Lees verder... - Stichting Pensioenfonds TNO

Resultaten 3e kwartaal 2014



Dekkingsgraad:
Belegd vermogen:
Rendement
3e kwartaal 2014
Ultimo 2013
110,7%
€ 2,895 miljard
4,58%
110,1%
€ 2,576 miljard
In de eerste negen maanden van 2014 is een rendement gerealiseerd van bijna 14%. Zowel de
vastrentende als zakelijke waarden droegen bij aan dit goede resultaat.
De dekkingsgraad is daarentegen eind september slechts marginaal hoger dan eind 2013.
Reden hiervoor is dat de alsmaar dalende rente zorgt voor een eveneens forse toename van de
pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad is eind september 2014 uitgekomen op 110,7%.
Nadere toelichting
Bezittingen
Per saldo steeg de waarde van de bezittingen van € 2,576 miljard eind 2013 naar afgerond
€ 2,895 miljard eind september; een stijging van € 319 miljoen.
Het fonds heeft circa 60% van haar vermogen belegd in obligaties. Het overgrote deel hiervan
is belegd in langlopende Europese staatsobligaties en Europese bedrijfsobligaties. De vraag
naar obligaties bleef ook in het derde kwartaal onverminderd groot, hetgeen leidde tot
oplopende obligatiekoersen en dalende rentes. Bij de huidige lage rente is de risicopremie, het
extra rendement dat beleggers denken te kunnen verdienen door te investeren in aandelen in
plaats van in ‘risicovrije’ obligaties, nog steeds aantrekkelijk. Aandelen deden het vandaar
ook goed in de eerste negen maanden van 2014.
Verplichtingen
De marktwaarde van de verplichtingen is, met toepassing van de door DNB voorgeschreven
methodiek, eind september 2014 uitgekomen op € 2,614 miljard (afgerond). Ten opzichte van
de eindstand van 2013 (€ 2,339 miljard) leidt de rentedaling tot een stijging van de
verplichtingen van € 275 miljoen.
De lage rente is debet aan het feit dat de pensioenverplichtingen eveneens flink stegen in de
eerste drie kwartalen van 2014. Hoe lager de rente, des te hoger de waarde van de
toekomstige pensioenverplichtingen.
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad – de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen – is onder
invloed van bovenstaande ontwikkelingen eind september uitgekomen op 110,7% versus
110,1% eind 2013.
1
Dekkingsgraadontwikkeling
Beleggingsrendementen
In de eerste negen maanden van 2014 wisten, zonder uitzondering, alle beleggingscategorieën
een positief rendement te realiseren.
De beslissing om 100% van de liquide beleggingen die genoteerd zijn in US dollar, Britse
Pond en Japanse Yen af te dekken, leverde een negatieve bijdragen van 1,41% aan het
totaalrendement in de eerste negen maanden van 2014. De daling van de swaprente
resulteerde in een beleggingsbijdrage aan het totaalrendement van 3,81% in de
overeenkomstige periode.
Onderstaand de rendementen zoals behaald in het derde kwartaal van 2014 en Year-to-date
2014 (YTD).
Beleggingscategorieën
Aandelen
Obligaties
Vastgoed
Private Equity
Q3 2014
+4,55%
+4,44%
+3,52%
+3,33%
YTD 2014
+11,52%
+12,69%
+7,08%
+7,08%
Subtotaal excl. Overlays
+4,60%
+11,57%
Bijdrage risicoafdekking
 Valuta-overlay
 Rente-overlay
Totaal resultaat incl. overlays
-1,01%
+0,99%
+4,58%
-1,41%
+3,81%
+13,97%
2
Marktontwikkelingen
De aandelenmarkten hebben de positieve trend uit 2013 weten te continueren. In de eerste drie
kwartalen van 2014 behaalden de aandelenbeleggingen van het fonds een rendement van
11,52%. In oktober zien we dat de beweeglijkheid van de aandelenbeurzen is toegenomen,
ingegeven door cijfers die duiden op een economische vertraging in met name Europa, de
vrees voor deflatie, de geopolitieke spanningen en de zorgen die men heeft over het Ebolavirus. In een tijdsbestek van slechts twee weken vertaalden deze onzekerheden zich in een
koerscorrectie van ca. 10%.
De obligatiemarkten, en dan met name de zeker geachte staatsobligaties, tonen echter nog
geen zwakte. Sterker nog, vanwege de onverminderd grote vraag naar bijvoorbeeld Duitse
staatsobligaties is de 10-jaarsrente medio oktober uitgekomen op afgerond 0,75%. Ter
vergelijking, eind december 2013 stond deze nog op 1,93%.
De spanning op de financiële markten is wel waar te nemen in de koersen van perifere
staatsobligaties. Verkoopdruk resulteerde in hogere rentes. Meest significant was de stijging
van de Griekse rente. De 10-jaars rente steeg van 5,5% eind september naar 8,5% medio
oktober omdat beleggers weer twijfels kregen over de omvang van de Griekse schulden.
nFTK
Vanaf 1 januari 2015 doet waarschijnlijk een nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK) zijn
intrede. Dit heeft gevolgen voor o.a. de wijze waarop pensioenfondsen hun verplichtingen en
de daarmee samenhangende dekkingsgraad dienen te berekenen.
Vanaf die datum wordt de dekkingsgraad bepaald op basis van middeling over de 12
voorgaande maanden. Dit wordt de beleidsdekkingsgraad genoemd.
Financiële schokken worden op die manier uitgesmeerd en dit zal de volatiliteit van de
dekkingsgraad dempen.
3