September 2014 - Radboud Universiteit

Infolettre KFN
Nieuwsbrief
Kenniscentrum Frankrijk-Nederland
________________________________________________________________
1.1
Juni 2013
2.3
September 2014
Congres Aller-Retour: Reizen tussen Frankrijk en Nederland (en verder)
Met medewerking van Philip Freriks
Op vrijdag 26 september zal in Nijmegen ons tweede congres plaatsvinden. Het thema luidt Allerretour: Reizen tussen Frankrijk en Nederland (en verder). Franse reizigers in Nederland en
Nederlandse reizigers in Frankrijk bieden ons een uniek perspectief op nationale identiteitsvorming.
Tijdens dit congres zullen een aantal aansprekende casussen worden gepresenteerd. De ochtend zal
gewijd zijn aan presentaties van lopend wetenschappelijk onderzoek naar reizigers en reisverslagen
tussen de 17e en 20e eeuw. In de middag zal de actualiteit van Frans-Nederlandse reizen (en
verder) aan bod komen, met sprekers uit het bedrijfsleven die o.a. zullen ingaan op het Thalyseffect en handel tussen Nederland en Franstalig Afrika. Philip Freriks zal de afsluiting van het
congres verzorgen. Hieronder vindt u het programma en overige praktische informatie.
Datum: vrijdag 26 september 2014
Locatie: Radboud Universiteit Nijmegen
Ochtend: Heyendaalseweg 141, zaal GN 3
Middag: Erasmusplein 1, zaal 2.50
Contactpersoon: Prof. dr. Alicia C. Montoya
Aanmelden (gratis): [email protected]
PROGRAMMA
10:00 – 10.15 uur
Inloop en welkomstwoord door Theo Engelen
(decaan van de Letterenfaculteit)
12.15 – 13.00 uur Lunchpauze
13.00 – 14.30 uur
Sessie 3: Reizen tussen Frankrijk en
Nederland, toen en nu
10:15 – 11.15 uur
Sessie 1: Vroegmoderne reizigers
Voyager en Hollande aux XVIIIe-XIXe siècles:
du coche d'eau au train
Madeleine van Strien-Chardonneau
(Universiteit Leiden)
Reizen naar Parijs in de zeventiende eeuw:
bewondering, confrontatie, identiteit
Alan Moss (Radboud Universiteit Nijmegen)
Reizen tussen Frankrijk en Nederland anno
2014: het Thalys-effect
Ingrid Nuelant (Thalys International)
Franse beeldvorming over de Nederlanden in
zeventiende-eeuwse reisverslagen
Andreas Nijenhuis (Université de Savoie)
Besloten Franse onderwijskampeervereniging
GCU opent haar deuren voor Nederlandse
docenten Frans
Vic van der Toorn
11.15 – 12.15 uur
Sessie 2: De twintigste eeuw
De Nederlandse presentatie op de Exposition
Internationale des Arts Décoratifs in 1925
Monique Teunissen-Amagat (independent
scholar, Frankrijk)
1
Staatshoofden op reis sinds 1945
Jan-Willem Brouwer (Radboud Universiteit
Nijmegen)
14.30 – 15.00 uur Koffie / thee
15.00 – 16.30 uur
Sessie 3: De toekomst: Van Frankrijk naar
Franstalig Afrika
«Une France qui gagne dans un monde qui
bouge » à l’horizon 2020
Thomas de Lange, Gemma Gahan, Marjet de
Vries en Zoe Pankow
Zakendoen in (Franstalig) Afrika
Peter Niekus (Rabobank)
16.30 – 17.00 uur
Sluiting door Philip Freriks
PBA pour toujours
17.00 – 18.00 uur
Verre d’amitié
Aangeboden door de Alliance Française
Business in bier en fashion in Afrika
Georgine Dat (Vlisco)
________________________________________________________________________________________
Onze leden stellen zich voor
Een van onze doelstellingen is om mensen die
zich in Nederland bezighouden met Frankrijk
met elkaar in contact te brengen. Daarom
stellen in elke nieuwsbrief enkele KFN-leden
zich aan u voor.
Mandy Schreuder
Ik kwam in aanraking met
de Franse taal en cultuur
door het veelvuldig kamperen in het favoriete
vakantieland van de Nederlanders. Het feit dat
vriendjes en vriendinnetjes op de camping een
andere taal spraken, die ik niet begreep maar
die ik wel heel mooi vond klinken, intrigeerde
mij. Nadat ik de taal op de middelbare school
echt leerde en tijdens mijn diploma uitreiking
een dikke Larousse in de handen gedrukt
kreeg, heb ik een half jaar een intensieve Franse taalcursus in Chambéry gevolgd. Heerlijk
vond ik dat om zo met een taal bezig te zijn in
een land waar we lekker de tijd namen om
warm te lunchen tussen de middag. Bij terugkomst besloot ik dan ook Franse Taal en
Cultuur in Leiden te gaan studeren. Meer als
hobby en vanuit het oogpunt een leuke studie
te doen.
Elke zomer werkte in op een camping in
Frankrijk. Ik wist toen al dat ik na de studie
graag het bedrijfsleven in zou willen. Leiden
bood de Praktijkstudie Management als keuzeruimtevakken aan, zodat ik ook het één en
ander heb meegekregen van Human Resource
Management. Ik begon mijn carrière in een
Product Managers rol bij reisorganisatie Vacansoleil en deed daarna een Management
Traineeship bij ORMIT in Nederland.
2
Bij ORMIT leerden we ‘risico’s’ te nemen en
ons hart te volgen. Mijn droom was om in
Parijs te wonen en te werken. Dus vertrok ik in
januari 2009 op de bonnefooi zonder huis,
baan of kennissen ter plekke naar Parijs. Hier
vond ik alles wat ik zocht en woon hier nu nog
steeds. Mijn baan vond ik bij Mercer als HR
consultant, waarbij ik internationale bedrijven
help met problematieken rondom HR vraagstukken tijdens fusie en overname-trajecten.
Hierbij kunt u denken aan de Due Diligence
van de menselijke aspecten in een organisatie,
een inventarisatie van de bedrijfscultuur,
project management van het afstemmen van
arbeidsvoorwaardenpakketten in allerlei landen, workshops organiseren over hoe we
teams kunnen laten samenwerken in dit soort
trajecten, etc. Mijn klanten zijn bedrijven uit
de hele wereld. Het meest interessante voor
mij aan deze baan is het omgaan met de
interculturele verschillen in aanpak, methode
en management van allemaal. Ik voel mezelf
als een brug die elke keer gebouwd moet
worden om mensen elkaar te laten begrijpen.
Vooral als de fusie Nederland, België en
Frankrijk betreft is het voor mij enorm
interessant.
Aangezien ik naar Parijs kwam voor Parijs, heb
ik in 2013 besloten om de update van de
reisgids 100% Parijs van de Nederlandse Uitgeverij Mo’Media te herschrijven. Deze leuke
reisgids en App biedt zes wandelingen door de
stad, langs de leukste (en goed verstopte)
adresjes. Het was ontzettend interessant om
de stad opnieuw en anders te ont-dekken,
routes uit te stippelen die net anders lopen
dan men gewend is, en om te schrijven. De
reisgids zal in februari 2015 in de winkels
liggen. In Parijs zijn allerlei initiatieven voor
Nederlanders waar ik vaak te vinden ben. Zo is
hier de Nederlandse Zakengemeenschap in
Parijs en De Club des Affaires Paris Amsterdam, die vaak pakkende lezingen met FransNederlands verband verzorgen. Er is hier een
Nederlandse Vereniging die vaak leuke activiteiten organiseren (zoals Sinterklaas of Leids
Ontzet). En tot slot worden belangrijke zaken
zoals in het Oranje voetbal kijken hier ook
goed georganiseerd. Als lid van het Kenniscentrum, hoop ik een steentje bij te kunnen
dragen aan het aanscherpen van alle contacten tussen al deze verbanden.
Jan Willem Brouwer
‘If you are lucky enough
to have lived in Paris as
a young man, then
wherever you go for
the rest of your life, it
stays with you, for Paris
is a moveable feast.’
Hemingway had natuurlijk gelijk, maar bij
mij begon het feest
toch al vóór mijn Parijse tijd. De basis is gelegd
eerst door tekst en tekeningen van Le voyage
de Babar en later door Cees Doove, mijn leraar
Frans op het Rijnlands Lyceum.
Achteraf gezien was 1966 een scharnierjaar. In
april kreeg ik op mijn tiende verjaardag een
transistorradio en hoorde ik La poupée qui fait
non van Michel Polnareff. In juli gingen wij
met vakantie naar Frankrijk. De aanblik van
een ijskast achter de voordeur van een klein
huisje bracht mijn vader tot een college over
hoe De Gaulle het land had gemoderniseerd.
In augustus ging ik naar de vijfde klas van de
Terweeschool in Oegstgeest en kreeg ik – van
het schoolhoofd die kennelijk als een van de
laatsten beschikte over de speciale lesbevoegdheid die de Alliance française sinds de
jaren vijftig verschafte – mijn eerste lessen
Frans.
Groningen moet ook een rol hebben gespeeld.
Op het Instituut voor Geschiedenis heerste –
al of niet uitgesproken – een onmiskenbaar
Frans tintje met Henri Baudet (Mijn dorp in
Frankrijk), Ernst Kossmann (La Fronde) en
Isaac Lipschits (La politique de la France au
Levant 1939-1941). Baudet spande zich in om
mij naar Parijs te krijgen. Dat is dus gelukt. In
1983-1986 verbleef ik af en aan in een
3
chambre de bonne in het onvolprezen Institut
néerlandais. Ik deed er archiefonderzoek voor
mijn proefschrift over Frans-Nederlandse
betrekkingen na 1945, maar had ruimschoots
de tijd om de studie van de Franse taal-, landen volkenkunde serieus in de praktijk te
brengen: het eerste septennat van Mitterrand,
de Franse pers, Serge Gainsbourg, te veel om
op te noemen.
Na enige omzwervingen (Brussel bleek ook
een uitstekende plaats voor Frankrijkstudies!),
belandde ik eind 1987 in Nijmegen als onderzoeker op het Centrum voor Parlementaire
Geschiedenis. Sinds 1997 ben ik gastdocent
‘études européennes’ aan de UCL Louvain-laNeuve.
Wanneer mogelijk probeer ik onderzoek te
doen naar de Frans-Nederlandse betrekkingen. Af en toe vragen Nederlandse of
Franstalige media om commentaar over de
stand van de Vijfde republiek, troonswisselingen of het Waalse beeld van Nederland.
Recentelijk werd ik ‘ontdekt’ door de afdeling
Frans van de Radbouduniversiteit. Zij vragen
mij soms voor gastcollege over de Franse politiek. Voor mijn verhaal over staatsbezoeken
op het KFN-congres ‘Aller-retour’ mag ik zelfs
weer naar Parijs voor een paar dagen
archiefonderzoek. Kortom, het moveable feast
duurt voort.
Monique Teunissen-Amagat
Na mijn jeugd en
middelbare schooltijd
aan het Jeanne d’Arclyceum te Maastricht
ben ik opgeleid aan
de Letterenfaculteit
van de (Rijks)-Universiteit Utrecht. Sinds
mijn afstuderen aan het Kunsthistorisch
Instituut in 1983 heb ik als wetenschappelijk
onderzoeker onder andere meegewerkt aan
enkele grote projecten op het gebied van de
geschiedenis van de Nederlandse vormgeving,
gerealiseerd in samenwerking met Nederlandse musea. Ik publiceerde daarover vanaf
de jaren tachtig zoals in de tentoonstellingscatalogi Industrie & Vormgeving in Nederland
1850-1950 (Stedelijk Museum Amsterdam) en
Holland in Vorm (diverse musea) en later in
Van Neo-Renaissance tot Postmodernisme
1870 – 1995 en in The Dictionary of Art.
Bovendien schreef ik een tweetal monografieën over Nederlandse ontwerpers in een
serie, verschenen onder aspiciën van de
Beroepsvereniging van Nederlandse Interieurarchitecten : over Paul Bromberg en Hendrik
Wouda. Deze ontwerpers waren voor de
Tweede Wereldoorlog werkzaam voor Metz &
Co. en H. Pander & Zonen, gerenommeerde
Nederlandse firma’s gespecialiseerd op het
gebied van kunstnijverheid en interieurkunst.
Beiden exposeerden in Parijs op de grote
Exposition Internationale des Arts Décoratifs et
Industriels Moderne in 1925. Bromberg
publiceerde veel, zoals over de Franse
decoratieve kunst te zien op de Salons des
Arts Décoratifs (SAD) te Parijs. Ik schreef zelf
ook enige recensies over SAD-salons. Naast
mijn kunsthistorisch onderzoek krijgen hedendaagse creatieve producties en presentaties
in Frankrijk nog steeds mijn aandacht en deze
beschrijf of bespreek ik met enige regelmaat.
Mijn interesse voor de Franse cultuur is niet
erg vreemd : vanaf mijn lagere schooltijd bij de
zusters Ursulinen kreeg ik extra Franse les
omdat mijn ouders het belang daarvan
inzagen. Ofschoon ik mijn kunsthistorische
werkzaamheden in Nederland voortzette
verhuisde ik naar Zuid-Frankrijk. Mijn relatie
met Nederland bleef bestaan en werd zelfs
het uitgangspunt voor een intercultureel
onderzoek.
Een groot Europees project in wording, opgezet door de gemeente Straatsburg, getiteld
‘Less is More’ heeft de intentie met name de
onderlinge verbanden en achter-liggende,
veelal utopistische, idealen ten aanzien van de
Europese modernistische architectuur in
relatie tot beeldende kunst uit de periode van
het interbellum nader toe te lichten. Mijn
lopende onderzoek naar de relatie tussen
Nederlandse kunstenaars en de vooraanstaande aristocratische familie de Noailles
past in dit grotere kader. In de Villa de Noailles
te Hyères (Zuid-Frankrijk) is midden jaren
twintig werk gerealiseerd van Sybold van
Ravesteyn en van Theo van Doesburg. De
Universiteit van Amsterdam (Restauratieatelier) en de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed werken sinds kort aan dit onderzoek
mee.
4
Eind dit jaar publiceer ik bovendien bij
uitgeverij NAi010 het boek Piet Klaarhamer
Architect en Meubelontwerper, geschreven
door studievriendin en vakgenote Marijke
Kuper, die in 2011 overleed.
Nieuws van onze leden
In deze rubriek brengen leden van het Kenniscentrum verslag uit van hun activiteiten op
het gebied van de Franse cultuur en FransNederlandse betrekkingen.
____________________________________
Nieuw internetplatform voor francofonen en
francofielen in Nederland
In Nederland is er een grote vraag naar het
verbeteren van de toegang tot en het delen
van nuttige informatie voor francofonen het
francofielen, zowel voor organisatoren van
evenementen als publiek.
Voor publiek geïnteresseerd in de Franse taal
of cultuur is het niet altijd even makkelijk om
evenementen of informatie te vinden die ze
mogelijk zou interesseren. Elke maand worden
er diverse initiatieven georganiseerd, overal in
Nederland: conferenties, debatten, ontmoetingen of concerten die allemaal op verschillende manieren verbonden zijn aan de Franse
cultuur, maar die helaas niet bij iedereen bekend zijn. Ook organisatoren kunnen niet altijd
het publiek bereiken dat zij zoeken voor deze
initiatieven. De creatie van een nieuw internetplatform stelt geïnteresseerde organisatoren in de mogelijkheid de vele initiatieven te
delen met het beoogde publiek, die zo gemakkelijk evenementen kunnen vinden op basis
van interesses (cultuur, toerisme, zakelijk,
gastronomie, taalkunde, studie etc).
Meer informatie vindt u hier.
Tanguy Le Breton
Le Lion Bleu
______________________________________
CCIP-examens Le Français des Affaires
Eind april 2014 hebben de Chambre de
Commerce et d’Industrie de Paris (CCIP)
examens plaats gevonden op het officieel
erkend CCIP-examencentrum voor het Hoger
Onderwijs Nederland dat gehuisvest is bij de
Universiteit van Leiden (Opleiding Franse taal
5
en Cultuur). Negen studenten die o.a. dit
voorjaar de Masterlanguagecursus l'Enjeu des
relations interculturelles et l'exemple des
affaires hebben gevolgd op de VU – dat in
binôme is gegeven door de Universiteit van
Leiden en de Universiteit van Utrecht - hebben
tevens het examen Diplôme de français
professionnel – affaires C1 met goed gevolg
afgelegd. Alle studenten zijn geslaagd waaronder zes met mention bien tot très bien. Een
oud-studente van de Opleiding Franse taal en
Cultuur van de Universiteit van Leiden heeft
het Diplôme de français professionnel – juridique B2 met mention behaald. De CCIP
diploma’s vinden internationaal erkenning en
beantwoorden aan de criteria van het Europees Referentiekader Talen (ERK).
Isabelle Van de Calseyde
Universiteit Leiden
______________________________________
ambassade in Nederland en de Nederlandse
ambassade in Frankrijk wordt georganiseerd.
Dit najaar verandert ook de samenstelling van
het personeel van het RFN. Eind deze maand
wordt afscheid genomen van directeur Philippe Noble, die met pensioen gaat en voor het
komende jaar de fakkel overdraagt aan
Richard Davis, vicevoorzitter en hoofd van de
dienst Internationale Betrekkingen van Université Lille 3. Voor de dagelijkse gang van zaken
zorgt beleidmedewerkster Leen Drieskens
([email protected]), die vanaf eind
dit jaar – na een paar maanden onderbreking
– opnieuw wordt bijgestaan door Nettie
Abbring.
Meer informatie over alle evenementen en
programma’s vindt u op www.frnl.eu.
Philippe Noble
Réseau franco-néerlandais
______________________________________
Nieuws van het Réseau franco-néerlandais
Dit najaar kan het Réseau franco-néerlandais
(RFN) terugblikken op een geslaagd jaarlijks
congres, het eerste dat samen met nieuwe
partner Nuffic werd georganiseerd. Op 30 juni
en 1 juli kwamen ruim 80 deelnemers uit
Nederland, België en Frankrijk bij elkaar op de
campus van Université Lille 3 in Villeneuve
d’Ascq om inspirerende lezingen en debatten
te volgen rond ‘Mobiliteit en samenwerking in
een digitaal tijdperk’. Alle bijdragen kunnen op
onze website (www.frnl.eu) geraadpleegd
worden.
Maar bovenal wordt er vooruit gekeken: vanaf
15 september gaan de inschrijvingen open
voor de herfstsessie van het ‘Eole’ beurzenprogramma. Met onze Eole-beurzen stellen
we excellente Masterstudenten en promovendi uit Frankrijk in de gelegenheid om hun
stage of studieverblijf in Nederland (gedeeltelijk) te financieren. Bij de voorjaarssessie 2014
konden 25 kandidaten een beurs in de wacht
slepen.
In november brengen het RFN en de Nuffic in
samenwerking met de Nederlandse ambassade in Parijs bijzondere ‘Jonge Talenten’ uit
Nederland en Frankrijk bij elkaar, die in debat
zullen gaan rond het thema Smart City. Deze
bijeenkomst is een onderdeel van een jaarlijkse expert meeting, de ‘Erasmus-Descartes
Conferentie’ die beurtelings door de Franse
Marche internationale de Nimègue
‘De Nijmeegse Vierdaagse’
Etre consul honoraire d’un pays est un très
grand honneur, être consul honoraire de son
pays natal est non seulement exceptionnel
mais c’est, en outre, un immense privilège.
Pendant une dizaine d’années j’ai bénéficié de
ce privilège et je me suis efforcée d’en faire
une réussite.
Ma fonction de Consul honoraire à Nimègue
pour les provinces de Gelderland et Overijssel
m’a offert des possibilités intéressantes grâce
aux trois universités, à une chambre de
commerce et à la plus grande marche internationale du monde qui englobent, en ellesmêmes, trois pôles importants dans la société:
l’enseignement, le commerce et le sport.
Je découvrais très vite que cette fonction
honorifique ouvre de très nombreuses portes
et comme son profil est à géométrie variable,
chacun peut lui-même le définir, j’avais champ
libre pour mes idées les plus audacieuses.
Parmi les 160 consuls honoraires qui représentent leurs pays aux Pays-Bas, il y a sept consuls
honoraires de France; la plupart est soit
homme d’affaires, soit chef d’entreprise nationale ou multinationale ou avocat. Ayant fait
carrière dans l’enseignement et la culture je
me suis lancée de nouveaux défis en créant
divers liens entre ‘mes’ deux provinces et la
France.
Pour l’université ce fut assez facile car j’y ai
fait moi-même des études, de plus la faculté
de droit de Nimègue est jumelée avec celle de
l’université de Poitiers. En ce qui concerne les
deux autres universités, Wageningen et
Twente, nombre de nos compatriotes viennent y soutenir une thèse et ils m’invitaient
régulièrement à leur soutenance.
Un consul honoraire de France, tout au moins
celui de Nimègue, est sollicité à de nombreuses occasions pour représenter la France
à des réceptions de tout ordre: voeux des
villes, de la province, ouverture de l’année
académique, sortie d’un nouveau livre, manifestations culturelles et sportives, comme par
exemple les 4 jours de marche de Nimègue.
Les 4 jours de marche de Nimègue avec ses
45.000 marcheurs est la marche la plus
importante au monde et l’activité qui, aux
Pays-Bas, rassemble le plus de visiteurs. A
cette occasion la ville passe de 180.000
habitants à 2,1 million, ce qui demande une
organisation imposante et pointue pour la
sécurité, le logement et la santé de tous.
Ce qui caractérise cette manifestation, en
dehors de la dure prestation sportive, c’est
l’ambiance bon enfant qui règne pendant une
semaine dans la ville et ses environs.
Au cours de ces festivités, se côtoient en toute
amitié les jeunes et les moins jeunes, les
hommes et les femmes, les militaires et les
civils, les hommes et les femmes de toutes
couleurs et de toutes religions.
En mai 2004 je recevais un coup de fil du chef
du protocole des ‘4 jours de marche de
Nimègue’ désolé, cherchant la raison pour laquelle il ne recevait jamais de réponse positive
à ses diverses invitations, de la part des
représentants français.
Afin de montrer la bonne volonté de la France,
j’acceptais les invitations et c’est ainsi que
deux mois plus tard je me retrouvais le vendredi, jour de la grande finale, dans les loges
de la tribune VIP, très fière de représenter
mon pays à cette manifestation qui m’impressionnait depuis des années. A mon plus vif regret, je constatais la participation quasi inexistante des militaires français; m’étonnant
qu’un grand pays comme la France soit si mal
représenté, j’en informais très vite l’ambassade de France à La Haye.
6
Puis dans la même foulée, comme le hasard
fait toujours bien les choses, je recevais un
coup de fil d’un certain Jean-Pierre Mezure,
réserviste à Toulouse. Après une très longue
conversation nous étions arrivés à la conclusion que nous pourrions développer cette
participation en collaborant. Quelques années
plus tard après moult et moult coups de fil et
de courriels le nombre des marcheurs militaires français frôlait les 200.
Quel a été mon rôle? Faciliter les contacts
français-néerlandais, traduire des textes, faire
l’interprête, inviter les autorités françaises,
commander la gerbe que nous déposions le
troisième jour à Groesbeek, assister au pot sur
le camp Heumensoord le lundi matin, mobiliser la presse, organiser un pot chez moi,
représenter la France quotidiennement cette
semaine-là.
Les 4 jours de marche de Nimègue ont été
pour moi aussi une sorte de compétition mais
quel plaisir de rencontrer mes compatriotes et
quelle fierté de les voir entrer dans la ville
euphoriques, heureux de leur prestation et si
fiers de porter nos couleurs.
Cet engagement, qui n’aurait pu être sans le
dynamisme et la sympathie de Jean Pierre
Mezure, m’a apporté de magnifiques rencontres et de grands moments d’amitié.
J’ai beaucoup appris sur une organisation
totalement méconnue de moi, l’armée; j’y ai
découvert sa discipline mais aussi sa fraternité
et beaucoup de chaleur humaine.
Il me reste un souhait, c’est que le plus grand
nombre de nos compatriotes connaissent et
vivent au moins une fois ces fabuleux et
incomparables ‘4 jours de marche de
Nimègue’.
Drs. Violette van der Spek-Chouzenoux
Consule honoraire de France à Nimègue
de 2002 à 2011
______________________________________
Vacature: Teacher in Residence Frans
Aan de Faculteit der Letteren van de Radboud
Universiteit Nijmegen is een vacature voor een
Teacher in Residence voor het schoolvak
Frans. Het betreft een aanstelling voor 1 dag
per week. De bedoeling is dat de Teacher in
Residence de BA-opleiding Franse taal en cultuur helpt om de overgang van VWO naar
universiteit soepeler te laten verlopen. Klik
hier voor meer informatie over deze vacature.
Marc Smeets
Radboud Universiteit
______________________________________
Emission spéciale ‘Université d'été du
MEDEF’
Via deze link kunt u een speciale aflevering
van het radioprogramma ‘Les Matins d’éte’ op
France Culture beluisteren over ‘Université
d’été du MEDEF’, met bijdragen van onder
andere Gemma Gahan (min. 94.00), student
aan de Universiteit Leiden.
Isabelle van de Calseyde
Universiteit Leiden
____________________________________
SRNU-nacholingscursus De Grande Guerre in
de Franse literatuur
Op 7 november a.s. organiseert de SRNU in
Leiden een cursusdag omtrent de Eerste
Wereldoorlog in de Franse literatuur.
Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat
de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Ongekend
waren de omvang van het bloedbad (8,5
miljoen militairen en 13 miljoen burgers), de
verbetenheid van de gevechten, en de schaal
van de verwoestingen. Verstrekkend ook de
gevolgen: het Duitse Keizerrijk, het tsaristische Rusland, de Oostenrijks-Hongaarse
dubbelmonarchie en het Ottomaanse Rijk vielen uiteen, er ontstonden nieuwe natie-staten.
Voor de vele bloedige oorlogen die nog zouden volgen (de Tweede Wereldoorlog, de
dekolonisatieconflicten en de Balkanoorlog) werd de eerste kiem gelegd. Met recht
kan deze eerste industriële oorlog de ‘smidse’
van de twintigste eeuw genoemd worden.
Deze Grote Oorlog, the Great War, la Grande
Guerre, heeft de herinneringen en de verbeelding van een aantal opeenvolgende generaties getekend. In de de Franse literatuur heeft
zij tot een stortvloed aan romans, getuigenissen en gedichten geleid - al tijdens de
oorlog of in de jaren daarna geschreven door
auteurs die vaak zelf aan het front gestreden
hadden. Inmiddels klassiek geworden romans
van Dorgelès, Barbusse, Céline, Cendrars,
Giono, maar ook gedichten van bijvoorbeeld
Apollinaire.
De lezingen (in het Nederlands) zijn bedoeld
voor docenten in het voortgezet onderwijs,
7
studenten van universiteiten en hogescholen,
en eenieder die er belangstelling voor heeft ter informatie en inspiratie. De sprekers zijn
allen ervaren docenten aan universiteiten.
Meer informatie over het programma vindt u
op www.romanisten.nl.
Erik Schoorlemmer
Universiteit Leiden
_____________________________________
Colloque international Françoise de Graffiny
J'ai participé en juillet à un colloque très
intéressant à Lunéville sur Mme de Graffigny
et les actes seront prochainement publiés aux
éditions Garnier. J'ai, pour ma part, fait une
présentation sur la réception de la traduction
de Cénie dans les Provinces-Unies.
Marjolein Hageman
Universiteit Leiden
_____________________________________
Frankrijk: culturele samenwerking anno 2014
DutchCulture organiseert in 2014 een reeks
landenbijeenkomsten. Op maandag 29 september staat Frankrijk centraal.
Aanleiding voor de bijeenkomst is de start van
het Atelier Néerlandais in Parijs en het nieuwe
Nederlandse cultuurbeleid ten aanzien van
Frankrijk. Frankrijk is al jaren een vaste
waarde in de toptien van Buitengaats, het
overzicht van Nederlandse internationale
culturele activiteiten. Het land geldt niet
alleen als een cultuurnatie, maar is ook een
springplank naar de andere delen van de
wereld.
Te gast bij deze bijeenkomst is Peter Vermaas,
NRC-correspondent in Frankrijk. Aan de hand
van recente politiek-maatschappelijke ontwikkelingen in Frankrijk voorziet hij de Nederlands-Franse (culturele) samenwerking van
een bredere context. Bart Hofstede, cultureel
attaché op de Nederlandse ambassade Parijs,
gaat in op de Nederlands-Franse culturele uitwisseling en samenwerking. De ambassade is
initiator van het Atelier Néerlandais, een
nieuwe ontmoetings- en werkplek in Parijs
voor de Nederlandse creatieve bedrijfstakken.
Cultuurmakers in uiteenlopende sectoren
werken intensief samen met Franse partners
en vertellen daarover, met onder meer
Margot
Dijkgraaf
(intendant
bij
de
Nederlandse ambassade in Parijs); Marloes
Krijnen (directeur FOAM); Pieter Scholten
(artistiek directeur van het Ballet National de
Marseille en het International Choreographic
Arts Centre in Amsterdam); Ellen de Bruijne
(galeriehouder) en Harry Bos (intendant film
bij de Nederlandse ambassade in Parijs).
De bijeenkomst vindt plaats in Felix &Foam
(Keizersgracht 324, Amsterdam) en deelname
is gratis. Voor meer informatie en aanmelden:
zie de website van DutchCulture.
______________________________________
Werkgroep Onderwijs
Donderdag 13 november 2014:
Dag van de Franse Taal
Namens het KFN ben ik nauw betrokken bij de
organisatie van een landelijke Dag van de
Franse taal voor het voortgezet onderwijs.
Dit project, dat wordt gecoördineerd door de
Ronde Tafel Frans, heeft tot doel om het
schoolvak Frans landelijk op de kaart te zetten
en leerlingen te enthousiasmeren voor de
Franse taal en cultuur. Op dit moment hebben
al meer dan 60 vaksecties zich aangemeld
voor deelname aan de Dag van de Franse Taal.
Zij stellen hun eigen programma samen, van
heel kleinschalig (een ludieke invulling van de
Franse lessen) tot een zeer ambitieus
programma (een totaalprogramma waarbij de
hele school in het teken van de Franse taal en
cultuur staat). In samenwerking met de
educatieve uitgevers ontwikkelt de Ronde
Tafel Frans interdisciplinair projectmateriaal
voor 13 november. Ook worden er sponsors
en ambassadeurs geworven.
8
De Ronde Tafel Frans hoopt dat ook de
universitaire gemeenschap wil meehelpen om
de Dag van de Franse Taal tot een succes te
maken. Met name inhoudelijke bijdragen van
romanisten zijn zeer welkom: er is op de
scholen veel behoefte aan gastsprekers die
een presentatie of workshop voor de leerlingen kunnen verzorgen. Mocht u daarvoor
concrete voorstellen hebben, dan kunt u die
(liefst voor 1 oktober) doorgeven via
[email protected]. De Ronde Tafel
Frans brengt u dan in contact met scholen in
uw regio. Kijk voor meer informatie op
www.tablerondepourlefrançais.nl
Maaike Koffeman
KFN / Ronde Tafel Frans
______________________________________
Werkgroep Tolken en vertalers
Verslag SIGV-studiedag ‘Juridisch tolken en
vertalen vanuit het niet-standaard Frans’
Op 14 juni 2014 is er samen met het SIGV een
studiedag in Utrecht georganiseerd met als
thema het Frans als tweede taal in Afrika. Het
ochtendgedeelte bestond uit een rollenspel
Tweede gehoor IND (Immigratie en Naturalisatie Dienst) waarin een Franssprekende
Afrikaanse asielaanvrager door een functionaris van de IND middels een tolk werd
gehoord. De middag telde vier lezingen. Janine
Berns (Radboud Universiteit), opende met
Frans: eenheid en verscheidenheid. Via een
“historische reis” door Frankrijk, België, Canada, Louisiana werd duidelijk dat het Frans dat
momenteel door 220 miljoen personen gesproken wordt geen eenheid van uitspraak
kent. Oorzaak en gevolg werden besproken en
snel was duidelijk dat ‘taalvariatie – tevens
een van de moeilijkheden bij het vertalen- de
dynamiek van de taal toont’. De pragmatiek
van Afrikaanse taalsprekers was het onderwerp van Maarten Mous (Universiteit Leiden).
Na uitleg over wat pragmatiek is kwamen de
vier maximes van Paul Grice aan bod die
grofweg inhouden dat (Westerse) sprekers zo
helder, volledig en doelmatig mogelijk proberen te communiceren. Voorbeelden lieten
duidelijk zien dat de rol van de tolk niet voor
de hand ligt en dat de maximes niet altijd (en
misschien wel nooit) opgaan voor het Frans als
tweede taal in Afrika. De derde lezing betrof
‘Het’ Frans van West Afrika. Margot van den
Berg (Radboud Universiteit) en Victoria Nyst
(Universiteit Leiden) lieten zien dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen Afrikaanse
varianten van het Frans en het standaard
Frans uit Frankrijk, maar ook tussen de Afrikaanse varianten onderling, m.n. uitspraak,
lexicon, uitdrukkingen, grammatica en nonverbale communicatie. De laatste lezing, over
De juridische praktijk van het tolken voor
Franssprekende Afrikanen, was van advocaat
Willem Boelens. Na uitleg over het functioneren van de IND werden de verhouding
asielzoeker – IND, de verhouding tolk – asielzoeker en de verhouding tolk – IND besproken. Van de tolk wordt verwacht ‘woorden interpretatiegetrouw te vertolken wat er
over en weer tussen de gehoorambtenaar en
de asielzoeker wordt gezegd’. De praktijk laat
zien dat deze ideale situatie nooit wordt
bereikt. Boelens concludeert dat de rol van de
tolk cruciaal is, want ‘één verkeerd verstaan of
begrepen woord kan het verschil maken
tussen toelating of uitzetting’. Unaniem waren
de deelnemers van mening dat de lezingen om
nog meer verdieping vragen. Concreet is
voorgesteld een databank te creëren waarin
praktijkvoorbeelden worden gegeven betreffende lexicon, uitdrukkingen of andere problemen die zich kunnen voordoen bij het
tolken en vertalen. Mededelingen hierover
zullen later in het najaar 2014 volgen. Tevens
wordt er nagedacht over een tweede
studiedag begin 2015.
Isabelle Van de Calseyde
______________________________________
Publicaties
Françoise Lucas is literatuurwetenschapper en
vakdidactica. Ze combineert beide expertises
om innovatieve leerarrangementen voor de
klas te ontwerpen. Onlangs verscheen haar
artikel over het genre van de autobiografie en
taaltaken voor het moderne vreemdetalenonderwijs:
Lucas, F. (2014). ‘Déjouer l’attente ou lorsque
le « je » est surtout un autre. L’autobiographie
en classe de langue.’ in C. Martinot & A. Pegaz
Paquet (Red.), Innovations didactiques en
français langue étrangère (pp. 129-136). Paris:
CRL.
9
Met gepaste trots stuur ik hierbij de link door
naar het zopas verschenen themanummer
‘Environment and communication’ van het
Franse (tweetalig Engels en Frans) tijdschrift
ESSACHESS. Samen met collega MarieGabrielle Suraud, Universiteit Toulouse 3 Paul Sabatier, hebben we er het voorbije jaar
aan gewerkt. Het nummer bevat bijdragen uit
7 Europese landen, over een scala aan milieuthema’s, met vooral empirisch rijke bijdragen.
Kernpunt van de bijdragen: naarmate milieuthema’s, via ‘communicatie’, penetreren in
allerlei maatschappelijke sferen en domeinen,
worden zij ook voortdurend vertaald en geherdefinieerd. Dat leidt er soms toe dat ze van
hun scherpe kanten worden ontdaan, dat ze
worden gemainstreamd, dat ze worden ‘vermengd’ met andere thema’s en zorgen, en
daarbij soms vreemde metamorfoses ondergaan en - uiteraard - soms ook eenvoudig
misbruikt worden.
Pieter Leroy
Radboud Universiteit Nijmegen
Over het Kenniscentrum Frankrijk-Nederland
Bestuur
Het bestuur van het Kenniscentrum wordt
gevormd door Alicia C. Montoya (Radboud
Universiteit Nijmegen), Isabelle Van de Calseyde (Universiteit Leiden), Maaike Koffeman
(Radboud Universiteit Nijmegen), Matthijs Lok
(Universiteit van Amsterdam), Marc Smeets
(Radboud Universiteit Nijmegen) en Michel
Wauthion (Institut Français des Pays-Bas).
Contact
U kunt het Kenniscentrum Frankrijk-Nederland
bereiken via [email protected]. U vindt ons
ook op Facebook en LinkedIn. Wij stellen
het op prijs als u actief meedenkt, bijvoorbeeld door activiteiten en publicaties aan te
melden of voorstellen te doen voor samenwerking op het gebied van onderwijs of
onderzoek.
Kijk voor meer informatie, nieuws en agenda
op onze website: www.ru.nl/frankrijk.