Zorgen voor elkaar

16
cogiscope
0114
Zorgen voor elkaar
Joris Haagen
Militair voor het leven
Zorgen voor elkaar
Ter ere van het 150-jarig bestaan van het
Koninklijk Tehuis voor oud-militairen
‘Bronbeek’, bezocht Cogiscope redactielid
Joris Haagen zorgmanager Monica Schetters.
Hij sprak met haar over het tehuis, haar
bewoners en de kracht van Bronbeek.
Jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de Japanse vrouwenkampen in voormalig Nederlands-Indië op landgoed Bronbeek
(foto Luuk van der Lee/HH).
Bronbeek en de bewoners
Gelegen op de grens van Arnhem en Velp ligt
het landgoed en militair t(e)huis Bronbeek. Het
tehuis is bestemd voor Nederlandse oud-militai­
ren die in de loop der jaren deelnamen aan oor­
logs- en vredesmissies. Er wonen veteranen van
missies in voormalig Nederlands-Indië, NieuwGuinea, Korea en zelfs Irak – een vrij recente
uitzending. Potentiële bewoners kunnen vanaf
hun 65ste terecht en wonen er bewoners tot ver
in hun 90ste, met een gemiddelde van 85 jaar.
Koning Willem III schonk in 1859 de residen­
tie en het 9 hectare groot landgoed Bronbeek
voor het inrichten van een Koloniaal Militair
Invalidehuis. Bronbeek levert zodoende al 150
jaar lang zorg en huisvesting aan oudere alleen­
staande veteranen. Bronbeek is niet voor officie­
ren bedoeld, Koning Willem III vond destijds
dat officieren voldoende verdienden om zelf­
voorzienend te kunnen zijn in hun verzorging.
Momenteel wonen er ongeveer 50 veteranen.
‘Een plek op Bronbeek is gewild’, aldus Monica
Schetters. ‘Zo is het niet uitzonderlijk dat mili­
tairen en veteranen zich al op hun 50e inschrij­
ven om verzekerd te zijn van een plek. De popu­
lariteit van Bronbeek valt te verklaren in het feit
dat alle bewoners oud-militairen zijn. Militair
zijn was voor deze bewoners dan ook geen werk,
Zorgen voor elkaar het is een levenswijze. En dat is precies wat ze
voortzetten bij Bronbeek. De militaire cultuur
en setting staan centraal in Bronbeek. Zo gel­
den er regels die de bewoners uit hun diensttijd
kennen en staan ze onder leiding van een com­
mandant. Onderling is er een hechte verbroede­
ring; vele malen groter dan wat je in de burger­
maatschappij zult vinden. Er is ook begrip voor
de gebeurtenissen en omstandigheden die deze
oud-militairen tijdens oorlogs- en vredesmissies
hebben meegemaakt. In tegenstelling tot de bur­
germaatschappij wordt er geen punt gemaakt
van het “militair zijn”, of een (negatief) oordeel
geveld over de uitzendingen. Militairen hoeven
zichzelf niet te verantwoorden over de oorlog.
Ze hoeven elkaar niets te vertellen over hoe het
was op uitzending, men heeft dat allemaal mee­
gemaakt. Kortom, Bronbeek is een veilige om­
geving waar oud-militairen zichzelf kunnen zijn
en elkaars taal spreken.’
Stempel van het verleden
Schetters: ‘Als ik kijk naar de uitzendingen naar
voormalig Nederlands-Indië, een tijd die veel van
de bewoners hebben meegemaakt, was het voor
velen een avontuur waarvan ze niet wisten wat
ze konden verwachten. Het waren jonge jongens
met hechte onderlinge banden waarvan soms
dagelijks maatjes wegvielen door oorlogsgeweld.
cogiscope 0114
17
Tijdens oorlogshandelingen werden soldaten ge­
confronteerd met ingrijpende gebeurtenissen.
Zaken die je machteloos kunnen doen voelen.
De bewoners van Bronbeek behoren tot diege­
nen die deze oorlogshandelingen hebben over­
leefd. Zulke gebeurtenissen dragen ze met zich
mee en kunnen – in meer en mindere mate –
een stempel op ze drukken. Sommige bewoners
hebben deze herinneringen een plek gegeven en
anderen leven er al 60 jaar dagelijks mee. Dat
sommigen er nog dagelijks aan denken – aan
de schokkende en levensbedreigende gebeur­
tenissen – betekent overigens niet dat het door
hen als problematisch wordt ervaren. Het woord
“trauma” valt op Bronbeek dan ook niet in goede
aarde. Een psychotrauma duidt in de optiek van
de bewoners op problemen waarvoor je hulp en
zorg nodig hebt. De meeste bewoners hier zijn
niet aan het “psychologiseren” over het verleden.
Ze hebben de gebeurtenissen van het verleden
een plek gegeven of geloven dat ze zelf kunnen
omgaan met eventuele problemen of klachten,
zonder hulp van buitenaf. Ze moesten de uit­
zending destijds wel een plek geven. Nederland
moest opgebouwd worden en niemand zat op
hun verhaal te wachten, het motto was: terug­
komen en weer doorgaan. Opvang na uitzen­
dingen bestond er na de Tweede Wereldoorlog
nog niet. Mensen waren destijds ook helemaal
18
cogiscope
0114
niet enthousiast over de oorlogen in voorma­
lig Nederlands-Indië. Terugkerende militairen
werden bij tijd en wijle geconfronteerd met pro­
testborden met teksten als “moordenaar”. Ze ke­
ken wel uit om over hun ervaringen te praten.
Verwerken deden ze samen met hun kamera­
den, veteranen zorgen voor elkaar. In gevallen
dat herinneringen boven komen die professio­
nele ondersteuning behoeven, zijn er gespecia­
liseerde instellingen waar we vanuit Bronbeek
mee samen werken. Bronbeek beschikt over een
gerichte zorginfrastructuur, waaronder nauwe
contacten met het Landelijk Zorgsysteem voor
Veteranen (LZV), dat ketenzorg levert aan ve­
teranen. We werken ook – wanneer dat nodig
mocht zijn – samen met de Basis. De Basis le­
vert professionele dienstverlening en (na)zorg
aan veteranen na ingrijpende ervaringen. Daar
zijn mogelijkheden voor de bewoners om over
het verleden te praten en hun ei kwijt te kun­
nen.’ Waar het volgens Schetters om draait is
dat veteranen er samen over kunnen spreken,
elkaar aanmoedigen en daarna weer afstand van
te nemen. ‘Daarnaast komt er een keer per week
een geestelijk verzorger langs. Dat wordt zeer
gewaardeerd, mede omdat geestelijke verzorgers
vaak mee waren naar uitzendgebieden.’
Herdenken en erkennen
Bij het thema herdenken en erkennen vertelt
Schetters over de kracht van herdenkingen als
een wijze waarop bewoners omgaan met – en
stil staan bij – het verleden. ‘Als een (oud)mili­
tair daar op een herdenking salueert, dan toont
hij (of zij) zijn respect en denkt terug aan de
Zorgen voor elkaar
vrienden die het niet hebben gered of er niet
meer zijn. Herdenkingen bieden een moment
van eerbied voor de gevallen broeders. Ze bie­
den de ruimte om er met lotgenoten over te pra­
ten. Voor een militair is zo’n herdenking heel
persoonlijk. Herdenkingen zijn erg belangrijk,
vooral van de eigen onderdelen, omdat het helpt
eventuele klachten hanteerbaar te maken. Deze
herdenkingen laten de bewoners niet koud, je
merkt het in de aanloop ernaartoe. Bewoners
worden prikkelbaar, slapen slechter en zijn eer­
der ziek. Ze leven ernaartoe en de herdenking
zelf vormt de ontlading. Wat in het verleden is
gebeurd, is op dat moment weer volledig levend.
Naast de herdenkingen komt er ook erkenning
uit andere landen. Zo komt er enorm veel erken­
ning vanuit de Koreaanse regering in de vorm
van activiteiten, delegaties en herdenkingen
voor Nederlandse Korea-veteranen. Deze activi­
teiten laten Nederlandse veteranen zien dat er –
nog steeds – waardering is voor hun werk.’
Werkwijze Bronbeek
Bij de vraag wat de essentie is van de werkwijze
van Bronbeek verhaalt Schetters: ‘Bij Bronbeek
draait het om veiligheid, structuur, deskundig­
heid, samenhorigheid. We werken met 24-uurs
zorg en vast personeel zodat bewoners weten
waar ze aan toe zijn. De bewoners en verpleging
kennen elkaar goed en er is vertrouwen tussen
beiden. Op het moment dat een bewoner wil pra­
ten over eventuele ingrijpende gebeurtenissen
uit zijn verleden, kan de bewoner kwijt wat hij
kwijt wil. Tegen de verpleging kunnen ze soms
vertellen wat ze hun intieme vrienden en familie
niet kunnen vertellen. Tegenover relaties heb je
altijd iets hoog te houden. Je wilt in de ogen van
betekenisvolle anderen niet falen, minder mans
zijn. Bij de verpleging speelt dat minder, omdat
het contact anders is. Er is meer afstand, waar­
door het veiliger is erover te praten. ’s Nachts,
bij nachtmerries en flashbacks, kunnen bewo­
ners koffie met verpleging drinken, zich laten
geruststellen en er eventueel over praten. We
gaan niets moedwillig oprakelen. In plaats daar­
van erkennen wij het copinggedrag van de bewo­
ners in het omgaan met herinneringen uit het
verleden en gaan daar – binnen de grenzen – in
mee. Bovenal gaat het erom: neem de bewoners
serieus. Dat is de kracht van Bronbeek.’
www.defensie.nl/cdc/bronbeek/tehuis
Stichting Veteranenkunst presenteert van
3 april t/m 28 september 2014 in Museum
Bronbeek de expositie De kunst van het verwerken, met tekeningen, schilderijen, beeldhouwwerken en installaties waarin veteranen hun
ervaringen tijdens verschillende missies, van
Nederlands-Indië tot en met heden (Bosnië,
Afghanistan, etc.) verwerken.
www.defensie.nl/cdc/bronbeek/museum
Joris Haagen is psycholoog en onderzoeker
aan de Universiteit Utrecht en lid van de redactie van Cogiscope.