Ap: 2014nr1 Redactioneel 3 Chinese assertiviteit Steeds vaker verschijnen er berichten over de groeiende assertiviteit van de Chinese vloot. Die voert meer en grotere oefeningen uit, met een almaar groter bereik. De vlootoefeningen vinden plaats in zowel (het oostelijke deel van) de Indische Oceaan als in de wateren ten zuiden en oosten van China, en zijn daarmee van belang voor de regionale rivaal India en daarnaast de (bondgenoten) van de Verenigde Staten. Zo zou volgens Chinese staatsmedia eind januari van dit jaar weer een aantal schepen richting een eilandje nabij Maleisië, de James Shoal, zijn gestuurd. Dat gebeurde in 2013 ook enkele keren. De James Shoal ligt 50 kilometer uit de kust van Maleisië, maar bijna 2.000 kilometer bij China vandaan. Overigens ontkent de Maleisische overheid dat de Chinese schepen zo dicht bij zijn gekomen. Volgens een recent rapport van de Amerikaanse marine hebben de Chinese zeestrijdkrachten ambitieuze plannen voor de komende vijftien jaar. Er wordt geïnvesteerd in zowel oppervlakteschepen als onderzeeboten en in (modernisering van) ondersteunende sensoren en wapens. Het rapport stelt vast dat de Chinese marine is geëvolueerd van een littoral force (alleen actief in kustgebieden) tot een vloot die diverse soorten missies kan uitvoeren tot ver van het Chinese vasteland. Dat uit zich onder meer in de kwaliteit en technologische mogelijkheden van het Chinese materieel: de Chinese schepen konden eind jaren negentig eigenlijk niet opereren zonder ondersteuning door verdedigingsinstallaties op het vasteland. Rond 2020 zal echter 85 procent van de Chinese vloot als ‘modern’ worden beschouwd door de VS. Met name de ontwikkeling van de Chinese onderzeedienst baart de Amerikanen zorgen: verwacht wordt dat dit jaar kernonderzeeërs operationeel worden die ballistische raketten kunnen lanceren met een bereik van ruim 7.000 kilometer. Dat zou betekenen dat China voor het eerst een geloofwaardige second strike nuclear capability op zee heeft. Bovendien komen Hawaï, Alaska en misschien zelfs delen van de Amerikaanse westkust binnen het bereik van de onderzeeboten, wanneer die patrouilleren in Oost-Aziatische wateren. Tegelijkertijd zijn er meer gematigde geluiden te horen: ja, het Chinese defensiebudget stijgt flink (van 139 naar 148 miljard dollar dit jaar) en er wordt geïnvesteerd in moderne middelen. Maar dat is een nominale toename. Het BBP van de Chinezen stijgt óók, waardoor het aandeel van defensie in het BBP de afgelopen jaren licht is gedaald, van 2,2 procent in 2009 tot 2 procent in 2012. Ter vergelijking: van 2003 tot 2012 steeg het Amerikaanse defensiebudget als percentage van het BBP van 3,6 naar 4,2. Het is alleen de vraag hoe de Chinese cijfers geïnterpreteerd dienen te worden. De Chinezen stellen hun groeicijfers wellicht rooskleuriger voor dan de werkelijkheid, terwijl een substantieel deel van de uitgaven aan militaire ontwikkeling waarschijnlijk buiten de officiële boeken wordt gehouden. Beide kanttekeningen impliceren een groter aandeel van defensie in de Chinese economie dan formeel wordt voorgesteld. Hoe dan ook, het staat vast dat China in hoog tempo zijn militaire capaciteiten vergroot en moderniseert. Voor de Chinezen is het niet meer dan logisch om een belangrijke rol te spelen in de regio: dat is een terugkeer naar de historische situatie. De dominantie in de wereldpolitiek van het Westen is daarin slechts een tijdelijke afwijking van de ‘normale’ verhoudingen. Voor het Westen, en specifiek de Amerikanen, is het vooral de vraag hoe China op vreedzame wijze de benodigde ruimte geboden kan worden een grotere internationale rol te spelen, zonder de belangen van de Aziatische partners en bondgenoten tekort te doen. Maarten Katsman 7 februari 2014 Wilt u reageren? Mail de redactie: [email protected].
© Copyright 2024 ExpyDoc