Kwartaalbericht Eerste helft 2014 Dekkingsgraad: Belegd vermogen: Rendement 30-06-2014 Ultimo 2013 112,3% € 2,778 miljard 9,02% 110,1% € 2,576 miljard De dekkingsgraad is in de eerste helft van 2014 gestegen tot 112,3%. Zowel vastrentende als zakelijke waarden droegen bij aan de stijging van de dekkingsgraad. Met name obligaties en andere rentedragende producten deden het goed omdat de rente haar glijvlucht voortzette en niveaus bereikte die in de historie nog nooit zijn voorgekomen. Hans de Ruiter, Chief Investment Officer Pensioenfonds TNO: “Je zou verwachten dat de rente onderhand aan het uitbodemen is, tenzij deflatie en een flinke economische teruggang in het verschiet liggen”. Nadere toelichting Dekkingsgraad De dekkingsgraad – de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen – is eind Q2 2014 uitgekomen op 112,3% versus 110,1% eind 2013. Deze stijging van 2,2% procentpunten wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat bij de waardering van de verplichtingen gebruik wordt gemaakt van een driemaandsmiddeling van de rente. Hierdoor wordt de waardestijging van de verplichtingen ten gevolge van de gedaalde rente met vertraging zichtbaar, terwijl dit voor de vastrentende beleggingen direct zichtbaar wordt. Daarnaast hebben de positieve rendementen bij de zakelijke waarden eveneens bijgedragen aan de verbetering van de dekkingsgraad. Bezittingen Per saldo steeg de waarde van de bezittingen van € 2,576 miljard eind 2013 naar afgerond € 2,778 miljard eind Q2 2014; een stijging van € 202 miljoen. Verplichtingen De marktwaarde van de verplichtingen is, met toepassing van de door DNB voorgeschreven methodiek, eind juni 2014 uitgekomen op afgerond € 2,473 miljard. Ten opzichte van de stand van eind 2013 (€ 2,339 miljard) komt dit overeen met een stijging van € 134 miljoen. 1 Dekkingsgraadontwikkeling Beleggingsrendementen In het eerste zes maanden van 2014 wisten vrijwel alle reguliere beleggingscategorieën een positief rendement te realiseren. Een uitzondering hierop vormden de private equity beleggingen. Deze beleggingscategorie, bestaande uit niet beursgenoteerde aandelen, verloor 0,05%. De beslissing om 100% van de liquide beleggingen die genoteerd zijn in US dollar, Britse Pond en Japanse Yen af te dekken, leverde een negatieve bijdragen van 0,30% aan het totaalrendement in de eerste helft van 2014. De daling van de swaprente resulteerde in een beleggingsbijdrage aan het totaalrendement van 2,64% in de overeenkomstige periode. Beleggingscategorieën Aandelen Obligaties Vastgoed Private Equity eerste helft 2014 +6,66% +7,90% +3,43% -0,05% eerste kwartaal 2014 +1,03% +3,74% +1,33% -0,54% Subtotaal excl. overlays +6,26% +2,60% Bijdrage risicoafdekking Valuta-overlay Rente-overlay -0,30% +2,64% -0,08% +1,33% Totaal resultaat incl. overlays +9,02% +3,86% 2 Marktontwikkelingen De aandelenmarkten hebben de positieve trend uit 2013 doorgezet in de eerste zes maanden van 2014. In de eerste helft van 2014 behaalden de aandelenbeleggingen van SP TNO een rendement van 6,66%. Op de obligatiemarkten daarentegen was een omslag te constateren. In 2013 realiseerden obligaties, onder invloed van een sterke rentestijging, slechts een bescheiden positief rendement. De periode in 2014 tot nu toe stond daarentegen in het teken van een forse rentedaling. De 10-jaars rente op Nederlands staatspapier daalde in deze periode met ruim 75 basispunten. Mede hierdoor wisten de obligatiebeleggingen een rendement te realiseren van 7,9%. De sterke rentedaling in de afgelopen zes maanden is een reflectie van het fragiele economisch herstel in Europa, het ruime monetair beleid van de ECB en de spanningen die zich voordoen in Oekraïne. Dit beeld lijkt op gespannen voet te staan met de koersontwikkeling op de aandelenmarkten. De positieve rendementsontwikkeling op de aandelenmarkten geeft aan dat aandelenbeleggers uitgaan van aantrekkende winsten onder invloed van het economisch herstel. Anders dan in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, lijkt het economisch herstel in Europa nog redelijk broos; dit kan de rendementsvooruitzichten voor aandelen in de tweede jaarhelft temperen. De huidige positieve stemming op de aandelenmarkten is niet alleen een reflectie van de positieve verwachtingen onder aandelenbeleggers maar eveneens van de behoefte onder beleggers aan beleggingen met een aantrekkelijk rendementsprofiel. Door de sterk gedaalde rente kan geconstateerd worden dat steeds meer beleggers opschuiven in het beleggingsspectrum naar beleggingen met een hoger verwacht rendement, waaronder aandelen. De bezorgdheid die de obligatiemarkten reflecteren wordt gedeeld door Mario Draghi, de President van de Europese Centrale Bank. Om die reden zijn er maatregelen geïmplementeerd met als doel banken aan de te sporen geld uit te lenen zodat de reële economie uit het slop getrokken kan worden. Zo werd het leentarief voor banken onderling verlaagd van 0,25% naar het nieuwe laagterecord van 0,15%. Tegelijkertijd ging de depositorente, het tarief dat banken ontvangen als zij tijdelijk geld willen stallen bij de ECB, naar -0,10%. Dit onorthodoxe niveau houdt in dat banken voor het aanhouden van overtollige liquiditeiten bij de ECB moeten betalen in plaats dat ze een vergoeding krijgen. Tot slot kondigde ECB-president Mario Draghi aan dat de ECB langdurige, goedkope leningen aan banken zal verstrekken. De financiële wereld lijkt op dit moment redelijk immuun voor militaire conflicten in het Midden Oosten en terreuracties elders in de Wereld. Een belangrijk meetmoment voor de financiële markten is eind oktober wanneer de ECB bekendmaakt of alle 124 grote Europese banken geslaagd zijn voor de “stress test”. 3
© Copyright 2024 ExpyDoc