De Actuaris juli 2014 - Bergamin Pensioenrechtadvies BV

risk appetite en risk management
door Paul Jurriëns
COMMOTIE OM DE BELGIËROUTE
“Hoe langer we praten, hoe sneller we ons pensioensysteem te gronde richten”
De kritiek was niet van de lucht toen adviesbedrijf Aon zei te overwegen haar pensioenregeling naar
België te verplaatsen. ‘Kabouter Plop-pensioen’, klonk het denigrerend. ‘Onverantwoord’, concludeerde
minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën. ‘Ongepaste reacties’, aldus enkele deskundigen die De Actuaris
om commentaar vroeg.
Tot nu toe zijn slechts drie internationale pensioenfondsen Aon
voorgegaan. Multinationals die hun fondsen uit de EU-lidstaten in
België bundelen. Maar ook landen als Ierland en Luxemburg zijn
opties. “Door hun verplichtingen en investeringen te concentreren in
een pan-Europees pensioenfonds, kunnen ze efficiënter werken, de
kosten verlagen dankzij schaalvoordeel en hun governance verder
professionaliseren. Met één investmentstrategie en één actuariële
afdeling”, vertelt Marnik van Impe. De actuaris werkt bij Mercer België
en heeft al meerdere ‘verhuizingen’ verzorgd. “De multinationals
krijgen de mogelijkheid om hun pensioenfonds op maat, flexibel in te
richten. Bovendien hebben ze nog de fiscale voordelen.”
Zou Aon de katalysator kunnen zijn voor een exodus? Het
adviesbureau heeft immers meer dan een kwart van de
pensioensector als klant.
Bergamin: “Als er één schaap over de dam is, kunnen er meer
volgen.”
Van Impe: “Maar ik verwacht niet dat er nog honderd voor mijn deur
gaan staan.”
Gemakzuchtig
Exodus of niet, de commotie in Nederland, inclusief Kamervragen over
de voorgenomen pensioenfondsverhuizing van Aon, is er niet minder
om. Onverantwoord, aldus minister Dijsselbloem. En prof. Jaap
Koelewijn schreef in een column dat DNB maar moet ingrijpen bij
deze ‘Kabouter Plop-fondsen’. “Dat kan helemaal niet”, stelt Erik
Lutjens droogjes vast. Hij is hoogleraar pensioenrecht aan de Vrije
Universiteit Amsterdam. “We hebben te maken met Europees recht.
Daarin zijn pensioenfondsen gewoon bevoegd naar België te gaan.
Bovendien begrijp ik de kritische reacties niet goed. Ze zijn gemakzuchtig. Want ook in België gaat het nog steeds om de uitvoering van
een Nederlandse pensioenovereenkomst waarop de Nederlandse
Pensioenwet van toepassing blijft. De werkgever moet zorgen dat die
overeenkomst met de werknemers prudent, conform de Pensioenwet
wordt uitgevoerd. Wat is daar onverantwoord aan? Verder kan een
werkgever alleen maar kiezen voor een Belgische uitvoerder als de
ondernemingsraad of vakbonden daarmee instemmen. Daarmee zijn
de belangen van de werknemers geborgd.”
> Marnik van Impe
Nederlandse pensioenfondsen die de overstap naar België hebben
gemaakt, zien onze zuiderburen ook als aantrekkelijker pensioenland.
Met name door soepelere governancevoorschriften en financieringseisen. Zo kunnen pensioenfondsen in België hun verplichtingen vaak
met een gunstigere rekenrente bepalen, waardoor ze er beter voor
staan.
“Sinds de implementatie in 2006 van de Europese richtlijn in – wie
kent ‘m nog – de Pensioen- en spaarfondsenwet, mag je een
(internationaal) pensioenfonds of een deel ervan verplaatsen naar
een ander land”, zegt Eric Bergamin. De jurist is gespecialiseerd in
internationaal pensioenrecht en heeft het vertrek naar België
begeleid van een pensioenfonds. “Maar de inrichting van een
zogeheten Nederlands luik in een ander land is best wel hightech en
dus kostbaar. Blijkbaar zijn er nu motieven in de markt die zo’n
overgang rechtvaardigen.”
26 de actuaris juli 2014
Het uitvoeringsorgaan, met zijn governance en financiële opzet, valt
wél onder de Belgische regels, die zoals gezegd lichter zijn dan de
Nederlandse.
De Belg Van Impe ziet dat anders: “België vult de governance en de
controle binnen de Europese regelgeving anders in. Maar daarmee
zeker niet onveiliger. Dat je in België bijvoorbeeld 6% rekenrente mag
hanteren, is werkelijk een fabeltje. Nederland kent een rigide,
kwantitatief gericht toezichtskader met talrijke regels. Die moeten
strikt worden nageleefd, zonder dat de vraag wordt gesteld of dit
allemaal wel zo zinvol is. In België moet je die vraag voortdurend
stellen en veel meer verklaren waarom je de governance en
financiering op een bepaalde manier hebt georganiseerd. Dat maakt
de rol van de actuaris in België wellicht zelfs moeilijker.”
Lutjens: “De uitvoering valt onder de Europese richtlijn en moet aan
allerlei prudentieregels voldoen. Dit betekent onder meer dat
onderdekking onmogelijk is. Bovendien kent België een bijstortingsverplichting door de werkgever. Die heeft Nederland niet eens.”
risk appetite en risk management
“Het is wel leuk en aardig om te zeggen dat de werkgever daar
uiteindelijk aansprakelijk voor is. Maar wat gebeurt er als een bedrijf
failliet gaat en het pensioenfonds blijkt onvoldoende gefinancierd?
Als het fonds een rekenrente hanteert van bijvoorbeeld 4%,
Sinterklaas speelt met indexaties en het benodigde geld uiteindelijk
niet heeft? Dan kunnen de jongere generaties daarvoor opdraaien.
Een belangrijke vraag hierbij is dus: wie loopt welk risico in welke
mate op welk moment? Je praat hier over deling van pensioenrisico’s,
over solidariteit tussen generaties.”
> Erik Bergamin
Als laatste kritiekpunt op de Belgiëroute noemt Sagoenie de borging
van de zeggenschap. “Hoe ga je dat doen? De afstand wordt veel
groter. De OR kan wel toestemming geven, maar wat daarna? Hoe zit
het met de vertegenwoordiging van slapers, gepensioneerden en
actieve deelnemers? Is daar duidelijkheid over? Ik ben er niet van
overtuigd. In Nederland ontwikkelt die medezeggenschap zich beter.
Wie meer risico loopt, krijgt ook meer te zeggen. Die medezeggenschap raakt bij een verhuizing naar België op de achtergrond.”
Van Impe: “België kijkt dan ook nadrukkelijk naar de financiële
gezondheid van de sponsor. Ja, die kan omvallen, maar het fonds is
dan in principe voldoende gefinancierd. Maar veel multinationals die
een pan-Europees pensioenfonds hebben opgezet, bezitten een
grotere kredietwaardigheid dan menig verzekeraar.”
Het governanceregime in Nederland is een
draak met een overload aan regels
Bergamin: “De governancevoorschriften in België zijn veel efficiënter.
Ze hebben er beter over nagedacht. Het governanceregime in
Nederland is een draak met een overload aan regels. Een pensioenfonds heeft een directie, bestuur, medezeggenschapsorgaan,
verantwoording, toezicht, visiteurs die af en toe op de koffie
komen…. We hebben het zo zwaar opgetuigd, allemaal uit angst dat
het mis gaat en omdat de betrokkenen bang zijn voor hun hachje. Zo
houden we een sector in stand die zeker niet in het belang is van de
deelnemers.”
> Rajish Sagoenie
Ringfencing
Een laatste significant voordeel van België is dat je er kunt
ringfencen. Ofwel dat een fonds meerdere pensioenregelingen kan
uitvoeren en daarvoor gescheiden vermogen aanhoudt. Dat mag in
Nederland nog niet.
“Nederland denkt nog steeds na over een nieuwe vorm van een
algemeen pensioenfonds, een APF, waar ringfencing wél mogelijk is”,
zegt Lutjens. “Ons land is daarmee aan de late kant. De politiek
discussieert er al tien jaar over. Ondertussen is er nog niks gebeurd.”
> Erik Lutjens
Toezichtarbitrage
Een ander, kritischer geluid laat actuaris Rajish Sagoenie horen. Hij is
partner bij Milliman Pensioenen. Sagoenie waarschuwt voor de
zogeheten toezichtarbitrage. “In Nederland maakt de tweede pijler
een groot deel uit van het totale pensioeninkomen. Vandaar dat het
toezicht daarop in Nederland strenger is. Als je vervolgens het toezicht
kiest waar dat het beste uitkomt, met minder zware eisen zoals
kleinere buffers, dan kan dat risicovoller gedrag opleveren.”
Sagoenie: “Het is van eminent belang dat de overheid dit jaar nog de
wettelijke mogelijkheid van een APF op een juiste manier faciliteert.”
Bergamin: “Want als je niet oppast, zijn we zo weer vijf jaar verder.
Tegen die tijd zijn alle partijen die naar het buitenland willen,
vertrokken. Het politieke gesoebat is zeker een belangrijke trigger om
te kijken wat er buiten Nederland gebeurt. Of om als werkgever een
pot met geld te geven waar werknemers het mee moeten doen. Hoe
langer we met al die regeltjes bezig zijn, met al dan niet een reëel
kader, wel of niet een APF, des te meer buitenlandse werkgevers gaan
kappen met dit ingewikkelde verhaal. Hoe langer we praten, hoe
sneller we ons pensioensysteem te gronde richten. We douwen het
met de grootst mogelijke snelheid in de afgrond.” de actuaris juli 2014
27