Klik hier - Kansplus Amsterdam

De drie decentralisaties en (licht) verstandelijk gehandicapten
Expertmeeting 29 januari voor en door raadsleden in samenwerking met Cliëntenbelang
– en lidorganisatie Kansplus Amsterdam.
Er komen grote veranderingen aan op het gebied van de jeugdzorg, Wmo-AWBZ en participatie,
werken en dagbesteding. De drie decentralisaties hebben een grote impact omdat er veel gaat
veranderen. Tegelijkertijd is ook nog steeds veel onzeker.
Een aantal belangenorganisaties en politieke partijen slaan de handen ineen om de problemen
rondom de decentralisaties en (licht) verstandelijk gehandicapten op de kaart te zetten.
Door ouders, cliënten, politici, beleidsambtenaren en mensen uit het veld bij elkaar te brengen,
kunnen de problemen in kaart worden gebracht en op de agenda worden gezet.
Verslag
De dagvoorzitter, Bea Irik, heet iedereen hartelijk welkom.
Een expertmeeting over verstandelijk gehandicapten in deze stad, tussen de 5.000 en
6.000 mensen, hun familie, vrienden, buren en opleiders, hulpverleners of ondersteuners daar gelaten.
Procentueel gezien is het een kleine groep, maar wel een bijzondere groep.
Zij worden geboren met hun handicap en zij behouden deze handicap hun hele leven.
Initiatiefnemers voor deze expertmeeting zijn:
•
Maureen van der Pligt en Gerben van der Veen (SP)
•
Marijke Shahsavari (CDA)
•
Femke Roosma (GroenLinks)
•
Carien Rombach, Natalie Boys (Kansplus)
•
Malène Duijst (Cliëntenbelang Amsterdam)
Tevens zijn uit de gemeenteraad aanwezig:
Carolien de Heer (PvdA)
Mascha ten Bruggencate (D66)
Pam de Soete (D66)
Carolien Roodink (D66)
Inleidingen van
Noura Soussi
GZ-psycholoog, De Bascule, Amsterdam. Inleiding waarin een beeld
wordt geschetst van de diversiteit van de doelgroep (L)VB
Hanneke Eijlders Ambtenaar (L)VB, Dienst WZS (Wonen Zorg Samenleven) Amsterdam. Een
presentatie van de 3 Dʼs speciaal toegespitst op de doelgroep.
Rick Kwekkeboom Lector Community Care, Hoge school van Amsterdam. Een pleidooi voor
inrichten van goede voorzieningen, maar ook een voor een andere houding van professionals
om daarmee te daadwerkelijke deelname aan de samenleving mogelijk te maken.
Eerste Paneldiscussie onderwijs
Cor de Ruiter
bestuurder Orion College
Ruud Drupsteen Projectcoördinator Netwerkschool Amsterdam
Koos Zijlstra
ouder (lid Kansplus)
Cor de Ruiter is drie jaar bestuurder bij Stichting Orion voor openbaar en speciaal onderwijs in
Amsterdam. Deze stichting heeft 16 scholen in Amsterdam met ongeveer 1.900 leerlingen.
Daarnaast wordt ambulante begeleiding verzorgd in het onderwijs. De stichting is aangesloten
bij 11 samenwerkingsverbanden in Amsterdam en de regio.
Er zijn grote zorgen over de schaduw die nu al overtrekt vooraf aan de veranderingen.
Ruud Drupsteen is van de Netwerkschool Amsterdam.
De gemeente heeft vorig jaar gevraagd of de Netwerkschool jongeren, die in het onderwijs zijn
uitgevallen en geen werk hebben, in passende trajecten kan onderbrengen. Er zijn gesprekken
gevoerd met 550 jongeren en daarvan zijn er 350 in traject geplaatst.
Het merendeel van deze jongeren kan als licht verstandelijk beperkt worden gezien. Op het
moment dat er van een beperking werd gesproken i.p.v. een handicap werd gezegd dat deze
jongeren normaal mee kunnen doen. Zij hebben alleen een kleine beperking. Zonder goede en
langdurige begeleiding zal deze doelgroep niet participeren in de maatschappij.
Koos Zijlstra is vader van een zoon van 22 jaar met PDD-NOS. Hij behoord tot de groep Licht
Verstandelijk Beperkte mensen. Hij is verbaal goed maar niet zelfredzaam. Op het eerste
gezicht hebben mensen het daarom niet meteen door. Het is voor hem bijvoorbeeld onmogelijk
om telefonische gesprekken met instanties te voeren. Hij heeft een moeilijke en zeer
gevarieerde schoolgeschiedenis gehad, waardoor hij op zes verschillende scholen heeft
gezeten. Uiteindelijk is hij naar het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs
gegaan. Hij heeft 1 of 2 deelcertificaten KBS 1.
Hij kan nergens terecht voor een vervolgopleiding, maar hij wil niets liever dan dat. Hij heef wel
bepaalde artistieke talenten en zou graag iets met animatie op de computer willen doen.
Vooralsnog is er niets te vinden mede omdat niet lukt om een totaalbeeld te krijgen van wat er
mogelijk is. De meeste opleidingen zijn daarbij particuliere opleidingen met kosten van €6.000
per jaar. De dagbesteding sluit niet aan op zijn wensen en behoeften.
Ruud Drupsteen geeft aan dat veel jongeren die thuis zitten wel een opleiding gedaan hebben.
Bijvoorbeeld aan het ROC, waar zij uitgevallen zijn. Het ROC is niet in staat om jongeren met
een verstandelijke beperking adequaat te begeleiden. Het resultaat zou zijn dat de betreffende
jongeren niet zouden kunnen doorleren.
Ruud vindt het bezwaarlijk dat deze jongeren, voorheen moeilijk lerend genoemd, uit de
opleiding worden gegooid. Er moeten passende opleidingen komen die volgen op het voortgezet
onderwijs.
De onderwijsraad heeft aangegeven dat er ook entree-opleidingen mogelijk moeten zijn die
praktisch van aard zijn. Deze toets zou bijvoorbeeld geschikt kunnen zijn voor de zoon van Koos
of andere schoolverlaters.
Koos heeft dergelijke entreeopleidingen gezien, maar deze zijn heel beperkt.
Ruud licht toe dat de entreeopleiding eigenlijk bedoeld is om het niveau van de beroepsopleiding
op te krikken.
Veel van de genoemde jongeren hebben wel de potentie om praktisch goed bezig te zijn, maar
hebben moeite met taal en rekenen.(cognitief laag functionerend).
Maak er praktische opleidingen van, gekoppeld aan bedrijven en stage-ervaringen,
gericht op de affiniteit van de jongeren. Het doel moet zijn: maatschappelijk participeren,
in arbeid of dagbesteding.
Wat kan verloren gaan met de transities?
Cor de Ruiter geeft aan dat het complex is, omdat alles tegelijk in beweging is. De
koersbesluiten geven enigszins richting, maar er zijn toch vragen die achterlangs komen. De
problematiek van verstandelijk beperkte jongeren is tamelijk divers. Het is moeilijk
generaliseerbaar. De levenslange en levens brede aandacht voor kinderen en jong volwassenen
brengt een andere opgave met zich mee dan jongeren waar een route via een entreeopleiding
nog lonkt.
Juist nu dit soort jongeren meer zelfstandigheid bijgebracht kan worden, begint het perspectief te
verdwijnen. Waar gaan zij daarna arbeidsdagbesteding doen of aangepast werk onder
begeleiding? Organisaties als Cordaan en Pantar hebben twee jaar geleden de deuren open
gezet door het intensief samen aan te pakken. Zij zorgen ervoor dat deze doelgroep allerlei
basisvaardigheden opdoet voor zowel hun privéleven als voor het werk, zodat dit geruisloos
overgaat in de toekomst bij die organisaties.
De organisaties zeggen nu dat ze niet meer zoveel plaatsen hebben of niet meer zoveel ruimte
voor de begeleiding.
De situatie van een zorgboerderij is tegenwoordig ook totaal anders i.v.m. de bedrijfsmatige
invalshoeken. Er moet ook een inkomen voor deze boerderij gegenereerd worden.
Ook het vervoer speelt parten. Hoe komt iemand van A naar B, bijvoorbeeld naar een stageplek,
en wie betaalt dat?
De meest problematische groep zijn de jongeren tussen de 18 en 23 jaar. Zij hebben nu
nog een goede plek in het voortgezet speciaal onderwijs en goede begeleiding kunnen
krijgen. Als de bekostiging deels via het samenwerkingsverband gaat lopen dan zijn zij
niet meer leerplichtig. Dat is echt een punt.
Ruud Drupsteen sluit daarbij aan; het onderwijs maakt deze jongeren zo veel mogelijk
zelfstandig. Zij moeten zo lang mogelijk kunnen profiteren van het onderwijs. Er moet een
sluitende aanpak komen. De betreffende jongeren hebben behoefte aan blijvende of langdurige
begeleiding, ook als zij naar het werk of naar de dagbesteding gaan.
Met name de bekostiging van de job coach van jongeren die aan het werk gaan, zit
momenteel bij het UWV. Als dit vanuit de gemeente niet gegarandeerd kan blijven
worden dan kan deze groep wat werk betreft afgeschreven worden. Deze jongeren gaan
zonder begeleiding niet aan het werk, uitzonderingen daargelaten.
Koos spreekt de hoop uit dat de wijzigingen tot gevolg hebben dat er een plek voor zijn zoon
gevonden wordt.
Tweede Panel discussie werk en inkomen
Leo Canta
Branko Hagen
Natalie Boyce
Bewindvoerder, Stichting Hulp Centraal
Landelijke Cliëntenraad
Ouder (bestuurslid Kansplus)
Natalie Boyce is moeder van een kind met PDD NOS.
Vroeger scoorde hij lager, hij heeft zich kunnen ontwikkelen waardoor zijn IQ omhoog is gegaan
Hij is meerderjarig en volgt een opleiding.
Hij heeft geluk dat hij veel begeleiding krijgt.
Misschien mag hij bewijzen dat als er genoeg inzet is er echt wel iets van het leven
valt te maken.
Natalie probeert ook namens heleboel andere ouders te spreken.
i
Vele ouders maken zich zorgen; zoals die met huis wonende kinderen van ouders die in de
bijstand terecht komen of zijn gekomen, hebben geen recht op bijstand. Zij worden afhankelijk
van hun ouders.
De zoon van Natalie werkt gratis, niemand wil hem betalen. Momenteel staat er nog
een Wajong-uitkering tegenover. Daarbij komt dat als ook de zorg weg valt, het
waarschijnlijk is dat hij niet meer te motiveren is door gebrek aan ondersteuning.
Leo Canta is vrijwilliger bij een bewindvoerderkantoor.
Mensen met een verstandelijke beperking vallen binnen de doelgroep. Het
bewindvoerderkantoor regelt de vaste lasten voor iemand die vrijwillig onder
beschermingsbewind is geplaatst door de rechtbank.
Er wordt ook rekeningverantwoording afgelegd aan de rechtbank.
Leo is deurwaarder geweest, maar hij heeft nooit geweten dat het zoveel mensen
betreft, met zoveel verschillende problemen. Cliënten spreken heel normaal en
daardoor zou je zeggen dat er niets aan de hand is.
Door het beschermingsbewind raken cliënten hun handelingsbekwaamheid niet kwijt.
Zij krijgen een beperkt leefgeld en gaan leningen aan bij hun sociale contacten.
Gezien het inkomen van de jongeren is er slechts een beperkt financieel plaatje. Het is
lastig om goede begeleiding te geven. Leo pleit voor veel samenwerking. Er is nu al
samenwerking met de politie i.v.m. de CJIB-posten. Veel jongeren hebben schulden en
dit is een blokkade voor de schuldhulp, vaak geeft het CJIB een verkeerd overzicht.
De gemeente regelt de schulden. Iemand met een uitkering heeft weinig ruimte om
schulden in te lossen. De zorginstellingen en de bewindvoerderkantoren en misschien
ook wel scholen zouden meer moeten samenwerken. Als iemand een dubbele schuld
heeft, kan deze persoon niet naar de schuldsanering.
Dit kan iemand ontzettend belemmeren. Er moet meer samenwerking komen tussen de
verschillende organisaties. Tijdens een maandelijks beperkt overleg kunnen
verschillende onderwerpen besproken worden. Bijvoorbeeld of het goed loopt of dat
de beheerrekening goed aansluit bij wat er moest gebeuren.
Branko Hagen is beleidsadviseur bij de Landelijke Cliëntenraad van de minister van sociale
zaken.
Hij merkt dat in Amsterdam de focus vooral zit op de veranderingen in de zorg, terwijl er
juist sprake zal zijn van een participatiemaatschappij.
Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen eigenlijk werken. Dit is de reden
Branco is beleidsadviseur bij de Landelijke Cliëntenraad van de minister van sociale
zaken.
Hij merkt dat in Amsterdam de focus vooral zit op de veranderingen in de zorg, terwijl er
juist sprake zal zijn van een participatiemaatschappij.
Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen eigenlijk werken. Dit is de reden waarom
zij straks niet meer in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering. Hoe komen deze mensen
dan op de arbeidsmarkt? Er is toch weer heel veel aandacht voor dagbesteding. Branco meent
dat dagbesteding niet zoʼn goede oplossing is. Mensen die moeilijk leren, leren het beste op een
echte werkplek. Dagbesteding voldoet niet altijd aan wat deze mensen willen, namelijk
meedoen.
Als de dagbestedinguitgaven teruggebracht worden dan kan dat geld gebruikt worden voor het
creëren van arbeidsplaatsen. Werkgevers zijn op dit moment gehouden aan het creëren van
deze plekken.
De verbinding tussen Wmo en participatiewet, in stapjes van dagbesteding naar de
arbeidsmarkt, raadt hij af. Er moet samenhang zijn. Mensen zitten in verschillende trajecten van
begeleiding. Een jobcoach is een specialisme, deze persoon kan niet ook de thuisbegeleiding
doen. Er moet wel afstemming zijn. Als er al een methodiek wordt toegepast, dan is er geen
gezamenlijke methodiek afgesproken. Dit is een punt dat opgepakt kan worden door de
gemeente. Dit zou een voordeel kunnen opleveren. Er worden dubbelingen en onnodige fouten
weggehaald. Dan kan de begeleiding structureel blijven bestaan, want deze groep loslaten is
niet verstandig.
Het verkrijgen van een uitkering gaat met hoge eisen gepaard. Deze mensen kunnen daar niet
aan voldoen. De toegankelijkheid voor het verkrijgen van inkomen en ondersteuning naar werk
is een vraag apart. Niet iedereen kan beschouwd worden als mensen die te lui zijn om te werken
en zelfredzaam genoeg zijn om aan het werk te komen.
Leo licht toe dat er per 1 januari 2014 m.b.t. de bewindvoering een wetswijziging is doorgevoerd.
Voorheen was alleen de lichamelijke en/of geestelijke toestand van iemand criterium om iemand
onder beschermingsbewind te krijgen. Nu kan dit ook op basis van problematische schulden. Dit
brengt echter wel publicatie met zich mee in het register waar ook mensen in staan die in de
WSNP (wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) zitten.
Zo kan er makkelijker naar de rechtbank gegaan worden en is er geen afhankelijkheid van de
brief van de psycholoog of een andere medische begeleider.
Samenwerking is kostenbesparend. Er vindt nu contact plaats over meerdere schijven, DWI,
UWV, CAK. Bundeling van zaken kan mankracht en geld besparen. Er zijn momenteel veel
eenpitters in de branche. Er kan winst gemaakt worden met kantoren die goed zijn, waarvan de
ouders ook weten dat hun kind daar goed zit.
Natalie heeft als hartenwens dat zij moeder mag blijven voor haar kind. Zij wil geen hulpverlener
voor hem zijn. Hij wil niet alles met zijn moeder delen, ook niet op financieel gebied. Natalie wil
hem daar niet toe dwingen. Hij heeft, net als iedereen met een beperking, ook rechten.
Uit de zaal:
Thea Zandvliet, Netwerkschool
M.b.t. de participatiewet wordt uitgegaan van ideale situaties, een soort droomrealiteit van
mensen die goed bij verstand zijn, sociaal zijn en buurten en families die goed functioneren. Zij
is verbaasd over de naïviteit waarmee naar de maatschappij gekeken wordt. Verstandelijk
beperkten hebben veel problemen. Ze kunnen toch zoveel? Ja, maar ze worden ook overschat.
Ze hebben wel degelijk een probleem. Het lage IQ moet niet overschat worden. Zelf overschat
zij ook nog wel eens deze jongeren. Ze zijn verbaal vaardig, maar het gaat in arbeidssituaties
vaak mis. Zij begrijpen de sociale interacties en de machtsverhoudingen op de werkplek niet. De
problemen worden niet opgelost met de creativiteit van de burgers. Er is geld nodig. Deze
mensen kunnen wel participeren op arbeidsplekken, maar er zijn randvoorwaarden nodig. Het
kan voorkomen dat zij niet genoeg vertellen. Het kan voorkomen dat iemand zich afmeldt, omdat
hij brood heeft gegeten. Als bij de werkgever niet bekend is dat hij allergisch is voor en bepaald
brood dan kan het als smoes opgevat worden.
Panel discussie zorg
Kamal Chabrani
Noura Soussi
Carien Rombach
oprichter Multipluszorg
GZ-psycholoog De Bascule
Ouder Bestuurslid Kansplus
Kamal licht toe dat Multipluszorg in 2009 is begonnen. Er wordt gekeken naar de hulpvraag van
ouders en jongeren bijvoorbeeld over dagbesteding, maar ook avondbesteding, wonen, werk en
inkomen. Er zijn inmiddels 50 cliënten met verschillende hulpvragen en de aanmeldingen voor
specifieke hulpvragen blijven binnenkomen. Multipluszorg werkt vraaggericht, op basis van de
vraag van de cliënt. Eén van de eerste hulpvragen kwam van een 16-jarig meisje met LVBproblematiek. Zij was nierpatiënt en moest drie keer per week gedialyseerd worden. Zij was
slachtoffer geworden van een lover boy die haar steeds meenam, waardoor zij niet naar de
dialyse ging. Het was een levensbedreigende situatie. De meeste zorgaanbieders wilden geen
risico nemen, maar als zij niet geholpen zou worden, zou ze overlijden. Multipluszorg en het
AMC hebben gekeken wat er nodig was om haar zo veel mogelijk te helpen en ervoor te zorgen
dat zij zou blijven leven. Zij had een beschermde woonomgeving nodig en mensen die de
hulpvraag aandurfde. Het meisje heeft inmiddels een transplantatie ondergaan en is losgekomen
van haar lover boy. Multipluszorg is al gaan werken in wijkteams, maar meer met de
woningbouwvereniging, bijvoorbeeld Eigen Haard. De jongeren die bij Multipluszorg terecht
komen, komen uit een andere wijk. Het zijn vaak jongeren die wel opvallen, waardoor mensen
niet snel geneigd zijn om met hen aan de slag te gaan. Er wordt zo veel mogelijk in de wijken
gewerkt, maar de jongeren moeten ook nog geplaatst kunnen worden.
Carien heeft een zoon van 23 jaar. Hij is ernstig verstandelijk gehandicapt en valt in een zeer
zware zorgzwaarte. Hij blijft in de AWBZ. Carien is al jaren actief voor de belangenvereniging
Kansplus, in die zin komt zij nu op voor de licht verstandelijk beperkten.
De voorzieningen moeten i.v.m. de kwaliteit groot stedelijk aangeboden worden. Versnippering
over de wijken gaat ten koste van de kwaliteit en de keuzevrijheid. Het betreft een kleine groep,
maar erkend moet worden dat het een bijzondere groep is. Deze groep is niet te vergelijken met
bejaarden of anderen die onder de Wmo komen te vallen.
Ook de deskundigheid moet bewaard worden voor deze groep. Een deltaplan voor deze groep is
noodzakelijk.
Er bestaan ook zorgen over de toegang tot de zorg. Er komen straks keukentafelgesprekken en
daarbij ziet Kansplus drie problemen opkomen:
de afhankelijk van de gemeente
de privacy
Tijdens een keukentafelgesprek stelt een vertegenwoordiger van de gemeente allerlei vragen en
stelt de diagnose. Tevens doet deze vertegenwoordiger voorstellen en aanbiedingen. De ouders
van de cliënt en de cliënt zijn afhankelijk in dit gesprek. Deze vertegenwoordiger kan veel
toezeggen of weinig toezeggen. Dit kan een gevaarlijke positie zijn. Hij kan onder druk gezet
worden.
Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van de zelfredzaamheidmatrix. Er kan een vraag zijn
over werk. Vervolgens moet er ook gesproken worden over justitiecontacten, schulden en
bijvoorbeeld de gezinsrelaties. Een ouder vertelt misschien wel iets wat een kind helemaal niet
verteld wil hebben, bijvoorbeeld dat hij zich niet doucht of dat hij slechte vrienden heeft.
Wens
De zelfredzaamheidsmatrix die de gemeente hanteert gaat niet altijd uit van de wensen van
mensen met een verstandelijke beperking maar gaat uit van een eigen kader. Als voorbeeld geef
ik hierbij de vragen over huisvesting in de ZRM. Als iemand op straat leeft dan heeft deze
persoon volgens de ZRM code 1 en moet de gemeente snel optreden. Maar als iemand
toereikende huisvesting heeft met een regulier huurcontract dan is de conclusie dat er niets
ondernomen hoeft te worden op dit terrein. Maar misschien wil iemand dan toch zelfstandig
gaan wonen en niet meer bij de ouders thuis. Komt deze wens dan wel in het
keukentafelgesprek aan de orde?
Carien wijst erop dat de mantelzorgers door de bezuinigingen steeds zwaarder belast worden.
Dit blijft onzichtbaar. Als voorzieningen wegvallen dan doen de mantelzorgers er wel weer een
tandje bij. Als er geen mantelzorg meer is, wordt dit probleem pas zichtbaar voor de politiek. Er
is geen solidariteit meer met de mantelzorgers.
De zelfredzaamheidmatrix laat eigenlijk niet de zelfraadzaamheid zien, maar meer de samen
redzaamheid. Als een ouder hier hard voor werkt, dan scoort het kind heel hoog op deze matrix.
De zelfredzaamheid blijft onveranderd als er in de situatie iets wijzigt, omdat de ouders vaak
bijspringen.
Noura spreekt nu vanuit de context licht verstandelijk beperkten en psychiatrie. Zij heeft deze
week een overleg gehad over een 17-jarige jongen (lichte vergrijpen) met 15 verschillende
instanties. Het is zorgelijk dat iedereen op zijn eigen terrein zit en daar zijn werk aan het doen is.
Eens per drie maanden komt iedereen voor een evaluatie bijeen (uitvoerdersoverleg), maar
waar is de regie. In het betreffende gezin waren er vier kinderen met een psychiatrische
diagnose bij vier verschillende organisaties. Hoe komen alle partijen (werk en inkomen,
onderwijs, psychiatrische hulpverlening, begeleid wonen) bij elkaar, hoe wordt gecommuniceerd
en wie is de regievoerder?
De Samen Doen Teams zitten in de wijk. Noura ziet wel het voordeel van het clusteren in de
wijk. Er wordt namelijk veel gesignaleerd. Er is een wijkagent en er zijn maatschappelijke
organisaties die de vrije tijd op kunnen vullen. Als er geen sprake is van criminaliteit kan het
sociale netwerk versterkt worden (begeleid wonen). Als er wel sprake is van criminaliteit zou juist
gekozen kunnen worden voor een externe plaatsing.
Uit de zaal
Er wordt straks veel informatie verzameld door verschillende instanties binnen de gemeente. De
Commissie Bescherming Persoonsgegevens heeft hierover een kritisch rapport geschreven. Er
is geen controle en overzicht op waar alle informatie terecht komt. Er moet een privacy
assessment gemaakt worden. De staatssecretaris heeft deze kritieken grotendeels naast zich
neergelegd. De Tweede Kamer moet hier nu over oordelen.
Het is van belang dat er vragen gesteld worden die daadwerkelijk relevant zijn. Bij het afwerken
van een standaard vragenlijst komt het gebrek niet altijd op tafel.
Er zijn ook mensen die geen hulpvraag weten te stellen. Zij vinden zelf namelijk dat zij helemaal
geen probleem hebben.
Carien vindt het prima als de gemeente informatie verzameld, het moet wel duidelijk zijn voor
welk doel. De informatie moet in relatie staan tot het doel van je vraag.
Er moet m.b.t. het zelf niet inzien van de hulpvraag een onderscheid gemaakt worden tussen
mensen jonger dan 18 jaar en ouder dan 18 jaar. Bij mensen jonger dan 18 jaar zijn er ook
externe informanten zoals ouders, de school en eventuele betrokken hulpverleners. Mensen
ouder dan 18 jaar weten soms ook geen hulpvraag te stellen, maar erkennen vaak wel dat het
niet goed gaat. Dit biedt een ingang om te bespreken wat daaraan veranderd kan worden.
Kamal pleit voor vraaggericht werken. Er komt altijd wel een hulpvraag boven water, maar wat
zijn de mogelijkheden. Multipluszorg heeft 47 mensen die niet geplaatst kunnen worden, omdat
ze geen VOG hebben, omdat ze er niet goed uitzien, of omdat iemand een tatoeage heeft. Er
zijn werkplekken nodig en er moet aansluiting gevonden worden bij de hulpvraag.
Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder. Hun ouders worden
kwetsbaarder of vallen weg. Dit is zeker een grote hulpvraag. Bij de LVB gaat het om chronische
bemoeizorg. ʻChronischʼ maakt het dat daar het meeste bezuinigd wordt. Deze doelgroep
reageert niet goed op kortdurende en efficiënte behandelingen. Hoe wordt de chronische
bemoeizorg en behandeling voor deze doelgroep goed neergezet?
Jelte Koning werkt voor een samenwerkingsverband in de stad. Ongeveer 1.500 mensen met
een verstandelijke beperking kunnen niet zonder dagelijkse ondersteuning. Binnen de groep
verstandelijk beperkten is ook weer sprake van een grote diversiteit. Er moeten combinaties
gemaakt worden van meer begeleiding met thuiszorg. Mensen trekken zich vaak terug van
dagbesteding waardoor zij vereenzamen.
Er zullen kringen van oudere verstandelijk beperkten gemaakt worden. Als het niet anders kan,
worden nieuwe formules ontwikkeld die op het raakvlak liggen van de oude gezinsvervangende
huizen, verpleeghuiszorg.
Jong LVB-volwassenen hebben te maken met een stapeling van moeilijkheden. Er moet ook
veel aandacht uitgaan naar de stillere mensen, geen overlastgevers, zoals een gezin met een
gehandicapt kind waarbij de ouders veel zelfregie hebben. Hiervoor moeten bijvoorbeeld de
logeerhuizen behouden worden.
Carien wijst erop dat de mantelzorgers door de bezuinigingen steeds zwaarder belast worden.
Dit blijft onzichtbaar. Als voorzieningen wegvallen dan doen de mantelzorgers er wel weer een
tandje bij.. Als er geen mantelzorg meer is, wordt dit probleem pas zichtbaar voor de politiek. Er
is geen solidariteit meer met de mantelzorgers.
De zelfredzaamheidmatrix laat eigenlijk niet de zelfraadzaamheid zien, maar meer de samen
redzaamheid. Als een ouder hier hard voor werkt, dan scoort het kind heel hoog op deze matrix.
De zelfredzaamheid blijft onveranderd als er in de situatie iets wijzigt, omdat de ouders vaak
bijspringen.
Jongeren bij Multipluszorg die niet geholpen kunnen worden gaan weer terug naar de
dagbesteding. Dat is dan op dat moment het hoogst haalbare.
Werkgevers nemen deze jongeren aan, maar als de problematiek na twee dagen zichtbaar
wordt, willen zij vaak weer van deze jongeren af, omdat het niet past. Dagbesteding wordt vaak
afgestemd op de cliënt. Het heeft ook betrekking op meerdere levensgebieden. Ze krijgen soms
geen indicatie voor wonen. De kans is groot dat deze jongeren dan in de top 600 terecht komen.
De dagvoorzitter dankt alle panelleden voor hun inbreng en zij vraagt de politici naar voren om
een reactie te geven op wat vandaag aan bod is gekomen.
Femke Roosma (GroenLinks)
De problematiek kent zoveel dimensies. Het is goed om te horen waar de knelpunten zijn en er
moet nagedacht worden over oplossingen. De kennis over de problematiek is lastig. Veel
mensen in de samenleving weten maar weinig af van deze doelgroep en weten dus ook niet
goed met ze om te gaan. Het is een taak voor de politiek om in de samenleving meer
bekendheid te genereren voor de problematiek. Het kernwoord van vandaag is ʻbegeleidingʼ. Er
wordt veel bezuinigd op begeleiding en GroenLinks stelt dat hiervoor een deel gecompenseerd
moet worden. De gemeente is van plan de begeleiding meer in groepsverband te doen. Een
dilemma is de specialistische kennis behouden terwijl er ook zorg in de wijk geleverd moet
worden. Dit hoeft elkaar niet uit te sluiten, maar er moet wel over de organisatie nagedacht
worden. De privacy is ook een belangrijk punt. Het gaat dan met name om het stellen van de
juiste vragen. Niet iedereen hoeft alles van iemand weten.
Maureen van der Pligt (SP)
De SP is fel tegen deze bezuinigingen en de bijbehorende decentralisaties. Maureen weet uit
ervaring hoeveel moeite het kost om de jongeren aan het werk te houden, als ze überhaupt al
aan het werk komen. Uit de risicoanalyse die de gemeente over deze drie decentralisaties heeft
laten maken, komt naar voren dat duizenden jongeren herkeurd worden, gaan uit de Wajonguitkering, komen bij DWI waar het misgaat omdat zij zich niet goed kunnen verwoorden of ze
reageren niet op tijd of niet goed. Het behouden van dagbesteding klinkt goed, maar wie brengt
ze daar naartoe. Mensen hebben nog maar een beperkt aantal kilometers. Maureen wil graag
meedenken, maar de SP gaat eerst keihard vechten om deze ramp tegen te houden.
Marijke Shahsavari (CDA)
Alle verschillende onderwerpen en hun samenhang zijn vandaag goed naar voren gekomen. De
gemeente bespreekt deze onderwerpen vaak apart, in verschillende commissies, in
verschillende beleidsnotities. Het gaat uiteindelijk om mensen. Het is fijn om te horen hoe de
aanwezigen hier tegenaan kijken. Het heeft veel indruk gemaakt en Marijke heeft hier veel van
opgestoken.
De politiek moet ook zorgen dat het meer zichtbaar wordt voor de rest van de samenlevingen en
andere politici. Het CDA verzet zich landelijk tegen de bezuinigingen en ook CDA Amsterdam
ziet liever dat deze bezuinigingen niet doorgaan. Maar als de voorstellen er toch doorkomen
moeten we kijken hoe we daar mee om moeten gaan op de meest verstandige manier. Gekeken
moet worden hoe de pijn verdeeld kan worden.
De solidariteit met de mantelzorgers voelt Marijke heel erg en daar wil zij zich de komende tijd
ook voor inzetten.
(D66)
In het kader van de 3Dʼs blijkt een groep tussen de wal en het schip te kunnen komen. Er is ook
winst te behalen als de gemeente de regie goed neemt. Begeleiding moet bij deze groep niet
weggehaald worden.
Carolien Roodink (D66)
Carlien sluit deels aan bij de vorige sprekers. Samenwerking is heel belangrijk. Niemand is in
een hokje te plaatsen en zeker deze doelgroep niet. dat is vandaag weer goed naar voren
gekomen. Het gaat om individuen, met individuele problematiek en begeleidingsvragen. Zij
hebben een eigen netwerk. Er moet goed naar de persoon gekeken worden. Bedenk: wat als het
je eigen moeder of je eigen kind zou zijn.
Einde
Deze bijeenkomst vindt plaats enkele weken voor de verkiezingen en enkele maanden voor het
nieuwe programma-akkoord. Bea daagt de dames politici uit om de verstandelijk beperkten voor
te laten komen in het programma-akkoord en dan niet alleen bij het hoofdstuk Zorg. Zij spreekt
ook de hoop uit dat de aanwezige politici hun collegaʼs uit kunnen leggen dat ze aan deze
doelgroep moeten denken. Niet alleen als het om zorg gaat, maar ook als het om
dienstverlening, wonen, vervoer of privacy gaat. Wellicht is een vervolgbijeenkomst nodig.
iii