Annemieke Hooijschuur en Hanneke de Jong Les 1A Jagers en Boeren MUZIEK Ritmisch samenspel Voorkennis De leerlingen zijn enigszins op de hoogte van de levenswijze van de boeren en jagers in de prehistorie zoals beschreven in de juniorcanon. Les 1A Jagers en Boeren MUZIEK Korte lesinhoud De leerlingen bekijken en beluisteren het filmpje (10 min.) ‘Alles is ritme: foli’, en krijgen zo een indruk van muziek op primitieve instrumenten. De leerlingen gaan zelf verschillende ritmes spelen en samenspelen. Ook gaan zij in kleine groepjes zelf ritmische muziek bedenken en uitvoeren. Lesdoelen De leerlingen experimenteren met verschillende klankkleuren en bespeelmogelijkheden die passen bij het instrument. De leerlingen ontwerpen en spelen hun eigen ritmische stukje. De leerlingen nemen kennis van de muziek zoals die vermoedelijk was in de prehistorie, ten tijde van de jagers en boeren. Benodigdheden * Digibord om samen het filmpje ‘Alles is ritme: foli’ te bekijken. Een korte film (10 minuten) over een primitief volk in Oost-Afrika http://www.youtube.com/watch?v=lVPLIuBy9CY * Vraag leerlingen van te voren om plastic flessen, blikjes e.d. mee te nemen. Alles waar je ritmes mee kan tikken. * Woodblocks, xylofoons, handtrommel, claves (slagstaven), buistrom of wat er verder aan houten slaginstrumenten aanwezig is. Ruimte Klaslokaal met digibord. Tijd 45 minuten. Voorbereiding Inventariseer de meegebrachte materialen en de instrumenten van de school. Verdeel deze vast in groepjes. U kunt bijvoorbeeld een groep maken van alle houten materialen, en een tweede groep van de rest, zoals blikjes, plastic flessen. Annemieke Hooijschuur en Hanneke de Jong DE LES Kern De leerlingen het volgende ritme laten klappen (x = klap): ka x - no x ka x - no x Dit verschillende keren achter elkaar laten herhalen. Spreek een stopteken af, zodat iedereen tegelijk stopt. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat u, als dirigent, (duidelijk zichtbaar) de handen tegen elkaar houdt. Spreek af om tegelijk te beginnen: eerst 2 keer ka-no zeggen, daarna 2 keer ka-no klappen. MUZIEK http://www.youtube.com/watch?v=lVPLIuBy9CY Jagers en Boeren Bij de eenvoudigste natuurvolkeren zien we nauwelijks instrumenten. Het lichaam (klappen, stampen, klikken en dansen) zorgt voor ritme. Al snel worden deze klanken overgebracht op objecten, zoals stammen, stokken, speren, ratels en holle voorwerpen. Uit de prehistorie zijn er wel wat eenvoudige fluitjes gevonden: fluitjes van beenderen, voetkootjes en fluitjes met toongaten. (afb. 1) Wij weten natuurlijk niet hoe de muziek bij de jagers en boeren geklonken heeft, maar we kunnen wel vergelijken met volkeren die nu nog dicht bij de natuur leven, zoals een volk in Oost-Afrika. Bekijk het filmpje op internet en praat over wat de leerlingen gezien hebben: Les 1A Inleiding Vertel de leerlingen, voor zover ze nog niet op de hoogte zijn, over de jagers en de boeren. Hoe primitief hun leven was en hoe weinig gebruiksvoorwerpen er waren. De jagers woonden in grotten en leefden van de jacht, de boeren woonden op één plek. Ze hadden vaste gewoontes (rituelen) zoals houdingen, gebaren, dansen, schreeuwen, eten, drinken, slachten enz. Ze waren afhankelijk van de natuur en vereerden goden en geesten om een goede jacht of goede oogst te vragen. Rituelen en vereringen gaan vaak samen met muziek, want muziek heeft vaak iets magisch. Er was nog geen notenschrift, muziek werd spontaan gemaakt. afb. 1 Annemieke Hooijschuur en Hanneke de Jong Zo ook het ritme van boerderij oefenen: boer- dex x rij x boer- dex x rij x Les 1A Jagers en Boeren MUZIEK Ook de ritmes oefenen met andere manieren van uitvoering, bijvoorbeeld op de grond stampen, met de tong klakken, op tafel tikken. Let er steeds op dat er precies gelijk geklapt/gestampt wordt. Nu de klas opsplitsen in 2 groepen: de ‘boerderij-spelers’ klakken met de tong, de ‘kanospelers’ klappen. Deze ritmes tegelijk laten uitvoeren. Ook wisselen van ritme, zodat alle leerlingen beide mogelijkheden uitgevoerd hebben. Nu gaan we met de meegebrachte materialen spelen. Laat eerst de verschillende instrumenten horen, kan ik ook verschil in klank maken als ik er anders op sla? (hard, zacht, maar misschien ook op een andere plek op het instrument slaan/wrijven) Deel de klas in 2 groepen en zorg dat de leerlingen met instrumenten uit dezelfde groep bij elkaar zitten (de houten instrumenten in groep 1, de blikjes en plastic flessen in groep 2). Voer de ritmes nu uit op de instrumenten. De houten instrumenten spelen ka-no, de blikjes en plastic flessen spelen boer-de-rij. Probeer het ook eens andersom. Blijf wel op een exact gelijke uitvoering letten. Als het goed gaat, kunt u een derde ritme toevoegen. Groep 3 klapt in de handen: vis- sen van- gen x x x x vis- sen van- gen x x x x Afsluiting Maak groepjes van 4 à 5 leerlingen met verschillende instrumenten. Zij gaan zelf twee ritmes bedenken en uitproberen. Leg er nogmaals de nadruk op dat ze precies gelijk spelen. De verschillende groepjes laten hun idee horen. Misschien 1 of 2 ideetjes uitvoeren met de hele klas? Wil iemand er bij dansen? Annemieke Hooijschuur en Hanneke de Jong
© Copyright 2024 ExpyDoc