REGIONALE PROEFTUIN ‘VAN KINDEROPVANG NAAR ZORG’ ACHTERGROND PROEFTUIN maakte deze zij-instromers voor VVT-instellingen een Begin 2012 werd in de kinderopvang een grote krimp hele interessante groep om in huis te halen’’, aldus van personeel voorzien. Ook bij de Stichting Rijs- Coralie Elmont. wijkse Kinderopvang (SRK) was dit het geval. ‘‘Door bezuinigingen en de teruglopende vraag in de kin- GROTE BELANGSTELLING deropvang voorzagen we dat we op termijn afscheid Vanuit de VVT bleek dan ook een grote belangstelling moesten gaan nemen van een deel van ons perso- voor het omscholingstraject. Uit een rondgang die neel’’, zo vertelt Ellen de Bruin, Manager Werving en ZorgZijn Werkt maakte langs de VVT-instellingen, volg- Selectie bij SRK. Om dit in goede banen te kunnen de dat zeven organisaties bereid waren om in totaal leiden ging SRK het gesprek aan met ZorgZijn Werkt, 114 BBL-plaatsen beschikbaar te stellen. Daarbij werd de regionale werkgeversvereniging voor zorg en in overleg met de regionale opleidingscentra - ROC welzijn in de regio Haaglanden en Nieuwe Waterweg Mondriaan en het ID College - speciaal voor deze zij- Noord. In dit gesprek stond de vraag centraal wat de instromers een verkort opleidingstraject ontwikkeld. mogelijkheden zouden zijn om kinderopvangmede- Na een proefperiode van 3 maanden bij de werkgever werkers die boventallig dreigden te raken om te zouden zij dan binnen 16 of 18 maanden worden opge- scholen naar een andere baan binnen de zorg en leid tot verzorgende op niveau 3 in de ouderenzorg1. welzijn. Terwijl de opleiding tot kraamverzorgster grotendeels achterwege werd gelaten omdat voor deze functie bij AAN DE SLAG werkgevers aanzienlijk minder plekken beschikbaar Met deze vraag ging Coralie Elmont, Operationeel Ma- waren. nager bij ZorgZijn Werkt, aan de slag. Hierbij kwamen al snel twee omscholingsrichtingen in beeld. Namelijk een omscholing tot kraamverzorgster of een omscholing tot verzorgende op niveau 3 binnen de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT). Hierbij sloot de omscholingsrichting tot kraamverzorgster per definitie aan bij de interesse van kinderopvangmedewerkers om met kinderen te kunnen blijven werken. De tweede omscholingsrichting tot verzorgende - zo bleek ook uit de arbeidsmarktinformatie van ZorgZijn Werkt – bood echter de meeste kans op werk. Coralie Elmont: ‘‘Onze regionale arbeidsmarktonderzoeken lieten een groot verwacht tekort zien aan verzorgende op niveau 3’’. Daarbij kwam uit de contacten van ZorgZijn Werkt met WERVING KANDIDATEN: VAN PLAN A NAAR PLAN B de VVT-instellingen naar voren dat een sterke behoefte Het oorspronkelijke plan was dat medewerkers van de bestond aan medewerkers met een agogische achter- Stichting Rijswijkse Kinderopvang (SRK) een groot deel grond. In het bijzonder ook omdat de functie van ‘acti- van de BBL-plaatsen zouden invullen. Zoals we hiervoor viteitenbegeleider’ - gericht op de begeleiding van naar voren brachten, had deze kinderopvangorganisatie ouderen op een dagcentrum - de afgelopen jaren namelijk in eerste instantie een beroep op de werkge- steeds meer was verdwenen. Hierdoor kwam het bege- versvereniging gedaan. Gaandeweg bleek echter dat leiden van ouderen meer terecht op de schouders van haar medewerkers zich maar zeer beperkt aanmeldden de verzorgenden. Eén van de gedachten in de proeftuin voor het omscholingstraject. Van de 60 medewerkers was dan ook dat de zij-instroom van medewerkers uit die aanvankelijk interesse toonden, hebben slechts vier de kinderopvang dit hiaat deels zou kunnen opvullen. ‘‘Zij waren al gewend om activiteiten te organiseren en om methodisch en cliëntgericht te werken. Dit Proeftuin ZorgZijn Werkt © 2014 1 Ter vergelijk: een reguliere opleiding tot verzorgende op niveau 3 duurt 36 maanden. 1 medewerkers de mogelijkheden daartoe verkend. Kort opvang gelijk een goed beeld krijgen van deze werk- samengevat, zo vertelt Coralie Elmont, hebben we omgeving. Bewoners van het verpleeghuis kwamen hierbij ervaren dat medewerkers die nog werkzaam bijvoorbeeld regelmatig binnenlopen bij de bijeen- zijn in de kinderopvang, terughoudend zijn om hun komst waardoor al meteen op een speelse wijze uit- interesse voor een omscholingstraject naar een andere wisseling plaatsvond tussen de kandidaten en de cliën- sector kenbaar te maken. Zo lang niet definitief duide- ten van de VVT-instelling. Het organiseren van een lijk is of zij hun baan gaan verliezen, geven zij hun voorlichtingsbijeenkomst op locatie was echt een goe- eventuele interesse voor een ander carrièrepad liever de manier om gelijk de sfeer goed te laten proeven’’. niet prijs aan hun werkgever. Daarnaast speelde mee dat de arbeidsvoorwaarden en de inhoud van het werk SELECTIE VAN KANDIDATEN in de VVT niet iedereen aansprak: ‘‘De onregelmatige Via de verschillende wervingsactiviteiten meldden werktijden en het werken met ouderen in plaats van uiteindelijk 300 kandidaten zich aan als geïnteresseer- met kinderen sloot niet bij alle medewerkers aan. Men de in het omscholingstraject. Via onder meer ‘speed- bleef dan liever nog zo lang mogelijk in de kinderop- meets’ - waarbij kandidaten zich kort konden voorstel- vang werken’’, aldus Ellen de Bruin van SRK. len aan enkele werkgevers - werd een eerste selectie gemaakt2. Met deze kandidaten werden vervolgens sollicitatiegesprekken gehouden en werd één individuele meeloopdag georganiseerd. Daarna volgde een proefperiode van drie maanden waarin de kandidaten op gezette tijden in groepjes ‘meedraaiden’ bij hun toekomstige werkgever. Aan de hand van deze selectieprocedure zijn uiteindelijk 114 deelnemers die werkzaam waren geweest in de kinderopvang in 2013 en 2014, gestart met een BBL-traject in de VVT. Hierbij gingen twee grote VVT-instellingen – namelijk Pieter van Foreest en Florence – van start met eigen BBLklassen. ‘An sich’ hadden deze organisaties namelijk voldoende BBL-plekken beschikbaar om een eigen klas te kunnen vullen. De overige vijf VVT-instellingen3 Om toch voldoende medewerkers uit de kinderopvang namen deel met een gezamenlijke BBL-klas. te kunnen werven voor het omscholingstraject werd daarom overgestapt op plan B. Namelijk het werven van deelnemers via de ‘reguliere wervingskanalen’ en UWV. Helma Nederlof-Kruiswijk, werkzaam als Teammanager Ontwikkelen en Leren bij Pieter van Foreest, vertelt: ‘‘Nadat bleek dat we geen medewerkers van SRK konden laten omscholen, hebben we met het UWV gekeken naar mogelijke kandidaten en zijn advertenties geplaatst’’. VOORLICHTING OP LOCATIE Ook ZorgZijn Werkt spande zich in om samen met VVTinstellingen geschikte kandidaten te vinden. Daarbij bestond de rol van de werkgeversvereniging vooral uit het coördineren en faciliteren van de werving voor de vijf VVT-instellingen die gezamenlijk een BBL-klas 2 gingen starten (zie verderop). Met deze instellingen werd onder meer een succesvolle voorlichtingsbijeenkomst op locatie georganiseerd waar ruim 100 kandidaten uit de kinderopvang op afkwamen. Coralie Elmont: ‘‘Deze bijeenkomst vond plaats in een verpleeghuis van de Saffier De Residentiegroep. Zo konden medewerkers die werkzaam waren (geweest) in de kinderProeftuin ZorgZijn Werkt © 2014 3 Deze speedmeets werden overigens alleen georganiseerd voor de vijf VVT-instellingen die gezamenlijk een BBL-klas gingen starten. De twee organisaties met een eigen BBLklas - namelijk Pieter van Foreest en Florence - hadden een eigen selectieprocedure. Dit betrof HWW Zorg, Respect Zorggroep Scheveningen, Saffier De Residentiegroep, Verzorgingshuis Duinrust en WZH. Alleen Saffier De Residentiegroep heeft zich gaandeweg uit de proeftuin teruggetrokken om bedrijfseconomische redenen. Hierdoor konden twee leerlingen die bij deze instelling in een BBL-traject zaten hun omscholingstraject niet voltooien. 2 VAN KINDEROPVANG NAAR ZORG: EEN GROTE STAP DREMPELS VOOR ZIJ-INSTROMERS Uit de gesprekken over de proeftuin blijkt dat veel In de eerste plaats is de inhoud van het werk een deelnemers het omscholingstraject als zwaar (hebben) verklaring waarom de omscholing vanuit de kinderop- 4 ervaren . Dit komt ook tot uiting in het aantal deelne- vang naar de zorg niet altijd van de grond kwam. mers dat voortijdig met het traject is gestopt. Van de Helma Nederlof-Kruiswijk (van Pieter van Foreest) 114 deelnemers die zijn gestart met een omscho- vertelt: ‘‘Wat we hebben gezien in deze proeftuin is lingstraject is bijna een derde (34 deelnemers) voortij- dat de overgang van een kinderdagverblijf naar com- dig gestopt. Daarnaast blijkt uit gesprekken met prak- plexe ouderenzorg eigenlijk een hele grote stap is. Als tijkopleiders dat ook nog niet zeker is dat alle deelne- kinderen op het dagverblijf ziek zijn, kunnen ze wor- mers die momenteel in het omscholingstraject zitten den opgehaald door hun ouders. Wanneer dit bij oude- de eindstreep gaan halen. Behalve door persoonlijke ren zo is moet je kunnen schakelen. Je bent dan ver- omstandigheden van deelnemers kunnen hiervoor een antwoordelijk voor het proces en moet weten wat je aantal verklaringen worden gegeven. Namelijk: kunt doen om de juiste zorg te regelen. Daarbij is de De inhoud van het werk zorg ook veel zwaarder en complexer’’. Helma voegt Het relatief hoge niveau van de opleiding daaraan toe dat - ondanks een proeftijd van 3 maanden Een verkort opleidingstraject bij de werkgever - ook vaak in de praktijk pas bleek of een deelnemer paste bij het beroep. ‘‘Tijdens de In het onderstaande zullen we deze punten uiteenzet- proeftijd liepen de kandidaten van tijd tot tijd mee op ten (inclusief de leerervaringen die daarmee zijn opge- een afdeling bij de werkgever maar stonden nog niet daan). Daarna gaan we in op de meerwaarde die deel- echt met hun voeten in de klei. Bovendien liepen ze nemers die wel zijn blijven participeren in de proeftuin altijd in groepjes mee, waardoor deelnemers nog niet meebrengen voor de deelnemende organisaties. zelf hoefden te laten zien of ze het werk als verzorgende aan zouden kunnen’’. Deze proeftijd bood dan ook een veilige manier om het werken in de VVT te verkennen maar had als keerzijde dat werkgevers kandidaten niet echt konden testen op hun kwaliteiten om als verzorgende aan de slag te gaan. Hierdoor vielen tijdens het BBL-traject alsnog een flink aantal deelnemers uit. ‘‘Zij bleken het niveau dan toch niet aan te kunnen. Een leerervaring is dan ook dat we in het vervolg beter meerdere meeloopdagen kunnen organiseren waar kandidaten op individuele basis kunnen ervaren of een functie als verzorgende bij ze past’’, aldus Nederlof-Kruiswijk. In de tweede plaats was ook het niveau van de opleiding van invloed op de uitval van deelnemers. In de praktijk is namelijk het niveauverschil tussen de opleiding SPW-3 en verzorgende 3 IG groot gebleken. ‘‘Tussen deze twee opleidingen blijkt - hoewel allebei op niveau 3 - een groot niveauverschil te zitten. Daarbij is de opleiding tot verzorgende recent verzwaard en worden hogere eisen gesteld aan aspecten als taal en rekenen. Bij mij op de afdeling ervaren de zijinstromers uit de kinderopvang de opleiding dan ook als zwaar’’, zo vertelt Marjo Booms-Wolters, Praktijkopleider bij WZH. Tot slot betrof het - in de derde plaats - ook een verkort opleidingstraject van 16 of 18 maanden waarin 4 Dit beeld wordt overigens ook bevestigd uit de enquête die ZorgZijn Werkt zelf heeft gehouden onder de deelnemers aan het omscholingstraject. Proeftuin ZorgZijn Werkt © 2014 een (zwaar) beroep op de leerlingen werd gedaan om werk, school, thuisstudie en privé te combineren. Te3 rese Moerenhout, leerling verzorgende bij HWW Zorg, mensen te gaan bewegen, iets te koken of een spel te vertelt: ‘‘De opleiding is wel redelijk zwaar. Het is doen. Daar zijn zij echt keien in’’. echt aanpoten. Ik zit nu in de laatste 3 maanden en als het goed is diplomeer ik in januari. Maar het is wel Bovendien komen de zij-instromers uit de kinderopvang heftig. Vooral het fulltime werken, een dag naar niet alleen intramuraal (binnen de muren van een in- school en ook nog eens een studiedag thuis maakt het stelling) maar ook in de thuiszorg goed tot hun recht: zwaar. Je privéleven moet je dan echt op een laag ‘‘Wanneer een cliënt bijvoorbeeld niet meer alles zelf pitje zetten en dat is lastig. In het vervolg zou ik dan kan regelen, dan zien we dat mensen uit de zorg vaak ook niet meer een verkort traject willen. Ook omdat ik geneigd zijn om deze taken voor de cliënt over te graag meer tijd zou willen hebben om mezelf bepaalde nemen. Terwijl een medewerker met een agogische of zaken, zoals het medisch rekenen, meer eigen te ma- pedagogische achtergrond in staat is om een cliënt te ken. Als je nu iets niet snapt dan loop je al snel achter activeren. Bijvoorbeeld door met een cliënt mee te omdat een week later alweer andere lesstof wordt gaan naar een nieuwe supermarkt en hem of haar daar behandeld’’. wegwijs te maken. In het beste geval stelt dit de cli- De ervaring die Terese schets wordt - zo blijkt uit een evaluatie van ZorgZijn Werkt - ook door meer deelnemers aan het omscholingstraject naar voren gebracht. In de praktijk heeft dit ertoe geleid dat verschillende deelnemers een verlenging hebben gekregen om hun omscholingstraject succesvol af te kunnen ronden. Helma Nederlof-Kruiswijk van Pieter van Foreest, vertelt: ‘‘In deze proeftuin hebben we geleerd dat de omscholing vanuit de kinderopvang naar verzorgende 3 IG voortaan langer zou moeten duren. De huidige doorlooptijd legt te veel druk op de leerlingen om alle theorie en praktijk eigen te maken. Dit kan eigenlijk alleen als leerlingen echt even alles opzij zetten voor hun opleiding. Maar in de praktijk zie je dat het zo niet werkt en ook vaak de thuissituatie hun tijd en energie opeisen’’. MEERWAARDE VAN ZIJ-INSTROMERS ent in staat om daar voortaan zelf weer de boodschappen te doen’’, aldus Ditta de Jong. Tot slot geeft ook Terese Moerenhout, deelneemster aan het omscholingstraject, in het gesprek met ons over de proeftuin aan dat haar achtergrond echt iets toevoegt: ‘‘Het omscholingstraject bij HWW Zorg vind ik veel leuker dan ik van tevoren eigenlijk had verwacht. Ik werk nu op een PG-groep (psychogeriatrie) waar ik echt speciaal bezig kan zijn met ouderen en belangrijk voor ze kan zijn. In mijn werk voel ik dat ik wat voor ze kan betekenen. Hiervoor heb ik kort op het kinderdagverblijf en in de gehandicaptenzorg gewerkt. Daarvoor heb ik ook een diploma SPW behaald. Vanuit deze achtergrond merk ik dat ik goed kan omgaan met agressie en geduld heb. Bovendien kan ik ook andere gesprekstechnieken toepassen om bij cliënten de vraag achter de vraag te achterhalen’’. Op de werkvloer probeert Terese Moerenhout deze kennis en Hiervoor brachten we in beeld dat bijna een derde van ervaring ook te delen met haar praktijkopleider en - de deelnemers gestopt is met het omscholingstraject. waar mogelijk - ook met haar collega’s. Haar agogische Daar staat tegenover dat het merendeel (ruim twee achtergrond kan zo ook breder een plek krijgen binnen derde) van de deelnemers nog bezig is met het traject de zorgorganisatie waar zij nu werkzaam is. of deze recentelijk heeft afgerond5. Op de werkvloer voldoen zij vaak aan de verwachtingen en voegen vanuit hun agogische achtergrond duidelijk iets toe. Ditta de Jong, werkzaam als Praktijkopleider SPW-VIG bij Pieter van Foreest, vertelt: ‘‘Zij brengen een hele goede, vraaggerichte attitude met zich mee. De bewoners staan bij hen echt op nummer 1. Ook merk ik dat zij in staat zijn om spontaan een activiteit met de bewoners te organiseren. Bijvoorbeeld door met deze 5 In november en december 2014 hebben de eerste deelnemers aan het omscholingsproject hun diploma verzorgende 3 IG behaald. Daarbij verwachten de geraadpleegde werkgevers dat zij - ondanks dat deze deelnemers aan de start van het omscholingstraject geen baangarantie kregen - ook allemaal aan de slag kunnen als verzorgende 3 IG. Ondanks het algemene beeld van een tekort naar een overschot van personeel is het namelijk toch vaak mogelijk om mensen te plaatsen door verloop en interne mobiliteit binnen de eigen organisatie. Proeftuin ZorgZijn Werkt © 2014 4 LEERERVARINGEN PROEFTUIN dewerkers uit de kinderopvang voor een omschoBELANGRIJKSTE SUCCESFACTOREN lingstraject lastig realiseerbaar. Onder meer omdat medewerkers hun interesse voor een ander carriè- Een sterk regionaal netwerk van VVT-instellingen en repad liever niet prijsgeven aan hun werkgever, al- opleidingen resulteert in 114 BBL-trajecten voor zij- vorens definitief duidelijk is of zij hun baan gaan instromers uit de kinderopvang verliezen. Om dit punt (deels) te ondervangen is Voorlichting op locatie: kandidaten ervaren hun vanuit de betrokkenen bij de proeftuin naar voren (toekomstige) werkomgeving Vanuit hun agogische achtergrond zijn gebracht dat het voortaan wellicht beter is om zit- zij- tende kinderopvangmedewerkers op een ‘anonie- instromers uit de kinderopvang op de werkvloer van mere’ wijze kennis te laten maken met carrièremo- toegevoegde waarde gelijkheden in een aanpalende sector. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van individuele ‘snuffelstages’ in plaats van een (grootschalige) voorlichtings- AANDACHTSPUNTEN bijeenkomst bij de eigen werkgever. Op deze ma Overweeg meerdere individuele meeloopdagen in nier kunnen kinderopvangmedewerkers dan ook plaats van een proefperiode vanuit een bestaande baan op een laagdrempelige Uit de proeftuin is naar voren gekomen dat een wijze kennismaken met ander werk en een omscho- proefperiode voor zij-instromers niet altijd effec- lingstraject - zonder druk van de eigen werkgever - tief is gebleken om te bepalen of het werken als overwegen. verzorgende bij een kandidaat past. Ook omdat tijdens deze proefperiode deelnemers vaak in groepjes meeliepen op een afdeling. Een leerervaring is dan ook dat het voortaan effectiever is om meerdere meeloopdagen te organiseren waarbij kandidaten op individuele basis kunnen ervaren of een functie als verzorgende bij een kandidaat past. Duur van het omscholingstraject MET DANK AAN Coralie Elmont, Operationeel Manager, ZorgZijn Werkt Ditta de Jong, Praktijkopleider SPW-VIG, Pieter van Foreest Ellen de Bruin, Manager Werving en Selectie, SRK voor zij- Helma Nederlof-Kruiswijk, Teammanager Ontwikkelen instromers uit de kinderopvang en Leren, Pieter van Foreest In de proeftuin van ZorgZijn Werkt is ingezet op het Marjo Booms-Wolters, Praktijkopleider, WZH aanbieden van een complete opleiding tot verzor- Terese Moerenhout, Leerling Verzorgende, HWW Zorg gende 3 IG in een verkorte tijd. Dit vanuit de gedachte dat de zij-instromers met een vooropleiding SPW-3 deze opleiding in een korte tijd konden voltooien. In de praktijk is het niveauverschil tussen de opleiding SPW-3 en verzorgende 3-IG echter groot gebleken. Een langer (of regulier) opleidingstraject voor zij-instromers uit de kinderopvang zou voortaan beter passen. Ook om werk, school en privé beter te kunnen combineren. Verken verdere mogelijkheden voor zij-instroom van zittende medewerkers In de proeftuin bleek de werving van zittende me- Proeftuin ZorgZijn Werkt © 2014 5 Deze case is verzorgd door Bureau Bartels in opdracht van Stichting RegioPlus en FCB. Meer informatie over deze proeftuin? Neem contact op met: ZorgZijn Werkt Ierlandlaan 29 2713 HG Zoetermeer Tel: (079) 329 07 07 E-mail: [email protected] Proeftuin ZorgZijn Werkt © 2014 6
© Copyright 2024 ExpyDoc