Contouren inkoop begeleiding Walcheren voor Elkaar (22 juli)

Contouren inkoop begeleiding
Walcheren voor Elkaar
22 juli 2014
Inleiding
Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een aantal nieuwe taken in het kader van de Wmo. Deze
taken gaat de gemeente niet (volledig) zelf uitvoeren, de gemeente komt in de rol van regisseur en
opdrachtgever/financier. Dit betekent dat voor 2015 een vorm van subsidiering/inkoop plaats moet vinden
ten behoeve van de ondersteuning van inwoners.
Met deze notitie wordt inzichtelijk gemaakt welke taken door gemeenten vanaf 2015 moeten worden
ingekocht en op welke manier we dat gaan doen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen 2015 als
overgangsjaar en de richting voor 2016 en verder.
Het gaat hier alleen om de decentralisatie van AWBZ naar Wmo. Alle zorg voor de jeugd wordt de eerste
drie jaar voor geheel Zeeland ingekocht via het Zeeuwse inkoopbureau dat onder de GGD komt te vallen.
Beschermd Wonen wordt voor Zeeland ingekocht door het CZW-bureau. Voor specialistische begeleiding
voor mensen met een zintuigelijke beperking worden landelijk inkoopafspraken gemaakt voor de komende
3 jaar.
Korting op budget en overgangsrecht van huidige AWBZ-cliënten
In eerste instantie ging de decentralisatie van de functie begeleiding gepaard met een korting van 25%
vanuit het Rijk. Op 17 april 2014 heeft het Kabinet een akkoord bereikt over extra middelen. In de
kamerbrief over dit onderwerp stond dat de taakstelling is verlaagd naar circa 6% in 2015 en circa 11% in
2016. Echter, de laatste informatie vanuit het Rijk is dat de korting van 2015 ook op 11% wordt gesteld.
Hiermee kan een goede overgang voor huidige AWBZ-cliënten gegarandeerd worden en worden de
werkgelegenheidseffecten verzacht.
Alle huidige mensen met een AWBZ-indicatie voor Begeleiding hebben recht op een bij wet vastgesteld
overgangsrecht. Dit overgangsrecht voorziet erin dat voor mensen met een indicatie die doorloopt na 1
januari 2015, gedurende de looptijd van hun indicatiebesluit – tot uiterlijk het einde van 2015 – de rechten
die aan het indicatiebesluit verbonden zijn, behouden blijven. Voor mensen met een persoonsgebonden
budget geldt een vergelijkbaar overgangsrecht.
In 2015
In het overgangsjaar 2015 gaan we geen grote wijzigingen aanbrengen. De gemeenten nemen zoveel
mogelijk bestaande contracten over. De gemeenten zullen de tarieven vaststellen. Daarna kiest de klant
zelf uit gecontracteerde aanbieders. We verwachten dat we de kwaliteitseisen kunnen versimpelen. Nieuwe
aanbieders die aan de eisen voldoen kunnen zich ook aanmelden voor de raamovereenkomst.
Waar willen we naartoe (vanaf 2016)?
Met zorg en ondersteuning willen we de zelfredzaamheid vergroten en de participatie stimuleren.
Daarnaast willen we zoveel mogelijk zorg en ondersteuning organiseren door middel van algemene en
collectieve voorzieningen. Deze zijn voorliggend op individuele voorzieningen 1.
1
Een individuele voorziening is gelijk aan een maatwerkvoorziening zoals bedoeld in de Wmo
1
Onderscheid algemene, collectieve en individuele voorzieningen
Algemene voorzieningen zijn diensten of activiteiten die voor alle burgers zonder diepgaand onderzoek en
beschikking toegankelijk zijn (b.v. schoonmaakdienst, maaltijdvoorzieningen, sociaal-culturele activiteiten).
Voorzieningen voor een specifieke groep noemen we collectieve voorzieningen (bijvoorbeeld sociaal
vervoer). Na een (lichte) toets kan iemand hiervoor in aanmerking komen.
Een individuele voorziening is op de persoon afgestemde ondersteuning bij zijn zelfredzaamheid of
participatie. Daarbij kan het gaan om ondersteuning van meerdere cliënten (groepstraining/dagbesteding),
maar ook om op maat voor iemand bedachte oplossingen (b.v. jobcoaching, een-op-een begeleiding in de
thuissituatie of een op maat gesneden begeleidingstraject naar betaald werk). Om gebruik te kunnen
maken van een individuele voorziening is altijd een beschikking van de gemeente nodig.
Begeleiding beperkt zich in sommige gevallen tot het bieden van dagelijkse structuur. Een gestructureerd
dagritme is heel waardevol en soms het hoogst haalbare voor een persoon. Wanneer we de
zelfredzaamheid willen vergroten en we uitgaan van wat mensen kunnen (leren), moet – waar mogelijkbegeleiding zich in zijn algemeenheid (nog) meer richten op:
- uitbreiden van het sociaal netwerk,
- het ontwikkelen van persoonlijke competenties,
- het vergroten van de zelfstandigheid,
- het deelnemen aan de samenleving,
- het (tijdelijk) bieden van structuur en het opbouwen van vertrouwen.
De te stellen doelen van begeleiding zijn per individu en/of huishouden verschillend.
Dagopvang die vooral gericht is op ontmoeten en recreatieve en/of educatieve activiteiten willen we
inrichten als algemene voorziening. Deze drempelvrije ontmoetingsvoorziening wordt samen met vrijwillige
buurtbewoners gerund. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande buurtinfrastructuur. Deze algemene
voorzieningen worden vormgegeven met buurtbewoners, welzijnsorganisatie(s) en zorgaanbieders. Deze
dagopvang is voornamelijk gericht op behouden en/of stimuleren van vaardigheden en draagt bij aan het
ontlasten van mantelzorgers.
Voor arbeidsmatige dagbesteding leggen we een verband met Orionis Walcheren (onderdeel
werkgeversdienstverlening) en het bedrijfsleven. Daarnaast wordt - waar mogelijk - een koppeling gemaakt
met de infrastructuur van Orionis Walcheren (onderdeel werkbedrijf SW) voor Wmo-gerelateerde diensten.
Met deze dagbesteding willen we cliënten uitdagen het maximale uit zichzelf te halen midden in de
samenleving.
Vaak is betaald werk (nog) niet mogelijk. Het creëren van dagbestedingsplekken in de reguliere
arbeidsmarkt draagt bij aan inclusie. Dit sluit aan bij het VN-verdrag voor de Rechten van mensen met een
beperking. Naast betaald werk in een regulier bedrijf, draagt ook vrijwilligerswerk bij aan het verhogen van
de eigen waarde. Vrijwilligerswerk in de vorm van onbetaald werk in een aangepaste omgeving is een van
de mogelijkheden om deze eigen waarde te stimuleren, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk bij een andere
dagbestedingslocatie.
Wanneer dagbesteding in een aangepaste omgeving het meest passend is, stimuleren we zoveel mogelijk
het werken in de buurt. Denk hierbij aan klusjes voor wijkbewoners, groenonderhoud, hulp aan
(sport)verenigingen. Dit draagt bij aan de leefbaarheid en sociale cohesie van de wijk.
Nieuwe maatschappelijke initiatieven
Gemeenten creëren een voedingsbodem voor nieuwe maatschappelijke initiatieven. Steeds meer bewoners
slaan de handen ineen en kopen zorg en ondersteuning zelf in voor de wijk. De ontwikkelingen op het
gebied van ICT/E-health zal de komende jaren exponentieel stijgen. Aanbieders die de organisatie van
thuiszorg vernieuwen zijn in opkomst (bijvoorbeeld Buurtzorg en Emile.nu). Gemeenten bieden ruimte aan
deze initiatieven.
2
Vertaling naar productgroepen
Op basis van bestaande informatie kunnen we de producten onderscheiden in een aantal groepen
waarlangs we de vernieuwing vorm gaan geven. De “nieuwe” productgroepen zijn:
Productgroep*
Beschrijving
1. Dagopvang
Algemene voorzieningen in samenhang met buurtbewoners, buurtvoorzieningen en
ouderen
welzijn
Waar mogelijk wordt burger uitgedaagd tot een zo hoog mogelijke trede op de
2. (specialistische)
participatieladder. Verbindingen leggen met participatiewet en bedrijfsleven.
belevingsgerichte
dagbesteding
3. Ambulante
De inhoud van de trajecten bestaan uit individuele begeleiding, huishoudelijke zorg
trajecten
en persoonlijke verzorging.
*Wordt nog nader uitgewerkt en afgestemd met omliggende regio’s
Doelstellingen sociaal domein voor inkoop begeleiding
1. De zelfredzaamheid vergroten en maatschappelijke participatie stimuleren.
Begeleiding richt zich op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij
zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven,
We willen cliënten uitdagen het maximale uit zichzelf te halen midden in de samenleving,
De zorg en ondersteuning is gericht op het behalen van een resultaat.
2. De zorg en ondersteuning is integraal en afgestemd op de persoon en zijn of haar huishouden.
Het integrale ondersteuningsplan is leidend,
De ondersteuning is aanvullend op de ondersteuning van mantelzorgers, mensen uit de omgeving
en vrijwilligers,
Mantelzorgers bepalen samen met de professional wat nodig is,
Mantelzorgers worden waar mogelijk ondersteund,
Aanbieders werken samen waar nodig.
3. De zorg en ondersteuning wordt gefinancierd uit beschikbare middelen.
Zorg en ondersteuning wordt –waar mogelijk- in de vorm van een algemene of collectieve
voorziening georganiseerd,
Voorkomen van extra maatschappelijke kosten door ondersteuning vroegtijdig af te bouwen of te
weigeren.
4. Een zorgvuldige overgang van de taken uit de AWBZ naar de Wmo.
Wettelijke rechten van het overgangsrecht van huidige AWBZ-cliënten respecteren,
Aanbieders voldoende tijd geven om veranderingen te ontwikkelen en te operationaliseren en
onnodige ontslagen voorkomen,
Veranderingen de komende jaren vormgeven en operationaliseren en een voedingsbodem
ontwikkelen voor nieuwe maatschappelijke initiatieven.
Gevolgen beleidswijziging
Op dit moment wordt dagbesteding voor intramurale en extramurale cliënten gecombineerd.
Beleidswijzigingen op het extramurale deel hebben dus gevolgen voor de houdbaarheid van bestaande
dagbestedingslocaties. Dit houdt in dat intramurale cliënten geconfronteerd kunnen worden met sluiting van
bestaande locatie.
Wij willen graag in overleg treden met de zorgaanbieders om gezamenlijk te kijken naar mogelijke
oplossingsrichtingen. Wij zien het als een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de gemeentelijke
budgetten leidend zijn.
3