Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijk onderzoek
De vraag
Zouden wetenschappers niet duidelijker moeten aangeven wanneer hun uitspraken het
resultaat zijn van zuiver wetenschappelijk onderzoek, dan wel van zingeving? Veel
wetenschappers doen uitspraken die niets te maken hebben met wetenschappelijk
onderzoek; zij begeven zich op het terrein van de zingeving. (bv. een theorie zoals
Intelligent Design).
G. de Roos, Drachten
Het antwoord
Inderdaad, vragen over zingeving vallen vaak buiten het domein van de wetenschappen.
Ondanks de recente discussie rondom het boek van Richard Dawkins heeft de bioloog of
natuurkundige geen bijzondere expertise om bijv. de vraag naar het bestaan van God te
beantwoorden. Zingevingsvragen vallen dus in eerste instantie buiten de wetenschap, en
het is goed als wetenschappers dit ook expliciet aangeven.
Aan de andere kant: wetenschappelijk onderzoek kan wel degelijk consequenties hebben
voor zingevingsvragen. Om die reden zien we in de geschiedenis ook vaker conflicten
tussen religie en wetenschap: denk aan de strijd tussen Galileo Galilei en de kerk over de
vraag of de aarde het centrum van het heelal is, of de vraag of de mens het product van
evolutionaire processen is zoals Darwin beweerde.
Stel een bioloog zegt: "De evolutietheorie toont aan dat God niet bestaat". Hiermee gaat de
bioloog buiten zijn wetenschappelijk boekje, omdat de evolutietheorie en wetenschappelijk
onderzoek niets zeggen over het bestaan van God.
Aan de andere kant, neem een geoloog die zegt: "Onze geologische kennis toont aan dat
God de aarde niet tienduizend jaar geleden geschapen kan hebben zoals sommige jongeaarde creationisten beweren".
Gaat de wetenschapper hier ook buiten zijn boekje? Hij zegt niets over het bestaan of nietbestaan van God, maar hij zegt wel dat als God bestaat, hij de aarde niet tienduizend jaar
geleden geschapen kan hebben omdat dit ons wetenschappelijk bewijsmateriaal
tegenspreekt. Wetenschap heeft dus een beperkende functie voor zingeving omdat het
bepaalde uitspraken die met zingeving te maken hebben uitsluit.
Sommige mensen betreuren dat het in onze tijd moeilijker is in God te geloven dan
vroeger, en hiermee betreuren ze vaak juist die beperkende functie van de wetenschap voor
zingeving. Zo is het bijvoorbeeld tegenwoordig moeilijker om de Bijbel letterlijk te
interpreteren dan in de renaissance, de tijd van Galilei. Maar ik zie de beperkende functie
van wetenschap als iets positiefs: De wetenschap kan ook een middel tegen religieus
dogmatisme en fanatisme zijn. Door de Bijbel niet meer letterlijk te interpreteren hebben
we juist aan interpretatiemogelijkheden gewonnen, geloof kan hierdoor ook rijker worden.
Kortom: niet alleen zijn er ook binnen een wetenschappelijk wereldbeeld mogelijkheden
voor geloof in God, misschien zijn er juist wel meer dan vroeger.
Met vriendelijke groet,
Dr. M.Pauly
Afdeling Ethiek, Fac. Wijsbegeerte
Rijksuniversiteit Groningen