Analyses Monthly n°28 l APRIL 2014 INHOUD EDITORIAAL 01 Editoriaal Beste cliënt, 02 De groeilanden Terug investeringswaardig? 03 Fiscaliteit Is het voordelig om een managementvennootschap op te richten? 04 Goldman Sachs Emerging Debt Aantrekkelijk rendement zonder wisselkoersrisico 05 Rolls-Royce Diversificatie als verdediging 06 Europa Is het einde van de lange depressie van de nutsvoorzieningen in zicht? 07 Home Equity Funds News Een andere kijk op de automobielsector 08 Monthly Performances Indices Wenst u deze publicatie in elektronisch formaat te ontvangen? Schrijf u in via de website: www.pldw.info In maart zetten de beurzen hun zigzagbeweging verder. De bewegingen zijn sinds het begin van het jaar niet min, met maandelijkse variaties van 3 tot 5%, alternerend positief en negatief. Per saldo kan gesteld worden dat de aandelenmarkten het, tegen alle verwachtingen in, niet goed deden en hun meerdere moesten erkennen in de obligatiemarkten. Deze laatsten kunnen, gemiddeld gezien, sinds begin dit jaar een positieve return van om en bij de 2% op hun palmares schrijven, terwijl de Amerikaanse en Europese beurzen symbolisch break-even draaien. Japan en de emerging markets zijn de negatieve hekkensluiters. Klassiek bevestigen de uitzonderingen de regel, waarbij vooral de perifere landen (Italië, Griekenland, Portugal) konden genieten van een aantrekkende Europese economie, een opwaardering van de kredietwaardigheid van hun schuldpapier door de ratingagentschappen, betere financiële condities bij nieuwe obligatie-uitgiften en gunstige structurele hervormingen (nieuwe regering Renzi in Italië). Maart werd nog steeds gekenmerkt door zwak economisch nieuws uit de VSA en China. Voor de VSA gaat men er nog steeds van uit dat dit gerelateerd is aan de invloed van de harde, uitzonderlijk lange winter en daarom van voorbijgaande aard zal zijn.Voor China lijken de donderwolken echter van meer structurele aard en reden genoeg voor de autoriteiten om hun groeipad naar beneden bij te sturen. Intussen duiken hier en daar de eerste faillissementen op het Chinese vasteland op en heeft de Chinese yuan zijn jarenlange appreciatie ten opzichte van de dollar gestaakt, een verrassing voor heel veel speculanten die dachten een “free lunch” gevonden te hebben bij de aankoop van Dim Sum-obligaties. In het kielzog van de vertragende Chinese economische groei bereikte ook de koperprijs een meerjarig laagterecord. Verder stond de voorbije maand in het teken van het afronden van het resultatenseizoen en werd er alleen maar bevestigd wat we in februari al hadden vastgesteld, namelijk dat de vierdekwartaalwinstcijfers van de bedrijven geen grand cru waren, zeker niet in Europa. De sterke euro maakt veel Europese bedrijven ook voorzichtig naar de nabije toekomst toe, wat nog steeds resulteert in negatief bijgestelde winstvooruitzichten voor het lopende jaar. Vanuit die hoek moeten we dus nog geen ondersteuning van de beurs verwachten. Uiteraard valt het vorige in het niets vergeleken met de geopolitieke spanningen die ontstaan zijn tussen Rusland en het Westen in verband met de blitse annexatie van de Krim door Rusland. Gedachten aan de koude oorlog doemen opnieuw op en het grote gevaar bestaat in een escalatie van sancties tussen de twee machtsblokken, waar niemand beter van wordt. Het is de combinatie van al het voorgaande dat het potentieel van de aandelenbeurzen sinds begin dit jaar geremd heeft. Daartegenover hebben (sommige) obligaties geprofiteerd van de vlucht naar een veilige haven, van een nog steeds enorm liquiditeitsoverschot en van een desinflatoire context in grote delen van de wereld (vooral Europa). Hoe het nu verder gaat, zal veel afhangen van de verdere ontwikkelingen rond Oekraïne en de houding van de ECB. Indien de geopolitieke spanningen binnen de perken kunnen worden gehouden (ons basisscenario), denken we dat de beurzen hun zijdelingse rit nog een tijdje zullen aanhouden alvorens de weg naar boven te hernemen. Op iets langere termijn hebben aandelen nog steeds onze voorkeur, vooral in de VSA en Europa omwille van een sterker wordende economie en verwachte normaliserende rentevoeten. Ons geduld wordt wel op de proef gesteld. Danny Wittenberg Chief Investment Officer www.pldw.be 1 DE GROEILANDEN Terug investeringswaardig? Het is één van de lessen die beleggers steeds weer lijken te vergeten: investeren in groeilanden is niet weggelegd voor beleggers met hartproblemen. Het wedervaren van de voorbije jaren heeft dit weer eens pijnlijk duidelijk gemaakt. Na enkele zeer goede jaren kregen zowel de aandelen- als de obligatiemarkten van de groeilanden vorig jaar fikse klappen, waarbij tot overmaat van ramp ook de munten van veel groeilanden een stevige optater moesten incasseren. De beleggingsprestaties van de meeste fondsen die in groeilanden investeerden, vielen dan ook zwaar tegen. Dit is niet alleen te wijten aan de wispelturigheid van een aantal westerse kor tetermijnbeleggers, die even snel belangrijke kapitalen uit deze markten terughalen als het even minder gaat, als ze die investeren wanneer het goed gaat, maar ook van de groeilanden zelf. Die lijken immers zelf veel moeite te hebben om het grote potentieel dat ze ongetwijfeld herbergen, op een consistente manier in goede economische en sociale prestaties te vertalen. Een moeilijke langetermijngroei De voorbije jaren dachten veel beleggers dat de groeilanden eindelijk de code gekraakt hadden om tot een meer evenwichtige langetermijngroei te komen. Meesurfend op de in de jaren 1990 doorgevoerde hervormingen en de bloeiende grondstoffenmarkten konden de groeilanden eindelijk groeiprestaties hun naam waardig neerzetten, zonder in inflatoire of sociale spanningen te vervallen. Helaas moest dit beeld vorig jaar worden bijgesteld: bleek dat de grondstoffenboom en de vloed aan liquiditeiten inderdaad weer eens tot een ver lies aan economische discipline hadden geleid en dat er zich fundamentele zwakheden hadden ontwikkeld in de vorm van grote afhankelijkheid van buitenlands kapitaal en inefficiënte marktwerking; zwakheden die ten volle zichtbaar werden zodra de monetaire vloed zich terugtrok. Internationale beleggers trokken dan ook weer massaal hun geld terug en een aantal landen dreigde met een klassieke betalingsbalanscrisis te worden geconfronteerd. Spanningen die er geen goed aan doen Tot overmaat van ramp liepen de politieke en sociale spanningen in een aantal markten weer hoog op. Die lijken, paradoxaal genoeg, het resultaat te zijn van de gunstige ontwikkelingen in het eerste decennium van deze eeuw, waardoor zich in veel landen een middenklasse heeft ontwikkeld die haar pas gewonnen welstand en vrijheden niet zonder slag of stoot wil opgeven. Dit is onder andere het geval in Brazilië, maar ook in Turkije en Thailand. Die sociale en politieke onrust konden de beleggers uiteraard missen als kiespijn en ze heeft alleen maar tot een versnelde uitvloei van kapitaal geleid. 2013 was dan ook een rotslecht jaar voor de groeimarkten: beurzen kregen rake klappen, munten devalueerden tot 20% en de rente diende in veel landen te worden opgetrokken om de instortende munt te verdedigen en de kapitaaluitvoer te stoppen. Onder tussen lijkt de rust enigszins teruggekeerd en vragen veel beleggers zich stilaan af of ze niet wat overdreven hebben bij het afstraffen van de groeilanden. Want laten we wel wezen, niet alle verwezenlijkingen van de voorbije jaren waren op drijfzand gebouwd. Infrastructuur, scholing en sociale situatie zijn er in veel landen sterk op vooruitgegaan. Bovendien realiseert men zich nu dat de verminderde competitiviteit van China voor veel landen unieke kansen biedt om een stuk van de Chinese exportmarkten in te pikken. En tot slot wint de overtuiging veld dat het met het economische herstel in Europa niet zo’n vaart zal lopen en dat de rente er nog wel heel lang extreem laag zal blijven. Wat uiteraard de aantrekkelijkheid van de groeilanden, waar de rendementen in sommige landen tot 10% kunnen belopen, weer doet toenemen. Ook de pogingen in de groeilanden zelf om tot een oplossing van de sociale spanningen te komen, dragen bij tot de herwonnen rust. In veel gevallen blijven er onderhuids nog grote spanningen, maar de tijd van massale protestacties op straat lijkt voorbij. We zien dan ook een voorzichtige ommekeer van de kapitaalstromen, waarbij de kapitaalvlucht in elk geval gestopt lijkt. Dit kan alleen maar goed nieuws zijn voor de langzaam helende wereldeconomie. Voor wie een belegging in deze markten weer ziet zitten, lijken de in harde valuta uitgedrukte schulden van deze landen de beste mogelijkheden te bieden, maar herlees toch eerst maar even de eerste zin van dit artikel… Christophe Van Canneyt Chief Economist 2 www.pldw.be FISCALITEIT Is het voordelig om een managementvennootschap op te richten? U hebt wellicht al opgemerkt dat steeds meer zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen hun activiteiten niet meer uitoefenen als natuurlijke personen, maar wel in een vennootschap. Wat is de reden voor deze overgang naar een vennootschap? Is dit (altijd) interessant? Hieronder volgt een beknopte analyse. Wat is een managementvennootschap? D e B e l g i s c h e we t g e v i n g b e v a t g e e n e n k e l e d e fi n i t i e v a n d e managementvennootschap. Ze neemt het vaakst de vorm aan van een BVBA waar van het maatschappelijk doel bestaat in het verlenen van bijstand, advies en/of leiding aan bedrijven. Ze wordt dus, naargelang het geval, opgericht door een bestuurder van een onderneming of door een externe consultant bij die onderneming. Ze kan echter ook worden opgericht door elke persoon die een vrij beroep uitoefent (notaris, arts, advocaat, …). Wat zijn de voordelen van een managementvennootschap? Een managementvennootschap laat toe om: 1/ het privévermogen van de bestuurder van de managementvennootschap veilig te stellen voor schuldeisers van deze vennootschap, 2/ vanuit fiscaal oogpunt, de financiële stromen naar de bestuurder van de managementvennootschap te optimaliseren door de keuze van het type en het bedrag van de vergoeding (in de ruimst mogelijke zin van het woord). De uitoefening van een beroepsactiviteit via een vennootschap laat dus toe om zich te verzekeren van: - een vaste en regelmatige vergoeding (waardoor de hoogste belastingschijven in de personenbelasting worden vermeden), - een aanvullende vergoeding (via een stock option plan), - een extralegaal pensioen (IPT-verzekering, i.e. « individuele pensioentoezegging »). DEFINITIE VAN HET BEGRIP FISCAAL MISBRUIK Aan de administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer de administratie… aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik. Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige, middels de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen, één van de volgende verrichtingen tot stand brengt: 1° een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van dit Wetboek of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst; of 2° een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel voorzien door een bepaling van dit Wetboek of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft. Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van inkomstenbelastingen. Indien de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de belastbare grondslag en de belastingberekening zodanig hersteld dat de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van de wet wordt onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden. Wanneer is het interessant om de overgang naar een vennootschap te maken? Elk geval is uiteraard verschillend. Enkel een simulatie van de belastingberekening zal een duidelijk antwoord bieden. De vergelijking van de aanslagvoeten alleen volstaat niet, aangezien ze geen rekening houdt met de verschillende belastingaftrekken, -vr ijstellingen en -ver minder ingen toepasselijk op natuurlijke personen. Ze houdt evenmin rekening met de fiscale frictie bij de (mogelijke) overdracht van de als natuurlijke persoon uitgeoefende activiteit naar de vennootschap. Toch wordt over het algemeen aangenomen dat de overgang naar een vennootschap slechts interessant is wanneer het netto-inkomen meer dan 55.000 euro bedraagt. Hoewel geen enkele wetgeving of rechterlijke beslissing de geldigheid van de www.pldw.be managementvennootschap (momenteel) in vraag stelt, is het belangrijk om te herinneren aan het bestaan van de algemene antimisbruikbepaling (zie hierboven) in ons juridisch arsenaal. Voorzichtigheid is dus geboden, ook al blijven we ervan overtuigd dat talrijke niet-fiscale redenen de oprichting van een dergelijke vennootschap kunnen rechtvaardigen. De toekomstige regionalisering van de personenbelasting zal ongetwijfeld zeer complex zijn. Ze zou de overgang naar een vennootschap nog interessanter kunnen maken (de vennootschapsbelasting blijft een federale materie). Het departement Estate Planning staat te uwer beschikking voor alle vragen en bijkomende informatie. Aarzel niet om ons te contacteren! Bruno Ferrier Head of Estate Planning 3 GOLDMAN SACHS EMERGING DEBT Aantrekkelijk rendement zonder wisselkoersrisico In de westerse wereld blijven de rendementen van de overheidsobligaties onder druk staan. Een Amerikaanse obligatie (US Treasury) met een looptijd van 5 jaar brengt nauwelijks 1,7% per jaar op. In Europa liggen de intrestvoeten nog lager. Een Duitse obligatie (German Bund) met eenzelfde looptijd van 5 jaar heeft een jaarlijks rendement tot eindvervaldag van minder dan 1%, namelijk 0,7%. Zelfs de rendementen van de immens populaire Zuid-Europese staatsobligaties zijn de jongste 12 maanden sterk gedaald. Begin 2013 was het jaarlijks rendement van Spaanse en Italiaanse vijfjarige overheidsobligaties nog respectievelijk 4% en 3,3%; vandaag is dit teruggevallen tot amper 2%. Een tegenovergestelde beweging, namelijk stijgende langetermijnrentevoeten, hebben we in 2013 in de groeilanden meegemaakt. Daar verzwakten de obligatiemarkten (en dus stegen de rentevoeten), vooral onder invloed van een lagere economische groei. Ook het feit dat Ben Bernanke op 22 mei 2013 aankondigde dat de Amerikaanse centrale bank haar obligatieaankopen zou milderen, zorgde voor een forse opstoot van de rente. In de activaklasse van de groeimarktenobligaties kan men op verschillende manieren beleggen: enerzijds hetzij via overheidsobligaties, hetzij via bedrijfsobligaties en anderzijds hetzij via obligaties uitgegeven in lokale munt, hetzij via obligaties in harde valuta (USD). Twee derde van de portefeuille betreft kwaliteitsobligaties (« investment grade »). De overige hebben een rating BB of B (« high-yield »). Rommelobligaties met een rating CCC/CC/C worden vermeden. Lokale munt mijden we op dit moment wegens nog te veel onzekerheden. Obligaties in USD waarbij het wisselkoer srisico afgedekt wordt (“Euro-hedged”), vinden we nu opnieuw interessant omwille van het rendementsverschil ten opzichte van de obligaties uit de westerse wereld. Last but not least ver kiezen we staatsobligaties, die liquider zijn dan bedrijfsobligaties. Het jaarlijks rendement tot eindvervaldag van dit fonds bedraagt 5,6% en de gemiddelde duratie van het schuldpapier is 5 jaar. Ons favoriete fonds in de activaklasse van de emerging overheidsobligaties uitgegeven in USD, waarbij het wisselrisico afgedekt wordt (“Euro-hedged”), is Goldman Sachs Growth & Emerging Mar kets Debt, afgekor t Goldman Emerging Debt. Een sterke diversificatie Goldman Emerging Debt is r uim gediversifieerd: het heeft staatsobligaties van meer dan 60 landen gespreid over de drie grote regio’s (Azië, Latijns-Amerika en Oost-Europa) in por tefeuille. Het fonds houdt momenteel belangrijke overwegingen aan in Indonesië en Mexico. Een gereputeerde beheerder Daarenboven is het een extr a troef dat het fonds beheerd wordt door een gerenommeerde financiële instelling uit de top 10 der vermogensbeheerders. Goldman Sachs is wereldwijd verantwoordelijk voor bijna 900 miljard USD aan beleggingen, waarvan 40 miljard USD in emerging schulden. Om een beter zicht te krijgen op de snel veranderende ontwikkelingen in de groeilanden zijn de beheerders en analisten van Goldman Emerging Debt niet op één plaats gelokaliseerd, maar wereldwijd. Hun werkplaatsen zijn New York, Londen,Tokio, Bangalore (India) en Singapore. De performance van het fonds over de laatste vijf jaar is uitstekend (zie onderstaande grafiek). Samengevat kunnen we stellen dat het Goldman Sachs Growth & Emerging Markets Debt fonds (“Euro-hedged”) een aantrekkelijk rendement biedt zonder blootgesteld te zijn aan enig wisselkoersrisico. Aarzel niet om uw private banker te contacteren voor meer info hierover. Vincent Vandorpe Senior Portfolio Manager & Funds Analyst Goldman Emerging Debt versus JP Morgan EMBI index 4 www.pldw.be We wijzen de beleggers erop dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie zijn voor de resultaten in de toekomst. ROLLS-ROYCE Diversificatie als verdediging De luchtvaart is een veelbelovende sector sinds de prijzen schappelijker geworden zijn onder impuls van de low-cost luchtvaartmaatschappijen (bv. Ryanair) en de maatschappijen uit het Midden-Oosten die een gunstigere kostenstructuur hanteren (bv. Emirates). Het luchtvervoer is toegankelijker geworden en het verkeer zou de komende jaren een stijging van meer dan 5% moeten registreren, met bestellingen van nieuwe toestellen bij Boeing en Airbus op een recordniveau. Dit alles speelt in het voordeel van de commerciële activiteiten van de fabrikanten die onderdelen produceren kwaliteitsknowhow voor een bedrijf voor de bouw van de A330, de B777 en dat sinds 1914 in de sector actief is. consoorten. Rolls-Royce bouwt in de eerste plaats motoren voor langeafstandsvliegtuigen, Rolls-Royce Holdings plc is een Britse die groter zijn en meer wegen dan onderneming die in 1973 ontstaan is uit de korte- of middellangeafstandsvliegtuigen afsplitsing van de groep Rolls-Royce Limited en krachtige motoren nodig hebben. en waarvan de automobielactiviteit sinds Rolls-Royce levert Trent-motoren die 1998 deel uitmaakt van de Duitse groep in dit segment tot de top behoren en BMW. Rolls-Royce is wereldleider in de waarmee de vliegtuigen van zowel Airbus bouw van krachtige motoren voor de als Boeing zijn uitgerust. De groep is burgerluchtvaart (meer dan 40% van het niet meer actief in het segment van de omzetcijfer). De groep bouwt motoren korte- en middellangeafstandsvliegtuigen voor meer dan 30 types vliegtuigen en ingevolge de recente beëindiging van een heeft momenteel 12.500 motoren in joint-venture met haar concurrent Pratt dienst, waaronder de Trent-motoren die & Whitney (en haar uittreding in 2011 (exclusief) gebouwd worden voor het uit het consortium IAE, i.e. de bouwer nieuwe toptoestel van de groep Airbus, van de V2500-motor voor de A320). de A350. De sector is tamelijk gesloten Toch heeft de groep onlangs verklaard dat en Rolls-Royce heeft weinig concurrenten, ze erop rekende om opnieuw motoren waar van de twee belangrijksten de voor dit type vliegtuigen aan te bieden Amerikaanse groepen General Electric en teneinde de concurrentie aan te gaan Pratt & Whitney zijn. De motorbouwer met IAE of de leider van het segment, de is eveneens een belangrijke speler in de gemeenschappelijke onderneming CFM militaire luchtvaartuitrusting (motoren voor (partnership tussen General Electric en transportvliegtuigen, helikopters, drones, ...), Safran). Een terugkeer die tijd zal vragen, alsook in de bouw van propulsiemotoren maar nieuwe horizonten zal openen. voor de zeevaart (schepen, onderzeeërs). Wat de militaire luchtvaar tactiviteit Tot slot is de groep eveneens actief betreft, is de tendens minder rooskleurig in het segment van de gasturbines en met belangrijke begrotingsbezuinigingen compressoren die met name gebruikt in de Verenigde Staten (bijna de helft van worden in de olie-industrie en heeft ze een het omzetcijfer van de divisie) die een impact hebben op de verkopen en die kleine activiteit in de kernsector. de groep ertoe gedwongen hebben haar Een erg luchtvaartgericht profiel, maar verwachtingen voor dit jaar neerwaarts bij afgestraft door het militaire luik te stellen. De groep verwacht een daling van 15 à 20% van de verkopen van de De luchtvaartactiviteit (burger en militair) divisie met een stabiel groepsresultaat ten ver tegenwoordigt bijna 70% van de opzichte van 2013. De afwezigheid van resultaten van de groep en bundelt een groei (voor de eerste keer in tien jaar) www.pldw.be werd de dag van de aankondiging afgestraft door een zware val van bijna 20%. Een groep die zich wil diversifiëren Omwille van de zwakte in het segment van de militaire luchtvaar t, tracht de motorbouwer zijn randactiviteiten te ontwikkelen en meer bepaald zijn dieselmotoren. Zo heeft de groep onlangs van het Duitse Daimler de resterende 50% van de groep Tognum (nummer 2 van de wereld in krachtige dieselmotoren, na Caterpillar) gekocht, nadat ze in januari laatstleden de onderhandelingen beëindigde voor de overname van de Finse groep Wärstilä, wereldleider in de bouw van propulsiemotoren voor de zeevaart. Rolls-Royce moet nu de Tognum-transactie (+/- 2 miljard pond) ver teren, maar zou op middellange termijn nieuwe strategische acquisities moeten beogen. Rolls-Royce biedt een interessante blootstelling aan de luchtvaartsector, evenals aan de zeevaart- en de energiesector. Het is een solide groep met een leiderspositie en een uitstekende reputatie wat de kwaliteit van haar motoren betreft. De resultaatswaarschuwing van februari heeft het semtiment over het aandeel afgezwakt en men kan zich ideaal positioneren in geval van een terugkeer tot rond 1.000 pence. Philippe Vanmeerhaeghe Financial Analyst 5 EUROPA Is het einde van de lange depressie van de nutsvoorzieningen in zicht? Sinds de subprime-crisis en het faillissement van Lehman Brothers heeft de Europese nutsvoorzieningensector een lange tocht door de woestijn moeten doorstaan. Tot dan waren deze bedrijven zeer gegeerd door de beleggers omwille van de visibiliteit van hun cashflow en hun gul dividendbeleid. De omgeving was veelbelovend met hoop op het standhouden van hoge elektriciteitsprijzen in een context van sterke groei van de hernieuwbare energieën. Met de recessie van 2009 werden de vermeende defensieve kenmerken van de nutsbedrijven in vraag gesteld. De sector moest het hoofd bieden aan tal van zowel conjuncturele als structurele problemen, wat de « de-rating » van deze waarden op de beurs verklaarde. Vele spelers werden afgestraft door de zwakke elektriciteitsvraag die veroorzaakt werd door de slappe groei van de economie in Europa en die in de hand gewerkt werd door de overvloed aan elektrische productiecapaciteiten ingevolge de sterke opmars van de hernieuwbare energieën, met name in Duitsland. Een sector onder druk De fundamenten zijn erg verslechterd. De elektriciteitsprijzen zijn in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. De rentabiliteit van de operatoren van centrales wordt bijgevolg aangetast. De sector staat onder druk: daling van de resultaten, verhoogde inmenging van de politici (ongunstige reglementaire wijzigingen, stijging van de fiscaliteit in een algemene context 6 van bezuinigingen in de eurozone ten aanzien van spelers die niet in staat zijn om hun activa naar het buitenland over te brengen, kernenergie die onder vuur ligt in bepaalde landen), onvermogen om de prijzen te verhogen, druk op de cashflows en de balansen. Dit leidt tot een invraagstelling van de beschikbare middelen zowel voor de noodzakelijke investeringen voor de toekomstige groei als voor de uitkering van dividenden. Talrijke bedrijven zijn verplicht om hun respectieve schuldenlast te verlagen via de afstoting van verwaterende activa. Blijven er opportuniteiten? Hoewel de sector gedomineerd wordt door de « geïntegreerde » zwaargewichten (E.ON, RWE, GDF Suez, EDF), is hij verre van perfect homogeen. Men vindt er eveneens zogenaamde « gereguleerde » bedrijven, naar het voorbeeld van Elia, onze nationale operator van het hoogspanningsnet, maar ook enkele gespecialiseerde spelers in het milieusegment (Veolia of Suez Environnement) of in de hernieuwbare energieën. De voorbije jaren heeft de sector zich moeten aanpassen aan de reglementaire wijzigingen, herstructureringen en verplichtingen ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in Europa. De « geïntegreerde » nutsbedrijven voeren herstructureringen door om hun afhankelijkheid van de elektriciteitsproductieactiviteit te verlagen, die in continentaal Europa in een crisis verkeert. Deze strategie gaat gepaard met een versterking van de middelen die worden uitgetrokken voor groeiplatformen (energie buiten Europa, energiediensten met een hogere toegevoegde waarde, exploitatie van het gassegment met het Liquified Natural Gas bestemd voor Azië) en met een verhoogde blootstelling aan de meer gereguleerde activiteiten die een betere visibiliteit bieden. Deze spelers blijven hun zaak bepleiten bij de verantwoordelijken van al onze www.pldw.be overheidsinstellingen en ijveren voor investeringsstimuli, meer coherentie op het vlak van de prijzen en de betwisting langs juridische weg - van sommige politieke beslissingen ten aanzien van kernenergie. In het segment van de « gereguleerde » nutsvoorzieningen hebben de bedrijven vaak een monopoliepositie met een tamelijk goede visibiliteit op hun omgeving. Hoewel de nutsbedrijven eigenaar zijn van hun activa, hebben de lokale regulatoren het exclusieve voorrecht om de investeringen en het operationele kader te valideren. Dit verleent hen een stabiele context om investeringen te stimuleren. Deze bedrijven bieden hun aandeelhouders vaak een goed dividendrendement. Meer fundamenteel voor de sector hebben de verwachting van een conjunctuurverbetering in Europa en de sterke vernauwing van de « spreads » tussen de Duitse overheidsschuld en die van de perifere landen de aandelen van de sector eveneens ondersteund, wat duidelijk tot uiting kwam in het eerste kwartaal van dit jaar. 2014 lijkt het jaar van de ommekeer te worden, met het einde van de verslechtering van de resultaten in het vooruitzicht. Zelfs als maar enkele bedrijven in staat zijn om hun resultaten sneller te herstellen, zou dat de beleggers vlugger gunstig kunnen stemmen. Daarbij komt dat recente beslissingen, zoals een verduidelijking van het dividendbeleid, een hertekening van de investeringsplannen en het behoud van de sanering van de balansen als prioriteit, door de beleggers goed onthaald werden. Het aandeel GDF Suez laat de belegger toe om zich aan dit thema bloot te stellen. Marc Ernaelsteen Head of Equities HOME EQUITY FUNDS NEWS Een andere kijk op de automobielsector De automobielsector heeft nu al meer dan vier jaar de wind in de zeilen.Vooral de Duitse constructeurs doen zich opmerken. Getuige hiervan de evolutie van de beurskoers van deze reuzen. In ons fonds PLDW Small & Mid Cap Europe zijn we uiteraard niet rechtstreeks aan deze constructeurs blootgesteld, omdat hun beurskapitalisatie ruimschoots de limiet overschrijdt waaraan wij ons dienen te houden. We hebben ervoor gekozen om van deze buitengewone dynamiek te profiteren via beleggingen in producenten van uitrustingsgoederen die zeer intensief bijdragen aan het succes van onder andere BMW,VW en Daimler. Hoewel deze groepen bijna uitsluitend « beoordeeld » worden op basis van het succes van hun gamma, ligt dat voor de producenten van uitrustingsgoederen complexer. Ze moeten niet alleen bij de topconstructeurs aanwezig zijn, maar eveneens als werkelijke partners worden beschouwd zodat ze onmisbaar worden… en dus niet al te veel druk op hun verkoopprijzen ondervinden. De keuze van de aandelen die wij in onze por tefeuille aanhouden, werd dus ingegeven door deze positionering als partner die toelaat om voldoende rentabiliteit te verzekeren. Grote investeringen in R&D De invoering en de verstrenging van de uitstootnormen (CO2, fijn stof, enz.) waren bepalende factoren voor de automobielindustrie en zullen dit blijven. Om het hoofd te bieden aan deze verplichtingen, hebben de constructeurs miljarden euro’s uitgegeven aan Research & Development. Het komt er immers op aan om energiezuinigere (maar even krachtige) motoren, een andere soort motorisering dan de verbrandingsmotor (hybride, elektrische, enz.) en lichtere wagens met een verbeterde rijhulp, passagiersveiligheid en verbondenheid met de buitenwereld te produceren. Dat brengt veel brood op de plank… en de tendens wordt alleen maar sterker, want hoe strenger de normen, hoe groter de R&D-inspanningen om zich hiernaar te voegen. Dit titanenwerk heeft de kloof tussen de leider s (hoofdzakelijk Duitse bedrijven) en de anderen (Franse en Italiaanse, maar ook sommige Aziatische bedrijven) uiteraard vergroot. Maar het heeft eveneens de banden tussen de constructeurs en de producenten van uitrustingsgoederen zeer duidelijk versterkt. In onze portefeuille worden twee (Duitse!) bedrijven aangehouden: Norma en Bertrandt, dat onlangs in het fonds opgenomen werd. Nor ma is een producent van connectoren, i.e. a priori weinig dure basisproducten (van enkele tientallen eurocenten), maar die steeds belangrijker worden, omdat ze onderworpen zijn aan steeds hogere temperaturen en een steeds hogere compressie. De charme van Norma? Weinig dure, maar essentiële producten…. zo essentieel dat de constructeurs weinig geneigd zijn om de aankoopprijzen te onderhandelen door een bijna onbestaande concurrentie uit te spelen! Bertrandt is een ingenieursbedrijf dat zijn winst haalt uit deze groter wordende complexiteit, maar ook uit de sterke en duurzame tendens van de constructeurs om de R&D uit te besteden. Momenteel wordt 40% van het budget aan externe ingenieurs toever trouwd en deze tendens neemt alleen maar toe. Maar het volstaat uiteraard niet om goede wagens te commercialiseren die aan de uitstootnormen voldoen. Ze moeten eveneens op efficiënte wijze kunnen worden geproduceerd, zodat de rentabiliteit voldoende blijft om de aandeelhouders te vergoeden en de toekomstige ontwikkelingen te financieren. Vanuit deze optiek hebben we eveneens een blootstelling aan twee andere Duitse bedrijven: Dürr en Kuka. Optimalisering van de productie Dürr is de wereldleider in verfcabines. www.pldw.be De doelstelling van de groep bestaat erin de constructeurs te helpen om de verffactuur te verlagen en te besparen op de energie die noodzakelijk is om de carrosserie te spuiten. De groep profiteert niet alleen van de veroudering van de installaties in de mature landen, maar ook van de overdracht van de productie naar de lageloonlanden. Kuka is actief in de robotisering van productieketens, niet alleen voor de automobielindustrie. De groep profiteert zowel van de productieoverdracht als van de toename van de modellen die ofwel nieuwe productielijnen, ofwel een aanpassing van de bestaande lijnen vereist. Al deze waarden lieten de voorbije jaren reeds een mooie performance optekenen, ondanks een a priori weinig veelbelovende economische omgeving, in elk geval in Europa. Wij menen dat deze positieve tendens niet doorbroken is, verre van. Als de groei van de volumes in Europa wordt bevestigd, denken wij zelfs dat sommige producenten van uitrustingsgoederen voor de automobielsector opnieuw een succesjaar zouden kunnen kennen. Marc Engels Head of Equity Funds Meer gedetailleerde informatie en de nettoinventariswaarden van onze fondsen kunt u terugvinden op onze website www.pldw.be. 7 MONTHLY PERFORMANCES INDICES (31/03/2014) AANDELEN MUNTEN BEURZEN PERFORMANCES IN EUR Evolutie (%) 1 maand Evolutie (%) sinds 01/01/2014 in 2013 PERFORMANCES IN EUR 1 maand sinds 01/01/2014 in 2013 Europa - DJ Stoxx 600 -1,1% 1,8% 17,4% USD - EUR -0,2% 0,2% 4,2% Europa - DJ Euro Stoxx 50 0,4% 1,7% 17,9% GBP - EUR 0,2% -0,5% 2,3% België - Bel 20 1,1% 7,0% 18,1% JPY - EUR 1,2% -1,9% 26,5% Nederland - AEX 1,2% 0,4% 17,2% Frankrijk - CAC 40 -0,4% 2,2% 18,0% BEDRIJFSOBLIGATIES (IBOXX INDICES) Duitsland - DAX -1,4% 0,0% 25,5% Verenigd Koninkrijk - FTSE 100 -3,1% -1,4% 11,7% Spanje - Ibex 35 2,2% 4,3% 21,4% Italië - FTSE MIB 6,1% 14,4% 16,6% Zwitserland - SMI -0,4% 3,7% 18,5% Dow Jones Industrial Average 1,1% -0,6% 21,1% S&P 500 1,0% 1,4% 24,0% Nasdaq Composite -2,3% 0,7% 32,4% Brazilië - Bovespa 10,9% 2,5% -29,9% Japan - Nikkei 225 -0,8% -7,0% 23,0% Hongkong - Hang Seng -2,7% -4,9% -1,6% China - Shangai Composite -2,0% -6,4% -8,1% Taïwan - Taiex 1,4% 0,7% 4,6% Korea - Kospi 1,3% -1,7% -2,4% SECTOREN (STOXX 600) PERFORMANCES IN EUR 1 maand Evolutie (%) PERFORMANCES IN EUR 1 maand sinds 01/01/2014 in 2013 AAA 0,0% 0,8% 1,7% AA 0,2% 1,4% 0,7% A 0,2% 1,5% 1,7% BBB 0,3% 2,0% 4,6% Investment Grade 0,4% 2,3% 2,2% High Yield 0,6% 2,3% 7,9% OVERHEIDSOBLIGATIES (JPM INDICES) Evolutie (%) PERFORMANCES IN EUR 1 maand sinds 01/01/2014 in 2013 1 - 3 j. 0,2% 0,8% 1,9% 3 - 5 j. 0,6% 2,3% 2,3% 5 - 7 j. 1,0% 4,0% 3,4% Evolutie (%) 7 - 10 j. 1,3% 5,2% 3,1% sinds 01/01/2014 in 2013 > 10 j. 1,8% 7,5% 1,6% GRONDSTOFFEN Healthcare -2,3% 5,0% 20,4% Oil & Gas -0,3% 0,4% 3,8% Food & Beverages 0,6% 0,4% 8,5% Personal & Household Goods -1,9% -0,7% 14,0% Telecommunication -2,5% -1,1% 32,1% Gold Insurance -2,5% -0,8% 28,9% Crude Oil Technology 0,4% -0,2% 26,7% Retail -2,0% -2,2% 19,6% Real Estate -3,1% 4,7% 5,3% Chemicals -1,5% -1,0% 13,9% Media -3,0% -1,8% 33,7% Utilities 3,4% 10,2% 7,5% Automobiles & Parts 1,2% 7,8% 37,3% Construction & Materials 1,9% 9,6% 21,8% Industrial Goods & Services -0,5% 0,2% 22,5% Travel & Leisure -2,8% 4,4% 27,9% Financial Services -0,3% 1,3% 35,0% De redactie van deze nieuwsbrief werd afgesloten op 2 april 2014. Banks -1,6% 2,9% 19,0% De verstrekte informatie mag niet worden beschouwd als een aanbod of een verzoek tot aan- of verkoop van om het even welk financieel instrument. Basic Resource -3,2% 1,4% -13,4% Evolutie (%) PERFORMANCES IN USD sinds 01/01/2014 in 2013 -3,2% 6,5% -28,0% -1,0% 3,2% 7,2% 1 maand WENST U TE REAGEREN? Puilaetco Dewaay Herrmann-Debrouxlaan 46 1160 Brussel 02/679.45.11 E-mail: [email protected] Facebook: www.facebook.com/puilaetcodewaay Twitter: www.twitter.com/PuilaetcoDewaay LinkedIn: www.linkedin.com/company/puilaetco-dewaay-private-bankers Analyses Monthly is een financiële nieuwsbrief uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van: Danny Wittenberg, Chief Investment Officer, en Christophe Van Canneyt, Chief Economist, van Puilaetco Dewaay Private Bankers NV waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is aan de Herrmann-Debrouxlaan 46 te 1160 Brussel. BTW BE 0403.236.126 Brussel | Antwerpen | Hasselt | Luik | Meise | Namen | Sint-Martens-Latem | Waregem www.pldw.be
© Copyright 2024 ExpyDoc