Eet meer plant, dat zaterdag 25 oktober in de Volkskrant

DE VOLKSKRANT
WETENSCHAP
MILIEUKUNDE
HET PROBLEEM MET DIERLIJKE EIWITTEN
Minder vlees, melk en kaas: dat zou de prioriteit moeten zijn van het
milieubeleid, zegt pensionerend biochemicus en toxicoloog Harry Aiking. En
niet alleen omdat de aarde erdoor opwarmt. Er zijn nog veel grotere problemen.
Door Mac van Dinther Foto’s Valentina Vos
Eet meer plant
ergeet nou eens eventjes windmolenparken op zee, elektrische
auto’s, groene stroom. Allemaal
reuzebelangrijk als stap in de richting van een duurzaam energiebeleid. Maar laten we onze aandacht
eens richten op iets dat letterlijk onder onze neus
ligt: dierlijk eiwit.
De karbonade bij de aardappels, het plakje kaas
op de boterham, de beker drinkyoghurt bij het
ontbijt, ze staan mede aan de basis van de grootste
milieuproblemen van deze tijd, zegt Harry Aiking,
biochemicus van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De wereld zou er aanzienlijk beter voorstaan
als we minder dierlijk eiwit zouden consumeren
– vlees, maar ook melk, kaas en eieren – en meer
plantaardig.
De vervanging van dierlijke door plantaardige
eiwitten hoort wat Aiking betreft hoger op het urgentielijstje dan de overgang naar duurzame
energie. ‘Maar het belang daarvan wordt in Nederland onderschat. Een paar clubs houden zich ermee bezig. De Vegetariërsbond, de Partij voor de
Dieren, Milieudefensie. Maar verder?’
Harry Aiking is van huis uit biochemicus en
toxicoloog. Sinds 1980 is hij verbonden aan het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU, waarvan hij deze maand afscheid neemt. Aiking is 65,
hij gaat met pensioen. Op 23 oktober was zijn afscheidssymposium over duurzame voeding.
In de afgelopen 34 jaar heeft Aiking zich bezig
gehouden met tal van onderwerpen. Hij deed onderzoek naar ruimtelijke ordening, bodemsaneringen, asbest en PCB’s, publiceerde over klimaatverandering, biodiversiteit en de transitie van
dierlijk naar plantaardig eiwit. De afgelopen twintig jaar richtte Aiking zijn aandacht vooral op de
rol van onze voedselvoorziening in milieuproblemen. Wat hij ziet, bevalt hem niet. ‘Volgens mij
zijn we niet op de goede weg.’
V
Wat is het probleem met ons voedsel?
‘In 2050 hebben we volgens de VN-landbouworganisatie FAO 60 procent meer voedsel nodig om de
groeiende wereldbevolking te voeden. Terwijl de
42
aarde nu al onder grote druk staat. Met onze manier van leven hebben we natuurlijke kringloopprocessen in een versnelling gebracht. Daarmee
verstoren we de balans in ecosystemen. De voedselvoorziening is een belangrijke aanjager van die
processen.’
U bedoelt het broeikaseffect.
‘Sinds Al Gore in 2006 met zijn film An Inconvenient Truth kwam, staat het klimaat boven aan het
lijstje van milieuproblemen. Zeker: de opwarming
van de aarde is een groot probleem en de voedselvoorziening heeft daarin een belangrijk aandeel.
Maar er is bijna een blinde vlek ontstaan voor andere milieuproblemen dan het broeikaseffect. De
effecten daarvan gaan we vooral na 2050 merken.
De verstoring van de stikstofkringloop is veel urgenter.’
‘De mens heeft de natuurlijke
kringloopprocessen in zo’n
versnelling gebracht dat de
draagkracht van de aarde in
gevaar komt’
Wat is het probleem met stikstof?
‘Op zichzelf niets. Stikstof is essentieel voor het leven op aarde: planten, dieren, mensen en microorganismen hebben allemaal stikstof nodig om te
groeien. De atmosfeer bestaat voor 78 procent uit
stikstof (N2). Die is inert, omdat de twee stikstofatomen sterk aan elkaar gebonden zijn. Als die
verbinding wordt verbroken, krijg je reactief stikstof dat bruikbaar is als voeding voor planten.
‘De aarde kent natuurlijke processen waarbij uit
stikstof in de lucht reactieve stikstofverbindingen
worden gevormd zoals ammoniak. Dat gebeurt
door bliksem en bacteriën. De uitvinding van
kunstmest, een kunstmatige manier om onbruikbare stikstof om te zetten in bruikbare verbindingen, heeft dat proces in een versnelling gebracht.
Met het gebruik van kunstmest brengt de mens
100 tot 200 procent extra stikstof in het milieu, boven op de natuurlijke kringloop. Ter vergelijking:
de menselijke bijdrage aan de natuurlijke CO2kringloop is maar 1 tot 2 procent.’
Dankzij kunstmest kunnen we veel meer
voedsel produceren. Dat is toch geweldig?
‘Er is uitgerekend dat de aarde drie miljard mensen van voedsel kan voorzien op basis van de natuurlijk gevormde hoeveelheid reactief stikstof.
Door het gebruik van kunstmest kunnen we nu
zeven miljard mensen voeden. De keerzijde is dat
we onbedoeld bezig zijn de aarde te bemesten. De
ammoniak die onze varkens uitstoten, waait met
een zuidwestelijke wind richting de Oeral. Onderweg komt het met een regenbui mee omlaag en
tast de bossen aan.
‘En de schade blijft niet beperkt tot de bossen.
Gewassen nemen maar de helft van de stikstof in
kunstmest op. De rest komt in het water en
stroomt via de rivieren naar zee, waar het algengroei en vervolgens vissterfte veroorzaakt. In de
Golf van Mexico is een dode zone ontstaan zo
groot als de helft van Nederland. Dezelfde problemen spelen in de Oostzee en bij de monding van
de Yangtze in China. Door de verstoring van de
stikstofcyclus komen hele ecosystemen in gevaar.
Dat lijdt tot een groot verlies van biodiversiteit.’
Waar staat biodiversiteit op de ladder van
milieuproblemen?
‘In de topdrie van de urgentste mondiale milieuproblemen staat het verlies van biodiversiteit op
1, de verstoring van de stikstofcyclus op 2 en de opwarming van de aarde op 3. De mens heeft de natuurlijke kringloopprocessen in zo’n versnelling
gebracht dat de draagkracht van de aarde in gevaar komt. Geschat wordt dat het verlies aan
SIR EDMUND / 25 OKTOBER 2014
HARRY AIKING
Harry Aiking
(1949) is biochemicus en
toxicoloog.
Sinds 1980 is
hij verbonden
aan het Instituut voor
Milieuvraagstukken
van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Aiking deed onder meer
onderzoek naar bodemvervuiling in Gouderak en de Vogelmeerpolder in de jaren
tachtig.
In 2000 kreeg Aiking
de leiding over Profetas (Protein Foods, Evironment, Technology
and Society), een multidisciplinair onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid
om dierlijke eiwitten in
onze voeding te vervangen door plantaardige eiwitten. In het kader van Profetas werd
ook onderzoek gedaan
naar de ontwikkeling
van vleesvervangers op
basis van eiwit uit erwten. Meestal wordt daar
soja voor gebruikt.
Profetas werd in 2005
afgesloten met een
eindrapport waarin
werd gesteld dat de
vervanging van dierlijke door plantaardige
eiwitten duurzaam is,
technologisch haalbaar
en sociaal acceptabel.
43
DE VOLKSKRANT
WETENSCHAP
MILIEUKUNDE
HET PROBLEEM MET DIERLIJKE EIWITTEN
Wereldbevolking naar 10 miljard
Groei en prognose uit 2012, in miljarden
10
Totaal
8
6
Ontwikkelde
landen
4
2
0
biodiversiteit nu tien keer sneller gaat dan
het systeem aan kan.’
Waar komt eiwit in dit verhaal om de hoek
kijken?
‘De opwarming van de aarde, de versnelling van
de stikstofkringloop en het verlies aan biodiversiteit zijn nauw met elkaar verbonden. De verbindende factor is dierlijk eiwit en met name de intensieve veehouderij. De bijdrage van veeteelt aan
het broeikaseffect wordt door de FAO geschat op
18 procent, meer dan de transportsector.
‘Industriële vleesproductie speelt ook een belangrijke rol in het opjagen van de stikstofcyclus.
Van de wereldgraanoogst wordt 40 procent aan
de veestapel gevoerd, 70 procent van alle soja gaat
in het veevoer. Daar staat tegenover dat slechts
15 procent van het geproduceerde eiwit de menselijke mond bereikt, want voor de productie van
een kilo dierlijk eiwit is gemiddeld 6 kilo plantaardig eiwit nodig. Dat is geen win-winsituatie,
eerder een dubbel verlies.
‘Voedselzekerheid is ook een probleem dat
daarbij om de hoek komt kijken. Door de groei
van de wereldbevolking en de stijging van de welvaart neemt de vraag naar voedsel toe, maar de
opbrengst per hectare groeit niet in gelijke mate
mee. Het gevolg is dat de voedselprijzen omhoog
gaan. In een recent rapport van KPMG wordt geschat dat de voedselprijzen tot 2030 zullen stijgen met 70 tot 90 procent. Dat betekent dat er
niet voldoende betaalbaar voedsel zal zijn. Dan
hebben we het gewoon weer over hongersnood.’
Afbraak van bossen, dode zeeën, hongersnood: u bent een zwartkijker.
‘Ik vind mezelf meer een realist. Ik ben in mijn leven begonnen met één dag in de week vlees op tafel. Dat is gegroeid naar elke dag vlees en ik ben
nu weer op de weg terug. Maar in China, India en
Brazilië zijn honderden miljoenen mensen bezig
met de weg omhoog. En die zijn met geen kanon
tegen te houden.’
Sinds 1950 is de wereldbevolking bijna
44
1800
1850
1900
1950 2000 ’50
251014 © de Volkskrant. Bron: VN
Verzesvoudiging vleesbehoefte
Index groei mondiale voedselbehoefte, 1960=100
600
Vlees
500
Zuivel
Granen
400
Zetmeel
300
200
100
0
1960
2000
2050
251014 © de Volkskrant. Bron: FAO
verdrievoudigd. Volgens de FAO is de productie van voedsel per hoofd van de bevolking sindsdien alleen maar gestegen.
Waarom zou dat in de toekomst niet lukken?
‘Die aanname is op drijfzand gebaseerd. Met genetische manipulatie kunnen we het natuurlijke proces van kruising en selectie versnellen, waardoor
de voedselproductie kan worden opgevoerd. Maar
vertrouwen op techniek is een piramidespel. Zodra er een hapering in het systeem optreedt, klapt
de boel in elkaar.
‘Het probleem dat ik heb met genetische modificatie is dat het een onomkeerbaar proces is terwijl
de gevolgen nog niet goed zijn te overzien. Met pesticiden hebben we ook problemen gehad; het gaat
nog tientallen jaren duren voordat we van de restanten van DDT af zijn. Met gemanipuleerde levende organismen is er geen weg terug.
‘Maar techniek is niet eens het grootste probleem. Wat het meest achterblijft, is het beleid. Alles gaat sneller, behalve de politiek. Deze problemen vragen om een internationale oplossing.
Maar de politieke structuren zijn al vijftig jaar niet
veranderd. Zo’n Verenigde Naties bijvoorbeeld, dat
is een log orgaan. Dat wringt.
‘Op dit moment zijn de Verenigde Staten de
grootste vervuiler. Maar China en India zijn bezig
met een inhaalslag. Het is goed mogelijk dat over
twintig jaar het zwaartepunt is verschoven naar
Azië. Hoe wordt daar gedacht over milieu en duurzaamheid? Als voedsel schaarser en duurder
wordt, zal hun voornaamste probleem zijn hoe ze
hun eigen bevolking kunnen voeden. Anders dreigen er hongeropstanden. Dan komen mondiale
milieuproblemen op de tweede plaats.
‘In Nederland denken we dat voedselzekerheid
iets is van ver weg. Maar als de voedselprijzen zo
drastisch stijgen als is voorspeld, komen mensen
ook hier in de problemen. In Engeland gaan nu al
dagelijks vier miljoen mensen met honger naar
bed. Stel dat de wereldhandel in voedsel stilvalt
omdat landen voedsel voor zichzelf houden. Dan
hebben we een probleem.’
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) kwam onlangs met
een rapport. Daarin wordt gepleit voor de
overgang van een landbouw- naar een
voedselbeleid. Is dat een goed idee?
‘In het rapport van de WRR worden veel problemen goed geschetst. Maar vervolgens concluderen
ze dat ‘Nederland er op het gebied van voedsel
goed voor staat’. Dat vind ik bepaald niet. Ik mis
ook de urgentie om internationaal tot oplossingen
te komen.’
De WRR zegt over vlees eten: ‘Het reeds
ingezette beleid op het ontwikkelen van
alternatieve eiwitbronnen dient te worden
geïntensiveerd.’
‘Dat vind ik zwak uitgedrukt. Ik gaf van 2000 tot
2005 leiding aan Profetas, een onderzoeksproject
naar de vervanging van dierlijk door plantaardig
eiwit. Er loopt nu nog een programma voor eiwitinnovatie. Samen is daar 6 miljoen euro voor beschikbaar. Dat is een druppel op de gloeiende
plaat. Het gevoel dat mij bekruipt bij het WRR-rapport is dat er geen echte keuzen worden gemaakt. ‘
Wat hadden ze dan moeten voorstellen?
‘De overheid zou op zijn minst een campagne kunnen beginnen om de consument duidelijk te maken dat het duurzaam is om minder dierlijk eiwit
SIR EDMUND / 25 OKTOBER 2014
te consumeren. Niet alleen vlees,
maar ook zuivel. Nederland is een
buitenbeentje. Wij consumeren de
meeste zuivel en het minste plantaardig eiwit in Europa. Maar als je dat
zegt, krijg je de zuivellobby op je dak.’
Zou een vleestaks een oplossing zijn?
‘Je krijgt er de handen niet voor op elkaar. Maar ik zou er wel voor zijn, al is
het maar vanwege de signaalwerking
die ervan uitgaat. Je zou de discussie
ermee op gang brengen. Nu wordt
vlees helemaal niet als probleem gezien. Je zou ook kunnen verbieden
om met goedkoop vlees te stunten.
De overheid zal het voortouw moeten nemen. Je kunt niet verwachten
dat de consument het uit zichzelf
doet, daarvoor is het een te complex
verhaal.
‘In het eindrapport van Profetas
kwamen wij tot deze aanbeveling: eet
eenderde minder eiwit, zowel dierlijk als plantaardig, vervang eenderde van het dierlijke eiwit in je
dieet door plantaardig eiwit en gebruik voor wat je aan dierlijk eiwit
consumeert dieren die grazen of gevoed worden op reststromen.’
Eet meer plant en minder dierlijk eiwit, dat is uw boodschap.
‘Volgens de Gezondheidsraad heeft
de mens genoeg aan 50 tot 60 gram
eiwit per dag. We zitten nu op bijna
anderhalf keer zoveel. Minder eiwit
eten is niet alleen duurzamer, maar
ook gezonder. Er is een geweldige
overlap tussen die twee, voor het
grootste deel van ons dieet geldt dat
duurzamer ook gezonder is. Zo moet
je het propageren, want duurzaam
verkoopt toch niet.’
45