De Standaard, 24/01/2014 BINNENLAND KINDEREN UIT ARME GEZINNEN SCOREN MINDER GOED OP SCHOOL Kansarme kleuter komt niet aan de bak Leerkrachten gaan niet zo goed om met kansarme kleuters. Dat knaagt aan hun prestaties en welbevinden. De Koning Boudewijnstichting doet aanbevelingen. ‘Bereid leerkrachten beter voor op de diversiteit.’ VAN ONZE REDACTEUR TOM YSEBAERT BRUSSEL Een kansrijk kind werd honderd keer bij het klasgebeuren betrokken, een kansarm kind geen enkele keer. Observaties in kleuterklassen hebben het aangetoond: kleuteronderwijzers behandelen kinderen anders naargelang van hun sociale achtergrond. Vaak onbewust, ondanks goede bedoelingen. Kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen scoren in de derde kleuterklas lager voor taal en rekenen dan andere kinderen Kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen scoren in de derde kleuterklas lager voor taal en rekenen dan andere kinderen. Ook voor sociale vaardigheden doen ze het minder goed, en hun zelfvertrouwen en welbevinden liggen lager. Dat werkt door in de hele schoolcarrière. De Koning Boudewijnstichting presenteert vandaag ‘Kleine kinderen, grote kansen’, een actieprogramma om het kleuteronderwijs beter te maken, voor alle kinderen. Het kreeg de steun van de Vlaamse overheid en bouwt voort op onderzoek van de KU Leuven en de UGent. Het programma bevat onder meer aanbevelingen om de lerarenopleiding bij te sturen. Zo zou er een aangepaste ‘competentieset’ moeten komen en meer nascholing. De meeste leerkrachten zijn immers niet goed voorbereid op het omgaan met kansarme kinderen. Ze komen uit de blanke middenklasse en hebben weinig voeling met andere milieus. Dat geeft fricties die zich vaak uiten in kleine dingen. Neem nu trakteren bij een verjaardag. De school zegt dat ze de traktatie overneemt maar dan daagt het kind niet op. Of de juf zegt dat ze zelf wel voor prentjes zorgt voor een bepaald kind. Goed bedoeld maar betuttelend. ‘Leerkrachten kijken nog te veel naar de dingen die verkeerd lopen zoals de taalachterstand en de lege brooddoos’, zegt Ilse Aerden (KU Leuven). ‘Terwijl wij zeggen: kijk naar de talenten.’ ‘Diversiteit, sociale en etnische, is een realiteit in Vlaanderen maar ze wordt in de lerarenopleiding nog te veel als iets aparts, als een “module” behandeld’, zegt Piet Van Avermaet (UGent). ‘Geen wonder dat aankomende leerkrachten er tegenop zien om in scholen met veel kansarmen te werken.’ Van Avermaet en Aerden zijn niet per se voor een verlaging van de leerplichtleeftijd maar wel voor initiatieven om de kinderen meer op school te krijgen. ‘Maar dan zal het onderwijs didactisch wel heel anders moeten, doordrongen van de diversiteit’, vindt Van Avermaet. Samen op stap In de katholieke basisschool Bengel in Lokeren proberen ze er aan te werken. Contact met de ouders is er cruciaal. ‘We halen de ouders naar de school, ook de kansrijke’, vertelt directeur Frankie Schepens. ‘Ze komen in de klas om te zien hoe het daar aan toegaat. We gaan ook samen op stap. Niet naar een duur pretpark maar naar een bos in de buurt. Zo leren ze elkaar kennen. We hebben papa’s die vrij nemen op het werk om mee te kunnen.’ ‘Kansrijk in beeld’ werd het project gedoopt. Dat ‘in beeld’ mag je letterlijk nemen. Schepens vindt het belangrijker te tonen dan te zeggen hoe het moet. ‘Je mag niet te belerend zijn. We zeggen niet: lees voor aan uw kroost. We laten zien hoe andere ouders het doen.’ Bengel is er nu twee schooljaren mee bezig. Het is wat vroeg voor harde resultaten. ‘Maar ik zie dat de leerkracht van de peuterklas anders naar de kinderen kijkt. In een gesprek met de ouders gaat het over wat het kind kan, niet over wat het niet kan. Dat doet het welbevinden goed.’
© Copyright 2024 ExpyDoc