[343. 15—20.] Naturalisatie van M. II. J, Btwen, wed. van G. II. Gieiendorff, (848. (848. 15.) MEMORIE VAN TOELICHTING. De ambtsberichten door dé Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van Heinrich Beijer geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan en veertien anderen. 18.) ONTWERP VAN WIOT tot naturalisatie van J. IL Vrind. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te bevelen. te weten: Verzoeker heeft het Nederlanderschap verloren ingevolge artikel 7, '>'•., der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n". 268) Alzoo Wij in overweging genomen hebbon, dat Joseph op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk Hermann Vrind aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n". 216). ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in .art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n". 268) De Minister van Justitie, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216); B. ORT. Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: (348. 18.) ONTWERP VAX WET tol naturalisatie van W. J. Koll W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat Wilhelm Joseph Koll aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216)'; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan Wilhelm Joseph Koll, geboren te Steckenborn (Pruisen) den 3 Maart 1871, schrijnwerker, wonende te Simpeheld, provincie Limburg. Artikel 2. Deze wet treedt in werking op den dag, volgende op dien harer afkondiging. Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan Joseph Hermann Vrind, geboren te Emmerik (Pruisen) den 24 Maart 1865, fabrieksarbeider, wonende te Essen-Ruhr (Pruisen). Artikel 2. Deze wet treedt in werking op den dag, volgende op dien harer afkondiging. Lasten en bevelen, enz. De Minister van Justitie, (848. 19.) M E M O R I E VAN T O E L I C H T I N G . De ambtsberichten door de Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van Joseph Hermann Vrind geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. Verzoeker heeft het Nederlanderschap verloren ingevolge artikel 7, 5"., der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216). De Minister van Justitie, B. ORT. Lasten en bevelen, enz. De Minister van Justitie. (Ui. (848. 17.) 20.) ONTWERP VAN WET tot naturalisatie van E. Pladet. M E M O R I E VAN T O E L I C H T I N G . De ambtsberichten door de Begeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*j om naturalisatie van Wilhelm Joseph Koll geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. Blijkens de overgelegde Entlassungsurkunde, in verband met de ingewonnen ambtsberichten, heeft de verzoeker het Pruisische Staatsburgerschap verloren. De Minister van Justitie, B. ORT. W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen te weten : zien of hooren lezen, salut! doen Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat Emile Pladet aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268), op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216); Bijlagen. [343. 20—26.] Tweede Kamer. Naturalisatie van M. II. J. Staasen, wad. ran <i. II. Giesendorff, Zoo is het, dat Wij, den Baad van Btate geboord, en mot gemeen overleg der Btaten-Generaal, nebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden <MI verstaan bij deze: Artikel 1. B en veertien anderen, baar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetavootdracht aan Ui bevelen. Blijkens de overgelegde Bntlassungsbeschelnigung, In verband lliet de ingewonnen ambtsberichten, heetl de Verzoeker liet Oosienrijksciie staatsburgerschap verloren. Do hoedanigheid van Nederlandei wordt, bij deze verleend De Minister ran Justitie, aan Emile Pladet, geboren te Seleaete (België) den 15 Januari B. OBT. 1805, Landbouwersknecht, wonende te Westdorpet provincie ZITUUIII. Artikel 8. Deze wot treedt in Werking op den dag, volgende op dien harer afkondiging. Lasten en bevelen, en/,. (848. 24.) ONTWERP VAN WET tot naturalisatie van 1'. Th. Demandt. WIJ W I L H E L M I N A , nu DE ORATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. De Minister van Justitie, (:U:$. Allen, die deze zullen zien of hooien lezen, salut! doen to weten: 21.) M E M O R I E VAN T O E L I C H T I N G . Do ambtsberichten door do Regeoring ingewonnen ton aanzien van hot verzoek (*) om naturalisatie van Emile Pladet geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordrachl aan te bevolen. Door de voorgestelde naturalisatie zal de verzoeker het Belgische staatsburgerschap verliezen. De Minister ran Justitie, B. ORT. Alzoo Wij in overweging genomen bobben, dat Peter Theodor Demandt aan Ons een verzoek om naturalisatie heeft ingediend, mot overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 deiwet van 12 December 1892 (Staatsblad n". 208) op het Neder* landersebap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij'de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216); Zoo is het, dat Wij, don Raad van State gehoord, on met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden on verstaan bij deze: . (:U:J. 22.) ONTWERP VAN WET tot naturalisatie van .1. Slabak. W I J W I L H E L M I N A , nu DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN , PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. , ENZ. , ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooien lezen, salut! doen to weten: Alzoo Wij In overweging genomen hebben, dat Johann Sla/nik, aan Ons oen verzoek om naturalisatie heeft Ingediend, met overlegging van de bewijsstukken, bedoeld in art. 3 deiwet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268), op het Nedcrlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216); Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en niet gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden e verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. Do hoedanigheid van Nederlander wordt bij dezo verleen aan Johann Slabak, geboren te Oswietimon, Moravit (Oostenrijk llmii/ariji), den 23 December 1866, kleermaker, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan Peter Theodor Demandt, geboren te Duisburg(Pruisen)den 8 December 1873, fabrieksarbeider, wonende te Duisburg (Pruisen). Artikel 2. Deze wet treedt in werking op den dag, volgende op dien harer afkondiging. Lasten en bevelen, enz. De Minister ran Justitie, (848. 25.) MEMORIE VAN T O E L I C H T I N G . Do ambtsberichten door de Regeoring ingewonnen ten aan zien van het verzoek (*) om naturalisatie van Peter Theodor Demandt geven haar voldoende aanleiding de tegenwoordige wetsvoordracht aan te bevelen. Verzoeker heeft het Nederlanderschap verloren ingevolge art, 7, 5e., der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 868) op het Nederlanderschap en bet Ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1910 (Staatslilud n". 216). De Minister ran Justitie, Artikel 8. Deze wet treedt in werking op den dag, volgende op dien harer afkondiging. Lasten én bevelen, enz. De Minister ran Justitie, (848. 23.) Artikel 1. B. ORT. (848. 26.) ONTWERP VAX WET tot naturalisatie van II. .1. Pliimer. MEMORIE VAN T O E L I C H T I N G . W I J W I L H E L M I N A , nu DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. De ambtsberichten door do Regeering ingewonnen ten aanzien van het verzoek (*) om naturalisatie van Johann Slabak geven Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doon te weten: Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1913—1914.
© Copyright 2024 ExpyDoc