O&D4 CoververhaalOpinie & Debat NRCWEEKEND ZATERDAG 8 FEBRUARI & ZONDAG 9 FEBRUARI 2014 O&D5 Windenergie De Duitse Wende faalt, subsidies werken niet, maar helpt windenergie? E r vindt een energierevolutie bij onze Oosterburen plaats: Die Wende, auf deutsch. In 2020 moet 35 procent van de elektriciteit duurzaam zijn; in 2030 moeten er zes miljoen elektrische auto’s op de Autobahn rijden; in 2050 moet het energiegebruik worden gehalveerd. Alles om het klimaat te redden. Waarom? Duitsland is niet echt kwetsbaar voor klimaatverandering en Duitse emissies vallen in het niet bij die van China. Duitse bedrijven zoals Siemens en BMW zouden met hun technologie veel geld kunnen verdienen aan klimaatbeleid – als andere landen het Duitse voorbeeld volgen. Maar in plaats van een gidsland te zijn, laat Duitsland zien hoe het niet moet. Die Wende blijkt duur te zijn, erg duur. En de uitstoot van broeikasgassen daalt niet, maar stijgt. De stijging van de uitstoot van kooldioxide is gemakkelijk te verklaren. Hoewel Duitsland niet bepaald een Tsunamiprobleem heeft, besloot bondskanselier Angela Merkel na de Fukushimaramp in Japan alle kerncentrales voortijdig te sluiten. Maar er moet toch stroom worden opgewekt. In Europa is gas nog altijd erg duur, vanwege het aanhoudende getreuzel over schaliegas. In de Verenigde Staten daarentegen, is gas spotgoedkoop, maar doet de regering moeilijk over exportvergunningen. Amerikaanse elektriciteitsbedrijven schakelen massaal om van kolen naar gas. Er is daarom een overschot aan steenkool en die is dus goedkoop. En nu verrijst in Duitsland dus de ene kolencentrale na de andere. De CO2 uitstoot stijgt navenant. Tegelijkertijd wordt er veel geïnvesteerd in hernieuwbare energie in Duitsland. Met name de subsidies voor zonneenergie en biomassa zijn erg hoog. Een Nederlands gezin betaalt 19 cent per kiloWatt-uur, een Duits gezin 27 cent. Daarvan gaat 5 cent direct als subsidie naar hernieuwbare energie. De totale ondersteuning in 2013 was bijna 21 miljard euro – en dat is zonder dat we versterking van het netwerk tellen, of backup capaciteit, of de waardedaling van huizen in de buurt van windturbines. De kosten per huishouden zijn zo hoog omdat grootgebruikers ontzien worden. De Duitse economie draait op export. Hoge energiekosten zouden de export in gevaar kunnen brengen. En dus betalen de gezinnen. Die eisen daardoor natuurlijk hogere lonen, wat de export in gevaar brengt. Het gaat echter redelijk goed met de Duitse economie. De groei is in orde en Duitsland ondergaat een peperdure energierevolutie, maar de uitstoot stijgt. Logisch dat de overheid de subsidie wil terugschroeven, constateert Richard Tol. Ook in Nederland past geen subsidiefontein. Richard Tol is hoogleraar economie in Amsterdam en Sussex. Hij is redacteur van het vaktijdschrift Energy Economics en heeft jarenlang in Hamburg gedoceerd. de werkloosheid is laag. Je zou dus kunnen concluderen dat de kosten van die Wende wel meevallen. Dat klopt ten dele. Energie vormt slechts een klein aandeel van onze uitgaven. Grote maar gestage veranderingen in de prijs van energie hebben daardoor een klein effect op de economische groei. Energie heeft ook weinig van doen met de werkgelegenheid. Het aantal banen in de Duitse zonne-energie is sterk gedaald, omdat Chinese zonnepanelen veel goedkoper zijn. Er werken echter maar relatief weinig mensen in energie; niet in fossiele brandstoffen en niet in hernieuwbare bronnen. Ook in Duitsland werkt meer dan 70 procent in de dienstensector, waar het energiegebruik niet erg hoog is. De lage werkloosheid is in de eerste plaats te danken aan loonmatiging en aan een euro die goedkoper is dan de D-mark zou zijn geweest. Leningen aan Duitse bedrijven zijn ook extra goedkoop. E n toch rommelt het rond die Wende. Managers zeggen liever dat energie te duur is dan dat lonen te hoog zijn. Prijzen die de hoogte in worden gedreven door politici zijn helemaal een aantrekkelijk doelwit. De uitbouw van hernieuwbare energie gaat te snel, sneller dan het elektriciteitsnet kan bijhouden. Wind- en zonne-energie is variabel en onvoorspelbaar. Wolken blokkeren de zon. Soms waait het, soms waait het niet, en soms waait het te hard en worden turbines voor de veiligheid uitgezet. Backup capaciteit is daarom vereist. Voor een deel zijn dat gascentrales, die snel omhoog en omlaag geschakeld kunnen worden. Voor een deel wordt er stroom uit het buitenland gehaald om het tekort goed te maken. En als er onverwacht veel wind en zon is, dan dumpt Duitsland extra stroom over de grens. Op het eerste gezicht klinkt dat aantrekkelijk, bijna gratis stroom. Het probleem is dat dit de winstgevendheid van conventionele elektriciteitsbedrijven aantast. Zo heeft Essent net besloten de gloednieuwe Claus C centrale maar weer uit te zetten. We hoeven geen medelijden te hebben met de aandeelhouders, maar zonder winst wordt er niet geïnvesteerd. Hernieuwbare energie holt de rest van de sector uit. En hernieuwbare energie kan niet op zich zelf staan. Nog niet. Misschien over twintig jaar. Maar nu niet. Uit Duitsland komen inderdaad steeds vaker berichten over kleine blackouts en bedrijven die investeren in hun eigen noodgeneratoren. En een ander probleem is ook opgedoken. Vroeger werd elektriciteit opgewekt door een paar grote centrales. Nu zijn er steeds meer kleine bronnen van elektriciteit en die zijn moeilijker te beheersen. Stroom, spanning en frequentie dienen binnen nauwe banden te blijven, en dat lukt minder en minder vaak. Voor gevoelige apparatuur is de verkeerde stroom net zo funest als geen stroom. Duitsland betaalt steeds meer voor steeds slechtere elektriciteit. Het is daarom niet verwonderlijk dat de nieuwe regering op het punt lijkt te staan de subsidies voor hernieuwbare energie terug te schroeven. Welke lessen kunnen we trekken uit die Wende? De maatschappij is minder maakbaar dan vele politici geloven. On- De maatschappij is minder maakbaar dan vele politici geloven. Ondanks investeringen gaan emissies doodleuk omhoog. Windenergie leidt juist tot het verstoken van meer kolen danks investeringen van vele tientallen miljarden euro’s in uitstootbeperking gaan emissies doodleuk omhoog. Modellen laten zien dat klimaatbeleid niet veel hoeft te kosten. De meeste economen staan een lastenverlichting, betaald uit een koolstofbelasting, voor. Dan mag iedereen zelf zien hoe hij zo veel mogelijk op uitstoot kan besparen. Maar Duitsland koos voor een lastenverzwaring om een subsidie te financieren en heeft daarmee aangetoond dat klimaatbeleid wel degelijk veel geld kan kosten. Voorop lopen heeft zijn voordelen, maar geef je een slecht voorbeeld, dan is de kans klein dat de rest volgt. Europa slaat zich graag op de borst met haar ambitieuze klimaatdoelstellingen. Beleidsmakers in Peking en Washington prikken daar zo doorheen. Na twintig jaar aanmodderen is het wellicht tijd voor een serieus klimaatbeleid in Europa. D e lessen voor Nederland zijn ook duidelijk. Net als die Wende probeert het energieakkoord een vrije marktsector centraal te plannen. Dat pakt zelden goed uit. De Nederlandse doelstellingen zijn ambitieus, net als de Duitse, en gokken ook op hernieuwbare energiebronnen die nog niet klaar zijn voor toepassing op grote schaal. En ook in Nederland is het klimaatbeleid een subsidiefontein die betaald wordt uit een lastenverzwaring voor huishoudens en het midden- en kleinbedrijf. Het energieakkoord is te vers om het nu al weer open te breken, en de onderhandelingen waren te pijnlijk. Maar het zal toch anders moeten als we serieus zijn over zowel emissiereductie als betrouwbare en betaalbare energie. Het zou dan meer in de richting van een koolstofbelasting moeten gaan in plaats van subsidies die bepaalde energiebronnen bevoordelen. Wind- en zonne-energie zijn extra’s op het elektriciteitsnet; ze vervangen geen centrale, die moet voor reserve draaien, meent Albert Stienstra. D uitsland gebruikt bij elektriciteitsopwekking nauwelijks nog gascentrales, want die zijn duurder dan kolencentrales. Die kolencentrales zijn op hun beurt minder geschikt voor het opvangen van de verschillen in wind- en zonne-energie, maar vanwege ‘netstabilisatie’ laat men deze centrales bij veel wind of zon doorwerken als ‘draaiende reserve’. Er wordt dan meer CO2 uitgestoten dan als gascentrales zouden worden gebruikt, maar de kosten van kolencentrales zijn zoveel lager dat de extra uitstoot voor lief wordt genomen. Laten zonne- en windenergie het voor langere perioden afweten, en dat gebeurt enkele keren per jaar voor een week of langer, dan moeten centrales op fossiele brandstof en (nog enkele jaren) kernenergie aan de gehele vraag voldoen. Dat blijft altijd nodig – hoeveel windturbines en zonnepanelen er ook worden geïnstalleerd. Immers, onder windkracht drie leveren windmolens geen energie en ‘s nachts is er geen zon. Wind- en zonne-energie zijn daarom extra’s op het elektriciteitsnet; ze kunnen geen enkele bestaande centrale vervangen. Centrales op fossiele brandstof moeten dus aan de volledige vraag naar elektriciteit kunnen blijven voldoen. Wordt er echter belang gehecht aan lagere CO2 uitstoot, dan kan men beter kern- dan kolencentrales kunnen gebruiken. Duitsland wil dat niet. Omdat wind- en zonne-energie extra’s zijn op het elektriciteitsnet, moeten bij berekening van brandstofbesparing alle energiekosten van hernieuwbare energie worden meegeno- men: productie, transport, installatie, aansluiting op het net, onderhoud, etcetera. Dr. C. le Pair rekent zo, en daaruit blijkt dat bij een grotere netto windbijdrage dan ca. 7 procent geen brandstof meer wordt bespaard, zelfs bij gebruik van gascentrales. Bij kolencentrales treedt dit effect eerder op. Hoe meer windenergie op het elektriciteitsnet wordt toegelaten, hoe meer brandstof wordt gebruikt. De berekeningen van Le Pair worden ondersteund door het toegenomen brandstofverbruik voor de elektriciteitsproductie (en dus ook de CO2-uitstoot) in Duitsland – ondanks de enorme toename van hernieuwbare energie. Dit blijft zo, want kolencentrales zullen niet verdwijnen. Integendeel, er worden centrales bijgebouwd om aan de vraag bij weinig wind en zon te kunnen voldoen als straks meer kerncentrales worden afgeschakeld. Het idee in Duitsland was dat hernieuwbare energie de elektriciteitsproductie zou overnemen van de kerncentrales, maar dat is niet gelukt en zal ook niet binnen afzienbare tijd lukken. In Nederland zal dit alles eender zo gaan, als significant meer windenergie wordt geïnstalleerd. Nee, windenergie is onmisbaar om uitstoot terug te dringen Windenergie werkt goed als er meer met buurlanden en met energiebedrijven wordt gecoördineerd, vindt André Faaij. Albert Stienstra is elektrotechnisch ingenieur. Onder windkracht drie leveren windmolens geen energie en ‘s nachts is er geen zon D e gemoederen in energieland lopen hoog op. Kernenergie bevalt niet, het gebruik van fossiele brandstofgebruik leidt tot aardbevingen op eigen bodem en bioenergie wordt gekoppeld aan wereldwijde honger en boskap. Wat is er in deze afvalrace mooier dan zonne- en windenergie? Toch zijn de problemen hier ook groot. Duitsland heeft zonne- en vooral windstroom omarmd; hij vormt de basis van de ‘Energiewende’. Maar de sterke groei van het aandeel wind- en zonnestroom stemt niet iedereen tot vreugde. Meer duurzame energie en een fluctuerend vermogen leidt tot minder productie-uren voor kolenen vooral gascentrales. Dat raakt de grote elektriciteitsproducenten in het hart; de verdienmodellen van de sector werken niet meer. Inmiddels is de beurswaarde van grote Europese elektriciteitsproducenten gehalveerd ten opzichte van topjaar 2008, een verlies van honderden miljarden euro’s. Dat vinden sommigen prachtig (kijk de fossiele lobby eens verliezen), maar het is de dood in de pot voor de energietransitie; geen geld betekent geen investeringen. Daarbij, sterke bedrijven zijn nodig om grote projecten en infrastructuur te kunnen realiseren en managen. Het waardeverlies is te wijten aan overinvesteringen, de economische crisis, relatief duur aardgas in Europa en de toenemende rol van wind- en zonne-energie. Vooral windenergie krijgt nu de schuld: door de vele subsidie zou ze de elektriciteitssector economisch zwaar in de problemen brengen. Windparken op de Noordzee worden al aangeduid als ‘een Fyra met wieken’. Dat is onzin. Uit analyses van het International Energy Agency, de VN en de World Energy Council blijkt al jaren dat, willen we een betaalbare, vitale en duurzame energiesector, we alle registers moeten opentrekken: zon, wind, biomassa, duurzaam fossiel met CO2 afvang, geothermie, een nieuwe generatie kernenergie en een efficiëntere toepassing in woningen en kantoren, industrie en transport. Om nieuwe technologie, zoals geavanceerde windturbines op zee, commercieel toe te passen is een leerperiode noodzakelijk. Daarin verbetert onder meer de technologie en dalen de kosten. Dat is met de fossiele energiesector in het verleden niet anders gegaan. De energievoorziening is geen of/of maar een en/en discussie. Die dan vooral moet gaan over hoe en/en op elkaar kan worden afgestemd in de tijd, tegen redelijke kosten en zonder grootschalige kapitaalvernietiging. Het probleem zit ‘m vooral in slechte coördinatie. Wat kunnen we doen? 1. Internationaal samenwerken, vooral met de buurlanden rond de Noordzee. Gezamenlijk energiebeleid, koppeling van elektriciteitsnetten, opslagcapaciteit voor overschotten elektriciteit en de opbouw van nieuwe industrie zijn noodzakelijk. 2. Meer coördinatie. Kosten van de ene opwekker moeten niet simpelweg worden afgewenteld op de andere. De vraag van elektriciteitsgebruikers moet ook tijdelijk worden verlaagd bij beperkt aanbod. 3. Stabiel beleid over langere tijd, inclusief een stabiele CO2 prijs. Lukt dit, dan kunnen we de (economische) vruchten plukken van een groeiende duurzame energie- en industriesector, kunnen producten en diensten worden geëxporteerd en is er hoogwaardige werkgelegenheid. Dan voorkomen we tegelijk dat we langdurig aan het dure gasinfuus van Rusland moeten. En, last but not least, kan de CO2-intensiteit van onze elektriciteitsvoorziening naar 0 in 2050. Prof. dr. André Faaij wordt wet. dir. Energy Academy Europe en distinguished professor aan de RUG. Nu is hij hoogleraar en wet. dir. Copernicus Instituut, UU. Windparken op de Noordzee zijn geen ‘Fyra met wieken’. Alle registers moeten open ILLUSTRATIE A-DIGIT Leer van het mislukte Duitse energieplan
© Copyright 2024 ExpyDoc