OP TOURNEE DOOR CHINA MET TANGO EXTREMO In Shanghai worden we opgehaald door een 8-persoons Mitsubishibusje, dat ons meeneemt naar de eerste speelplek Huzhou, in het noorden van de provincie Zhejiang. Het regent en nevelt, een zware mist drijft over het land. De zon zal zich de komende twee weken nauwelijks laten zien. Industrie en landbouw lopen onoverzichtelijk door elkaar. Kerncentrales, uniforme woonkazernes, kleine rijstvelden en boomkwekerijen. Achtvoudige klaverbladen, groentenveldjes en schroothopen, buitenwijken met laagbouw. Massale industrie en economisch gebruik van de grond voor wat maar iets oplevert. Sloop van oudbouw naast stengels betontengel uit onaffe woonlagen. Grauwe woonkolossen in de motregen van de vroege ochtend. Ruimtelijke ordening is een lappendeken van onbegrijpelijke bouwkundige mozaïeken. Geen speelplaats gezien, geen park, geen bankjes, niets dat aan ontspanning doet denken. Elektriciteitsmasten staan als grof opgezette Chinese karakters in het land, kalligrafie van de zware industrie. Afwateringsputten en meertjes met vage tentjes erom heen. Kortom, een nogal deprimerend niemandsland. We naderen Huzhou. In het busje ligt iedereen op apegapen na een doorwaakte nacht met Aeroflot boven Rusland en Mongolië. Bamboe steigers, hutten en bouwstellingen. Grauwsluiers en andere grijstinten. Geruisloos neemt de stad bezit van het land. Desolate hoogbouw als versteende grauwe giganten in samenzwering bij elkaar. Velen in de kraag gevat door reuzenkranen als om ze te behoeden voor omvallen. We verlaten Huzhou na de eerste voorstelling in de plaatselijke concerthal waar voornamelijk jongeren de show kwamen bekijken. Er ging van alles mis in deze eerste show, weinig elan, geen gave solo's, ook het dansen liet nog te wensen over...het is nog zoeken naar een goed geheel. Alleen het eten was vandaag voortreffelijk en gevarieerd, we zullen de gehele toer geen dag hetzelfde eten. Volgens technicus en lekkerbek Patrick is de Chinese McDonald trouwens fantastisch: meer vlees, betere saus. 1 Een mistige morgen na een tropische moessonbui die de hele nacht duurde. Of dit nu de veelbesproken smog is wordt niet helemaal duidelijk, maar de mondkapjes van de verkeersgebruikers in Huzhou voorspellen niet veel goeds. Een leger geluidloze electrische scooters schieten onophoudelijk door de Renming Road. Vanuit ons hotel zie je ze slalommend de stad doorsuizen. Op een hoek zit een man gehurkt het kruispunt te observeren. Op naar Shaoxing. We scheuren per personenbus de provincie Zhejiang in. Vage rijstvelden of ondergelopen grasveldjes, half afgebouwde betonconstructies omzoomd door een woud van bamboe, in allerijl opgetrokken flats naast verlaten woonkazernes. De economie woedt als een stormvloed het land door maar lijkt hier en daar in ademnood tot stilstand gekomen. Nieuwbouwwoningen flitsen voorbij met piramidevormige torentjes en een soort kerstboompiek erop, als een frivole verwijzing naar de boeddhistische pagodes van duizend jaar geleden. Gekooide balkons, getraliede buitenplaatsjes met uitzicht op de snelweg. We passeren de Hangzhou River, waarvan het water in een mistige stroom opgaat in de geelgrijze hemel. Shaoxing verwelkomt ons met een betrokken dek na een kort moment van zonneschijn. Betere show, wel nog wat stijf hier en daar, Marco zegt dat het samenspel vandaag veel beter was. We hebben Shaoxing verlaten en zijn op weg naar Zhuji. Shaoxing liet zien hoe snel China zich ontwikkeld heeft tot een westers georiënteerd land. In de straat van ons hotel blinken de winkels van goud en glitter, maar niet iedereen kan het tempo van de modernisering bijbenen, de ouderen zitten rond schamele karretjes stukken maïs en meloen te verkopen. Ik zie een Rolex horloge voor 300.000 yuan en kastanjes voor 30 yuan. Het grappige is dat je aan de flanerende dames niet kunt zien wat echt is en wat nep. Een tas van Vuitton van 5.000 euro of van 50 euro? Wie ziet het verschil? 2 We zijn In het plaatselijke buurttheater van Zhuji waar een plakkaat van de Chinese muur met kreet in goud op rood herinnert aan communistische dagen. Het is weer zachtjes aan het regenen. Een uur voor aanvang is de klamme zaal nog leeg. Backstage is een oude zooi met vale beklede pilaren, kleffe stoelen, vettige tafels en muren en plakkerig gereedschap. Het theaterlicht kent twee standen: aan en uit, een vloedlicht zet het brakke podium in een felle gloed. Vlak ervoor ligt een orkestbak in een gapend gat waar we als dansers vlak langs moeten dansen. Achter de kleedkamer is de wc die een enorme stank verspreidt door het hele theater. Maar de show must go on, overal en altijd. De matig gevulde zaal bestaat uit ouders met kinderen die stil de voorstelling bekijken. Violiste Tanya en danseres Gabriëlle zijn de diva's die na afloop met iedereen op de foto moeten. Een man zegt "You dance like a cat, soft but with claws..." De dames worden op straat behoorlijk aangegaapt, vooral Gabriëlle schrijdt als een blonde godin door de straten. Jonge meiden staren haar met open mond na. Vier in rode jurkjes gestoken kledingverkoopsters rennen naar buiten als we langslopen. De mobieltjes klikken en er wordt gewezen, gezwaaid en gegiecheld. De Chinese jeugd is gefascineerd door westerse schoonheidsidealen. Ik mag ook af en toe op de foto, maar de meeste vrouwen zijn alleen in de dames geïnteresseerd. "Oh you are so beautiful" doet vermoeden dat het publiek niet uitsluitend voor de muziek en dans komt. Er wordt rustig gegeten, spelletjes gespeeld op de mobiele telefoons en ook na een half uur komen er nog nieuwe mensen binnen. Zondagochtend. De trein van Zhuji naar Suzhou is overvol. Overal families, jongeren en rochelende ouderen. We zitten bijna op elkaars schoot tussen Chinezen die ons met veel belangstelling opnemen. Een man staat geleund op de hoofdsteun van waar accordeonist Hans van der Maas zit en lanceert boeven zijn hoofd regelmatig een goed geplaatste rochel. 3 Inmiddels aangekomen in het Hao Yuan Hotel in Nantong ten noorden van Shanghai. Zojuist opgetreden in het Geng Su Theater. Goed gevulde zaal met enthousiast publiek. Ook deze zaal ontbrak het aan goede kabels, kleurenfilters, videoprojectoren en nog wat dingen, maar we hebben het geflikt ondanks weer maar drie uur slaap. Het busje kwam ons dit keer om 5 uur ‘s ochtends ophalen dus erg uitgerust is niemand. Na de voorstelling worden we onder het theater getrakteerd op een alweer rijke maaltijd. Via een soort parkeergarageachtige toegangsbaan komen we in een kelder waar van meerdere tafels alleen de onze gedekt is. Schel TL licht op cementen muren. Een vrouw met volle zwarte krullen komt poolshoogte nemen. We zitten in de trein van Nantong naar Xuzhou, voor show nr. 5. Een zonnige dag, kwart over zeven. Het theater is een futuristisch gebouw aan een wijds meer. De zaalbezetting is matig en de show verloopt stroef. Trage tempi, geen groove, onzekerheid in mijn dans. De vloer is stroef en soms juist glad. Een gancho waarmee we 'Canaro en Paris' openen mislukt faliekant. Gabriëlle zwaait haar been hoog op om op mijn dij weerstand te vinden, maar ze glijdt jammerlijk door en moet haar been op de grond ploffen. Nog een keer proberen maar en dan lukt ie, maar de toon is gezet: alles kan fout gaan, ook als iets 100 keer goed is gegaan. Onzekerheid bekruipt me, ik doe te voorzichtig en denk te veel na. Geen swing en geen groove. Terwijl de dag ervoor in Zhuji juist alles goed ging: sterke improvisaties, fraaie vondsten, mooie muzikale interpretaties. Het publiek had daarbij geholpen, goed bezet, spontane reacties en enthousiasme bij het horen van de twee Chinese liedjes die Tango Extremo voor deze toer heeft ingestudeerd. 4 Vandaag reizen we in een hogesnelheidstrein van Suzhou naar Guangzhou dat 1.500 km zuidelijker ligt. We hadden deze etappe ook vliegend kunnen afleggen, maar Tanya heeft vliegangst en heeft daarom treinreizen geregeld. Voor de reis van Amsterdam naar Shanghai heeft ze consequent gekozen voor de Trans Siberische Expres, een reis van 10.000 km in tien dagen dwars door de Russiche steppen en de Gobiwoestijn van Mongolië. Haar medereizigers bestonden voor een deel uit niet-vliegers, zoals een studente die van Uppsala naar Hanoi moest en een zakenman uit Cornwall die voor een businessmeeting in Shanghai de trein nam. Het is nu nog niet duidelijk hoe Tanya terug naar Nederland gaat, per trein of toch met het vliegtuig, maar in dat laatste geval “zorg ik wel dat ik mezelf goed heb klem gezopen als ik instapD” We rijden in een busje zonder vering hotsend en klotsend terug naar Guangzhou na een nacht te hebben doorgebracht in het Spring Legend Resort, een vakantiecomplex 80 km buiten de hoofdstad van Guangdong, het oude Kanton, vanwaar de meeste Chinezen geïmmigreerd zijn naar Indonesië en Amerika. Het Resort bevindt zich in een bergachtig gebied waar tientallen vergelijkbare complexen zijn gesitueerd. De aanwezigheid van warmwaterbronnen heeft investeerders verleid om er luxe appartementen met zwembaden sauna's en jacuzzi's te bouwen voor de nouveau riche van Zuid China. Het resulteert in protserige samenraapsels van stijlen met even slordige als goedkope kopieën van Europese bouw- en ontwerpstijlen. Louis XVI kamers, zuilen van Carrara marmer, Engelse Chesterfieldfauteuils afgebiest met kwasten en nepzilver. We worden als heuse beroemdheden opgewacht door personeel in keurige uniforms en een fotograaf die ons netjes op een rij laat plaatsnemen voor de ontvangstzaal. Onze begeleider Xui Ke noemde dat gewichtig een fotoshoot toen we in de bus stapten. Ons was niks verteld zoals we op deze tournee wel vaker verrast worden. Dus staan we als een club zombies ongewassen en onopgemaakt te poseren voor een of andere publiciteitsfoto voor een bombastisch kuuroord voor de nieuwe rijken van China. We zullen twee nachten verblijven in deze luxe gevangenis met nauwelijks andere gasten met overal camera's en bewakers die grappig genoeg uniforms dragen die lijken op die van hun vroegere aartsvijand Japan die in de jaren dertig China waren binnengevallen. De paar andere bewoners die we tegenkomen zijn zonder uitzondering jonge welgestelden die zachtjes rondzoeven in hun Porsche en foto's maken van hun vriendinnen die met grote (nep)borsten en dito vergrote ogen langs paraderen. Op palen van hakken liefst met een zilveren glimgesp van Versacci. Minuscule minirokjes, zorgvuldig gecoiffeerd gemanicureerd, gehuld in nevels van Chanel. 5 Het is ongelooflijk te beseffen dat dit nieuwe China in amper 25 jaar uit de grond is gestampt. Er is geen flat of er staat wel een hijskraan in de buurt die ze aan hun nek de blubber uittrekt. De kraanvogels van de Chinese economie. Toch staan veel flatgebouwen er kaal en leeg bij, te snel gesloopt, te gauw gebouwd? Weer elders zijn de oude hutongs al half gesloopt vlak naast de oprukkende hoogbouwhuizen die zelf niet voltooid zijn. Het regent in Guangzhou. We treden op in de Xinghai Concert Hall in een sjieke wijk van de hoofdstad van Guangdong, met wijdse parken, een museum voor moderne kunst en een BMW dealer. We worden opgevangen door Jackie, een flinterdunne nicht die onrustig door de concertzaal banjert met een damestas voortdurend bungelend om zijn druk gebarende arm. Er zijn maar liefst 1.200 reserveringen, we hebben een reis van 2.000 km achter de rug, zijn weggestashd in een bungalowpark voor de nieuwe proleten van China, dus we hebben er wel zin in. De zaal zit vol, de muzikanten staan op scherp, pianist Carlos Mattos zet in, accordeonist Hans van der Maas let op de tempi, saxofonist Marco Kegel speelt een mooie solo in Estate. Hongaarse Sandór geselt zijn bas en Tanya Schaap heeft goede respons met haar conferences in het Chinees en Engels. Wij dansen voor ons leven, gedreven, maar ontspannen. Na de voorstelling met de gebruikelijke fotomomenten gaan we eten bij een Seafood tent in de open lucht ergens in de stad. Het is aangenaam warm ’s avonds om 10 uur, we kunnen voelen dat we 6 2.000 km zuidelijker zitten in tropische regionen. We ontmoeten de sponsors van de voorstelling die ons die middag hebben ontvangen in hun wijnclub, een soort Rotary club voor gefortuneerde burgers. We drinken thee en lunchen aan de bekende ronde draaitafel. Garnalen, gemarineerd varkensvlees, kip, vis en veel groenten vooral kankoon met knoflook en noodles en rijst. Een dag eerder zaten we te lunchen in een restaurant annex dierenwinkel, een labyrint van eetkamers en binnentuinen. De dierenwinkel verkocht uitsluitend levende dieren, maar niet om te houden maar om ze lekker op te peuzelen. Kantonezen staan erom bekend dat ze alles dat leeft opeten. Dat moet dus ook gelden voor de exotische dieren in de manden in de winkel. Er zijn landschildpadden, ratelslangen, reusachtige vissen, een hoop door elkaar krioelende waterkakkerlakken en een kleine krokodil die vastgebonden en met dichtgetapete bek stil in een hoek ligt. Chinezen kennen geen dierenleed, ik zag ooit een foto in een krant waarop twee leeuwen in een kooi een levende antilope aan het verscheuren zijn. De toeschouwers bekeken het woeste tafereel onaangedaan of zelfs vrolijk lachend. Eten is de belangrijkste bezigheid in China; wat of waar is niet belangrijk, als het maar veel en gevarieerd is. Ook in het Seafoodrestaurant is een vissencollectie die in het aquarium van Artis niet zou misstaan. Ik zie enorme bakken met wuivend zeegras, kolossale krabben, futuristische kreeften en meterslange zeeslangen. Aan de buurtafel zijn de sponsors zich flink aan het bezatten, de baas van de wijnclub heft het glas bij iedere slok om luidkeels te brullen 'Gan Bei!' Zijn compagnon komt telkens hetzelfde doen aan onze tafel. "Great music and your dance is so sexy!" En hij trekt weer iemand van zijn stoel om met hem of liever met haar grijnzend op de foto te kunnen. Nog weer een andere gast giet zijn glas tot aan de rand toe vol en zuipt het geval in één teug op. Hij wordt daartoe luid aangemoedigd door zijn schreeuwende tafelgenoten. Tanya zegt dat de sponsors hun geld witwassen met dit soort culturele versnaperingen, muziek en wijn uit Europa: GanBei! Bij de toiletten loop ik de dame van de theeceremonie tegen het lijf. Vanmiddag zat ze stil onze thee te bereiden, een bescheiden beauty in een koraalrode Gong Lijurk, nu komt ze nauwelijks meer uit haar woorden. "Gleat music, tellible gleat dance..." brabbelt ze met dubbele tong. 7 Na een treinreis van 18 uur zijn we teruggekeerd in de regio rond Shanghai, ditmaal is het de stad Jiaxin waar we vanavond optreden. De vermoeidheid begint zijn tol te eisen, we slapen soms maar een paar uur per nacht en elk uur dat we erbij kunnen slapen wordt gretig benut. De show verloopt wat routinematig, het kost moeite om elke keer op scherp te staan. We rijden over de brug naar het eiland Zhoushan, een kilometerslange betonconstructie boven de Oost-Chinese Zee. Ons voorlaatste optreden vindt plaats in Zhoushan City, de hoofdstad van het eiland onder de rook van Shanghai. Een mossig drasland ontrolt zich voor de kust van het eiland, modderige dijken, zompig moerasland met grillige slenken met kleine eilandjes. Hier en daar een vale hut op een dijk, een kanaal, weer een weg en dan zijn we weer op vaste bodem. Vanuit het Kenton Hotel overzien we de winkelstraat waar vanaf 7 uur de dag begint. Claxons van auto’s en brommers, een jammerende stem die lijkt op te roepen tot een of ander gebed en de onvermijdelijke verkopers die zoals oude marktkooplui hun waren aanprijzen. Alleen doen ze dat nu luidkeels versterkt door goedkope megafoons die de stem onverstaanbaar, maar oorverdovend de straat instuurt. Tientallen buurwinkels doen exact hetzelfde, overal staan jongens en meisjes die goud en nepgoud aanprijzen, iPhones en 4G de hemel in prijzen, de nieuwste wintermode presenteren: één geweldige kapitalistische kakofonie. De Chinese economie explodeert zowat over van enthousiasme, overal wordt handel gedreven, traditionele en de nieuwste spullen worden te kust en te keur aangeboden, Boeddhistische wierrookpotten, klassiek Chinese jurken, bamboe koffers, naast Samsung mini iPads, Rayban zonnebrillen, echt of nep, Hagen Dasz-ijs en natuurlijk overal eten. Kastanjeverkopers en Kentucky Fried Chicken, kantonese kippenklauwen en McDonalds, ceremoniële theesalons en aftandse eettentjes. Heel China zit midden in een Grote Sprong Voorwaarts, maar heel anders dan de Grote roerganger Mao 50 jaar geleden had gepredikt. Een miljard mensen te eten te geven valt niet mee, maar het lijkt verstandiger om een boer een 8 franchisezaak van een voedselketen te laten openen dan om zijn gereedschap om te laten smelten voor industrieel gebruik. Het kapitalisme heeft dus gezegevierd, terwijl de vlag van de communistische partij van de Volksrepubliek fier wappert op de overheidsgebouwen. Veel ouderen doen denken aan de figuren die het volksapparaat van Mao vormden, massaal aanwezig, onduidelijk in hun taakuitvoering, gespeend van elk individueel initiatief en nogal onpraktisch. Parkeerwachters, portiers, bewakers, deuropeners, allen staan de meeste tijd een beetje om zich heen te kijken en te roken. Ook jongeren vallen vaak niet op door daadkracht en doortastendheid, wat we vooral merken in de theaters waar de technici vooral samen een probleem bekijken, moeizaam tot oplossingen komen en moeten werken met verouderd materiaal. Ze doen hun best, maar het moordende tempo van de vernieuwing laat sommigen amechtig achter terwijl anderen ternauwernood kunnen aanhaken. We zitten opnieuw in de sneltrein naar het zuiden. Dankzij Tanya’s vliegangst mogen we het hele land doorkruisen met busjes, boemeltreinen en hogesnelheidstreinen en vandaag per intercity, terug naar Guangzhou. De laatste voorstelling is in de Concert hall van Shenzhen, een futuristisch gebouw van de Japanse architect Arata Isozaki. Een glazen gewelf dat steunt op een constructie van gouden balken overspant de ontvangsthal waar we na afloop weer poseren en signeren. De zaal heeft de fraaiste akoestiek van alle podia tijdens deze toer. Na één toon uit de sopraansaxofoon van Kegel is duidelijk dat dit een concertzaal is waar het geluid fenomenaal is. Een waardige afsluiting van een hectische tournee langs de steden van China in opkomst. Prachtig en verstikkend, druk en relaxed, modern en verouderd tegelijkertijd. En Tanya? Zij zit nog in Beijing begint haar terugreis nu de rest van het gezelschap al lang weer thuis is: met de Trans Siberische Expres van Beijing, via Ulambator door de Russische vlakte 9 langs Irkoestk en Omsk naar Moskou, Warschau, Berlijn en Amsterdam. Een terugreis als een Extreme Tango... René Oey, november 2014 10
© Copyright 2024 ExpyDoc