Negen boeren in Lierderholthuis richten bv op om

Negen boeren in Lierderholthuis richten bv op om weidevogelbeheer in eigen hand te houden
‘Weidevogelbeheer geeft een kick’
De cijfers liegen niet, er worden steeds meer nesten van weidevogels op de gronden van Het
Lierderbroek BV geteld. Vorig jaar ging het om 45 kievitsnesten en 24 gruttonesten. Ook de tureluur,
scholekster, gele kwikstaart, graspieper en slobeend broedden vorig jaar in het door boeren beheerde
gebied.
In de rest van de polder Liederbroek, die ongeveer 1.200 hectare groot is, gaat het eveneens goed
met de weidevogelstand. Het aantal nesten verdubbelde van 244 in 2007 naar 477 vorig jaar, waarbij
kieviten en grutto’s het meest voorkwamen.
‘Door het beheer in onze polder gaat het met de weidevogels in de rest van de polder ook beter’, zegt
Bertwin Elshof, pluimveehouder en een van de boeren die meedoen in de bv. ‘Maar het omgekeerde
geldt net zo goed. Wij redden met deze 50 hectare de weidevogels niet. We hebben de inzet van de
andere grondgebruikers in de hele polder nodig.’
De mooie resultaten zorgen voor veel voldoening bij de negen boeren die meedoen in de bv. ‘Het
geeft echt een kick om te zien dat ons beheer resultaat heeft en dat we als boeren ook heel goed zelf
aan natuurbeheer kunnen doen’, vindt Gerrit Nieuwenhuis, melkveehouder en deelnemer van de bv.
Dat laatste willen de negen boeren graag delen met Overijssels gedeputeerde Hester Maij, die op 9
mei naar de polder Lierderbroek komt om met eigen ogen te zien hoe deze proef met particulier
natuurbeheer is uitgepakt. Want de vorm waarin het natuurbeheer in het Lierderbroek is gegoten is
bijzonder en komt nog niet veel voor.
In deze open polder hebben boeren en vrijwilligers van oudsher veel aan weidevogelbeheer gedaan.
Er kwamen in 2006 dan ook van verschillende kanten protesten toen dwars door de polder een
robuuste verbindingszone werd gepland, die voornamelijk uit bos zou moeten bestaan. De zone zou
edelherten de gelegenheid moeten bieden om vanaf de Veluwe via Salland naar Duitsland te trekken.
Door de aanleg van bos zou de biotoop van de weidevogels echter drastisch worden veranderd en
vernietigd. Vanwege bezwaren van burgers, boeren en buitenlui besloot de provincie het bos van de
kaart te halen, al bleef de robuuste zone bestaan. Een deel van de zone was tijdens de ruilverkaveling
in de jaren negentig al aangekocht door Dienst Landelijk Gebied (DLG).
‘In die tijd was het gebruikelijk dat dit soort gronden voor een appel en een ei werden doorgesluisd
naar Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer’, vertelt Nieuwenhuis. ‘Maar een groep boeren in deze
polder had aardigheid in het weidevogelbeheer en wilde laten zien dat boeren dat net zo goed kunnen
als Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. Bovendien paste wat extra grond ook wel in hun
bedrijfsvoering.’ Die kans kregen ze van de voorganger van Maij, gedeputeerde Piet Jansen.
Het resultaat was dat negen boeren in de polder Lierderbroek van DLG 50 hectare landbouwgrond
konden kopen. De agrariërs betaalden voor de grond, die werd afgewaardeerd tot natuur, een bedrag
van 350.000 euro. Van de provincie kregen ze geld om een inrichtingsplan te maken, aan te besteden
en uit laten te voeren.
De negen boeren vormden samen Het Lierderboek BV, een besloten vennootschap zonder
winstoogmerk waarbij de boeren zelf aandeelhouder en pachter zijn. De bv is onder de
Natuurschoonwet gerangschikt waardoor geen overdrachtsbelasting is verschuldigd. ‘Stel dat iemand
uit de bv stapt, dan kan die plek gemakkelijk door een andere boer worden overgenomen’, legt
Nieuwenhuis uit.
De negen ondernemers ontwikkelden voor hun natuurgebied samen met SBNL, een organisatie voor
particulier en agrarisch natuurbeheer, het inrichtingsplan voor hun natuurgebied. Er werd een
plasdrasgedeelte aangelegd, nog aanwezige bomen werden gerooid en de sloten kregen schuine
kanten. Ook kwam er een gedeelte waarin door samenwerking met waterschap Groot Salland een
waterberging is gerealiseerd. In de sloten zijn stuwtjes aangebracht en er staan windwatermolens en
een zongemaal waarmee de boeren zelf het peil in de weilanden kunnen regelen.
‘Maar een goede inrichting is niet alles’, zegt Marcel Strijtveen, melkveehouder en deelnemer van de
bv. ‘Goed beheer is minstens zo belangrijk. De vogels zitten letterlijk in onze achtertuin, we zitten er
met onze neus bovenop en zien dagelijks wat er gebeurt. Dan kun je snel ingrijpen, veel sneller dan
wanneer je maar zo af en toe in het gebied komt.’
De boeren stellen niet alleen maaidata uit, maar doen ze ook aan mozaïekbeheer. Al vroeg in het
seizoen worden ook percelen beweid om kort en insectenrijk gras te hebben waar kuikens kunnen
foerageren. ‘Verder stemmen we ons beheer zo veel mogelijk af met de andere boeren in de polder’,
vertelt Strijtveen. ‘Door samen te werken kun je meer bereiken.’
Dat samenwerken gebeurt ook met de weidevogelvereniging Bezuiden de Vecht, een enthousiaste
groep vrijwilligers die nesten beschermt en de monitoring verzorgt. ‘Zonder hen zouden we het niet
redden’, aldus Strijtveen.
Predatie
De bv probeert de predatie door roofdieren binnen de perken te houden. ‘Daarom hebben we ook de
bomen gekapt, zodat vliegende rovers geen uitkijkposten meer hebben’, zegt Elshof. ‘De vossen
worden ‘s nachts met lichtbakken bestreden.’
De pluimveehouder stelt dat predatie altijd zal blijven en volgens hem hoort dat ook bij de natuur.
‘Maar het moet wel binnen de perken blijven. Wij zitten hier nu op 20 procent. Dan groeit de populatie
weidevogels nog. Maar in andere weidevogelgebieden van Bezuiden de Vecht is de predatie
opgelopen tot wel 80 procent. Dan worden er te weinig vogels vliegvlug en holt de stand achteruit.’
Elshof, Nieuwenhuis, Strijtveen en de zes andere boeren van de bv krijgen voor hun inspanningen
een vergoeding uit de SN-regeling. Ook halen ze gemiddeld twee sneden gras van het natuurland.
Het land telt niet mee als plaatsingsruimte voor de mest, maar er mag wel mest, bij voorkeur ruige
mest, op worden uitgereden.
‘Natuurland is heel goed in de bedrijfsvoering in te passen, maar je moet er niet te veel van hebben’,
zegt Strijtveen, die stelt dat de inspanningen voor de weidevogels nu nog redelijk goed uit kunnen.
‘Rijk worden we er niet van, maar omdat het zo goed gaat met de vogels, halen we er veel voldoening
uit.’
Contracten
Over de toekomst van de weidevogels zijn de boeren minder gerust. ‘We verwachten dat het ruwvoer
door de verwachte groei van veel melkveebedrijven en de aanpassingen in het derogatiebeleid in
2015 fors duurder wordt’, zeggen ze. ‘De vraag is of de boeren in de polder Lierderbroek dan opnieuw
contracten voor weidevogelbeheer af willen sluiten. De vergoedingen zullen gekoppeld moeten
worden aan de voerprijs en inkomstenderving door bijvoorbeeld later maaien moet worden
gecompenseerd.’
Nieuwenhuis benadrukt dat de inspanning van een groot deel van de boeren in de polder echt nodig is
om een redelijke weidevogelstand op de been te houden. ‘Dat kunnen wij met onze 50 hectare niet
alleen en dat geldt ook voor Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten met hun percelen. Deze
boodschap willen we gedeputeerde Maij op 9 mei dan ook meegeven.’