Programma downloaden.

Windenergie leidt
juist tot het verstoken
van meer kolen
Wind- en zonne-energie zijn
extra’s op het elektriciteitsnet;
ze vervangen geen centrale,
die moet voor reserve draaien,
meent Albert Stienstra.
uitsland gebruikt bij
elektriciteitsopwekking nauwelijks nog
gascentrales, want die
zijn duurder dan kolencentrales. Die kolencentrales zijn op hun beurt minder
geschikt voor het opvangen van de
verschillen in wind- en zonne-energie, maar vanwege ‘netstabilisatie’
laat men deze centrales bij veel wind
of zon doorwerken als ‘draaiende reserve’. Er wordt dan meer CO2 uitgestoten dan als gascentrales zouden
worden gebruikt, maar de kosten van
kolencentrales zijn zoveel lager dat de
extra uitstoot voor lief wordt genomen.
Laten zonne- en windenergie het
voor langere perioden afweten, en
dat gebeurt enkele keren per jaar
voor een week of langer, dan moeten
centrales op fossiele brandstof en
(nog enkele jaren) kernenergie aan de
gehele vraag voldoen. Dat blijft altijd
nodig – hoeveel windturbines en zonnepanelen er ook worden geïnstalleerd. Immers, onder windkracht
drie leveren windmolens geen energie en ‘s nachts is er geen zon.
Wind- en zonne-energie zijn daarom extra’s op het elektriciteitsnet;
ze kunnen geen enkele bestaande
centrale vervangen. Centrales op
fossiele brandstof moeten dus aan
de volledige vraag naar elektriciteit
kunnen blijven voldoen. Wordt er
echter belang gehecht aan lagere CO2
uitstoot, dan kan men beter kern- dan
kolencentrales kunnen gebruiken.
Duitsland wil dat niet.
Omdat wind- en zonne-energie extra’s zijn op het elektriciteitsnet, moeten bij berekening van brandstofbesparing alle energiekosten van hernieuwbare energie worden meegeno-
D
men: productie, transport, installatie,
aansluiting op het net, onderhoud, etcetera. Dr. C. le Pair rekent zo, en
daaruit blijkt dat bij een grotere netto
windbijdrage dan ca. 7 procent geen
brandstof meer wordt bespaard, zelfs
bij gebruik van gascentrales. Bij kolencentrales treedt dit effect eerder
op. Hoe meer windenergie op het
elektriciteitsnet wordt toegelaten,
hoe meer brandstof wordt gebruikt.
De berekeningen van Le Pair worden ondersteund door het toegenomen brandstofverbruik voor de elektriciteitsproductie (en dus ook de
CO2-uitstoot) in Duitsland – ondanks
de enorme toename van hernieuwbare energie. Dit blijft zo, want kolencentrales zullen niet verdwijnen. Integendeel, er worden centrales bijgebouwd om aan de vraag bij weinig
wind en zon te kunnen voldoen als
straks meer kerncentrales worden afgeschakeld.
Het idee in Duitsland was dat hernieuwbare energie de elektriciteitsproductie zou overnemen van de
kerncentrales, maar dat is niet gelukt
en zal ook niet binnen afzienbare tijd
lukken.
In Nederland zal dit alles eender zo
gaan, als significant meer windenergie wordt geïnstalleerd.
Albert Stienstra
is elektrotechnisch ingenieur
Onder
windkracht
drie leveren
windmolens
geen
energie en ‘s
nachts is er
geen zon