg te treden.
Op die manier zijn de behoeften, de vereisten en de
Visie moet een korte doorlooptijd
hebben en flexibel zijn
consequenties, ruimtelijk en financieel, snel in beeld.
Vervolgens is het van belang om een plan zo te maken dat
het goed faseerbaar is en als losse onderdelen gerealiseerd
kan worden. Dus geen voorzieningen realiseren in fase 1 die
voor alle fasen van belang zijn, maar de omvang ervan
afstemmen op de betreffende fase. Elke afzonderlijke fase
dient dan ook een op zichzelf staand functionerend en
afgerond geheel te kunnen zijn.
Maak het financieel haalbaar!
Door de toegenomen complexiteit, de kwaliteitseisen, de
afnemende huurwaarden en de kleinere omvang van
plannen staat de financiële haalbaarheid van veel plannen
onder druk. Veel gemeenten hebben te kampen met
centrumplannen waarvan de grondexploitatie zwaar ‘door
het ijs dreigt te zakken of zakt’. Door kritisch te kijken naar
met name de kosten in de grondexploitaties is een flinke
slag te maken. Daarbij gaat het om kwaliteit, toerekenbaarheid en omvang. Bekijk per gebied welke kwaliteit nodig is.
Bijvoorbeeld: kan parkeren ook op maaiveld worden
ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu
januari-februari 2014
40
ingepast? Maar ook: in hoeverre moeten de ingrepen in het
openbaar gebied daadwerkelijk worden toegerekend aan het
plan? Bijvoorbeeld: herinrichting van een plein geeft wel
een fraaie uitstraling maar is voor het plan niet perse
noodzakelijk.
Bedenk of de omvang van de ingrepen passen bij de omvang
van het plan. Bijvoorbeeld: wordt nieuwe bestrating van het
centrumgebied geheel aan het plan toegerekend of alleen
aan die delen die in en rond het plan liggen?
Door deze benadering worden plannen eerder haalbaar.
Daarbij is overigens van belang dat gemeenten een eerlijke
afweging maken: voor de aantrekkelijkheid van een
centrum moet ook de gemeente inspanningen verrichten,
investeringen doen en risico’s nemen. Naast een fraaie
artist impression hoort ook dit expliciet bij het verhaal.
Naar een actieprogramma
Actie is nodig om de leegstand en teloorgang van en in
centrumgebieden tegen te gaan. De ingrediënten daarvoor
hebben we in dit artikel aangereikt. Uiteraard bepaalt de
specifieke opgave hoeveel van elk ingrediënt in welke mate
moet worden toegepast om succesvol te kunnen zijn. In de
kern komt het erop neer om concrete keuzes te maken, deze
vast te leggen in een visie die rekening houdt met flexibiliteit en die vervolgens een kader biedt voor realisatie van
plannen. Plannen die concreet en uitvoerbaar zijn en
daarmee dus een bijdrage leveren aan een economisch-duurzame toekomst van centrum- en winkelgebieden.
é Walter Stam
AKRO Consult
é Geert Welten
Rho adviseurs voor leefruimte