Aanpassing middelloonregeling 2015 De Pensioenkamer is onlangs gekomen tot een onderhandelingsresultaat voor de middelloonregeling vanaf 2015. Het resultaat ligt op het moment van dit schrijven voor bij de achterbannen van de werkgevers- en werknemersonderhandelaars in die Pensioenkamer. Het onderhandelaarsresultaat is tot stand gekomen na lang getouwtrek tussen de werkgever die de fiscale versobering door hem als wetgever vorm gegeven, maximaal wil invullen en dus tot maximale premievrijval wil komen (vnl. in eigen portemonnaie) en de werknemer die de pensioenopbouw op peil wil houden om zo een goed pensioen voor later te waarborgen. Uiteindelijk is een belangrijk deel van de premie dat niet meer fiscaal in het ouderdomspensioen kon worden gestoken, aangewend voor andere pensioenonderdelen, zoals bijv. de verhoging van het pensioengevend salaris met de overhevelingstoeslag en de verhoging van het partnerpensioen. Dat partnerpensioen kan bij pensionering weer worden omgeruild naar een hoger eigen ouderdomspensioen. Daarnaast komt een deel van de premieverlaging, ook van het werkgeverdeel, terug als salarisverhoging vanaf 1 januari 2015. Uiteindelijk wordt van de 2,5% premievrijval 1,3% gebruikt voor verbetering van de regeling en 1,2% valt vrij voor salarisverbetering. Voor de duidelijkheid: die 1,2% is een percentage van de pensioengrondslag (salaris minus AOW-franchise), omgerekend naar brutosalaris is dat een percentage van zeg 1,0% en na belastingheffing 0,5% tot 0,7%. De belangrijkste wijzigingen 1. De werkelijke pensioenleeftijd gaat meelopen met de AOW-leeftijd, maar blijft flexibel Dit heeft tot gevolg dat u in 2015 nog steeds vanaf 60 jaar met ouderdomspensioen kunt en dat de maximale pensioenleeftijd wordt de AOW-leeftijd (in 2015 65 jaar en drie maanden) plus 5 jaar. Ook alle andere ABP-pensioenen en uitkeringen worden opgeschoven naar de nieuwe AOW-datum. 2. Pensioenopbouw en hoogte premie De pensioenopbouw was in 2013 nog 2,05%, is nu in 2014 1,95% en wordt in 2015 1,875%. Om tot een optimale pensioenopbouw te komen bouwen de salarissen tot € 37.000,- in 2015 1,702% op met de lage AOW-franchise van € 10.024,-. Boven dat salaris dus een opbouw van 1,875% bij een AOWfranchise van € 12.552,-. De premieheffing wordt voor alle salarissen gebaseerd op de hoge franchise van € 12.552,-. De premie daalt, maar het ABP-bestuur stelt aan het eind van het jaar de premie vast. Daarom is nu nog niet te zeggen hoe hoog deze wordt. 3. Versobering VPL-deal De oudere deelnemers met aanspraken op de ’inkoopregeling oude dienstjaren voor 2006’ worden geconfronteerd met verlaging van die rechten. De werkgever wilde in het geheel niet onderhandelen over aanpassing (lees verbetering) van de regeling als daar niet een versobering van de VPL-deal in werd betrokken. Allereerst is de spilleeftijd voor de berekening van de VPL-aanspraken van 65 jaar naar 67 jaar verschoven (voor het ouderdomspensioen zelf is dat in 2014 al gebeurd). Toch met pensioen gaan op 65 jaar kost dan 10% van de VPL-aanspraken (niet de aanspraken op ouderdomspensioen!). Bij doorwerken na 65 jaar wordt die vermindering op de VPL-aanspraken navenant steeds kleiner tot nihil op 67 jaar. Vervolgens is er een netto korting van 2,7% op de VPLaanspraken toegepast. Deze korting is gelijk aan de korting die in 2015 na alle plussen en minnen op de reguliere pensioenopbouw wordt toegepast. Deze korting kan niet ongedaan worden gemaakt door langer door te werken. Met pensioen gaan op 65 jaar kost dan maximaal 14% van de VPLaanspraken (niet van de aanspraken op ouderdomspensioen!). Met doorwerken tot 67 jaar komt de VPL-pensioenschade uit op zo’n 4%, maar door 2 jaar langer doorwerken bouwt u ook weer langer ouderdomspensioen op. De totale pensioenschade komt dan afhankelijk van de hoogte van de VPLaanspraken en van de lengte van doorwerken tussen 65 en 67 jaar, op 65 jaar netto uit tussen de 1% en 3% en op 67 jaar netto op 0,1%. 4. Geen pensioenopbouw inkomens boven een ton Over het inkomendeel boven de € 100.000,- wordt geen pensioen meer opgebouwd in de verplichte reguliere pensioenregeling. Dat betekent terugval in ouderdomspensioen en vooral in partnerpensioen. Vooral dat laatste pensioen kan flink dalen en kan aanleiding geven tot reparatie. Het zal waarschijnlijk mogelijk worden bij het ABP deel te nemen aan een separate netto pensioenregeling voor inkomens boven de ton. U kunt ook bij een verzekeraar een gelijkwaardige lijfrenteconstructie aanschaffen en u kunt ook van het premiegeld dat u bespaart vrij gaan beleggen voor oudedag inkomen. 5. Nabestaandenpensioen loopt door tot AOW-datum Het nabestaandenpensioen dat tot uitbetaling is gekomen voorafgaand aan de pensioendatum loopt door tot de nieuwe pensioen/AOW-datum, incl. de compensaties voor het eventueel (gedeeltelijk) ontbreken van een ANW-uitkering en de betaling van de AOW- en ANW-premie over dat pensioen. 6. Geen effect voor gepensioneerden De pensioenen van reeds gepensioneerden zijn niet betrokken in deze zgn. Witteveen-operatie. Het fiscale kader, het zgn. Witteveenkader, betreft de mogelijkheden van pensioenopbouw, niet de uitbetaling van pensioenen.
© Copyright 2024 ExpyDoc