verslag portefeuillehoudersoverleg sociaal domein 4 december 2014

VERSLAG van VFG portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein
Datum:
4 december 2014
Aanwezig:
S. Tolsma - Sûdwest Fryslan (voorzitter), H. Rijpstra – Tytsjerksteradiel, W. Kooistra
– Opsterland, B. Tol – Het Bildt, E. van Esch – Ooststellingwerf, C. Trompetter Weststellingwerf, F. Veltman – DFM, G. Akkerman – Sûdwest Fryslan, N. Ketelaar –
Smallingerland, J. Schouwerwou – DFM, H. Broekhuizen – Heerenveen, H. Kuiken –
Harlingen, A. Dijkstra – Menameradiel, T. de Jong – Terschelling, L. van de Deen –
Ameland, J. Zoetendal – Heerenveen, T. Twerda – Franekeradeel, M. Reijndorp –
Littenseradiel, G. Postma – Achtkarspelen, A. Ekhart – Leeuwarden, R. Bos –
Dantumadiel, S. Boorsma – Dongeradeel, C. de Pee – Franekeradeel, J. Hoekstra –
Terschelling, C. van der Laan – Heerenveen, D. Fokkema – Tytsjerksteradiel, M.
Krans – Smallingerland, J. van der Horst – Smallingerland, C. Vos –
Leeuwarderadeel, T. Schokker-Strampel – provincie Fryslân
Sprekers:
E. de Bruin – Leeuwarden, A. de Bue – GGD Fryslân, S. Bouman – HHM, M. van de
Beek – Leeuwarden, G. Olijerhoek – Leeuwarden, S.Bruinsma – Leeuwarden,
G. Ranter – Procesmanager Jeugd
Totaal aanwezig: ± 25 personen (gemeentesecretarissen, gemeentelijke en provinciale
beleidsmedewerkers)
Afwezig:
Schiermonnikoog, Ferwerderadiel, Vlieland, Kollumerland c.a.
Notulist(e):
M. Wagenmakers – VFG
1. Opening en vaststellen van de agenda
De voorzitter opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom.
De agendapunten 6 en 8 worden omgeruild.
2. Verslag van de bijeenkomst van 2 oktober 2014
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld met dank aan de notulist.
3. Mededelingen / ingekomen stukken
De voorzitter geeft aan dat de presentatie van De Friesland Zorgverzekeraar (DFZ) over de
toekomstvisie op zorg op verzoek van DFZ een volgende keer aan de orde komt.
4. Proces escalatieroute en escalatiepool
Mevrouw De Bruin en mevrouw Bouman gaan in op het escalatiemodel Fryslân. Dit model is bedoeld
om escalatie op het gebied van sociale rampen in Fryslân te voorkomen. Het model is onderdeel van
het ondersteuningsprogramma 3D van de directeuren sociaal domein en de VNG. De Gemeente
Leeuwarden werkt aan een model wat landelijk uitgerold zal worden. Mevrouw De Bruin van de
gemeente Leeuwarden geeft aan dat niet het probleem zelf, maar de ruis vaak het probleem is.
Belangrijk is te zorgen voor een duidelijke route waarbij alle betrokkenen hun rol kennen en weten
wanneer te handelen. De komende tijd wordt gewerkt aan een goed signaleringssysteem en wordt de
aanpak voorkoming escalatie verder uitgewerkt. Dit wordt verwerkt in een handleiding.
Mevrouw Bouman gaat verder in op de Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE). Dit is een
programmatische aanpak bestaande uit een handreiking, een leerwerkplaats met lokale/regionale
inhoudsdeskundigen, een leerlijn met professionals over inhoud route en gedrag en een herdefiniëring
en route richting Zorg en Veiligheidshuis. Per fase gaat zij in op de regie, betrokken partners en de
operationele en bestuurlijke verantwoordelijkheid. Een goede signalering vereist een goede aanpak bij
gemeenten. Gemeenten moeten lokale afspraken maken over hun aanpak en hun mensen gericht
trainen. Wethouders zijn verantwoordelijk voor het beleid. Burgemeesters en wethouders hebben gelijke
verantwoordelijkheid bij AVE 1 t/m 3. In geval van AVE4 ligt de verantwoordelijkheid bij de
burgemeester. Het is van belang dat gemeenten het mandaat en de op- en afschaling goed inregelen.
Het is zaak (ministerie geeft dit ook aan) om van start te gaan en te realiseren dat het een leercyclus is
waarin de problemen van de gemeenten worden meegenomen.
De aanwezigen geven aan dat zij zich kunnen vinden in de gepresenteerde gedachtenlijn. Het
document is een handvat, per gemeente zullen er verschillen zijn. Men moet zich bewust zijn dat niet
alles valt te voorkomen.
Mevrouw De Bue van GGD Fryslân, gaat aansluitend in op de escalatiepool. Deze komt gelijktijdig tot
stand met de escalatieroute (escalatiemodel), is hier onderdeel van en is gepositioneerd bij AVE3. Het
is voortgekomen vanuit de behoefte uit de praktijk. Er is behoefte om te komen tot mandaat. De
bedoeling is verschillende organisaties te bundelen en expertise bij elkaar te voegen. Op termijn wordt
gekeken of de werkwijze verschil heeft gemaakt. Gemeenten kunnen de uitkomsten dan meenemen in
hun beleid.
De presentatie van mevrouw De Bruin en mevrouw Bouman is bijgevoegd.
5. Stand van zaken decentralisatie Participatiewet
De heren Van de Beek en Olijerhoek van de gemeente Leeuwarden zijn namens het ambtelijk
beleidsoverleg aanwezig en geven een toelichting op de vorming van Werkbedrijf Fryslân en de
vereisten waar dit aan moet voldoen. De afgelopen jaren is al hard gewerkt aan de vorming, in 2015
moet onder meer gekeken worden naar de inclusieve arbeidsmarkt, de gezamenlijke aanpak en moeten
de baanafspraakbanen (babs) geregeld worden. De sociale partners worden erbij betrokken. De praktijk
moet uitwijzen wat wel en niet werkt. De heer Olijerhoek geeft aan dat op de weg naar succes een
aantal pijnpunten zijn waaronder werken met één computersysteem, matchen op basis van het systeem
wat nu toegepast wordt binnen de uitzendbranche en te komen tot een netwerkstructuur van vier
deelgebieden die ook los van herindelingen bruikbaar zijn. Vanuit de rol van de gemeentebestuurders is
het van belang dat zij straks consistent zijn in het uitdragen van hun standpunten in de verschillende
gremia waarin zij zitten. De bestuurders wordt gevraagd of zij zich kunnen vinden in de voorgestelde
lijn. Uit de reacties blijkt dat niet alle bestuurders vooraf voldoende zijn geïnformeerd binnen de eigen
organisatie. Algemeen wordt aangegeven dat men zich wel kan vinden in de lijn, maar dat zij behoefte
hebben aan een concreet voorstel. Afgesproken wordt dat dit stuk ambtelijk wordt voorbereid met de
insteek deze voor kerst dit jaar nog via het VFG bestuursbureau te verspreiden aan de gemeenten. Het
voorstel wordt dan 4 februari a.s. geagendeerd voor het VFG portefeuillehoudersoverleg Werk &
Inkomen. Voor dit overleg zijn ook de portefeuillehouders EZ uitgenodigd.
De presentatie van de heren Van de Beek en Olijerhoek is bijgevoegd.
6. Stand van zaken decentralisatie Wmo-AWBZ
De heer Bruinsma van de gemeente Leeuwarden geeft als voorzitter van de provinciaal ambtelijke
werkgroep Zorg en Welzijn een laatste stand van zaken op de decentralisatie Wmo. De twee
belangrijkste punten zijn het verder inregelen van beschermd wonen en de oproep aan gemeenten om
voor 8 december a.s. de laatste stand van zaken op het kennisnetwerk in te vullen.
De voorzitter stelt voor om ervaringen / leerpunten met elkaar te delen rond de inkooptrajecten. Dit kan
aan de orde komen tijdens een volgend portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein of Gezondheid en
Welzijn.
Vanuit de zaal wordt gevraagd wat het totaaloverzicht is in Fryslân van dagbesteding en begeleiding.
En met name de kwaliteit. Het is belangrijk elkaar te helpen en te kijken naar processen. Dit wordt via
de ambtelijke werkgroep uitgezet.
Vanuit de zaal wordt gevraagd of er al voorbeelden zijn van implementatie van de huishoudelijke hulp.
De ambtelijke groep die hieraan heeft gewerkt houdt elkaar op de hoogte. Hoe het geïmplementeerd
wordt hangt ook af van hoe het nu geregeld is bij de gemeente (sommige gemeenten hadden de hulp al
gestopt, anderen niet en sluiten aan bij wat loopt). Praktijkvoorbeelden kunnen aangeleverd worden bij
het VFG bestuursbureau.
7. Rondvraag
Omdat de heer Ranter nog niet aanwezig is, gaat de voorzitter verder met de rondvraag.
Mevrouw Schokker geeft aan dat gemeenten zich kunnen aanmelden voor de Dreamsessie Zorg en
Wonen op 15 januari a.s.
De heer Trompetter vraagt of al bekend is welke zorgverlener welke middelen krijgt in het kader van de
wijkverpleegkundige. De voorzitter geeft aan dat wanneer hier meer over bekend is, dit via de VFG
gecommuniceerd.
De heer Bos geeft aan dat de gemeente Dantumadiel aankomende dinsdag de rechterlijke uitspraak
verwacht over de huishoudelijke hulp. De VNG ondersteunt de gemeente hier juridisch in en zal met alle
gemeenten de gevolgen van de uitspraak delen.
De heer Van Esch gaat in op het voorstel van de gemeente Leeuwarden over de centrumconstructie.
Hij geeft aan dat de Zuidoost gemeenten positief hebben gereageerd en dat de voorbereidingen wat
hen betreft verder kunnen gaan. Hij geeft wel aan dat er meer aandacht moet komen voor de rol en
positie van de raad. Daarnaast staat in het stuk dat de besluitvorming over de begroting in VFG verband
plaatsvindt. Dit kan niet. Met algemene instemming wordt benadrukt dat het aan gemeenten zelf is hoe
de besluitvorming plaatsvindt en of de raad hier al dan niet bij wordt betrokken. In VFG verband vindt
alleen afstemming plaats, geen besluitvorming.
8. Stand van zaken decentralisatie Jeugd
De heer Ranter, Friese procesmanager Jeugd, geeft een korte terugblik op 2014. Hij gaat in op de
transitiemonitor die openbaar is. In deze monitor zijn 45 vragen opgenomen aan gemeenten waaruit
blijkt hoe ver de gemeenten zijn met de voorbereidingen voor de decentralisatie. Het overzicht voor
Fryslân is opgenomen in de bijgevoegde presentatie. De inkoop en toeleiding zijn ingeregeld. 2015
wordt een jaar met risico’s, landelijke wijzigingen gaan komen. Dit komt terug in de najaars-/
meicirculaire. Ook is de vraag wat te doen wanneer het aantal cliënten stijgt. Het is dan ook van belang
de gebiedsteams tijdig in te richten. Tot slot geeft de heer Ranter het belang aan tijdig te starten met de
inkoop voor 2016. In maart moet de visie klaar liggen.
De presentatie van de heer Ranter is bijgevoegd.
9. Volgende bijeenkomst
Het eerstvolgende portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein vindt plaats op donderdag 19 februari
2015 van 10.00 – 16.00 uur. De locatie wordt nader bekend gemaakt.
De voorzitter dankt alle aanwezigen en sluit de vergadering.