Download het artikel

Samen bouwen
aan de toekomst
Het is een probleem dat sectorbreed wordt ervaren: de werkgelegenheid neemt af. Organisaties moeten soms
afscheid nemen van personeel. Maar ook talenten en goedopgeleide medewerkers binnenboord houden.
Voor nu en voor de toekomst, om de kwaliteit van het aanbod te kunnen garanderen. In Rotterdam zetten vier
organisaties (zie kader) in de Proeftuin Work in Progress gezamenlijk hun schouders onder dit vraagstuk.
Vier organisaties die normaal gesproken elkaars concurrenten zijn, hebben in de Proeftuin Work in Progress de
handen ineen geslagen. ‘Een opmerkelijke stap’, erkent
Karen Abbing, opleidingscoördinator bij KindeRdam en
een van de deelnemers in de proeftuin. ‘Maar de noodzaak
was en is er. Het is nodig om van elkaar te leren, maar ook
om op een aantal vlakken samen te werken. De eerste
stap was een verkennende. Verkennen van de andere
organisaties, hun kennis en mogelijkheden om talent te
behouden of in te zetten in de organisatie. Verkennen van
gemeenschappelijke noemers en doelen. Karen Abbing:
‘Hoe kunnen we gezamenlijk vertrekkend personeel
perspectief bieden op een baan en zo mogelijk behouden
voor de sector? En: hoe kunnen we zitten personeel
blijven motiveren om met hernieuwd enthousiasme
verder te gaan in een veranderende organisatie? Ook
een versteviging van de samenwerking en het vormen
van regionale netwerken speelden een belangrijke rol.
Hoe ver waren de afzonderlijke organisaties in hun denken
over talent en mobiliteit? Er bleken grote onderlinge verschillen te bestaan. Gaandeweg is dit minder geworden.
Als andere organisaties eenzelfde samenwerking aangaan,
Proeftuin Work
in Progress
Kinderopvangorganisaties KindeRdam, Kern
Kinderopvang Randstad, KomKids en Peuter &
Co signaleerden samen met FCB dat de
ontwikkelingen in de kinderopvang – een grote
vraaguitval en gelijktijdig steeds hogere eisen
aan de opvang vanuit ouders – maatregelen
vereisen om de kwaliteit van de branche op peil
te houden. Een jaar lang zijn de organisaties
met elkaar aan de slag gegaan. Er is nu beter
zicht op de talenten in de organisaties en
hoe zij zelf met mobiliteitsbeleid in de
regio verder kunnen om uiteindelijk
samen te werken aan behoud en
versterken van talent.
18
kan ik hen een tip geven: bepaal van tevoren wat
je van de samenwerking verwacht en beschrijf je doelen.
Dat maakt het verkennen uiteindelijk wat gemakkelijker.’
Essentie
De vragen die steeds rondzongen waren: wat is talentvol
personeel, welke mensen zijn dat en welke randvoorwaarden zijn nodig om hen te behouden voor de sector? Maar
ook: hoe kweken we bewustwording onder het personeel
dat de markt verandert en dat dat consequenties heeft
voor de eisen die aan hen worden gesteld. Bij de start van
het proces kregen de vier organisaties van FCB de opdracht mee dat het zwaartepunt vooral moest liggen bij het
vraagstuk hoe talent behouden kan blijven voor de organisaties en branche in tijden van krimp en reorganisaties.
Voor de kwestie rondom vertrekkend personeel werden
loopbaantrajecten ingezet van At Work. At Work is een
nieuwe regionale aanbieder die vertrekkende medewerkers de mogelijkheid bood te kiezen voor een traject om
behouden te blijven voor de kinderopvang. Dit sloot goed
aan bij het vraagstuk in de proeftuin. Daarnaast hebben
de organisaties verbinding
gezocht met het al
bestaande aanbod
op dit terrein.
‘De hele wereld verandert. Je zal mee moeten, maar je
kunt nooit het doel vergeten: de ontwikkeling van het kind
moet centraal blijven staan. Je wilt zeker weten dat het
personeel dat je behoudt kwaliteit kan blijven bieden
voor de kinderen’.
Talentenpool
Onder de organisaties leefde de wens voor een
gemeenschappelijke talentenpool. ‘Over het
idee zijn we als betrokken kinderopvangorganisatie dan ook zeer positief. De
uitvoering is echter lastig. Het blijkt
dat talenten er niet automatisch voor
kiezen om in de sector te blijven
werken. Talenten ‘delen’ is ook
nog lastig omdat organisaties ook
concurrenten van elkaar zijn. Er
spelen daarnaast praktische knelpunten, zoals de interne voorbereiding binnen organisaties voordat er
met een pool kan worden samengewerkt. We moeten duidelijk nog meer
investeren in de eigen organisatie én
in de samenwerking met
anderen voordat we dit
middel
kunnen
inzetten.
Dat lukt
momenteel niet,
maar we
hebben
wel heel
duidelijk gekregen
waar de belemmeringen liggen en welke aanknopingspunten
er zijn voor een vervolg.’
Opbrengst proeftuin
Wat is de opbrengst van de proeftuin? ‘Het proces om
samen te gaan werken met concurrenten plus het opzetten van regionale netwerken voor mobiliteit is nu helder
beschreven. Daar kunnen andere organisaties nu van leren. Daarnaast zijn de organisaties zich veel meer bewust
geworden van het belang van talentbehoud. Dat
is enorm waardevol. We hebben kaders
voor mobiliteitsbeleid in de regio opgesteld. Deze kunnen uiteraard ook op
andere plekken worden ingezet.
We kunnen met een bestaande
talentenscan (TalentScan van het
bedrijf AMN) goed in kaart brengen waar krachten van medewerkers liggen. En we hebben het
hele proces in een Prezi-presentatie opgenomen, zodat andere
organisaties er ook mee aan de
slag kunnen. In een proeftuin staat
het proces van leren van elkaar
centraal. Elk van de organisaties heeft
nu een veel duidelijker beeld van wie
talenten zijn, hoe zij die kunnen definiëren, op welke manier mensen behouden
kunnen blijven voor de organisaties.
Daarnaast trekken de organisaties veel meer
samen op en hebben ze een fundament
gelegd om de krachten ook in de
toekomst te blijven bundelen.’
Karen heeft een tip voor iedereen die eenzelfde proces gaat
inzetten: ‘Wij hadden een
adviseur die ons goed heeft
begeleid. Maar vanuit de
organisaties kon niemand
echt als projectleider optreden. Daardoor misten we
soms wat slagkracht. Zorg
dus dat je ook een projectleider hebt die van binnenuit zaken kan oppakken.’
Kijk voor meer informatie
over Work in Progress bij
www.fcbkinderopvang.nl
onder Sterker op de
arbeidsmarkt bij
Innovatieve projecten
in het land
19