1 Nazi-Duitsland (1933-1945) H!to"sche context Duitsland 1871-1945 © meneervanempel.nl 2 Hoofdvraag Welke gevolgen had het nationaalsocialsime voor Duitsland en Europa, 1933-1945? 3 4 Nazificatie Basis: terreur en geweld: 1. Politieke tegenstanders: gevlucht, vermoord, concentratiekampen - Dachau 2. Neurenberger wetten (Volksgemeinschaft): joden, fysiek of geestelijk gehandicapten, afwijkende seksuele geaardheid 5 Nazificatie Propaganda: • Joseph Goebbels (minister van Volksvoorlichting en Propaganda) • Media en kunsten: journalisten en kunstenaars lid van de Rijkscultuurkamer 6 Het volk Situatie: • Beperkingen door nazificatie • 1933: krachtig economisch herstel • Terugdraaien Verdrag van Versailles Gevolgen: • Aanhang van het volk 7 Buitenlandse politiek Vermoeden: • Politiek Hitler gericht op herstel van het oude Duitsland Situatie: • GB en Fr willen vrede bewaren Actie: • Appeasementpolitiek (oorlog verkomen) • Conferentie van München 1938 ( TsjechoSlowakije) 8 Buitenlandse politiek Gevolgen: • Hitler wil groot Europees rijk • Etnische herschikking (Arische ras) • Duitsland bezet heel Tsjecho-Slowakije (1939) 9 Begin oorlog Situatie: • 1939: aanval op Polen • Niet aanvalsverdrag SU en Du Gevolgen: • GB en Fr verklaren de oorlog aan Du • Start WO II Situatie: Eerste fase • Du verovert heel Noordwest-Europa • 1941: aanval op SU Acties: • West-Europa: normaal leven • Oost-Europa: geweld > radicaal anticommunisme Gevolg: • Genocide • Wansseeconferentie (januari 1942) > Endlösung 10 11 Tweede fase Situatie: • Du verliest de 'Slag om Stalingrad' • 1944: Normandië Gevolgen: • Mei 1945 SU verovert Berlijn • Zelfmoord Hitler en Goebbels • Totaal verlies Du (geallieerden beslissen over Du) 12 13 Hoofdvraag Welke gevolgen had het nationaalsocialsime voor Duitsland en Europa, 1933-1945? 14 Nu maken Vragen 1, 3 en 5 blz. 55 Plaats een kenmerkend aspect dat hoort bij de voorbeelden op blz. 56 t/m 58. Licht je antwoord toe. Niet af? Dan is het huiswerk voor: