Download PDF-handleiding

Handleiding bij les: Koeloelie ja naes V2
Ⓒ
www.musicoach.nl
Welkom: In deze les komt het Marokkaanse liedje ‘Koeloelie ja naes’
aan bod. De tekst gaat over wat je allemaal met je handen kunt doen.
Beweging is dan ook belangrijk in deze les. Kennen de kinderen de
foto op deze pagina? (Ja: Fata Morgana uit de Efteling!)
Inleiding 1: Een clip als sfeertekening van Marokko. Luisteropdracht:
welke instrumenten hoor je spelen? (De lokale namen zijn nu even
niet belangrijk; het klinkt als: Viool, tamboerijn, trommel, gitaar...)!
Kijkopdracht: Wat is in Marokko anders dan in Nederland?
(Heuvelachtig, andere kleuren, kleding, bomen, dieren....)
Inleiding 2: Voor de tweede les: Een Bendir-speler laat horen wat de
mogelijkheden zijn op deze trom. Kijk- en luisteropdracht: Hoe maakt
de speler de lage geluiden? (Met hand in het midden slaan.) Kijk naar
de vingers bovenop de trom: Ze knippen: Dat maakt het harde geluid.
Kern 1: Laat het liedje een paar keer horen. Leg uit dat de tekst
Marokkaans is. Het gaat over wat je met je handen kunt doen. Dit
wordt gezongen en gespeeld door kinderen in Marokko. Luister goed
naar de uitspraak van de tekst. Oefen diverse keren met speler.
Kern 2: Wat kun je met je handen doen? Blauw: klappen, Rood:
Tikken op je knieën, zwart: niets.!
Oefen dit spel terwijl ze zingen. Maak er een beurtzang van: Linkspel
van: links-rechts, jongens-meisjes, enz.
Kern 3: Kennen ze de tekst nu bijna? Dan komt nu de echte muziek:
intro en 4x couplet met tussenspel. Oefen met klapspel. beurtzang.
Wijs op de vormblokjes onderaan: 1e blokje: Intro, Oranje blokjes:
Zang, blauwe blokjes: tussenspel (instrumentaal). Is de begeleiding
de hele tijd hetzelfde? (Nee, er komt telkens wat bij…)
Kern 4: Laat de 1e speler horen. Laat ze de 2e keer meeklappen.
Dan 2e speler hetzelfde. oefen met deze twee ritmes: Na elkaar,
tegelijkertijd. Zo ook met ritme 3 en 4. Als ze ritmes kennen, neem je
de instrumenten. Het is de bedoeling dat het ritme gespeeld wordt bij
het tussenspel. !
Kern 5: Je kunt ook zelf ritmes verzinnen. Groepswerk? Laat ze
noteren. Let op: tussen de bolletjes past evt. nog een tik!!
Kies de beste per instrument uit en noteer deze op het digibord. Dan
oefenen zoals in kern 4.
Kern 6: In de muziek hoor je de hele tijd een sequens, een soort
hartslag: lage toon, hoge toon. In het voorspel+1e zang: 1x, dan bij
de volgende blokjes: 2x, dan 3x, dan 4x. Laat de 1e speler horen en
leg ze kort uit wat er gebeurt. Kies twee instrumenten: Bijv. een
woodblock en een triangel of belletje. De andere kinderen: Knie-klap.
Kern 7: Een paar instrumenten uit Marokko en omgeving. Laat horen,
bepreek het uiterlijk en de klank. Oefen op de namen. Leer de namen
van buiten. Maak twee groepen: Slaginstrument- snaarinstrument.
(De Sentir is een begeleidend basinstrument, de Oed (ud) is een
solo-instrument.) Klik tenslotte op Quiz. Antwoordcontrole: Check.
Kern 8: Een clip over buikdans uit Marokko, zoals wij die in Europa
kennen, begeleid door de Darbuka (Of Darabuka). Overweeg of je
deze clip in jouw groep kunt laten zien i.v.m. cultuur van sommige
kinderen.
Afsluiting 1: Alles komt bij elkaar: Muziek en ritmes in dit geval. Maak
een orkestje en een zanggroep. Het orkestje zingt niet mee, de
zanggroep kan wel het klapspel meedoen. Je kunt natuurlijk ook de
zelf verzonnen ritmes uit kern 5 nemen. Probeer het ook met de
onderste speler: Meezingversie.
Afsluiting 2: Zang en hartslag. Plus eventueel een orkestje met de
ritmes. Klapspel erbij. verzin een opbouw van het hele lied, telkens
iets erbij. Probeer het ook met de onderste speler: Meezingversie.
Wat hebben we gedaan? Gekeken en geluisterd. Marokkaanse tekst
geleerd. Melodie geleerd. Gezongen. Ritmes gespeeld vanaf
grafische notatie. Lied begeleid met ritmes en metrum. De vorm van
het muziekstuk bekeken en gebruikt. Geklapt en gedanst op de
muziek. Iets geleerd over instrumenten, Marokko en buikdans.
Wat kun je nog meer doen? Lied begeleiden met ‘zelfverzonnen
instrumenten’. Zelf ritmes erbij laren verzinnen. De woorden van de
tekst omzetten in ritmes en daarmee spelen.