Infolettre KFN Nieuwsbrief Kenniscentrum Frankrijk-Nederland ________________________________________________________________ 1.1 Juni 2013 2.3 September 2014 Congres Aller-Retour: Reizen tussen Frankrijk en Nederland (en verder) Met medewerking van Philip Freriks Op vrijdag 26 september zal in Nijmegen ons tweede congres plaatsvinden. Het thema luidt Allerretour: Reizen tussen Frankrijk en Nederland (en verder). Franse reizigers in Nederland en Nederlandse reizigers in Frankrijk bieden ons een uniek perspectief op nationale identiteitsvorming. Tijdens dit congres zullen een aantal aansprekende casussen worden gepresenteerd. De ochtend zal gewijd zijn aan presentaties van lopend wetenschappelijk onderzoek naar reizigers en reisverslagen tussen de 17e en 20e eeuw. In de middag zal de actualiteit van Frans-Nederlandse reizen (en verder) aan bod komen, met sprekers uit het bedrijfsleven die o.a. zullen ingaan op het Thalyseffect en handel tussen Nederland en Franstalig Afrika. Philip Freriks zal de afsluiting van het congres verzorgen. Hieronder vindt u het programma en overige praktische informatie. Datum: vrijdag 26 september 2014 Locatie: Radboud Universiteit Nijmegen Ochtend: Heyendaalseweg 141, zaal GN 3 Middag: Erasmusplein 1, zaal 2.50 Contactpersoon: Prof. dr. Alicia C. Montoya Aanmelden (gratis): [email protected] PROGRAMMA 10:00 – 10.15 uur Inloop en welkomstwoord door Theo Engelen (decaan van de Letterenfaculteit) 12.15 – 13.00 uur Lunchpauze 13.00 – 14.30 uur Sessie 3: Reizen tussen Frankrijk en Nederland, toen en nu 10:15 – 11.15 uur Sessie 1: Vroegmoderne reizigers Voyager en Hollande aux XVIIIe-XIXe siècles: du coche d'eau au train Madeleine van Strien-Chardonneau (Universiteit Leiden) Reizen naar Parijs in de zeventiende eeuw: bewondering, confrontatie, identiteit Alan Moss (Radboud Universiteit Nijmegen) Reizen tussen Frankrijk en Nederland anno 2014: het Thalys-effect Ingrid Nuelant (Thalys International) Franse beeldvorming over de Nederlanden in zeventiende-eeuwse reisverslagen Andreas Nijenhuis (Université de Savoie) Besloten Franse onderwijskampeervereniging GCU opent haar deuren voor Nederlandse docenten Frans Vic van der Toorn 11.15 – 12.15 uur Sessie 2: De twintigste eeuw De Nederlandse presentatie op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs in 1925 Monique Teunissen-Amagat (independent scholar, Frankrijk) 1 Staatshoofden op reis sinds 1945 Jan-Willem Brouwer (Radboud Universiteit Nijmegen) 14.30 – 15.00 uur Koffie / thee 15.00 – 16.30 uur Sessie 3: De toekomst: Van Frankrijk naar Franstalig Afrika «Une France qui gagne dans un monde qui bouge » à l’horizon 2020 Thomas de Lange, Gemma Gahan, Marjet de Vries en Zoe Pankow Zakendoen in (Franstalig) Afrika Peter Niekus (Rabobank) 16.30 – 17.00 uur Sluiting door Philip Freriks PBA pour toujours 17.00 – 18.00 uur Verre d’amitié Aangeboden door de Alliance Française Business in bier en fashion in Afrika Georgine Dat (Vlisco) ________________________________________________________________________________________ Onze leden stellen zich voor Een van onze doelstellingen is om mensen die zich in Nederland bezighouden met Frankrijk met elkaar in contact te brengen. Daarom stellen in elke nieuwsbrief enkele KFN-leden zich aan u voor. Mandy Schreuder Ik kwam in aanraking met de Franse taal en cultuur door het veelvuldig kamperen in het favoriete vakantieland van de Nederlanders. Het feit dat vriendjes en vriendinnetjes op de camping een andere taal spraken, die ik niet begreep maar die ik wel heel mooi vond klinken, intrigeerde mij. Nadat ik de taal op de middelbare school echt leerde en tijdens mijn diploma uitreiking een dikke Larousse in de handen gedrukt kreeg, heb ik een half jaar een intensieve Franse taalcursus in Chambéry gevolgd. Heerlijk vond ik dat om zo met een taal bezig te zijn in een land waar we lekker de tijd namen om warm te lunchen tussen de middag. Bij terugkomst besloot ik dan ook Franse Taal en Cultuur in Leiden te gaan studeren. Meer als hobby en vanuit het oogpunt een leuke studie te doen. Elke zomer werkte in op een camping in Frankrijk. Ik wist toen al dat ik na de studie graag het bedrijfsleven in zou willen. Leiden bood de Praktijkstudie Management als keuzeruimtevakken aan, zodat ik ook het één en ander heb meegekregen van Human Resource Management. Ik begon mijn carrière in een Product Managers rol bij reisorganisatie Vacansoleil en deed daarna een Management Traineeship bij ORMIT in Nederland. 2 Bij ORMIT leerden we ‘risico’s’ te nemen en ons hart te volgen. Mijn droom was om in Parijs te wonen en te werken. Dus vertrok ik in januari 2009 op de bonnefooi zonder huis, baan of kennissen ter plekke naar Parijs. Hier vond ik alles wat ik zocht en woon hier nu nog steeds. Mijn baan vond ik bij Mercer als HR consultant, waarbij ik internationale bedrijven help met problematieken rondom HR vraagstukken tijdens fusie en overname-trajecten. Hierbij kunt u denken aan de Due Diligence van de menselijke aspecten in een organisatie, een inventarisatie van de bedrijfscultuur, project management van het afstemmen van arbeidsvoorwaardenpakketten in allerlei landen, workshops organiseren over hoe we teams kunnen laten samenwerken in dit soort trajecten, etc. Mijn klanten zijn bedrijven uit de hele wereld. Het meest interessante voor mij aan deze baan is het omgaan met de interculturele verschillen in aanpak, methode en management van allemaal. Ik voel mezelf als een brug die elke keer gebouwd moet worden om mensen elkaar te laten begrijpen. Vooral als de fusie Nederland, België en Frankrijk betreft is het voor mij enorm interessant. Aangezien ik naar Parijs kwam voor Parijs, heb ik in 2013 besloten om de update van de reisgids 100% Parijs van de Nederlandse Uitgeverij Mo’Media te herschrijven. Deze leuke reisgids en App biedt zes wandelingen door de stad, langs de leukste (en goed verstopte) adresjes. Het was ontzettend interessant om de stad opnieuw en anders te ont-dekken, routes uit te stippelen die net anders lopen dan men gewend is, en om te schrijven. De reisgids zal in februari 2015 in de winkels liggen. In Parijs zijn allerlei initiatieven voor Nederlanders waar ik vaak te vinden ben. Zo is hier de Nederlandse Zakengemeenschap in Parijs en De Club des Affaires Paris Amsterdam, die vaak pakkende lezingen met FransNederlands verband verzorgen. Er is hier een Nederlandse Vereniging die vaak leuke activiteiten organiseren (zoals Sinterklaas of Leids Ontzet). En tot slot worden belangrijke zaken zoals in het Oranje voetbal kijken hier ook goed georganiseerd. Als lid van het Kenniscentrum, hoop ik een steentje bij te kunnen dragen aan het aanscherpen van alle contacten tussen al deze verbanden. Jan Willem Brouwer ‘If you are lucky enough to have lived in Paris as a young man, then wherever you go for the rest of your life, it stays with you, for Paris is a moveable feast.’ Hemingway had natuurlijk gelijk, maar bij mij begon het feest toch al vóór mijn Parijse tijd. De basis is gelegd eerst door tekst en tekeningen van Le voyage de Babar en later door Cees Doove, mijn leraar Frans op het Rijnlands Lyceum. Achteraf gezien was 1966 een scharnierjaar. In april kreeg ik op mijn tiende verjaardag een transistorradio en hoorde ik La poupée qui fait non van Michel Polnareff. In juli gingen wij met vakantie naar Frankrijk. De aanblik van een ijskast achter de voordeur van een klein huisje bracht mijn vader tot een college over hoe De Gaulle het land had gemoderniseerd. In augustus ging ik naar de vijfde klas van de Terweeschool in Oegstgeest en kreeg ik – van het schoolhoofd die kennelijk als een van de laatsten beschikte over de speciale lesbevoegdheid die de Alliance française sinds de jaren vijftig verschafte – mijn eerste lessen Frans. Groningen moet ook een rol hebben gespeeld. Op het Instituut voor Geschiedenis heerste – al of niet uitgesproken – een onmiskenbaar Frans tintje met Henri Baudet (Mijn dorp in Frankrijk), Ernst Kossmann (La Fronde) en Isaac Lipschits (La politique de la France au Levant 1939-1941). Baudet spande zich in om mij naar Parijs te krijgen. Dat is dus gelukt. In 1983-1986 verbleef ik af en aan in een 3 chambre de bonne in het onvolprezen Institut néerlandais. Ik deed er archiefonderzoek voor mijn proefschrift over Frans-Nederlandse betrekkingen na 1945, maar had ruimschoots de tijd om de studie van de Franse taal-, landen volkenkunde serieus in de praktijk te brengen: het eerste septennat van Mitterrand, de Franse pers, Serge Gainsbourg, te veel om op te noemen. Na enige omzwervingen (Brussel bleek ook een uitstekende plaats voor Frankrijkstudies!), belandde ik eind 1987 in Nijmegen als onderzoeker op het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. Sinds 1997 ben ik gastdocent ‘études européennes’ aan de UCL Louvain-laNeuve. Wanneer mogelijk probeer ik onderzoek te doen naar de Frans-Nederlandse betrekkingen. Af en toe vragen Nederlandse of Franstalige media om commentaar over de stand van de Vijfde republiek, troonswisselingen of het Waalse beeld van Nederland. Recentelijk werd ik ‘ontdekt’ door de afdeling Frans van de Radbouduniversiteit. Zij vragen mij soms voor gastcollege over de Franse politiek. Voor mijn verhaal over staatsbezoeken op het KFN-congres ‘Aller-retour’ mag ik zelfs weer naar Parijs voor een paar dagen archiefonderzoek. Kortom, het moveable feast duurt voort. Monique Teunissen-Amagat Na mijn jeugd en middelbare schooltijd aan het Jeanne d’Arclyceum te Maastricht ben ik opgeleid aan de Letterenfaculteit van de (Rijks)-Universiteit Utrecht. Sinds mijn afstuderen aan het Kunsthistorisch Instituut in 1983 heb ik als wetenschappelijk onderzoeker onder andere meegewerkt aan enkele grote projecten op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse vormgeving, gerealiseerd in samenwerking met Nederlandse musea. Ik publiceerde daarover vanaf de jaren tachtig zoals in de tentoonstellingscatalogi Industrie & Vormgeving in Nederland 1850-1950 (Stedelijk Museum Amsterdam) en Holland in Vorm (diverse musea) en later in Van Neo-Renaissance tot Postmodernisme 1870 – 1995 en in The Dictionary of Art. Bovendien schreef ik een tweetal monografieën over Nederlandse ontwerpers in een serie, verschenen onder aspiciën van de Beroepsvereniging van Nederlandse Interieurarchitecten : over Paul Bromberg en Hendrik Wouda. Deze ontwerpers waren voor de Tweede Wereldoorlog werkzaam voor Metz & Co. en H. Pander & Zonen, gerenommeerde Nederlandse firma’s gespecialiseerd op het gebied van kunstnijverheid en interieurkunst. Beiden exposeerden in Parijs op de grote Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Moderne in 1925. Bromberg publiceerde veel, zoals over de Franse decoratieve kunst te zien op de Salons des Arts Décoratifs (SAD) te Parijs. Ik schreef zelf ook enige recensies over SAD-salons. Naast mijn kunsthistorisch onderzoek krijgen hedendaagse creatieve producties en presentaties in Frankrijk nog steeds mijn aandacht en deze beschrijf of bespreek ik met enige regelmaat. Mijn interesse voor de Franse cultuur is niet erg vreemd : vanaf mijn lagere schooltijd bij de zusters Ursulinen kreeg ik extra Franse les omdat mijn ouders het belang daarvan inzagen. Ofschoon ik mijn kunsthistorische werkzaamheden in Nederland voortzette verhuisde ik naar Zuid-Frankrijk. Mijn relatie met Nederland bleef bestaan en werd zelfs het uitgangspunt voor een intercultureel onderzoek. Een groot Europees project in wording, opgezet door de gemeente Straatsburg, getiteld ‘Less is More’ heeft de intentie met name de onderlinge verbanden en achter-liggende, veelal utopistische, idealen ten aanzien van de Europese modernistische architectuur in relatie tot beeldende kunst uit de periode van het interbellum nader toe te lichten. Mijn lopende onderzoek naar de relatie tussen Nederlandse kunstenaars en de vooraanstaande aristocratische familie de Noailles past in dit grotere kader. In de Villa de Noailles te Hyères (Zuid-Frankrijk) is midden jaren twintig werk gerealiseerd van Sybold van Ravesteyn en van Theo van Doesburg. De Universiteit van Amsterdam (Restauratieatelier) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werken sinds kort aan dit onderzoek mee. 4 Eind dit jaar publiceer ik bovendien bij uitgeverij NAi010 het boek Piet Klaarhamer Architect en Meubelontwerper, geschreven door studievriendin en vakgenote Marijke Kuper, die in 2011 overleed. Nieuws van onze leden In deze rubriek brengen leden van het Kenniscentrum verslag uit van hun activiteiten op het gebied van de Franse cultuur en FransNederlandse betrekkingen. ____________________________________ Nieuw internetplatform voor francofonen en francofielen in Nederland In Nederland is er een grote vraag naar het verbeteren van de toegang tot en het delen van nuttige informatie voor francofonen het francofielen, zowel voor organisatoren van evenementen als publiek. Voor publiek geïnteresseerd in de Franse taal of cultuur is het niet altijd even makkelijk om evenementen of informatie te vinden die ze mogelijk zou interesseren. Elke maand worden er diverse initiatieven georganiseerd, overal in Nederland: conferenties, debatten, ontmoetingen of concerten die allemaal op verschillende manieren verbonden zijn aan de Franse cultuur, maar die helaas niet bij iedereen bekend zijn. Ook organisatoren kunnen niet altijd het publiek bereiken dat zij zoeken voor deze initiatieven. De creatie van een nieuw internetplatform stelt geïnteresseerde organisatoren in de mogelijkheid de vele initiatieven te delen met het beoogde publiek, die zo gemakkelijk evenementen kunnen vinden op basis van interesses (cultuur, toerisme, zakelijk, gastronomie, taalkunde, studie etc). Meer informatie vindt u hier. Tanguy Le Breton Le Lion Bleu ______________________________________ CCIP-examens Le Français des Affaires Eind april 2014 hebben de Chambre de Commerce et d’Industrie de Paris (CCIP) examens plaats gevonden op het officieel erkend CCIP-examencentrum voor het Hoger Onderwijs Nederland dat gehuisvest is bij de Universiteit van Leiden (Opleiding Franse taal 5 en Cultuur). Negen studenten die o.a. dit voorjaar de Masterlanguagecursus l'Enjeu des relations interculturelles et l'exemple des affaires hebben gevolgd op de VU – dat in binôme is gegeven door de Universiteit van Leiden en de Universiteit van Utrecht - hebben tevens het examen Diplôme de français professionnel – affaires C1 met goed gevolg afgelegd. Alle studenten zijn geslaagd waaronder zes met mention bien tot très bien. Een oud-studente van de Opleiding Franse taal en Cultuur van de Universiteit van Leiden heeft het Diplôme de français professionnel – juridique B2 met mention behaald. De CCIP diploma’s vinden internationaal erkenning en beantwoorden aan de criteria van het Europees Referentiekader Talen (ERK). Isabelle Van de Calseyde Universiteit Leiden ______________________________________ ambassade in Nederland en de Nederlandse ambassade in Frankrijk wordt georganiseerd. Dit najaar verandert ook de samenstelling van het personeel van het RFN. Eind deze maand wordt afscheid genomen van directeur Philippe Noble, die met pensioen gaat en voor het komende jaar de fakkel overdraagt aan Richard Davis, vicevoorzitter en hoofd van de dienst Internationale Betrekkingen van Université Lille 3. Voor de dagelijkse gang van zaken zorgt beleidmedewerkster Leen Drieskens ([email protected]), die vanaf eind dit jaar – na een paar maanden onderbreking – opnieuw wordt bijgestaan door Nettie Abbring. Meer informatie over alle evenementen en programma’s vindt u op www.frnl.eu. Philippe Noble Réseau franco-néerlandais ______________________________________ Nieuws van het Réseau franco-néerlandais Dit najaar kan het Réseau franco-néerlandais (RFN) terugblikken op een geslaagd jaarlijks congres, het eerste dat samen met nieuwe partner Nuffic werd georganiseerd. Op 30 juni en 1 juli kwamen ruim 80 deelnemers uit Nederland, België en Frankrijk bij elkaar op de campus van Université Lille 3 in Villeneuve d’Ascq om inspirerende lezingen en debatten te volgen rond ‘Mobiliteit en samenwerking in een digitaal tijdperk’. Alle bijdragen kunnen op onze website (www.frnl.eu) geraadpleegd worden. Maar bovenal wordt er vooruit gekeken: vanaf 15 september gaan de inschrijvingen open voor de herfstsessie van het ‘Eole’ beurzenprogramma. Met onze Eole-beurzen stellen we excellente Masterstudenten en promovendi uit Frankrijk in de gelegenheid om hun stage of studieverblijf in Nederland (gedeeltelijk) te financieren. Bij de voorjaarssessie 2014 konden 25 kandidaten een beurs in de wacht slepen. In november brengen het RFN en de Nuffic in samenwerking met de Nederlandse ambassade in Parijs bijzondere ‘Jonge Talenten’ uit Nederland en Frankrijk bij elkaar, die in debat zullen gaan rond het thema Smart City. Deze bijeenkomst is een onderdeel van een jaarlijkse expert meeting, de ‘Erasmus-Descartes Conferentie’ die beurtelings door de Franse Marche internationale de Nimègue ‘De Nijmeegse Vierdaagse’ Etre consul honoraire d’un pays est un très grand honneur, être consul honoraire de son pays natal est non seulement exceptionnel mais c’est, en outre, un immense privilège. Pendant une dizaine d’années j’ai bénéficié de ce privilège et je me suis efforcée d’en faire une réussite. Ma fonction de Consul honoraire à Nimègue pour les provinces de Gelderland et Overijssel m’a offert des possibilités intéressantes grâce aux trois universités, à une chambre de commerce et à la plus grande marche internationale du monde qui englobent, en ellesmêmes, trois pôles importants dans la société: l’enseignement, le commerce et le sport. Je découvrais très vite que cette fonction honorifique ouvre de très nombreuses portes et comme son profil est à géométrie variable, chacun peut lui-même le définir, j’avais champ libre pour mes idées les plus audacieuses. Parmi les 160 consuls honoraires qui représentent leurs pays aux Pays-Bas, il y a sept consuls honoraires de France; la plupart est soit homme d’affaires, soit chef d’entreprise nationale ou multinationale ou avocat. Ayant fait carrière dans l’enseignement et la culture je me suis lancée de nouveaux défis en créant divers liens entre ‘mes’ deux provinces et la France. Pour l’université ce fut assez facile car j’y ai fait moi-même des études, de plus la faculté de droit de Nimègue est jumelée avec celle de l’université de Poitiers. En ce qui concerne les deux autres universités, Wageningen et Twente, nombre de nos compatriotes viennent y soutenir une thèse et ils m’invitaient régulièrement à leur soutenance. Un consul honoraire de France, tout au moins celui de Nimègue, est sollicité à de nombreuses occasions pour représenter la France à des réceptions de tout ordre: voeux des villes, de la province, ouverture de l’année académique, sortie d’un nouveau livre, manifestations culturelles et sportives, comme par exemple les 4 jours de marche de Nimègue. Les 4 jours de marche de Nimègue avec ses 45.000 marcheurs est la marche la plus importante au monde et l’activité qui, aux Pays-Bas, rassemble le plus de visiteurs. A cette occasion la ville passe de 180.000 habitants à 2,1 million, ce qui demande une organisation imposante et pointue pour la sécurité, le logement et la santé de tous. Ce qui caractérise cette manifestation, en dehors de la dure prestation sportive, c’est l’ambiance bon enfant qui règne pendant une semaine dans la ville et ses environs. Au cours de ces festivités, se côtoient en toute amitié les jeunes et les moins jeunes, les hommes et les femmes, les militaires et les civils, les hommes et les femmes de toutes couleurs et de toutes religions. En mai 2004 je recevais un coup de fil du chef du protocole des ‘4 jours de marche de Nimègue’ désolé, cherchant la raison pour laquelle il ne recevait jamais de réponse positive à ses diverses invitations, de la part des représentants français. Afin de montrer la bonne volonté de la France, j’acceptais les invitations et c’est ainsi que deux mois plus tard je me retrouvais le vendredi, jour de la grande finale, dans les loges de la tribune VIP, très fière de représenter mon pays à cette manifestation qui m’impressionnait depuis des années. A mon plus vif regret, je constatais la participation quasi inexistante des militaires français; m’étonnant qu’un grand pays comme la France soit si mal représenté, j’en informais très vite l’ambassade de France à La Haye. 6 Puis dans la même foulée, comme le hasard fait toujours bien les choses, je recevais un coup de fil d’un certain Jean-Pierre Mezure, réserviste à Toulouse. Après une très longue conversation nous étions arrivés à la conclusion que nous pourrions développer cette participation en collaborant. Quelques années plus tard après moult et moult coups de fil et de courriels le nombre des marcheurs militaires français frôlait les 200. Quel a été mon rôle? Faciliter les contacts français-néerlandais, traduire des textes, faire l’interprête, inviter les autorités françaises, commander la gerbe que nous déposions le troisième jour à Groesbeek, assister au pot sur le camp Heumensoord le lundi matin, mobiliser la presse, organiser un pot chez moi, représenter la France quotidiennement cette semaine-là. Les 4 jours de marche de Nimègue ont été pour moi aussi une sorte de compétition mais quel plaisir de rencontrer mes compatriotes et quelle fierté de les voir entrer dans la ville euphoriques, heureux de leur prestation et si fiers de porter nos couleurs. Cet engagement, qui n’aurait pu être sans le dynamisme et la sympathie de Jean Pierre Mezure, m’a apporté de magnifiques rencontres et de grands moments d’amitié. J’ai beaucoup appris sur une organisation totalement méconnue de moi, l’armée; j’y ai découvert sa discipline mais aussi sa fraternité et beaucoup de chaleur humaine. Il me reste un souhait, c’est que le plus grand nombre de nos compatriotes connaissent et vivent au moins une fois ces fabuleux et incomparables ‘4 jours de marche de Nimègue’. Drs. Violette van der Spek-Chouzenoux Consule honoraire de France à Nimègue de 2002 à 2011 ______________________________________ Vacature: Teacher in Residence Frans Aan de Faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit Nijmegen is een vacature voor een Teacher in Residence voor het schoolvak Frans. Het betreft een aanstelling voor 1 dag per week. De bedoeling is dat de Teacher in Residence de BA-opleiding Franse taal en cultuur helpt om de overgang van VWO naar universiteit soepeler te laten verlopen. Klik hier voor meer informatie over deze vacature. Marc Smeets Radboud Universiteit ______________________________________ Emission spéciale ‘Université d'été du MEDEF’ Via deze link kunt u een speciale aflevering van het radioprogramma ‘Les Matins d’éte’ op France Culture beluisteren over ‘Université d’été du MEDEF’, met bijdragen van onder andere Gemma Gahan (min. 94.00), student aan de Universiteit Leiden. Isabelle van de Calseyde Universiteit Leiden ____________________________________ SRNU-nacholingscursus De Grande Guerre in de Franse literatuur Op 7 november a.s. organiseert de SRNU in Leiden een cursusdag omtrent de Eerste Wereldoorlog in de Franse literatuur. Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Ongekend waren de omvang van het bloedbad (8,5 miljoen militairen en 13 miljoen burgers), de verbetenheid van de gevechten, en de schaal van de verwoestingen. Verstrekkend ook de gevolgen: het Duitse Keizerrijk, het tsaristische Rusland, de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie en het Ottomaanse Rijk vielen uiteen, er ontstonden nieuwe natie-staten. Voor de vele bloedige oorlogen die nog zouden volgen (de Tweede Wereldoorlog, de dekolonisatieconflicten en de Balkanoorlog) werd de eerste kiem gelegd. Met recht kan deze eerste industriële oorlog de ‘smidse’ van de twintigste eeuw genoemd worden. Deze Grote Oorlog, the Great War, la Grande Guerre, heeft de herinneringen en de verbeelding van een aantal opeenvolgende generaties getekend. In de de Franse literatuur heeft zij tot een stortvloed aan romans, getuigenissen en gedichten geleid - al tijdens de oorlog of in de jaren daarna geschreven door auteurs die vaak zelf aan het front gestreden hadden. Inmiddels klassiek geworden romans van Dorgelès, Barbusse, Céline, Cendrars, Giono, maar ook gedichten van bijvoorbeeld Apollinaire. De lezingen (in het Nederlands) zijn bedoeld voor docenten in het voortgezet onderwijs, 7 studenten van universiteiten en hogescholen, en eenieder die er belangstelling voor heeft ter informatie en inspiratie. De sprekers zijn allen ervaren docenten aan universiteiten. Meer informatie over het programma vindt u op www.romanisten.nl. Erik Schoorlemmer Universiteit Leiden _____________________________________ Colloque international Françoise de Graffiny J'ai participé en juillet à un colloque très intéressant à Lunéville sur Mme de Graffigny et les actes seront prochainement publiés aux éditions Garnier. J'ai, pour ma part, fait une présentation sur la réception de la traduction de Cénie dans les Provinces-Unies. Marjolein Hageman Universiteit Leiden _____________________________________ Frankrijk: culturele samenwerking anno 2014 DutchCulture organiseert in 2014 een reeks landenbijeenkomsten. Op maandag 29 september staat Frankrijk centraal. Aanleiding voor de bijeenkomst is de start van het Atelier Néerlandais in Parijs en het nieuwe Nederlandse cultuurbeleid ten aanzien van Frankrijk. Frankrijk is al jaren een vaste waarde in de toptien van Buitengaats, het overzicht van Nederlandse internationale culturele activiteiten. Het land geldt niet alleen als een cultuurnatie, maar is ook een springplank naar de andere delen van de wereld. Te gast bij deze bijeenkomst is Peter Vermaas, NRC-correspondent in Frankrijk. Aan de hand van recente politiek-maatschappelijke ontwikkelingen in Frankrijk voorziet hij de Nederlands-Franse (culturele) samenwerking van een bredere context. Bart Hofstede, cultureel attaché op de Nederlandse ambassade Parijs, gaat in op de Nederlands-Franse culturele uitwisseling en samenwerking. De ambassade is initiator van het Atelier Néerlandais, een nieuwe ontmoetings- en werkplek in Parijs voor de Nederlandse creatieve bedrijfstakken. Cultuurmakers in uiteenlopende sectoren werken intensief samen met Franse partners en vertellen daarover, met onder meer Margot Dijkgraaf (intendant bij de Nederlandse ambassade in Parijs); Marloes Krijnen (directeur FOAM); Pieter Scholten (artistiek directeur van het Ballet National de Marseille en het International Choreographic Arts Centre in Amsterdam); Ellen de Bruijne (galeriehouder) en Harry Bos (intendant film bij de Nederlandse ambassade in Parijs). De bijeenkomst vindt plaats in Felix &Foam (Keizersgracht 324, Amsterdam) en deelname is gratis. Voor meer informatie en aanmelden: zie de website van DutchCulture. ______________________________________ Werkgroep Onderwijs Donderdag 13 november 2014: Dag van de Franse Taal Namens het KFN ben ik nauw betrokken bij de organisatie van een landelijke Dag van de Franse taal voor het voortgezet onderwijs. Dit project, dat wordt gecoördineerd door de Ronde Tafel Frans, heeft tot doel om het schoolvak Frans landelijk op de kaart te zetten en leerlingen te enthousiasmeren voor de Franse taal en cultuur. Op dit moment hebben al meer dan 60 vaksecties zich aangemeld voor deelname aan de Dag van de Franse Taal. Zij stellen hun eigen programma samen, van heel kleinschalig (een ludieke invulling van de Franse lessen) tot een zeer ambitieus programma (een totaalprogramma waarbij de hele school in het teken van de Franse taal en cultuur staat). In samenwerking met de educatieve uitgevers ontwikkelt de Ronde Tafel Frans interdisciplinair projectmateriaal voor 13 november. Ook worden er sponsors en ambassadeurs geworven. 8 De Ronde Tafel Frans hoopt dat ook de universitaire gemeenschap wil meehelpen om de Dag van de Franse Taal tot een succes te maken. Met name inhoudelijke bijdragen van romanisten zijn zeer welkom: er is op de scholen veel behoefte aan gastsprekers die een presentatie of workshop voor de leerlingen kunnen verzorgen. Mocht u daarvoor concrete voorstellen hebben, dan kunt u die (liefst voor 1 oktober) doorgeven via [email protected]. De Ronde Tafel Frans brengt u dan in contact met scholen in uw regio. Kijk voor meer informatie op www.tablerondepourlefrançais.nl Maaike Koffeman KFN / Ronde Tafel Frans ______________________________________ Werkgroep Tolken en vertalers Verslag SIGV-studiedag ‘Juridisch tolken en vertalen vanuit het niet-standaard Frans’ Op 14 juni 2014 is er samen met het SIGV een studiedag in Utrecht georganiseerd met als thema het Frans als tweede taal in Afrika. Het ochtendgedeelte bestond uit een rollenspel Tweede gehoor IND (Immigratie en Naturalisatie Dienst) waarin een Franssprekende Afrikaanse asielaanvrager door een functionaris van de IND middels een tolk werd gehoord. De middag telde vier lezingen. Janine Berns (Radboud Universiteit), opende met Frans: eenheid en verscheidenheid. Via een “historische reis” door Frankrijk, België, Canada, Louisiana werd duidelijk dat het Frans dat momenteel door 220 miljoen personen gesproken wordt geen eenheid van uitspraak kent. Oorzaak en gevolg werden besproken en snel was duidelijk dat ‘taalvariatie – tevens een van de moeilijkheden bij het vertalen- de dynamiek van de taal toont’. De pragmatiek van Afrikaanse taalsprekers was het onderwerp van Maarten Mous (Universiteit Leiden). Na uitleg over wat pragmatiek is kwamen de vier maximes van Paul Grice aan bod die grofweg inhouden dat (Westerse) sprekers zo helder, volledig en doelmatig mogelijk proberen te communiceren. Voorbeelden lieten duidelijk zien dat de rol van de tolk niet voor de hand ligt en dat de maximes niet altijd (en misschien wel nooit) opgaan voor het Frans als tweede taal in Afrika. De derde lezing betrof ‘Het’ Frans van West Afrika. Margot van den Berg (Radboud Universiteit) en Victoria Nyst (Universiteit Leiden) lieten zien dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen Afrikaanse varianten van het Frans en het standaard Frans uit Frankrijk, maar ook tussen de Afrikaanse varianten onderling, m.n. uitspraak, lexicon, uitdrukkingen, grammatica en nonverbale communicatie. De laatste lezing, over De juridische praktijk van het tolken voor Franssprekende Afrikanen, was van advocaat Willem Boelens. Na uitleg over het functioneren van de IND werden de verhouding asielzoeker – IND, de verhouding tolk – asielzoeker en de verhouding tolk – IND besproken. Van de tolk wordt verwacht ‘woorden interpretatiegetrouw te vertolken wat er over en weer tussen de gehoorambtenaar en de asielzoeker wordt gezegd’. De praktijk laat zien dat deze ideale situatie nooit wordt bereikt. Boelens concludeert dat de rol van de tolk cruciaal is, want ‘één verkeerd verstaan of begrepen woord kan het verschil maken tussen toelating of uitzetting’. Unaniem waren de deelnemers van mening dat de lezingen om nog meer verdieping vragen. Concreet is voorgesteld een databank te creëren waarin praktijkvoorbeelden worden gegeven betreffende lexicon, uitdrukkingen of andere problemen die zich kunnen voordoen bij het tolken en vertalen. Mededelingen hierover zullen later in het najaar 2014 volgen. Tevens wordt er nagedacht over een tweede studiedag begin 2015. Isabelle Van de Calseyde ______________________________________ Publicaties Françoise Lucas is literatuurwetenschapper en vakdidactica. Ze combineert beide expertises om innovatieve leerarrangementen voor de klas te ontwerpen. Onlangs verscheen haar artikel over het genre van de autobiografie en taaltaken voor het moderne vreemdetalenonderwijs: Lucas, F. (2014). ‘Déjouer l’attente ou lorsque le « je » est surtout un autre. L’autobiographie en classe de langue.’ in C. Martinot & A. Pegaz Paquet (Red.), Innovations didactiques en français langue étrangère (pp. 129-136). Paris: CRL. 9 Met gepaste trots stuur ik hierbij de link door naar het zopas verschenen themanummer ‘Environment and communication’ van het Franse (tweetalig Engels en Frans) tijdschrift ESSACHESS. Samen met collega MarieGabrielle Suraud, Universiteit Toulouse 3 Paul Sabatier, hebben we er het voorbije jaar aan gewerkt. Het nummer bevat bijdragen uit 7 Europese landen, over een scala aan milieuthema’s, met vooral empirisch rijke bijdragen. Kernpunt van de bijdragen: naarmate milieuthema’s, via ‘communicatie’, penetreren in allerlei maatschappelijke sferen en domeinen, worden zij ook voortdurend vertaald en geherdefinieerd. Dat leidt er soms toe dat ze van hun scherpe kanten worden ontdaan, dat ze worden gemainstreamd, dat ze worden ‘vermengd’ met andere thema’s en zorgen, en daarbij soms vreemde metamorfoses ondergaan en - uiteraard - soms ook eenvoudig misbruikt worden. Pieter Leroy Radboud Universiteit Nijmegen Over het Kenniscentrum Frankrijk-Nederland Bestuur Het bestuur van het Kenniscentrum wordt gevormd door Alicia C. Montoya (Radboud Universiteit Nijmegen), Isabelle Van de Calseyde (Universiteit Leiden), Maaike Koffeman (Radboud Universiteit Nijmegen), Matthijs Lok (Universiteit van Amsterdam), Marc Smeets (Radboud Universiteit Nijmegen) en Michel Wauthion (Institut Français des Pays-Bas). Contact U kunt het Kenniscentrum Frankrijk-Nederland bereiken via [email protected]. U vindt ons ook op Facebook en LinkedIn. Wij stellen het op prijs als u actief meedenkt, bijvoorbeeld door activiteiten en publicaties aan te melden of voorstellen te doen voor samenwerking op het gebied van onderwijs of onderzoek. Kijk voor meer informatie, nieuws en agenda op onze website: www.ru.nl/frankrijk.
© Copyright 2024 ExpyDoc