GEZONDHEID 23 BRABANTS DAGBLAD DINSDAG 10 JUNI 2014 GRIJS GEBIED Marcel Olde Rikkert Saturday night fever ‘D e afgelopen nacht was verschrikkelijk. Ik bleef bij mijn man de nacht na zijn operatie, omdat hij erg angstig werd van hallucinaties over de Tweede Wereldoorlog.” Deze hartenkreet van de echtgenote van een patiënt geeft goed weer dat een acute verwardheid vaak een dramatische gebeurtenis is. Familie denkt onterecht dat hun naaste plotseling dement geworden is en de patiënt zelf voelt zich vaak angstig of juist schuldig over zijn gedrag. Terecht let de Inspectie voor de Gezondheidszorg scherp op de kwaliteit van de ziekenhuiszorg, voor deze zogeheten delirante episodes. ‘Zembla’ wees er 22 mei, in een voor hun doen genuanceerde uitzending, terecht op dat de zorg voor patiënten met een delier in de Nederlandse ziekenhuizen nog onder de maat is. 40 procent van de ziekenhuizen scoort niet goed op kwaliteitsindicatoren voor delier. Ook hebben lang niet alle ziekenhuizen al 7 maal 24 uur een goed opgeleid geriatrisch team beschikbaar. Toch komt een delier vaak voor, bij jong en oud. De acute verwardheid is goed vergelijkbaar met het ijlen van een kind met hoge koorts. De onrijpe hersenen raken verward door de hoge temperatuur en onderliggende ontsteking. Iets dergelijks treedt ook gemakkelijk op bij ouderen met een kwetsbaar brein, bij een ziekte of operatie. Dat leidt overdag, maar vooral ’s nachts, tot apathie of tot onrustig gedrag met vaak angstaanjagende hallucinaties. Afgelopen weekeinde had ik dienst en maakte weer mee hoe groot de invloed van een delier kan zijn op patiënten en hun familie. Zaterdagnacht namen we een oudere dame op die, verward door haar koorts, naar iedereen sloeg en schopte. Tegelijkertijd was een andere mevrouw met acute verwardheid door een longontsteking onophoudelijk zeer gevaarlijk in en uit bed aan het klimmen. De verpleegafdeling leek een spookhuis, maar onze ervaren verpleegkundigen bewaarden gelukkig de rust. Bij goede zorg kan een delier bekort of zelfs voorkomen worden. Er wordt dan meteen naar de onderliggende oorzaak gezocht. Bovendien kan goede zorg complicaties, zoals valpartijen, vermijden en voorkomen dat patiënten zelf hun slangen en infusen verwijderen. Het is dus terecht dat ‘Zembla’ er op wees dat de kwaliteit van zorg voor het delier meer aandacht vraagt. U kunt er op letten wanneer u zelf uw ziekenhuis kiest voor behandeling. Vanaf juni staan de delier-gegevens van alle ziekenhuizen op internet (www.ziekenhuizentransparant.nl). Deze verpleegkundige indicatoren zeggen veel, maar niet alles. Vraag daarom ook altijd uw medisch specialist hoe hij de kans op een delier verkleint en of een geriatrieteam beschikbaar is. U wilt toch ook liefst helemaal niet, of slechts heel kort last hebben van een delier? Zoals de koortsige dames op onze afdeling, die op zondagochtend hun ‘saturday night fever’ gelukkig al weer helemaal vergeten waren. Marcel Olde Rikkert is professor in de geriatrie. 䡵 Wiskunde en gym tegelijk door Sandra van Maanen T erwijl Nadine nog maar eens haar passen uitmeet, in een soort zevenmijlstred naar haar vriendin Linda beent en op haar mobiel checkt of haar berekening klopt, staan twee Nijmeegse leerlingen uit de tweede klas van het vmbo voor het raam. De twee vriendinnen buiten weten precies waar de, in hun ogen, pechvogels zich bevinden: het wiskundelokaal. „Wij zijn aan het spelen, zij hebben les. Balen, zij hebben wiskunde, met afstand het saaist”, zegt Nadine. Voor het gemak vergeet ze daarbij dat ook haar klas op dit moment wiskunde krijgt, op de beweegmanier, waarbij de sommen opgelost worden door fysiek meters te maken. De les vindt plaats op het schoolplein. Via het mobieltje komen vragen en opdrachten binnen. Deze manier van lesgeven, betekent overigens geen uurtje vrij voor hun docent. Zij is ook op het plein om te volgen of haar leerlingen de opdrachten begrijpen, eventueel bonusopdrachten te vergeven maar ook om te beoordelen of ze in staat zijn samen te werken met medeleerlingen. Games spelen een steeds grotere rol in het onderwijs. De mogelijkheden zijn divers. En, misschien wel het belangrijkst, de doelgroep is ervoor te porren. Dat biedt kansen, dus wordt onderzocht hoe serious ga- ming, waarvan de mobiele wiskundeles er een is, kan worden ingezet op scholen. Fontys Hogescholen, de Technische Universiteit Eindhoven, TNO, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en een aantal vmbo-scholen waaronder het Kandinsky College in Nijmegen trekken daarbij inmiddels 3,5 jaar samen op. Binnen het label Playfit ontwikkelde (serious) gamebouwer Ranj zes concepten waarbij kinderen op een speelse manier gestimuleerd worden meer te bewegen. Voor Lex Opdam, ‘beweegmakelaar’ en werkzaam bij de Sportservice in Nijmegen, is het antwoord duidelijk: gaming werkt goed om met name de lange zit in de schoolbanken te doorbreken. „Ervaring om kinderen buiten schooltijd via gaming (bijvoorbeeld met Wii) in beweging te krijgen, bestaat al langer”, vertelt hij. „Games gebruiken om kinderen tijdens de les te activeren, is nieuwer. Die kans laten liggen, is dom, 90 tot 95 procent van de leerlingen houdt van gamen, een grote meerderheid heeft een spelcomputer in huis.” Vanuit die digitale cultuur is nu onderzocht of ze tijdens de les op school tot beweging zijn te verleiden. De grootste winst zit ’m volgens Opdam in de populariteit van gaming. De hele groep wordt bereikt, inclusief de subgroep die liever niet beweegt, maar wel graag gamet. Nadruk leggen op gezondheid en afvallen, is zo ongeveer het laatste wat je moet doen om jongeren in beweging te krijgen, denkt ook Jeroen Hoyng, die zich bij het NISB bezighoudt met de pilot. Jongeren vertellen dat ze minimaal twee tot drie keer per week moeten sporten, is zinloos. „Je kunt er beter voor zorgen dat kinderen minder lang stilzitten. Met de mobiele wiskundeles wordt een doelgroep bereikt die we anders missen. En de games voegen ook degelijk iets toe, is uit het onderzoek gebleken. Beweging en beeld zeggen vaak meer dan de traditionele uitleg, leren wordt hierdoor met name voor de doelgroep vmbo interessanter. Misschien wel omdat kinderen weer even terug kunnen terug vallen op het spelen, het kind zijn.” BEWEGING 䢇 䢇 Beweeggames als tussenen naschools aanbod bestaan al langer, de inzet tijdens de les is nieuwer. Het beweegpatroon van Vmbo-leerlingen is verre- weg het slechtst. Zij hebben 10 procent meer last van overgewicht. Op 22 mei zijn de resultaten van de pilots gepresenteerd tij- dens de Dutch Technology Week. Op www.playfitproject.nl/ebooks kunnen professionals zien of en hoe gaming kan worden ingezet bij het stimuleren van beweging. Als er een smartphone in het spel is, blijkt ook wiskunde opeens leuk. archieffoto Gerard Verschooten Door schoolvakken te integreren in games zijn twee vliegen in één klap te slaan. Leerlingen hebben zin in wiskunde én komen in beweging. De keuze om juist een pilot uit de zetten bij wiskunde in het vmbo is geen toeval. Jeroen Hoyng: „Vmbo-ers bewegen het minst. Wiskunde bleek het minst populair te zijn en we hebben gebruik gemaakt van een apparaat waar geen scholier meer zonder wil/kan: het mobieltje met een aantrekkelijke game. Beweeggames dragen zo bij aan het verminderen van zittend gedrag. Waar piloten al jaren worden opgeleid in simulatoren, wordt gaming in het basis- en voortgezet onderwijs nog met terughoudendheid ingezet. Kansen zijn er genoeg, met name om gedragsverandering te bereiken. Beweeggames bieden de kans om scholieren naast de reguliere gymles te verleiden elke lesdag minimaal een uur te bewegen.” Lex Opdam: „Voor kinderen die voor geen enkele sport warmlopen, biedt gaming in én buiten de les kansen. Doordat ze het samen doen, wordt weerstand doorbroken, breng je groepjes gemotiveerde kinderen bij elkaar. En het gaat verder. Met digitale fitness (exergaming) zijn ook mentorgroepjes aan de slag gegaan. In sessies rond teambuilding, maar ook met angstreductietrainingen. De mogelijkheden met gaming zijn groot. Zowel op het vlak van bewegen en een gezonde leefstijl als bij het stimuleren van sociale vaardigheden.” reageren? [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc