WELKE LANDEN ZIJN FAVORIET VOOR DE WERELDBEKER ECONOMIE? 1 2 3 4 Het WK voetbal is een goede reden om ons te verdiepen in de economieën van landen waar we anders minder vaak van horen. Welke van de deelnemende landen zouden weinig mensen enthousiast maken als het ideale elftal van te volgen economieën zou worden samengesteld? 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Als we naar de macro-economische prestaties kijken van de landen die het in Brazilië tegen elkaar opnemen, zien we meer dan ooit twee grote blokken tegenover elkaar staan: de ontwikkelde landen en de groeilanden. Om nog te zwijgen over de scheidsrechters, de grote centrale banken overal ter wereld die op het ritme van hun fluitsignalen (uiteenlopende monetaire beleidsmaatregelen, cashinjecties in de economie) het verloop van de competitie sterk beïnvloeden. 25 26 27 28 29 30 31 32 GROEP A Brazilië Kroatië Mexico Kameroen GROEP B Spanje Nederland Chili Australië GROEP C Colombia Griekenland Ivoorkust Japan GROEP D Uruguay Costa Rica Engeland Italië GROEP E Zwitserland Ecuador Frankrijk Honduras GROEP F Argentinië Bosnië Herzegovina Iran Nigeria GROEP G Duitsland Portugal Ghana USA GROEP H België Algerije Rusland Zuid-Korea BBP INFLATIE LOPENDE REKENING WERKLOOSHEIDSGRAAD 1,8 -0,6 3 4,8 5,9 0,5 4 2,5 -3,6 1,5 -1,9 -3,5 5,6 16,8 4,5 N/A 0,9 0,8 3,6 2,6 0,3 0,8 3,5 2,3 0,8 10,1 -3,3 -2,6 25,5 7,3 6,1 6,2 4,5 0,6 8,2 1,4 1,9 -0,4 1,2 2,8 -3,3 0,9 -2,2 1,2 9,3 26,3 N/A 3,9 2,8 8,3 -5,5 6,8 3,8 2,9 0,6 2,9 1,9 0,7 -5,1 -2,7 1,1 N/A 6,9 12,4 2,1 4,2 1 3 0,2 2,8 1 5,5 9,9 -2,4 -1,7 -7,4 3,2 5 11 N/A 0,5 2 N/A 1,1 -0,5 -7,5 7,6 N/A 1,5 7,1 23 7,3 5,2 4,9 14 N/A 1,7 1,2 4,8 2,8 1,4 0,7 13 1,4 7,3 0,8 -10,6 -2,2 5,2 15,7 N/A 6,4 1,2 4,3 1,3 3,7 1 4 5,8 1,8 -1,3 0,5 2,1 4,4 9,1 9,4 6,2 3,1 bron: Goldman Sachs N/A: geen beschikbare cijfers 6 29 25 15 17 R US S I E 16 19 ANGLE TERRE PAYS B AS BELGI Q U E FR A NC E 5 2 ALLEMAGNE SUISSE 22 CR OATI E ITAL IE ESPAGNE 26 GR È CE 10 CORÉE DU SUD JAPON 23 A LGÉRIE 30 24 11 27 NI G ÉR I A CÔT E D ' I V O I RE CAMEROUN 4 COLOMBIE B R É S I L CHILI Het blok van de ontwikkelde landen De zogenoemde ontwikkelde landen (eurozone, Verenigde Staten, Engeland, Japan, etc.) onderscheiden zich door relatief bescheiden groeipercentages (0 tot 2%), die volgens het IMF in 2014 wel allemaal zullen gaan stijgen. In deze categorie maken Duitsland, de Verenigde Staten en Zwitserland een goede beurt door hun herwonnen standvastigheid. Zelfs Griekenland1 zag zijn bbp in 2014 toenemen met 0,6% (-3,9% in 2013). Hetzelfde geldt voor Italië met 0,6% groei (-1,9% in 2013), Spanje met 0,9% (-1,2% in 2013) en Portugal met 1,2% (-1,4% in 2013). Centraal-Europa geneest langzaam van zijn blessures ARGENT I N E Een ander kenmerk van deze teams: een zwakke tot zeer zwakke inflatie. Tot zelfs op het punt waar Griekenland reeds het verontrustende stadium van deflatie bereikt. Tot slot merken we op het vlak van de werkloosheid op dat de koplopers daar de meubelen nog kunnen redden, maar dat de landen in Zuid-Europa het water aan de lippen staat: 27% in Griekenland, 26% in Spanje, 16% in Portugal, 12% in Italië. Als we weten dat in die landen vooral jongeren door werkloosheid getroffen zijn, bestaat het gevaar dat een hele generatie jong talent op de reservebank naar de wedstrijd moet zitten kijken totdat de groei weer aantrekt en ze de Europese grasmat mag betreden. Nederland had een onaangename verrassing in petto. Onze noorderburen, die nochtans de reputatie hebben een van de sterkhouders in de eurozone te zijn, slagen er niet in om zich te ontworstelen aan de vastgoedcrisis die er al sinds 2008 woedt. (De vastgoedmarkt is met 20% gekelderd!) De binnenlandse consumptie snakt naar adem en alleen een herstel van de vraag in de groeilanden zou de Nederlandse uitvoer kunnen aanzwengelen en het land weer kunnen laten aanknopen bij de successen uit het verleden. De verrassing moet dan wel komen van de nieuwe groeilanden, maar op de landen van Centraal-Europa moeten we niet te veel rekenen. Kroatië herstelt maar zeer langzaam en begint aan zijn zesde opeenvolgende recessiejaar. De Kroatische economie zag er voor de crisis nochtans veelbelovend uit, maar ze probeert moeizaam recht te krabbelen na de moordende tackles vanuit het buitenland: de resultaten hangen grotendeels af van de buitenlandse kapitaalstromen. En die zijn sinds 2008 schaarser geworden. De toeristische sector en de scheepsbouw, de pijlers van de Kroatische verdediging, vallen te licht uit om de koers te veranderen. Bosnië-Herzegovina heeft een lange weg afgelegd. Maar als het land wil wedijveren met de Europese kampioenen is het einde nog lang niet in zicht. Tussen 1996 en 2013 zijn het bbp en het gemiddelde inkomen per inwoner er verdrievoudigd, wat duidelijk aangeeft dat het door de oorlogsjaren getekende land de dynamiek heeft om zich te ontworstelen aan de malaise. Toch blijft Bosnië een belangrijk tekort op zijn betalingsbalans vertonen (-5,6% in 2013) en, vooral, een duizelingwekkend werkloosheidspercentage (44% in 2013). dolie) maar blijft het land erg kwetsbaar AU S T R A L I E omdat het overspoeld wordt door woeste inflatiegolven (8,9% in 2012, 3,3% in 2013, 4% in 2014). Kameroen zou de volgende jaren ook voor een verrassing kunnen zorgen, eveneens dankzij zijn natuurlijke rijkdommen die bestemd zijn voor de export (aardolie, koffie, cacao, katoen). Maar voordat het land een zekere stabiliteit kan bereiken, moeten er eerst grondige structurele en institutionele hervormingen worden doorgevoerd. Hetzelfde geldt voor Ivoorkust dat een bijna ongezond groeicijfer laat optekenen (8,3% in 2013), maar dat met moeite een lange periode van sociale en politieke problemen te boven komt. Ghana staat al een stap verder: het land is erin geslaagd zijn democratische instellingen te consolideren en zijn inkomstenbronnen voor de toekomst veilig te stellen. Volgende uitdaging: zijn munt versterken, want die is nog te kwetsbaar voor druk van buitenaf. Daardoor gaat het land gebukt onder plotselinge stijgingen van de inflatie (11,7% in 2013). Het land waar de grootste onzekerheid over bestaat is Nigeria: in absolute termen uitgedrukt heeft dat land het hoogste bbp van het Afrikaanse continent, maar de politieke onstabiliteit die het aan interne conflicten overgeleverde land in zijn greep houdt, kan buitenlandse investeerders niet over de streep trekken. En hoe zit het met België? Afrika houdt zich klaar voor de toekomst De prognoses wijzen erop dat Afrika de toekomstige wieg van de mondiale groei zal zijn, zelfs indien deze landen, ter verdediging, erin slagen de fundamentele economische parameters te stabiliseren, want die boezemen nog altijd geen vertrouwen in. Zo blaakt Algerije van de dynamiek, dankzij zijn energie-export (gas en aar- Ondanks een nog zwakke groei behoort België tot de beste leerlingen van de Europese klas, wat in 2014 een groeipercentage van 1,2% zou moeten opleveren. Dat is minder dan dat van Duitsland (1,7%), maar nog altijd meer dan dat van Frankrijk (1%), Spanje (0,9%), Nederland (0,8%) of Italië (0,6%). We mogen dus nog geen victorie kraaien. Maar wie had er na de regeringscrisis van 2010-2011 ook maar één euro willen inzetten op België? É TAT S UNIS A N G L E T E R RE PAYS B AS BE LG I Q U E FRANCE A LLEMAG N E SUISSE CRO ITALIE E S PAG N E É TATS -UN IS 28 A LG É R I E MEXIQUE 3 NIGÉRIA CÔTE D'IVOIRE 9 20 CAMEROUN COLOMBIE 14 1 EQUATEUR 18 B RÉ S I L CHIL I A R G E N TI N E 13 7 21 En de groeilanden? Verborgen talenten in Zuid-Amerika De groeilanden hebben altijd voor spektakel gezorgd, met groeipercentages van het bbp die tot kort geleden de aandacht van internationale waarnemers trokken. Maar nu zijn de locomotieven vertraagd en vallen ze terug tot niveaus die de Europese benaderen. In 2013 kende Rusland een groeipercentage van 1,3%, Brazilië 2,3%, Mexico 1,1%. Zelfs Argentinië, heel veelbelovend met een bbp-groei van 4,3% in 2013, kent een sterke terugval (0,5% volgens de prognoses voor 2014!): het land van Lionel Messi draait op voor de blunders van de overheid die de gevolgen van de inflatie (meer dan 10%) heeft gebagatelliseerd, de afname van de activiteit en een chronisch tekort op de betalingsbalans. Mooie verrassingen vallen eerder te rapen in de tweede divisie, de landen die al te vaak in de schaduw van hun grote broer blijven, meer bepaald in Zuid-Amerika. Nemen we bijvoorbeeld Uruguay: na meer dan 10 jaar van institutionele hervormingen en economisch herstel is het land er na de crisis van 2002 weer helemaal bovenop en het mag best trots zijn op die krachttoer. Resultaat: een solide groeipercentage van meer dan 4% en stevige vooruitzichten voor de lange termijn. De waarnemers vergissen zich niet. Vandaag de dag plaatsen alle ratingbureaus de Uruguayaanse schuldinstrumenten in de categorie ‘Investment Grade’. Toch moeten we de inflatie in het oog blijven houden, want die ligt boven de 8%. Over Chili kunnen we al even opgetogen zijn. De begrotingsdiscipline en de stabiele instellingen van dat land maken het volgens de bank Goldman Sachs tot de best bestuurde Latijns-Amerikaanse natie! Ook Colombia, een land dat veel energie exporteert, komt weer op krachten en kan prat gaan op een gemiddelde jaarlijkse groei van meer dan 4% en dat sinds 2010. In tegenstelling tot Uruguay zijn Chili en Colombia er bovendien in geslaagd om de inflatie te handhaven op een niveau dat te vergelijken valt met dat van de Europese landen. 31 RUSSI E CORÉE DU SUD JAPON 12 32 8 AU S T R A L I E De outsiders Tot slot moeten we nog iets kwijt over Australië en Zuid-Korea. De Australiërs, die 22 jaren van onafgebroken groei achter de rug hebben, staan nu voor enorme uitdagingen: ze moeten een wat te vurige Australische dollar bedwingen en in hetzelfde tempo voortgaan ondanks de verlaging van de grondstoffenprijzen. ZuidKorea, een van de ontzagwekkendste Aziatische succesverhalen, probeert van zijn kant ook weer op adem te komen. De gezondheid van dat land hangt immers sterk af van het aantrekken van de consumptie in de andere groeilanden, de sleutel van de Koreaanse export.
© Copyright 2024 ExpyDoc