structuurvisie de achterbergse erven

De Achterbergse Er ven
Geme ente R henen
Concept - Struc tuur visie
PROJECT
Structuurvisie De Achterbergse Erven
Gemeente Rhenen
46.20.02
OPDRACHTGEVER
Gemeente Rhenen
Postbus 201, 3910 AE RHENEN
OPSTELLER
Buro SRO
Sweerts de Landasstraat 50
6814 DG Arnhem
Contactpersoon: Guido Yntema
T (026) 35 23 125
[email protected]
DATUM & STATUS
Concept 30-06-2014
Inhoud
Inleiding5
Het Plangebied7
Beleidskader11
Thema: Historie 15
Thema: Water19
Thema: Natuur en Landschap
21
Thema: Verkeer25
Thema: Milieu27
Bouwstenen29
Uitwerking Raamwerk (wegen, groen, water)
31
Invulling binnen het raamwerk
33
Structuurvisie De Achterbergse Erven
39
3
1 Inleiding
woon-zorgcomplex als voorwaarde geldt voor
baarheid van de visie. In de uitwerking van de
de overige woningbouw.
afzonderlijke projecten zal zonodig nader on-
Opgave
derzoek plaatsvinden. Hiervoor worden in de
De ontwikkeling van de woonwijk Achterberg-
Inmiddels is, mede door de woningmarktcrisis,
visie uitgangspunten en aanbevelingen gefor-
West en het MFC Nieuw Schoneveld heeft het
gebleken dat een ontwikkeling van het plan in
muleerd.
dorp Achterberg een grote impuls gegeven. Vrij
één geheel niet (meer) aan de orde is. Dat wil
snel na de realisering van het MFC ontstonden
niet zeggen dat de ontwikkeling ven het gebied
Inhoud
in de dorpsgemeenschap initiatieven voor een
daarmee van de baan is. De gemeente Rhenen
Binnen een inleidend en afsluitend deel, bouwt
vervolg in de vorm van een zorgvoorziening in
gaat nu uit van een stapsgewijze, organische
de structuurvisie zich in een aantal stappen op.
het aangrenzende gebied tussen de dorpsrand
gebiedsontwikkeling waarbij het gebied met
Allereerst komt een aantal thema’s aan bod.
en de Bovenweg. Dit leidde in 2008 tot een
deelprojecten wordt ingevuld. Als gevolg hier-
Deze hoofdstukken brengen voor een aantal
ruimtelijke verkenning als eerste stap richting
van en mede op basis van de ruimtelijke ver-
aspecten de bestaande situatie, de hoofdlijnen
de ontwikkeling van Achterberg-West II.
kenning, heeft het college besloten een struc-
van het vigerend beleid, eventueel verricht on-
tuurvisie op te stellen die op hoofdlijnen richting
derzoek en de aandachtspunten in beeld.
Uit de ruimtelijke verkenning bleek dat er mo-
geeft aan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling.
gelijkheden zijn voor een zorggerelateerde ont-
Op basis hiervan kunnen initiatieven in het ge-
Daarna volgt het stedenbouwkundige deel met
wikkeling in een bestaande boerderij en een
bied ontstaan, worden gefaciliteerd en concrete
een uitwerking van de ‘bouwstenen’ voor de
nieuw woon-zorgcomplex. Daarnaast kunnen
projecten worden uitgewerkt.
structuurvisie. De beschrijving daarvan vindt
plaats in een aantal plandelen met ruimtelijke
er in dit gebied nieuwe woningen komen. Zo is
ook vastgelegd in de stedenbouwkundige struc-
De structuurvisie gaat vergezeld van een toe-
en functionele uitgangspunten. Uiteindelijk ko-
tuurvisie van de gemeente Rhenen. Aangezien
lichting waarin naast de ruimtelijke opzet ook
men de plandelen bij elkaar in de Structuurvi-
het een uitbreiding betrof, is de provincie in een
in hoofdlijnen inzicht wordt gegeven in de re-
sie De Achterbergse Erven. Deze gaat tenslotte
vroeg stadium bij de planontwikkeling betrok-
levante omgevings- en milieuaspecten. Dit is
vergezeld van een uitvoeringsparagraaf met
ken. Hieruit is een positieve grondhouding voor
gedaan aan de hand van beschikbare informa-
daarin een handreiking voor iedereen die aan
het plan ontstaan waarbij de realisatie van een
tie met als doel inzicht te krijgen in de uitvoer-
de slag wil met de uitwerking van de visie.
5
inzet: te ontwikkelen percelen
2. HET PLANGEBIED
Locatiekenmerken
Context
Het plangebied bevindt zich aan de westkant
richting de Bovenweg waar vrije kavels zijn ont-
De grootte van het visiegebied bedraagt circa
van Achterberg tussen de Cuneraweg en de
wikkeld. Hier is iets meer variatie. Dit laatste
6,5 ha. Hierin ligt een aantal bestaande kavels
spoorlijn Rhenen-Utrecht. In noordelijke rich-
geldt zeker voor de Cuneraweg waarlangs lint-
die ingepast zullen worden in de ontwikkeling:
ting raakt de Cuneraweg uiteindelijk de spoor-
bebouwing is gesitueerd. Hier staan voorname-
• Bovenweg 20: voormalige boerderij met
lijn, aan de zuidzijde is het dorp met de uitbrei-
lijk woningen, maar wel uit verschillende tijds-
ding Achterberg-West de spoorlijn inmiddels
perioden en met verschillende vormgeving. Een
• Bovenweg 22: voormalige boerderij met
ook dicht genaderd. Alhoewel het plangebied
van de laatste toevoegingen aan deze weg en
woonbestemming en boomkwekerij.
nu voornamelijk agrarisch gebruikt wordt, met
grenzend aan het plangebied is het MFC Nieuw
• Bovenweg 26: voormalige boerderij met
weilanden, ontbreekt contact met de omlig-
Schoneveld. Dit complex bestaat uit voorzienin-
gende agrarische gebieden. Deze bevinden
gen op de begane grond (o.a. supermarkt en
zich voornamelijk in noordelijke richting in de
zorg) en wonen daarboven. Het gebouw en de
Gelderse Vallei. De Cuneraweg met de lintbe-
buitenruimte is door de schaalgrootte en vorm-
• Cuneraweg 237: woonbestemming.
bouwing ligt hier echter tussen. Het contact met
geving een afwijkend element in de kleinscha-
• Cuneraweg 235: woonbestemming.
de Utrechtse Heuvelrug is eveneens beperkt
lige lintbebouwing.
• Cuneraweg MFC Nieuw Schoneveld:
woonbestemming.
woonbestemming.
• Cuneraweg 243: kleinschalig bedrijf met
bedrijfswoning.
gemengde bestemming, onder andere voor
door de aanwezige spoordijk. Deze vormt een
barrière, zowel visueel als ruimtelijk, richting de
In het algemeen is sprake van een enigszins
maatschappelijke doeleinden, detailhandel
heuvelrug.
versnipperde dorpsrandzone door verschil-
en wonen.
lend grondgebruik, meerdere eigenaren en
Het aangrenzende woongebied Achterberg
verspreide bebouwing. Dit en door de situe-
De kavels die in aanmerking komen voor ont-
West is een projectmatig gerealiseerde woon-
ring tussen spoorlijn, Cuneraweg en Bovenweg
wikkeling zijn hiernaast weergegeven en betref-
wijk van ongeveer 10 jaar oud. Er is een dui-
heeft het gebied steeds meer het karakter van
fen de nummers: 194, 642, 4096 4460, 4619,
delijk verwantschap in architectuur, behalve
een ‘restgebied’.
4478 en 4482.
7
De woonboerderijen refereren duidelijk naar
De gronden buiten deze kavels bestaan nage-
de agrarische oorsprong van het gebied. Op-
noeg geheel uit weilanden met enkele solitaire
vallend hierbij, en anders dan bij de lintbebou-
bomen. Alleen tussen de Bovenweg 22 en 26 ligt
wing, is de zelfstandige ligging op afstand van
een strook grond met een boomkwekerij.
de weg. Met name de voormalige boerderij
Bovenweg 20 ligt vrij in het landschap, mede
De begrenzing van het plangebied bestaat aan
door een opgenomen groengebied in Achter-
de zuid- en westzijde uit de Bovenweg. Ter hoog-
berg-West. Dit geeft deze boerderij een mar-
te van de hiervoor genoemde grond met kwe-
kante positie. Het MFC valt ook op, zij het dat
kerij bevindt zich een tunneltje (1e poort) in de
dit vooral komt door de gebouwgrootte. De
spoordijk die aansluit op de Lijnweg (N233). Aan
overige bebouwing springt weliswaar minder in
de noordzijde vormt de Cuneraweg de planbe-
het oog, maar past door een traditionele uit-
grenzing. Aan de oostzijde grenzen meer dan
straling prima bij het landelijke karakter van
één weg, of delen daarvan, aan het plangebied.
Achterberg.
Dit zijn de Bovenweg, De Veldse Eng en Schoneveld.
9
toekomstige woonlocatie
Uitsnede bestemmingsplan Rhenen Buitengebied
Uitsnede uit Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 - wonen & werken
Uitsnede bestemmingsplan Kern Achterberg
Uitsnede Structuurvisie Gemeente Rhenen
Beleidskader
Provinciale verordening(PRV)
Het plangebied ligt buiten de rode contour zoals
der richt zich op een zorgvuldige afweging en
mogelijk wordt gemaakt zal iedere ontwikke-
vastgelegd in de PRV, vastgesteld op 4 februari
besluitvorming op nieuwe stedelijke ontwikke-
ling moeten aantonen dàt deze voldoet aan de
2013 door de Provincie Utrecht. In de PRV is
lingen en is opgenomen in het Bro (artikel 3.1.6
ladder voor duurzame verstedelijking. Dit ge-
de locatie echter aangewezen als ‘toekomstige
onder 2). De ladder bestaat uit drie ‘stappen’
beurt in een bestemmingsplan dan wel bij de
woonlocatie’. De provincie voorziet een uitbrei-
welke in hoofdlijnen als volgt zijn te beschrijven.
uitgebreide omgevingsvergunning.
ding aan de westzijde van Achterberg. Hierbij
Allereerst dient aangetoond te worden dat de
gaat het om een combinatie van een kleinscha-
voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet
Vigerend bestemmingsplan
lige woonzorgvoorziening met daaraan gekop-
in een actuele regionale behoefte. Indien dit
Binnen het structuurvisiegebied zijn twee be-
pelde woningbouw, waarbij de woningbouw
het geval is, zal eerst naar de ontwikkelingsmo-
stemmingsplannen van kracht. In het westelijk
als kostendrager dient. In totaal gaat het om
gelijkheden binnen bestaand stedelijk gebied
deel geldt het bestemmingsplan Rhenen Bui-
maximaal 75 woningen. Afhankelijk van de be-
moeten worden gekeken. Mocht dit niet moge-
tengebied en ter hoogte van de dorpsrand het
stemming, Wonen of Maatschappelijk, telt het
lijk zijn, komen pas andere locaties in beeld.
bestemmingsplan Kern Achterberg 2012. De
woon-zorgcomplex hier respectievelijk wel of
Voor een verdere uitleg van de ladder duurza-
grens tussen deze plannen bevindt zich op de
niet in mee. Een van de voorwaarden is dat de
me verstedelijking wordt naar de handreiking
rode contour zoals opgenomen in de provinci-
woningbouw bijdraagt aan een goede kwaliteit
van het ministerie verwezen.
ale verordening.
van de nieuwe kernrandzone, uit te werken in
een integrale ruimtelijke onderbouwing.
beleidsmatig
In het gedeelte buitengebied geldt voorname-
reeds verankerd in provinciaal en gemeentelijk
lijk de bestemming ‘Agrarisch’, welke gelegen is
Ladder voor duurzame verstedelijking
beleid. De structuurvisie haakt daar, mede van-
op de weilanden rondom de bebouwing. Deze
Een meer algemeen onderwerp uit de Struc-
uit een actuele vraag in het gebied naar een
voormalige agrarische bebouwing is groten-
tuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is de
woon-zorgcomplex, verder op in. Alvorens de
deels bestemd voor ‘Wonen’, met uitzondering
‘ladder voor duurzame verstedelijking’. De lad-
verdere uitwerking van de visie planologisch
van Cuneraweg 243 waarvoor de bestemming
Voorliggende
ontwikkeling
is
11
‘Bedrijf’ geldt. Over al deze bestemmingen ligt
van functies voor te stellen waardoor een con-
huurvoorraad, duurzaamheid en nieuwbouw-
een dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’
centratie ontstaat van maatschappelijke voor-
productie) onderscheiden en worden de acties
met een hoge verwachtingswaarde. Verder
zieningen. De hoogte van de bebouwing zal
beschreven, die de gemeente hiervoor gaat
geldt nog de bestemming ‘Water’ voor de wa-
een geleidelijke overgang vormen richting de
ontplooien. De belangrijkste conclusie is dat
tergang langs de Cuneraweg.
landelijke omgeving.
de bestaande overcapaciteit aan woningbouw-
In dit gebied is een zorgboerderij met dagop-
plannen voor de gemeente geen aanleiding is
In de dorpsrand geldt voor het MFC de bestem-
vang mogelijk, in combinatie met een recrea-
om regie te voeren om overaanbod tegen te
ming ‘Gemengd’ en voor de voormalige boer-
tieve functie zoals een theetuin. Daarnaast is
gaan. De gemeente zal de komende tijd met
derij Bovenweg 20 geldt nu nog de bestemming
aanvullende compacte bebouwing voor ver-
name een stimulerende rol op de woningmarkt
‘Wonen’. In november 2014 zal de bestemming
schillende doelgroepen als starters en ouderen
op zich nemen. De nieuwbouwproductie is
hiervan ‘Maatschappelijk’ zijn ten behoeve
wenselijk. Een gebiedsvisie zal voor dit project-
vooral een taak van de marktpartijen.
van zorg (dagopvang psychogeriatrie). Voor
gebied worden opgesteld zodat de omvang van
de weilanden hier omheen geldt ‘Agrarisch’. In
het deel dat buiten de rode contour valt nauw-
Conclusie
oostelijke richting ligt overwegend de bestem-
keurig in beeld komt.
Alhoewel het structuurvisiegebied grotendeels
ming ‘Wonen’ binnen de bebouwde kom van
buiten de provinciale rode contour valt, wordt
Achterberg. Ook hier is een dubbelbestemming
Woonvisie
zowel door provincie als gemeente een ontwik-
‘Waarde-Archeologie’ van kracht.
De gemeente Rhenen heeft in oktober 2013
keling van zorg en wonen voorzien. Dit vraagt
een geactualiseerde woonvisie vastgesteld.
om een nadere ruimtelijke onderbouwing waar-
Stedenbouwkundige structuurvisie
Deze visie gaat in op de nieuwe rol van de ge-
voor de structuurvisie de basis legt. De verdere
In de Stedenbouwkundige Structuurvisie (2009)
meente op de woningmarkt, waarbij de nadruk
uitwerking vindt plaats in bestemmingsplannen
van de gemeente Rhenen is Achterberg-West
meer komt te liggen op de zelfredzaamheid van
dan wel omgevingsvergunningen aangezien de
II aangeduid als ‘locatie wonen en voorzienin-
de maatschappij. In de visie worden verschil-
huidige bestemmingen gebaseerd zijn op de
gen’. Over de locatie staat onder meer vermeld
lende doelgroepen (starters, gezinnen,senioren
bestaande situatie en niet voorzien in de ge-
dat de realisering en verschijningsvorm van het
en diverse inkomensgroepen) en specifieke
wenste ontwikkeling.
MFC aanleiding is om rondom een combinatie
thema’s (zorg en welzijn, de bestaande sociale
13
historische kaart (omstreeks 1850), nog voor de aanleg van de spoorlijn
historische kaart (omstreeks 1950)
historische kaart (omstreeks 1990)
kaart van huidige situatie
Thema: Historie
Situatie
ontstaansgeschiedenis
Achterberg is de kleinste van de drie kernen bin-
De laatste relatief grote uitbreiding op de lint-
nen de gemeente Rhenen en heeft een agrari-
bebouwing is de wijk Achterberg-West, direct
sche oorsprong. De hoofdstructuur van de kern
grenzen aan het plangebied. Na afronding
bestaat uit de Cuneraweg, de Achterbergse-
hiervan is aan de Cuneraweg nog een multi-
straatweg en De Dijk. Daar waar deze routes
functioneel centrum gebouwd (MFC). Westelijk
bij elkaar komen ligt een belangrijk knooppunt
hiervan zijn ontwikkelingen beperkt gebleven
met het dorpshuis en de kerk. Achterberg is
tot de transformatie van voormalige agrarische
een dorp met zeer gevarieerde lintbebouwing,
bedrijven aan de Bovenweg naar woonboer-
zowel in functie als in bouwwijze en dichtheid.
derijen. Soms in combinatie met een andere
Hoewel woonbebouwing momenteel het meest
activiteit, zoals de kwekerij op nr. 22 en dagop-
voorkomt bevindt zich daartussen tevens an-
vang voor zorg bij nr. 20. De weilanden refere-
dersoortige bebouwing zoals een bedrijf, win-
ren weliswaar nog aan de vroegere agrarische
kel of school. De woningen zijn aanvankelijk
situatie, maar hebben deze functie grotendeels
gebouwd als vrijstaande huizen op ruime af-
verloren. De oorspronkelijke landschappelijke
stand van elkaar. Later heeft verdichting van het
onderlegger is nog wel aanwezige en goed her-
lint plaatsgevonden en tenslotte ging men over
kenbaar. Dit geldt eveneens voor de doorbre-
tot het bouwen van woningen achter en binnen
king hiervan door de spoorlijn die in het begin
de linten in korte rijen.
van de twintigste eeuw is aangelegd.
15
Uitsnede Archeologische Verwachtingenkaart gemeente Rhenen
Archeologie
Conclusie
De gemeente Rhenen heeft een erfgoedveror-
Zowel voor het reeds onderzochte deel ter
Achterberg is van oudsher een agrarisch dorp
dening. Op basis van de daarin opgenomen
hoogte van het beoogde woon-zorg complex
met lintbebouwing. Gaandeweg zijn de op de
archeologische verwachtingenkaart heeft het
als de rest van het plangebied is nader onder-
linten aangrenzende agrarische gronden ge-
plangebied een hoge verwachtingswaarde.
zoek nodig voordat het gebied vrij kan worden
transformeerd naar Wonen. Zo ook in Achter-
De lintbebouwing is daarbij afzonderlijk aan-
gegeven ten aanzien van archeologie. Tot die
berg-West, waar naast wonen met het MFC ook
geduid vanuit cultuurhistorisch oogpunt. Deze
tijd blijven de dubbelbestemmingen in de vige-
het accent op voorzieningen is te komen liggen.
verwachtingswaarde is deels bevestigd door
rende bestemmingsplannen van kracht.
Hierdoor en mede door de enigszins ingesloten
uitgevoerd onderzoek in en nabij het plange-
ligging is in het resterend gedeelte Achterberg-
bied. In verband met de geplande ontwikke-
West het agrarisch gebruik steeds verder terug
ling van een woon-zorgcomplex in Achterberg-
gedrongen. Een nieuwe stap in de dorpsontwik-
west 2 is er een archeologisch inventariserend
keling ligt daarom voor de hand. Hierbij biedt
veldonderzoek door middel van proefsleuven
de nog grotendeels intact zijnde historische
uitgevoerd op twee locaties langs de Bovenweg
landschappelijke onderlegger een goed aan-
te Achterberg-West. In zes proefsleuven zijn op
knopingspunt.
beide locaties de resten van een nederzetting
uit de ijzertijd blootgelegd. Eerder, bij de ont-
Gezien de vondsten in de omgeving en omdat
wikkeling van Achterberg West (1) circa 10 jaar
de verwachting van archeologische vondsten
geleden, is bij archeologisch onderzoek een
hoog is in het gebied, dient hiervoor bij de
complex van grafvelden aangetroffen, onder
verdere uitwerking van de visie in een bestem-
andere ten oosten van de boerderij Bovenweg
mingsplan of omgevingsvergunning nader on-
20. Mede hierom is dit gedeelte onbebouwd
derzoek plaats te vinden.
gebleven.
17
Thema: Water
Situatie
Achterberg-West bevindt zich op de overgang
tussen de hoog gelegen Utrechtse Heuvelrug
en het laag gelegen Binnenveld. Dit is ook
zichtbaar in de indeling van grondwatertrappen, waarbij er ter hoogte van het plangebied
op de Cuneraweg een omslagpunt ligt. Ten
zuiden van deze weg liggen de gebieden met
grondwatertrap VI en VII, noordelijk van de Cuneraweg begint grondwatertrap III die verder
afloopt naar I. Achterberg-West behoort tot het
gebied grondwatertrap VII, maar uit ervaringen
bij de bouw van het MFC en blijkens waarnemingen in het veld lijkt de lagere grondwater-
zuidzijde van de Cuneraweg. Deze is, in tegen-
Voor wat betreft de riolering zijn tot aan het MFC
trap (III) van meer van toepassing. Zeker rich-
stelling tot de hiervoor genoemde sloten, ook
en de rand van Achterberg-West voorzieningen
ting de Cuneraweg. Nader onderzoek zal hier
bestemd voor water in het bestemmingsplan
getroffen die berekend zijn op de dorpsbebou-
duidelijkheid over moeten geven.
Buitengebied. Een andere groter waterelement
wing. Daarna is het systeem gedimensioneerd
ligt ten zuiden van het MFC. Dit betreft een infil-
op een buitengebied situatie. Nader onderzoek
De huidige watervoorzieningen in het gebied
tratievoorziening ten behoeve van het verharde
zal moeten uit wijzen of het bestaande stelsel
bestaan uit enkele kleine greppels en slootjes,
oppervlak van het MFC. De inpassing van deze
de nieuwe ontwikkelingen kan opvangen. Er
onder andere gelegen op een gedeelte van de
voorziening, al dan niet in aangepaste vorm,
zijn in ieder geval voorzieningen nodig in het
kavelgrenzen ten zuiden van Cuneraweg 243
geldt als randvoorwaarde in de ontwikkeling
plangebied zelf om de nieuwe bebouwing te
en 237. Een structurele watergang ligt langs de
van het plangebied.
kunnen aansluiten op de riolering.
19
Beleid
Conclusie
Sinds 1 november 2003 is de watertoets wet-
Het afkoppeldocument dat als deelplan voort-
Voorop staat dat voor elke ontwikkeling in het
telijk verplicht voor plannen in het kader van
vloeit uit het vGRP is een plan dat van toepas-
plangebied het afkoppelbeleid geldt wat in-
de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) die
sing is op Achterberg- West. Hierin worden de
houdt dat het water dat valt op verharde op-
later vervangen is door de Wro. De watertoets
afkoppeltechnieken weergegeven alsook waar
pervlakten ter plaatse wordt geborgen/geïnfil-
betekent dat water en riolering in een vroeg
afkoppelen mogelijk is. Daarnaast is het ver-
treerd. De bodemgesteldheid lijkt hier zich voor
stadium worden meegenomen bij de te ontwik-
plicht afkoppelen van hemelwater opgenomen
te lenen gezien de aanwezige grondwatertrap
kelen gebieden. Het gemeentelijk beleid voor
in het bouwbesluit.
(VII) en afgaande op de gerealiseerde infiltra-
water en riolering bestaat uit het Waterplan van
tievoorziening ten zuiden van het MFC. Waar-
de gemeente Rhenen en het verbreed Gemeen-
nemingen ter plaatse duiden echter ook op een
telijke Rioleringsplan (vGRP). Daarnaast zijn er
veel nattere bodemgesteldheid, dus nader on-
deelplannen ontstaan voorkomend uit het Wa-
derzoek zal hierover uitsluitsel moeten geven.
terplan en het vGRP.
In hoeverre de aanwezige watervoorzieningen
een rol kunnen krijgen in het toekomstige wa-
In het Waterplan zijn streefbeelden en uit-
tersysteem valt eveneens nog te bezien. In ieder
gangspunten opgenomen die tezamen een vi-
geval dient de watergang langs de Cuneraweg
sie vormen van de beoogde ontwikkeling van
gehandhaafd te blijven, evenals de infiltratie-
het water tot 2025. Het vGRP concretiseert deze
voorziening bij het MFC, al dan niet op een
streefbeelden in maatregelen en verantwoord
andere locatie. De voorkeur gaat uit naar één
welke middelen hiervoor nodig zijn. Voornaam-
integraal watersysteem voor het gehele gebied.
ste uitgangspunten in de beleidsplannen is het
saneren van overstorten en het afkoppelen van
Tenslotte zal bij iedere ontwikkeling aandacht
hemelwater. Daarnaast is de trits vasthouden,
moeten uit gaan naar de wijze waarop de aan-
bergen en het afvoeren van water van belang.
sluiting op het bestaande rioleringssysteem
plaatsvindt en of er aanvullende voorzieningen
nodig zijn.
Thema: Natuur en Landschap
Situatie
Het dorp Achterberg is gelegen tegen de zuid-
De Cuneraweg vormt aan de westzijde van
van de Bovenweg op de Cuneraweg. Deze lijn
oostpunt van het stuwwallandschap van de
Achterberg de grens tussen het kampenland-
volgt wel de vroegere lijnen van het bosrandge-
Utrechtse Heuvelrug. Ten zuiden er van stroomt
schap en het bosrandgebied met engen. Op
bied die zich opspannen tussen de Bovenweg
de Nederrijn en ten oosten van het dorp be-
zich is deze indeling nu nog steeds van toepas-
en de Cuneraweg. In het plangebied zijn deze
vindt zich de Gelderse Vallei. Het dorp is ge-
sing, zij het dat de spoorlijn en provinciale weg
nog steeds als kavelgrenzen met deels beplan-
situeerd op een voormalige uitloper van het
het gebied doorsnijden. Bij de aanleg hiervan
ting herkenbaar. Wel is door de ingeklemde lig-
Kampenlandschap. Dit type landschap wordt
is de huidige oostgrens van het structuurvisie-
ging tussen dorpsrand, spoorlijn en Cuneraweg
gekenmerkt door lange lijnen (slagen) en veel
gebied ontstaan in de vorm van de aantakking
een soort restgebied ontstaan.
openheid. In het landschap bevinden zich verspreid staande solitaire boerderijen. Bij kruisingen van routes is enige verdichting waardoor
van een buurtschap of dorp gesproken kan
worden. Achterberg vindt hierin zijn oorsprong.
Een bijzonder gebied vormt Den Hooghen
Horst, ten zuidoosten van Achterberg. Het betreft een aparte vorm van een kampenlandschap met een radiaalsgewijs slotenpatroon en
over het gebied verspreide knotwilgen en elzen.
Dit vindt mede zijn oorsprong in het kasteel Ter
Horst dat hier gevestigd was.
21
Beleid
Conclusie
In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie
Daarnaast is het vanuit de huidige natuurwet-
Het structuurvisiegebied is weliswaar door de
maakt het structuurvisiegebied landschappelijk
geving bij ruimtelijke ingrepen verplicht op de
spoorlijn afgezonderd komen te liggen van het
gezien nog onderdeel uit van het landbouw-
hoogte te zijn van de in het projectgebied mo-
oorspronkelijke bosrandgebied, maar bevat
gebied dat onderdeel is van het Gelders Val-
gelijk voorkomende beschermde natuurwaar-
nog wel een herkenbare landschappelijke on-
lei landschap. Bij verstedelijking is het gebied
den. Een en ander zoals vastgelegd in de Flora-
derlegger. Deze onderlegger biedt een goed
overigens aangewezen als toekomstige woon-
en faunawet en de Natuurbeschermingswet.
aanknopingspunt voot de toekomstige ruim-
locatie. In westelijke richting begint achter de
Deze natuurwetgeving kan mogelijk beperkin-
telijke structuur. Het gebied is geen onderdeel
spoorlijn het Utrechtse Heuvelrug landschap.
gen opleggen aan de voorgenomen sloop- en
van de EHS. Wel zal bij de verdere uitwerking
Hierbinnen zijn gebieden aangewezen die val-
nieuwbouwactiviteiten. Vooralsnog zijn er geen
van de structuurvisie nader onderzoek moeten
len onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
aanwijzingen daartoe, bij de verdere uitwerking
uitwijzen dat voldaan wordt aan de Flora- en
Dit begint ten zuiden van de Bovenweg met een
van de structuurvisie zal nader onderzoek dit
faunawet en de Natuurbeschermingswet.
aantal stroken en percelen. Het plangebied zelf
moeten bevestigen.
bevat geen gronden die vallen onder de EHS.
In lichtgroen de ‘groene contour’en in donkergroen de Ecologische Hoofdstructuur. bron: Provinciale Ruimtelijke
Structuurvisie
23
Thema: Verkeer
liggende boerenbedrijven, welke aanvankelijk
Voor wat betreft het parkeren heeft de gemeen-
parallel aan de Cuneraweg liep. Met de aanleg
te Rhenen een Parkeerbeleidsplan opgesteld.
van de spoorlijn is deze echter doorsneden. Het
Hierin is geen apart beleid voor Achterberg ge-
Situatie
oostelijke deel van deze weg buigt sindsdien
formuleerd, maar wordt volstaan met ‘parkeer-
De hoofdstructuur van Achterberg wordt be-
naar het noorden af naar de Cuneraweg. Wel
norm buiten centrumgebied’, welke afhankelijk
paald door de historische linten. Dit zijn de
is een tunneltje in de spoordijk aangelegd (1e
van het soort woning tussen 1,4 en 2,2 parkeer-
Cuneraweg, De Dijk en de Achterbergsestraat-
poort), ongeveer ter hoogte van de oorspron-
plek per woning ligt.
weg. Deze laatste legt de verbinding naar het
kelijke ligging. Deze biedt doorgang aan zowel
zuiden met Rhenen. Alle wegen in Achterberg
auto- als langzaam verkeer. Specifieke fiets- en
Conclusie
zijn aangewezen als een 30km-zone. Aan de
wandelpaden zijn in de directe omgeving niet
Rondom het plangebied ligt een wegenstructuur
westzijde begint dit gebied ter hoogte van de
aanwezig. Het langzaam verkeer maakt ge-
die een goede basis biedt om op aan te takken.
Cuneraweg 174, dat is ruim ren noorden van
bruik van de aanwezige wegen.
De Cuneraweg heeft al een ontsluitende functie
en kan deze voor de ontwikkeling ook vervul-
het plangebied.
Parkeren vindt in Achterberg grotendeels op
len. De Bovenweg heeft daarentegen nu een
Aan de zuidzijde van het dorp loopt de spoorlijn
eigen erf plaats. Wanneer dit gezien het wo-
zeer beperkte functie in de ontsluiting van het
Veenendaal-Rhenen. Het dichtstbijzijnde sta-
ningbouwtype of functie niet geheel mogelijk
dorp en is daarop ook niet gedimensioneerd. In
tion is in Rhenen. Parallel hieraan ligt de pro-
is, zoals in Achterberg-West, zijn daarnaast ook
de verdere uitwerking van de structuurvisie zal
vinciale weg N233 (Lijnweg), die Veenendaal
parkeervoorzieningen in de openbare ruimte
aandacht moeten uit gaan naar de aanpassing
verbindt met Rhenen en nog zuidelijker, de Be-
gemaakt.
van de Bovenweg om deze geschikt te maken
voor de ontsluiting van het nieuwe dorpsge-
tuwe. Zowel ten noorden als ten zuiden van de
dorpskern zijn de straten van Achterberg hierop
Beleid
bied. Eveneens met aandacht voor langzaam
aangesloten.
Geheel Achterberg is aangewezen als verblijfs-
verkeer.
gebied. Eventuele nieuwe wegen of aangepaste
Ten zuiden en ten westen van het plangebied
bestaande wegen gaan daar onderdeel van uit
Voor parkeren gelden de normen uit het par-
loopt de Bovenweg. Dit is van oudsher een
maken en worden een 30 km-zone.
keerbeleidsplan. In het algemeen wordt zoveel
smalle landweg tussen landerijen en verspreid
mogelijk op eigen erf geparkeerd.
25
Thema: Milieu
Situatie
De meeste bedrijven rondom het plangebied
spoorlijn ligt het dichtst bij en bovendien op
de N233 als transportroute voor gevaarlijke
betreffen kleinschalige kwekerijen, echter ten
een dijk tussen de N233 en het plangebied.
stoffen een aandachtspunt. Gezien de ligging
noordwesten bevinden zich enkele veehoude-
De 48 db contour van de weg ligt binnen de
achter de spoordijk zal dit naar verwachting
rijen. De dichtstbijzijnde veehouderij bevindt
55 dB contour van de spoorlijn. De spoorlijn is
geen belemmering opleveren.
zich op circa 75 meter. Tussen dit bedrijf en
daarom als maatgevend te beschouwen. Hier
het plangebied zijn reeds enkele woonbestem-
zal onderzoek naar gedaan moeten worden.
Conclusie
mingen gelegen. Verder bevindt zich een be-
Uit de ‘Wet luchtkwaliteit’ volgt dat als de bij-
Er zijn op milieugebied geen onoverkomelijke
drijfsbestemming in de noordwesthoek van het
drage van een voorgenomen ontwikkeling
belemmeringen te verwachten voor gewenste
plangebied. Dit betreft een kleinschalig bedrijf
aan de luchtkwaliteit ‘niet in betekende mate’
ontwikkeling van wonen en zorg in het plange-
in een lage categorie (maximaal categorie II).
bijdraagt, de voorgenomen ontwikkeling zon-
bied. Wel dient nader gekeken te worden naar
Om aan te tonen dat de betreffende voorma-
dermeer inpasbaar is vanuit het oogpunt van
de invloed van omliggende bedrijvigheid, in het
lige landbouwgronden geschikt zijn voor woon
luchtkwaliteit. De geplande woningbouw valt
bijzonder de veehouderijen. Een bodemonder-
en zorg is een verkennend bodemonderzoek
gezien het geringe aantal (circa 75 woningen)
zoek is eveneens benodigd en de geluidsbelas-
nodig. Voor het plangebied zijn geen gegevens
hieronder. In het geval een specifieke zorgfunc-
ting van de spoorlijn vraagt aandacht. Indien er
beschikbaar die wijzen op een mogelijke ver-
tie wordt mogelijk gemaakt, is wel een lucht-
andere functie dan wonen in een ontwikkeling
ontreiniging. Een bij de verdere uitwerking van
kwaliteitstoets nodig. Hierbij is de verkeers-
komen, zoals zorg, is een luchtkwaliteitstoets
de structuurvisie uit te voeren bodemonder-
aantrekkende werking maatgevend. Gezien
noodzakelijk. Een toets is eveneens nodig voor
zoek, zal dit in beeld moeten brengen.
het kleinschalige karakter van het plan worden
de N233 als transportroute voor gevaarlijke
hierbij geen problemen bij verwacht.
stoffen. Alhoewel bestaande gegevens hierover
de gewenste ontwikkeling niet in de weg lijkt te
Op het gebied van geluid is wegverkeerslawaai
en spoorlawaai van respectievelijk de N233
Op het gebied van externe veiligheid is, mede
staan, vraagt dit een specifieke onderbouwing
(Lijnweg) en de spoorlijn van toepassing. De
gezien de beoogde zorgfunctie in het gebied,
gezien de beoogde zorgfunctie.
27
1: Het raamwerk
2: De kleine erven
3: De grote erven
4: Het binnenerf
BOUWSTENEN
1 Raamwerk
2 Kleine erven
3 Grote erven
De historie en de aanwezige ruimtelijke kenmer-
De tweede bouwsteen bestaat uit de ‘kleine er-
Het MFC en de boerderij Bovenweg 20 vormen
ken bieden goede aanknopingspunten voor het
ven’ welke liggen aan de bestaande wegen, of
de derde bouwsteen voor de ruimtelijke hoofd-
nieuwe ruimtelijk raamwerk dat richting moet
beter gezegd de linten. De Cuneraweg is te ka-
structuur als de ‘grote erven’. Dit zijn, weliswaar
geven aan de ontwikkeling van het gebied. Het
rakteriseren als een dorpslint: hier staat de be-
heel verschillend, twee elementen die zich los
raamwerk is de eerste bouwsteen dat bestaat
bouwing relatief dicht aan de weg en op korte
maken van de omliggende structuren. Beide
uit de van oudsher aanwezige landschappelijke
onderlinge afstand. Op basis van de aangren-
vragen om een omliggende ruimte, bij het MFC
structuurlijnen (weggetjes, houtsingels) tussen
zende kenmerken kan dit dorpslint verder wor-
is dat voor parkeren, bij de boerderij is dat
de Cuneraweg en de Bovenweg. Deze leggen
den aangevuld en versterkt. Dit geldt eveneens
landschap. Op basis van de eerder genoemde
de basis voor de te hanteren verkavelingsrich-
voor de Bovenweg, zij het dat daarlangs sprake
structuurlijnen vormen ze de aanzet voor een
ting, ontsluiting en toe te passen groen- en wa-
is van een landelijk lint. De bebouwing staat,
zone met afzonderlijke ‘grote erven’ omgeven
terelementen.
ten opzichte van het dorpslint, iets verder van
door groen/pleinruimte. Deze opzet vormt de
de weg af en op ruimere onderlinge afstand.
basis voor de ontwikkeling richting de Bovenweg met handhaving en versterking van zichtlijnen richting de boerderij Bovenweg 20.
4 Binnenerf
De laatste bouwsteen bevindt zich in de ruimte
binnen de linten, westelijk van de ervenzone.
Net als in Achterberg kan hier een inbreiding
komen, het ‘binnenerf’. Door deze compact en
dichter te bebouwen dan de linten blijven beide
gebieden goed herkenbaar.
29
Raamwerk
UITWERKING RAAMWERK (wegen, groen, water)
Via de bestaande omringende wegen vindt
Het verdere verloop van de Bovenweg vraagt
De zone met ‘grote erven’ is bepalend voor de
de ontsluiting van het gebied plaats door een
eveneens aandacht. Dit is nu een zeer smalle
groen- en waterstructuur. In deze zone vindt
nader te bepalen aantal insteekwegen aan te
landweg die niet berekend is op extra verkeer,
waterberging plaats en komt op de westelijke
leggen. De locatie waar deze aantakken ligt nu
maar in de toekomst wel toegang moet bieden
grens van de zone een groen-/houtsingel die
nog niet vast. Vooralsnog wordt uitgegaan van
aan de nieuwe erven langs de weg en naar
de historische landschapslijn tussen Cunera-
één extra aansluiting op de Cuneraweg. Dit zal
het binnenerf. Voorlopig wordt uitgegaan van
weg en Bovenweg weergeeft. Het erf rondom
bezien moeten worden in samenhang met de
twee insteekwegen: één aan de westzijde van
Bovenweg 20 is het middelpunt van het gebied
Bovenweg die eveneens aansluit op de Cunera-
het plangebied en één in het verlengde van het
wat in ieder geval tot uitdrukking komt in het
weg. De daar gelegen kruising vraagt verkeers-
spoortunneltje. Deze laatste bestaat in ieder
handhaven en versterken van zichtlijnen rich-
kundig aandacht gezien de aansluiting van de
geval uit een langzaamverkeersroute.
ting de markante bestaande boerderij.
deze bajonet ontsluiting worden aangepakt,
Van belang is op te merken dat er, afgezien
De twee zuidelijke erven zijn begrensd in op-
bijvoorbeeld door de ontsluiting in de toekomst
van langzaamverkeersverbindingen, geen ont-
pervlakte (zie invulling raamwerk hierna) en
via het binnerf te laten lopen en op het deel
sluitingen komen vanuit de huidige dorpsrand
worden omgeven door groen met een lande-
van de Bovenweg dat aansluit op de Cunera-
naar het binnengebied. De zelfstandig gelegen
lijk karakter: weiland met struinpaden en soli-
weg enkel langzaam verkeer toe te staan.
‘grote erven’ (MFC, boerderij Bovenweg 20 en
taire bomen. Door middel van sloten of wadi’s
nieuw erf) kunnen wel via de aangrenzende
vindt hier eveneens waterberging plaats. Indien
wegen ontsloten worden.
de bergingsopgave het toelaat, kan deze zone
Snijdersteeg op korte afstand. Zo mogelijk kan
ook nog plaats bieden aan buitensport spel en
recreatie al dan niet in combinatie met water.
Gezien de gewenste groene inbedding van de
‘grote erven’ is de inrichting van de groenzone
onderdeel van de ontwikkeling van het erf zelf.
31
Kleine erven
Referentie dorpslint
Referentie landlint
Referentie landlint
INVULLING BINNEN HET RAAMWERK
Voor de invulling binnen het raamwerk is een
Voor het landlint aan de Bovenweg is een rui-
Voor beide linten geldt dat al het parkeren op
proefverkaveling gemaakt om inzicht te krijgen
mere opzet gewenst en bestaat daarom uit-
eigen erf plaats vindt. Eveneens gelden voor
in de typologie, aantallen en oppervlaktes die
sluitend uit vrijstaande woningen. Op de kavel
allebei de algemene beeldkarakteristieken
mogelijk zijn. Mede op basis hiervan zijn de
tussen de nrs. 22 en 26 kunnen maximaal drie
van lintbebouwing: individuele vormgeving,
ruimtelijke uitgangspunten voor de structuur-
woningen komen. Uitgangspunt daarbij is een
afwisselend beeld, eigen positie op de ka-
visie bepaald. De proefverkaveling is echter
ontwikkeling in de diepte van de kavel. Opde-
vel en wisselende goot- en bouwhoogtes. De
geen blauwdruk. Dit heeft zich vertaald in de
ling van dit perceel in de breedte is niet toege-
precieze uitwerking hiervan vindt plaats in een
uitgangspunten die ruimte bieden voor een an-
staan. Op het gedeelte tussen Bovenweg nr. 26
afzonderlijke visie voor de linten, de maximum
dere invulling. Het raamwerk blijft uiteraard bij
en Cuneraweg 243 kunnen maximaal 6 wonin-
bouwhoogte bedraagt in ieder geval niet meer
alle invullingen van kracht.
gen komen. Mocht hier geen ontsluiting nodig
dan twee bouwlagen met een kap. Een nu al te
zijn naar het binnengebied, geldt een aantal
duiden verschil is zoals eerder vermeld dat het
van maximaal 7 woningen.
lint langs de Cuneraweg wat dichter bebouwd
De kleine erven
De invulling van de ‘kleine erven’ aan de
is met een dorpse uitstraling, terwijl het lint
Cuneraweg en de Bovenweg bestaat uit lint-
langs de Bovenweg ruimer is opgezet met een
bebouwing in de vorm van grondgebonden
landelijke uitstraling. In beide linten zijn zowel
woningen. De versterking van het dorpslint Cu-
traditionele als moderne interpretaties hiervan
neraweg tussen de nrs. 237 en 243 bestaat uit
mogelijk. Ter illustratie is een aantal referentie-
een afwisseling van twee onder een kap wo-
beelden opgenomen.
ningen en vrijstaande woningen. Hier kunnen
maximaal drie woningen komen. Indien hier
geen ontsluiting nodig is, bedraagt het aantal
woningen maximaal 4.
33
Grote erven
De grote erven
Het multifunctioneel centrum aan de Cunera-
De bestaande boerderij krijgt uitsluitend een
zorg als somatischgeriatrische zorg. Het aantal
weg blijft gehandhaafd. Eveneens zal de wa-
invulling met een maatschappelijke functie
wooneenheden is nader te bepalen. Voor re-
terberging ten zuiden van dit complex in stand
(zorg). Naast deze boerderij komen 1 à 2 nieu-
guliere woningbouw is ruimte voor maximaal 2
moeten blijven, waarbij het wel mogelijk is dit
we ‘woonschuren’, het aantal woningen hierin
woningen.
op een andere wijze binnen de zone met ‘grote
is nader te bepalen in een erfvisie. De schuren
erven’ op te lossen. Uitgangspunt is een een-
zijn in ieder geval niet hoger dan één bouwlaag
Voor alle ‘grote erven’ geldt dat al het parke-
duidige oplossing te creëren (zoals één grote
met een kap. De grootte van het erf (gebied
ren op eigen erf plaats vindt. Voor wat betreft
wadi of één westelijk gelegen watergang ) voor
met alles wat bij bebouwing hoort zoals tuinen,
de uitstraling en bouwhoogte vraagt bij het erf
de waterberging van het gehele structuurvisie-
weg, hagen en parkeren) bedraagt maximaal
Bovenweg 20 de afstemming met de bestaande
gebied.
4.500 m².
boerderij aandacht. Voor het nieuwe zuidelijke
erf zijn meerdere opties denkbaar zoals een vil-
Voor de bestaande boerderij Bovenweg 20 is
In het zuidelijk deel komt een nieuw erf met
la of een hoeve. De precieze bouwhoogte is na-
een herontwikkeling naar wonen en een maat-
een Woon-Zorg complex. De ruimtelijke invul-
der te bepalen in een erfvisie, maar bedraagt
schappelijke functie (zorg) het uitgangspunt.
ling hiervan is nader te bepalen en een speci-
niet meer dan twee bouwlagen met een kap. In
Het ensemble van woonhuis met naastgele-
fieke erfvisie. Eén compact gebouw is moge-
beide erven zijn zowel traditionele als moderne
gen bijgebouw blijft, gezien cultuurhistorische
lijk, maar ook een opzet in de vorm van een
invullingen mogelijk, zolang maar sprake is van
waarde en beeldkwaliteit, gehandhaafd. Mede
boerenerf (zoals nr. 20) zou kunnen. In ieder
een duidelijk ensemble per erf. Ter illustratie is
daarom zijn vanaf de zuidzijde (ter hoogte van
geval geldt hier, gezien het gewenste groene
een aantal referentiebeelden opgenomen.
Bovenweg 18) en vanuit het nieuwe binnenerf
raamwerk, het maximum van 5.500 m² voor
zichtlijnen richting dit ensemble opgenomen.
de grootte van het erf (gebied met alles wat bij
De invulling van de groenzone rond het erf, zo-
Naast de bestaande boerderij kunnen nieuwe
bebouwing hoort zoals tuinen, weg, hagen en
als beschreven in het raamwerk, maakt even-
‘schuren’ komen. Aan de oostkant geldt daarbij
parkeren). Het programma bevat minimaal een
eens onderdeel uit van de erfvisie en de reali-
wel de beperking van een archeologische vind-
zorg-component voor zowel psychogeriatrische
sering van het erf.
plaats.
35
Binnenerf
Het binnenerf
Tussen de grote en de kleine erven ligt het bin-
Gezien de hogere bebouwingsdichtheid zal
nenerf. Dit bestaat uit grondgebonden wonin-
naast parkeren op eigen erf ook parkeren in de
gen in een compacte opzet aan of rondom een
openbare ruimte nodig zijn. Ook hierop zal een
openbare ruimte (zoals pleintje of hof). Een
specifieke erfvisie moeten in gaan evenals de
nog op te stellen erfvisie geeft verder invulling
bouwhoogte. Deze bedraagt in ieder geval niet
aan de ruimtelijke opzet en het aantal wonin-
meer dan twee bouwlagen met een kap. Ook in
gen. Op basis van de proefverkaveling zal dit,
beeldkwaliteit zal het binnenerf zich moeten on-
ter indicatie, rond de 30 woningen komen te
derscheiden van de lintbebouwing. Dit betekent
liggen. Het verschil in ruimtelijke opzet met de
dat de zeer gevarieerde uitstraling zoals daar
lintbebouwing zal zichtbaar moeten zijn. Dit
niet geldt voor het binnenerf. Een projectmatige
kan door een hogere bebouwingsdichtheid en
invulling is een mogelijke uitwerking waarvan
meer aaneengebouwde woningen. Zodoende
enkele referentiebeelden zijn opgenomen.
ontstaat de gewenste compacte opzet met een
ruime rand richting het landschap.
37
De Achterbergse erven
gemeente rhenen
LEGENDA
De kleine erven
Dorpslint (max 4 woningen)
Landlint (max 10 woningen)
De grote erven
Compact woon-zorg erf in het groen,
totale oppervlakte max. 5.500 m2
Bestaand Multifunctioneel Centrum (MFC)
Monumentale boerderij met woon-zorg erf,
totale oppervlakte max. 4.500 m2
Het binnenerf
Het raamwerk
Ruimte voor buitensport, spel en recreatie
Wandelpad (indicatief)
Watergang
Verkeersontsluiting
Zichtlijnen naar boerderij handhaven/versterken
StructuurviSie
juni
2014
STRUCTUURVISIE DE ACHTERBERGSE ERVEN
Ruimtelijk kader
De
voorgaande
Uitvoeringsparagraaf
hoofdstukken
beschrijven
De kredietcrisis en de daarop volgende woning-
In lijn met de geactualiseerde Woonvisie (2013)
stapsgewijs en in hoofdlijnen de gewenste
marktcrisis heeft ook de woningmarkt in Ach-
betekent dit dat niet de gemeente bepaalt wat,
ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied,
terberg veranderd. De gemeente Rhenen speelt
wanneer en waar ontwikkelingen plaatsvinden,
zoals weergegeven in de hiernaast opgenomen
hier op in door bij de ontwikkeling van De Ach-
maar dat huidige en toekomstige eigenaren
visiekaart. Binnen dit kader dienen de nadere
terbergse Erven te kiezen voor een nieuwe stijl
en gebruikers leidend zijn. De rol van de ge-
uitwerkingen, waaronder erfvisies en bestem-
van gebiedsontwikkeling. Daarin staat uitnodi-
meente Rhenen is daarbij vooral voorwaarden-
mingsplannen, vorm te krijgen. Deze uitwerking
gingsplanologie centraal. Uitnodigingsplano-
scheppend. De structuurvisie biedt hiervoor een
wordt nadrukkelijk mede bepaald aan de hand
logie wil zeggen dat de beoogde ontwikkeling
ruimtelijk kader op de lange termijn (> 10 jaar)
van de informatie uit de behandelde thema’s
niet wordt gebaseerd op een vooraf door de
waarin de hoofdlijnen zijn vastgelegd ten aan-
in de lagenbenadering. Het voorliggende struc-
gemeente bedacht en tot in detail uitgewerkt
zien van de benodigde infrastructuur en overi-
tuurplan bestaat derhalve uit de combinatie van
plan dat in een korte tijd moet worden gerea-
ge ruimtelijke randvoorwaarden. De keuze voor
de ruimtelijk gewenste opzet en de conclusie-
liseerd. De verwachting is dat de ontwikkeling
een visie komt mede voort uit het gegeven dat
kaart van de lagen. In de verdere stapsgewijze
van De Achtebergse Erven plaats zal vinden
de termijn waarbinnen de ontwikkeling plaats-
ontwikkeling worden deze verder in elkaar
in een proces van langzame transformatie, ge-
vindt nog niet bepaald is. Aangezien een be-
geschoven wat uiteindelijk leidt tot een afgewo-
voed door initiatieven uit het dorp en andere
stemmingsplan een planhorizon heeft van 10
gen en samenhangend plan.
geinteresseerde partijen met plannen voor het
jaar is deze planvorm dus voor het gehele ge-
gebied.
bied nog niet aan de orde. Door het gemeentelijk beleid te beschrijven in een structuurvisie
kan een streefbeeld voor een langere periode
worden vastgelegd als bron voor nadere uitwerking in één of meer bestemmingsplannen.
39
Op basis van het stedenbouwkundig streef-
Voor deze deelgebieden zullen vervolgens in
selen van behoorlijk bestuur volgt wel, dat een
beeld zijn er, afhankelijk van grondposities,
overleg met de initiatiefnemers bestemmings-
behoorlijke motivering moet worden gegeven
ambitie en financiële randvoorwaarden, ver-
plannen worden vastgesteld of er kan een ver-
wanneer een van de structuurvisie afwijkend
schillende deelgebieden te onderscheiden. De
gunning op grond van art.2.12 lid 1 onder a
bestemmingsplan wordt vastgesteld.
gemeente Rhenen zal haar haar eigen, binnen
ten derde Wabo (omgevingsvergunning ter
het visiegebied gelegen gronden, bedoeld voor
afwijking van het bestemmingsplan) worden
Met de structuurvisie is een eerste stap gezet
(woon)zorg- voorzieningen en woningbouw, tot
verleend.
Daarbij geldt de randvoorwaarde
richting de ontwikkeling van een nieuw dorps-
ontwikkeling brengen door middel van actief
dat het (anterieure) verhaal van gemeentelijke
gebied met zorg en wonen aan de westkant van
grondbeleid.
grondexploitatiekosten, locatie-eisen en fase-
Achterberg. Veel aspecten vragen om een na-
ring alle zijn geregeld.
dere uitwerking. Het streven van de gemeente
Daarnaast worden, op basis van de in deze
is binnen afzienbare tijd te komen tot een be-
structuurvisie en raamwerk vastgestelde hoofd-
Vervolg
stemmingsplan dat de voorgestane transforma-
lijnen, partijen uitgenodigd om met ontwikkel-
Alhoewel de structuurvisie aan te duiden is als
tie mogelijk maakt en nodigt hierbij initiatiefne-
voorstellen voor de verschillende deelgebieden
indicatief plan, zonder bindende voorschriften,
mers van harte uit om samen invulling te geven
te komen. Dit betekent dat voor elke deelgebied
heeft het wel een betekenis voor de verdere pla-
aan De Achterbergse Erven.
waarvoor de gemeente om planologische me-
nontwikkeling. In juridische zin is het plan aan
dewerking wordt gevraagd , de exploitant(en)
te wijzen als beleidsdocument. De visie bindt
op grond van een toerekening
naar profijt
het bestuur zelf, in de zin dat zij hiermee aan-
en toerekenbaarheid moeten bijdragen in de
geeft in de toekomst haar beleidsbeslissingen in
kosten voor (aanpassing van) infrastructuur,
overeenstemming met de structuurvisie te zul-
riolering, het opheffen van milieuzonering en
len nemen. Bijvoorbeeld bij de vaststelling van
dergelijke welke voor het totale structuurvisie-
een bestemmingsplan. De wet eist echter niet
gebied moeten worden gemaakt.
dat een bestemmingsplan geheel moet passen
in het de structuurvisie. Uit de algemene begin-
41
buro-sro.nl
42
stedenbouw
+
ruimtelijke ordening
+
ontwikkelingsmanagement