Bijlagen. |185, 1-6.] Naturalisatie van W. J. Weise n - ^ — — — (185. 1.) K O N I N K L I J K E BOODSCHAP. -4an de Tweede Kamer der MIJNE —^——■ Weise, geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracut aan te bevelen. Blijkens de overgelegde Entlassungsurkunde in verband met de ingewonnen ambtsberichten heelt de verzoeker het Pruissische Staatsburgerschap verloren. De Minister van Julius Fischer, W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS , KONINGIN DER NEDERLANDEN , PRINSES VAN ORANJE-NASSAU , ENZ., ENZ., ENZ. Fuiike, Piet er Dahmen, Hendricus Nicolaas Adrianus (185. 4.) ONTWERP VAN WET lot naturalisatie van R. E. Fischer , te Pangkalan Brandan (Nederlandsch Oost-Indië). Weise, Jan Conrad Justitie, J . A. L O E F F . HEEBEN! Richard Erich Harbert zeven anderen. — — ■ ^ ^ » ~ Staten-Generaal. Wjj bieden U hiernevens ter overweging aan acht ont werpen van wet, houdende naturalisatie van: Wilhelm , — Tweede Kamer, i Maria Timmermans, Ernst LücJcerath, Dacid Andreas van Trotsenburg, en Karl Peter Conrad Alexander Gramberg. De toelichtende memoriën (en bij lagen), die de wetsontwerpen vergezellen, bevatten de gronden waarop zy rusten. En hiermede, Myne Heeren, bevelenWy U in Godes heilige bescherming. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo W\j in overweging g'nomen hebben, dat Richard Erich Fischer aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft ingediend, met overlegging van de bewüsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n". 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap; Zoo is het, dat W i j , den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Eenig artikel. Amsterdam, den 27 Mei 1903. WILHELMINA. (185. 2.) ONTWERP VAN W E T tot naturalisatie van W. J. Weise, ie Rotterdam. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. De hoedanigheid van Nederlander wordt b\j deze verleend aan Richard Erich Fischer, particulier landmeter, geboren te Angerinünde (Pruissen) den 31 Januari 1859, voorheen wonende te Palembang (Nederlandsch Oost-Indië), thans te Pangkalan Brandan (Nederlandsch Oost-Indië). Lasten en bevelen, enz. De Minisier van Justitie, (185. 5.) Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: MEMORIE VAN TOELICHTING. Alzoo W\j in overweging genomen hebben, dat Wilhelm Julius Weise aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft inge diend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268) op het Nederlauderschap en het ingezetenschap; De ambtsberichten door de Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van Ri:hard Erich Fischer, geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. Blijkens de overgelegde Entlassungsurkunde in verband met de ingewonnen ambtsberichten heeft de ver zoeker het Pruissische Staatsburgerschap verloren. Zoo is het, dat W i j , den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Eenijr artikel. De hoedanigheid van Nederlander wordt bjj deze verleend aan Wilhelm Julius Weise, koopman, geboren te Neuss (Pmissen) den 31 Maart 1844, wonende te Rotterdam (provincie Zuidholland). Lasten en bevelen, enz. De Minister van Justitie, De Minister van Justitie, J. A. LOEFP. (1S5. 6.) ONTWERP VAN WET lol naturalisatie van H . J . C.Funke, te Amsterdam. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS , KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: (185. 3.) De ambtsberichten door de Regeering ingewonnen ten aan zien van het verzoek (*) om naturalisatie van Wilhelm Julius Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat Harbert Jan Conrad Funke aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft inge diend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268) op het Neder landerschap en het ingezetenschap; *) Het verzoekschrift i s , met dedaarby gevoegde bescheiden, tcigiifne nedergelegd, ter inzage voor de leden der Kamer. Zoo is het, dat Wij , den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: MEMORIE VAN TOELICHTING. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen 1902—1903. 1185 , Ö-UJ Naturaliutie van W. J. Woise ea «even anderen. (185. Eenig artikel. De hoedanigheid van Nederlander wordt by deze verleend aan llarbert Jan Conrad 1'itiike, boekhouder, geboren te Amsterdam (provincie Noordholland) den 30 Juni 1876, voorheen wonende te Amsterdam (provincie Noordhoüand), tlians te Muit (Raskin!). Lasten en bevelen, enz. De Minister van (185. 10.) ONTWERP VAN WET tot naturalisatie van H. N. A. M. Timmermans, te Zaandam. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DEB NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Justitie, Alzoo Wy in overweging genomen hebben, dat llendricus Nicolaas Adrianus Maria Timmermans aan Ons een verzoek om naturalisatie heelt ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n". 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap; 7.) MEMORIE VAN TOELICHTING. De ambtsberichten door de .Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van llarbert Jan Conrad Funke, geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. De verzoeker heeft het Nederlandsche Staatsburgerschap verloren door naturalisatie in de Zuid-Afrikaansclie Republiek. De Minister van Justitie, J. A. L O E F F . Zoo is het, dat W i j , den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Eenig artikel. De hoedanigheid vau Nederlander wordt by deze verleend aan Hendricus Nicolaas Adrianus Maria Timmermans, bouwkundige, geboren te Breda (provincie Noordbrabant) den 1 Mei 1860, wonende te Zaandam (provincie Noordholland.) Lasten en bevelen, enz. (185. De Minister van 8.) ONTWERP VAN WET tot naturalisatie van P. Dahmen, te Utrecht. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS , KONINGIN DEK NEDERLANDEN , PRINSES VAN ORANJE-NASSATJ, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo Wy' in overweging genomen hebben, dat Pieter Dahmen aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 [Staatsblad n°. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap; Zoo is het, dat W i j , den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Eenig artikel. De hoedanigheid van Nederlander wordt by deze verleend aan Pieter Dahmen , ambtenaar by de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, geboren te Utrecht (provincie Utrecht) den 18 Juli 1871 , wonende te Utrecht (provincie Utrecht). Lasten en bevelen, enz. De Minister van (185. (185. Justitie, 11.) MEMORIE VAN T O E L I C H T I N G De ambtsberichten door de Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van Hendricus Nicolaas Adrianus Maria Timmermans, geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. De verzoeker heeft het Nederlandsche Staatsburgerschap verloren door naturalisatie in de Zuid-Afrikaansche Republiek. De Minister van Justitie, J. A. L O E F F . (185. 12.) ONTWERP VTAN W E T lot naturalisatie ro« E. Lückerath , te Amsterdam. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS, KONING*.* OER !NrEDERLANDEN , PRINSES VAN O R A N J E - N A S S A T J , ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo Wy' in overweging genomen hebben, dat Ernst Lücherath aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap; Justitie, 9.) Zoo is het, dat W i j , den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: MEMORIE VAN TOELICHTING. De ambtsberichten door de Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van Pieter Dahmen, geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. De verzoeker heeft het Nederlandsche Staatsburgerschap verloren door naiuralisatie in de Zuid-Afrikaansche Republiek. De Minister van Justitie, J . A. L O E F F . Eenig artikel. De hoedanigheid van Nederlander wordt by deze verleend aan Ernst Lücherath , handelaar in brandstoffen , geboren te Keulen (Pruissen) den 22 November 1852, wonende te Amsterdam (provincie Noordholland). Lasten en bevelen, enz. De Minister van Justitie,
© Copyright 2024 ExpyDoc