Inlichtingen bij dhr. A.T.J. Teunissen, tel. (026) 359 98 38 e

STATENBRIEF
Onderwerp: Invulling van de provinciale rol bij de aanpak van detailhandelsopgave.
Doel van deze brief:
Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:
Te besluiten conform het ontwerpbesluit
Over de inhoud van deze brief te overleggen
De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
1
Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)
Het winkellandschap is aan het veranderen. Het onderwerp heeft de aandacht in de politieke1
maatschappelijke discussie. De provincie wordt door diverse partijen nadrukkelijk genoemd als
één van de partijen die een rol kan spelen. De provincie wordt vooral genoemd als het gaat om
regionale afstemming en de regie op grootschalige perifere detailhandelsontwikkelingen met
bovenlokale effecten. Daarnaast kan de provincie een ondersteunende rol spelen bij de aanpak
van leegstand en transformatie van binnensteden.
In de ontwerp-omgevingsvisie heeft ons college beleid geformuleerd voor detailhandel. Dit
hebben we gedaan in co-creatie met onze partners. De volgende stap is om samen met partners
te verkennen hoe we dit beleid verder invullen en te komen tot een gezamenlijke
uitvoeringsaanpak. In deze Statenbrief beschrijven we wat we nu al doen aan de aanpak van de
detailhandelsopgave en schetsen we de vervolgstappen om te komen tot een nadere invulling
van onze rol en inzet.
Met deze Statenbrief geven we ook gevolg aan onze eerdere toezegging aan uw Staten naar
aanleiding van schriftelijke vragen van het Statenlid VDQ¶W+RRJRYHUGHSURYLQFLDOHUHJLHURO
met betrekking tot regionale beleidsvisies voor detailhandel.
2
Aanleiding (voor aanpak van de detailhandelsopgave)
De detailhandel is in heel Nederland in beweging, we kunnen spreken van een transitie in de
winkelmarkt. De oorzaken zijn structureel en divers van aard; consumenten houden de hand op
de knip door de crisis, de demografische ontwikkelingen (vergrijzing & krimp) en de groei van
internet als verkoopkanaal. De gevolgen van deze ontwikkelingen worden steeds zichtbaarder in
de straten doordat de leegstand toeneemt. Effect is vooral in krimpgebieden en verouderde
winkelgebieden met weinig uitstraling het meest dreigend.
Parallel aan deze ontwikkelingen is het winkeloppervlak in Nederland de afgelopen 10 jaar fors
gegroeid terwijl de bestedingen in winkels achterbleven. Ook zitten er nog steeds plannen voor
detailhandel in de pijplijn, veel ervan zijn bedacht vóór de crisis. Nu we geconfronteerd worden
met een nieuwe realiteit zijn veel plannen niet meer gewenst, maar het schrappen ervan is lastig
vanwege financiële belangen in de (grond)exploitatie.
1
Partijen zoals branche-organisaties, kamers van koophandel, winkeliers, projectontwikkelaars, beleggers en
deskundigen uit de onderzoeks- en advieswereld doen steeds vaker een beroep op de provincies om op detailhandel
regie te voeren. Ook vanuit de Tweede Kamer (motie De Vries) wordt een oproep gedaan aan de provincies om regie te
voeren op regionale samenwerking.
Inlichtingen bij dhr. A.T.J. Teunissen, tel. (026) 359 98 38
e-mailadres: [email protected]
Het gevolg is dat er een toenemende overcapaciteit aan vierkante meters winkeloppervlak
ontstaat en dat centra in binnensteden én perifere winkelgebieden onder druk zijn komen te
staan.
De veranderende (krimpende) winkelmarkt zorgt voor een opgave die tweeledig is. Enerzijds zal
de overcapaciteit beperkt moeten worden waarbij plannen, veelal van voor de crisis, geschrapt
moeten worden. Tegelijkertijd moet naar de toekomst gekeken worden en staan de betrokken
partijen voor de uitdaging om winkelgebieden aan te passen aan veranderingen in de
winkelmarkt. De centra zullen verkleuren: het oppervlak aan winkels zal afnemen, tegelijkertijd
ontstaan kansen voor nieuwe functies die kunnen bijdragen aan aantrekkelijke en levendige
centra. Denk daarbij aan leisure, wonen, maakindustrie, zorgfuncties en horeca. Dit vraagt om
een visie op binnensteden maar ook om scherpe keuzen welke winkelgebieden kansrijk zijn en
welke niet. De centra van steden, dorpen en wijken zijn bepalend voor de economische vitaliteit
en leefbaarheid en worden beschouwd als het visitekaartje van de stad of het dorp.
3
Bestaand beleid c.q. kader
Het vigerende beleid voor detailhandel staat in de structuurvisie en de Ruimtelijke Verordening
Gelderland. Sinds 1 oktober 2012 heeft het Rijk ook de ladder voor duurzame verstedelijking in
het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgenomen als motiveringseis. Op basis daarvan
beoordelen we bestemmingsplannen voor nieuwe detailhandelsontwikkelingen.
In de ontwerp-omgevingsvisie heeft ons college nieuw beleid voor detailhandel weergegeven.
Het detailhandelsbeleid is onderdeel van het integrale beleid voor steden en dorpen. In de visie
hebben we aangegeven dat we met partners streven naar een toekomstbestendige detailhandel
die bijdraagt aan vitale en aantrekkelijke steden en dorpen. De bestaande centra in
(binnen)steden en dorpen staan centraal. Om deze in de toekomst vitaal te houden streven de
provincie en haar partners naar transformatie en vernieuwing van bestaande winkelgebieden en
centra.
We willen leegstand in bestaande winkelgebieden voorkomen omdat die leidt tot aantasting van
de sociale en economische vitaliteit van winkelgebieden in dorpen en steden. Om leegstand te
voorkomen moet de overcapaciteit teruggedrongen worden. Om die reden zijn we zeer
terughoudend met het toevoegen van nieuw winkeloppervlak met name op locaties aan de rand
van de stad. Nieuwe ontwikkelingen zijn alleen toegestaan als die bijdragen aan de versterking
van de detailhandelsstructuur. Dit vraagt een goede argumentatie op basis van de ladder voor
duurzame verstedelijking.
Wat doen we al
Er gebeurt op dit moment al veel. Naast het formuleren van nieuw detailhandelsbeleid in de
RPJHYLQJVYLVLHZRUGWRSGLWPRPHQWLQHHQDDQWDO*HOGHUVHUHJLR¶VDOYRORSJHZHUNWDDQ
regionaal detailhandelsbeleid. De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft een regionaal programma
detailhandel (RPD) vastgesteld en werkt nu aan de uitvoering daarvan. Rivierenland heeft ook
een regionale detailhandelsvisie opgesteld en ook de Achterhoek werkt aan regionale
afstemming van detailhandel en werkt samen aan pilots voor centra die geconfronteerd worden
met krimp. Met name bij de trajecten in de Achterhoek en de Stadsregio zijn we nauw betrokken
en bieden we ondersteuning in de vorm van kennis, procesondersteuning en inzet van ons
ruimtelijk instrumentarium om regionale afspraken te borgen. Ook investeren we in vitale
centrumgebieden via het impulsplan wonen en via de stad&regio contracten.
Tot slot hebben uw Staten op 20 november 2013 een debat gehouden over dit onderwerp.
2
4
(Argumenten/afwegingen/risico's) Nadere invulling van onze rol bij de aanpak van
de detailhandelsopgave.
Afwegingen: positionering/profilering en rol van de provincie
Lokaal ligt de verantwoordelijkheid voor de detailhandelsopgave in de eerste plaats bij
ondernemers en gemeenten. De provincie heeft samen met gemeenten een rol in het ruimtelijk
beleid.
Ons college vindt het van belang om naar onze partners uit te dragen dat we ons mede
verantwoordelijk voelen voor vitale steden en dorpen en daarmee een duurzame
detailhandelsstructuur. Tegelijkertijd moet duidelijk zijn dat de provincie slechts één van de
partijen is die een rol heeft. De opgave heeft verschillende probleemeigenaren die ieder een deel
van de oplossing in handen hebben. Om de opgave in Gelderland samen aan te pakken willen
ZHLQJHVSUHNPHWJHPHHQWHQUHJLR¶VRQGHUQHPHUVYDVWJRHGHLJHQDUHQ etc. om te bepalen wie
welke rol kan pakken en wie welke stappen kan zetten. Hiermee zetten we de lijn van co-creatie,
die we bij de beleidsvorming gekozen hebben, voort bij de uitvoering van het beleid.
Als eerste stap om concreet invulling te geven aan het bovenstaande houden we op 25 juni
aanstaande een symposium voor betrokken marktpartijen, raads- en Statenleden, bestuurders
en ambtenaren om te spreken over de aanpak van de opgave. Het doel is het agenderen van de
opgave en om samen met partners oplossingsrichtingen, rollen en samenwerkingsmogelijkheden
te verkennen om te komen tot een aanpak van de opgave. Ook uw Staten zijn uitgenodigd voor
dit symposium.
Afwegingen bij nadere invulling van de provinciale rol bij de aanpak van de opgave
Vooruitlopend op het symposium schetsen we hieronder een mogelijke invulling van onze rol.
Tijdens het symposium spreken we met partners over nadere invulling van ieders rol en wordt
ook onze rol verder geconcretiseerd.
1
Normeren
Ten eerste sturen we met beleidskaders en regels. In de ontwerp-omgevingsvisie is nieuw beleid
opgenomen en de omgevingsverordening bevat regels die gelden voor bestemmingsplannen die
detailhandelsontwikkelingen mogelijk maken. Een beperkt aantal heldere regels blijft belangrijk
voor het juridisch verankeren van het beleid en het terugdringen van overcapaciteit. Plannen die
geen bijdrage leveren aan een evenwichtige detailhandelsstructuur en vitale centra kunnen we
tegenhouden met deze regels. De regels gaan vooral over perifere detailhandel en
(grootschalige) ontwikkelingen met een bovenlokaal effect. Heldere kaders en regels zorgen ook
voor duidelijkheid richting gemeenten en richting marktpartijen. Marktpartijen vragen ook om
deze duidelijkheid en zekerheid om te kunnen investeren in een gebied.
2
Verbinden en kennisdeling
De winkelmarkt is in transitie en dit heeft gevolgen voor de centra. Om vroegtijdig hierop te
kunnen anticiperen is bewustwording en agendering nog steeds essentieel. Daarbij is behoefte
aan kennis over winkelmarkt en over de aanpak van de gevolgen. Wij kunnen een rol spelen bij
kennisvorming en -deling en door het verbinden van marktpartijen, kennisinstituten, brancheorganisaties en overheden. Het volgende is denkbaar:
Het agendeUHQYDQGHRSJDYHELMJHPHHQWHQHQUHJLR¶VGRRU het organiseren van
bijeenkomsten en door het signaleren van trends en ontwikkelingen bijvoorbeeld door het
gezamenlijk in beeld brengen van de leegstand, de marktvraag en de kwaliteit van het
bestaande aanbod.
Het ondersteunen bij aanpak van leegstand en transformatie. Een plan van aanpak
leegstand en transformatie dat zich richt op kennisvorming en deling is een mogelijkheid.
De toepassing van stedelijke herverkaveling zou bijvoorbeeld onderzocht kunnen worden.
3
-
-
Het ondersteunen van pilots (bijvoorbeeld kernwinkelgebieden in de Achterhoek) waar
gekeken wordt naar mogelijkheden om krimp te begeleiden en te komen tot compactere
winkelgebieden en het omvormen van aanloopstraten in dorpscentra (waar het
winkelaanbod met 10 tot 50% zal afnemen).
Kennisvorming en -deling door het aanbieden van workshops en masterclasses
bijvoorbeeld over aanloopstraten of de omgang met schaalvergroting van supermarkten.
Ondersteunen bij het opstellen van gemeentelijke of regionale detailhandelsvisies dan wel
centrumplannen, of door het aanbieden van een consulent/expertteam vitale
winkelgebieden.
3
Regionaal programmeren en afstemmen/agenderen.
In de ontwerp-omgevingsvisie hebben we aangegeven dat we voor onszelf een rol zien om
regionale afstemming te faciliteren en desgevraagd te regisseren. Ook zetten we onze
verordening in om regionale visies te bekrachtigen en afspraken te borgen, indien dit gevraagd
worGWGRRUGHEHWUHIIHQGHUHJLR¶V Op dit moment vindt in de Stadsregio, Rivierenland en de
Achterhoek al regionale afstemming plaats en zijn of worden regionale afspraken gemaakt.
Ons college kiest er niet voor om een regionale detailhandelsvisie of programmeringsafspraken
verplicht te stellen omdat dit niet past bij de lijn van uitnodigingsplanologie in de omgevingsvisie
HQRPGDWHHQDDQWDOUHJLR¶VDOHHQHLJHQUHJLRQDDOGRFXPHQWKHHIW
Voor zRYHUUHJLR¶VGLWQRJQLHWGRHQ willen wij de samenwerkende gemeenten uitnodigen om te
starten met de regionale afstemming en om te komen tot regionale afspraken. We laten de
verantwoordelijkheid aan GHUHJLR¶VRPGLWGRHQ
We bieden indien gewenst ondersteuning bij het agenderen van regionale samenwerking en bij
opstellen van een regionale detailhandelsvisie, ook kunnen we ondersteunen door ambtelijk en
EHVWXXUOLMNGHHOWHQHPHQ2YHUppQMDDUHYDOXHUHQZHGHUHJLRQDOHVDPHQZHUNLQJLQGHUHJLR¶V
en bepalen of nadere actie gewenst is.
4
Investeren
We investeren in de vitaliteit van dorpscentra en binnensteden via bestaande middelen die
beschikbaar zijn via de Stad- en regiocontracten en het Impulsplan Wonen. Een voorbeeld
daarvan is centrumplan Neede, waar sprake was van circa 40% leegstand waar nu gewerkt
wordt aan een compact winkelgebied waardoor de neerwaartse spiraal doorbroken is.
Ook vanuit vitalisering bedrijventerreinen kunnen middelen worden ingezet voor de vitalisering
en transformatie van perifere detailhandelslocaties op bedrijventerreinen. Dit sluit aan bij de
gekozen lijn inzake de positie van gemeenten van investeren, (her)programmeren en faciliteren
(zie Statenbrief: positie gemeenten: spoor II Robuuste investeringsimpuls: (PS2014-114).
5
Financiële consequenties
Er zijn beperkte financiële consequenties. In het kader voorjaarsnota komen we hierop terug.
6
Proces en evaluatie
Ons voorstel is om na het symposium en de behandeling een nieuwe statenbrief aan uw Staten
voor te leggen over de concretisering van de aanpak van het detailhandelsbeleid en onze rol
daarin.
4
Processchema
Arnhem, 22 april 2014 - zaaknummer 2014-006463
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje
- Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - Secretaris
Bijlagen:
Ontwerpbesluit
Begrotingswijziging
Notitie Naam notitie
Tekst
5