# Doel* Alle IC- patiënten starten i.p. binnen 24 uur met enterale voeding. # Toepassingsgebied Volwassen patiënten op de Intensive Care. # Indicatie Enterale voeding INDICATIE Alle IC -patiënten die naar verwachting langer dan 48 uur op de IC behandeld moeten worden dienen binnen 24 uur te starten met enterale voeding. CONTRA-INDICATIE Hemodynamisch instabiel: bloeddruk MAP < 50 mmHg en/of cardiac output CO < 2 l/min Niet-intacte en/of dysfuncionele tractus digestivus. Parenterale voeding INDICATIE Bij een absolute contra indicatie voor enterale voeding wordt er op dag 4 gestart met TPV. (Totale Parenterale Voeding) Indien de energie/eiwit target van 60% niet behaald kan worden (zie opmerkingen) met enterale voeding op dag 4 is parenterale (bij)voeding geïndiceerd. # Definities Enteraal voeden = het toedienen van voedingsstoffen via het maagdarmkanaal. Parenteraal voeden = het toedienen van voedingsstoffen langs een andere weg dan het maagdarmkanaal, namelijk direct in de bloedbaan. Indirecte calorimetrie = het energiegebruik in rust wordt berekend aan de hand van de concentraties O2 en CO2 in de in- en uitgeademde lucht van de patiënt. Beoogde energie en eiwit target per 24 uur: energie target: 20-25 kcal/kg/dg protein target: 1,5 g/kg/dg Stikstofbalans = de balans tussen eiwitinname en eiwitverlies wordt berekend o.a. aan de hand van het ureum in de 24-uurs urine en de kk eiwit gegeven via de sondevoeding of TPV. # Aard handeling # Materiaal* N.v.t. # Werkwijze* Toediening enterale voeding Via siliconen NMS of anders via NJS, PEG, PRG, CG, PEJ, WF, NJKath, Button. Zie documenten: - neussondes en enterale voedingskatheters voor volwassenen, het inbrengen van; - controle ligging van; - problemen en oplossingen tijdens het verblijf in situ. Enterale voeding wordt i.p. continu gegeven. In principe wordt gestart met Fresubin HP energy voeding. Maagretentie wordt à 4 uur bepaald. o Bij een niet-geïntubeerde patiënt: retenties tot 150 m. accepteren. o Bij een geïntubeerde patiënt: retenties tot 400 ml accepteren. Indien maagretenties boven de acceptabele grens komen, zie stappenplan voor acties: maagretentie, het via een neusmaagsonde meten van bij geïntubeerde en bij niet-geïntubeerde patiënten. Toediening parenterale voeding Altijd via een centraal veneuze catheter, zie centraal veneuze catheter; startpagina. De hoeveelheid parenterale voeding wordt gelijkmatig over 24 uur gegeven. Het lumen dat gebruikt wordt door TPV mag niet voor andere medicatietoedieningen gebruikt worden, met uitzondering van KCl. (kaliumchloride). Aan de Olimel wordt standaard 1 ampul cernevit (5 ml) en een ampul addamel (10 ml) toegevoegd. Vitamine K 1 mg wordt niet aan de Olimel toegevoegd maar 1x daags d.m.v. een bolus IV gegeven. Er worden geen dipeptiven aan de TPV toegevoegd, tenzij de patiënt in de toekomst volledig afhankelijk zal zijn van TPV. (patiënten met Short Bowel). PARENTERALE FORMULES Er wordt bij volwassenen gebruik gemaakt van kant-en-klare (all-in-one) parenterale voedingen. Voorkeur gaat uit naar Olimel N9E. Afhankelijk van het ideaalgewicht van de patiënt en uitgaande van de calorie- en eiwitbehoefte, zoals hierboven benoemd, kan gekozen worden uit: Olimel N9E (2000 ml bevat 2140 kcal, 113,9 gr eiwit, 220 gr glucose, 80 gr vet); Olimel N7E (2000 ml bevat 2270kcal, 89 gr eiwit, 280 gr glucose en 80 gr vet). # Controles 1. INDIRECTE CALORIMETRIE DOOR MIDDEL VAN DE METABOLE MONITOR Wekelijks bij patiënten die langer dan 72 uur aan de beademing zijn. Taken verpleegkundige: Metabole monitor (link metabole monitor). 2. STIKSTOFBALANS Sparen van 24 uurs urine op ureum. Taken arts: Berekenen stikstofbalans en benodigd aantal calorieën. Voorschrijven / aanpassen benodigde voeding. De arts plaatst de opdracht voor caloriemeting in EPIC. # Opmerkingen ONTOEREIKENDE ENERGIE/EIWIT TARGET Indien de energie/eiwit target niet behaald kan worden met enterale voeding, dan is parenterale (bij)voeding geïndiceerd, mits: Er 7 dagen onvoldoende energie of eiwit intake wordt bereikt bij een goed gevoede patiënt. Bij ondervoede patiënten (BMI <17) bij wie < 4 dgn het energie/eiwit target van 60% niet wordt behaald. Bij ernstig zieke patiënten, dat wil zeggen Critically ill patiënten, er op dag 4 niet 60% van het energie/eiwit target wordt gehaald. Er een absolute contra indicatie bestaat voor enterale voeding, er wordt op dag 4 gestart met TPV. Zodra uitbreiding van enterale voeding mogelijk is wordt de parenterale voeding afgebouwd. STAKEN VAN VOEDING VOOR OPERATIEVE INGREPEN In principe wordt de voeding ( bij zowel beademde als niet-beademde patiënten) een uur voor de ingreep gestaakt. Maagretenties worden bepaald en verwijderd. Echter bij patiënten die in buikligging worden geopereerd of geopereerd worden in het gebied van larynx/pharynx of waarbij er tubewisseling moet plaats vinden, dient 6 uur tevoren de voeding gestaakt te worden. INHALEN VAN VOEDING Tijdens onderzoeken, operaties en dergelijke wordt vaak de voeding gestaakt, waarna er een tekort ontstaat aan het voorgeschreven volume voeding. Dagelijks wordt afgesproken tijdens de visite wat het toegediende volume van de voeding die dag moet zijn zodat de verpleegkundige kan zorgen dat voor het afsluiten van de vochtbalans om 00.00 uur, het beoogde volume gehaald wordt. CVVH (DF) PATIËNTEN Patiënten die nierfunctievervangende therapie ondergaan op de IC hebben een eiwitbehoefte van 1,52g/kg/dg omdat er eiwitten via het filter verloren gaan. OBESITAS PATIËNTEN BMI 30-40 energie: 20-25 kcal/kg IBW, eiwit: 2 g/kg/dg IBW. BMI> 40 energie: 20-25 kcal/kg IBW, eiwit: 2,5 g/kg/dg IBW. Patiënten met obesitas waarbij het streven is om af te vallen krijgen een Modifast dieet waarbij er 500 kcal/dg worden toegediend, eventueel via een voedingsadvies op maat via de diëtiste. LEVERINSUFFICIËNTIE Bij patiënten met leverinsufficiëntie met hepathische encephalopathie graad 3-4 met acuut leverfalen wordt aanbevolen om een eiwittoediening van 0,8-1,2 g/kg/dg na te streven op het moment dat het ammoniak dalende is, met als doel om katabole situatie voorkomen. Op het moment van een nog niet dalend ammoniak of nog hepatisch coma eerst in overleg met arts proberen het ammoniak te laten dalen door middel van lactulose po en/of rectaal (evt natriumbenzoaat iv). Dien in overleg met arts glucose intraveneus toe als energiebron. GLUCOSE TOEDIENING De totale toegediende hoeveelheid glucose mag niet meer bedragen dan 5 g/kg/dg. Bijvoorbeeld: 1 liter glucose 5% bevat 50 gram glucose. De minimale hoeveelheid glucose die de hersenen nodig hebben is 100-120 g /dg VETTOEDIENING Vetemulsies in de all-in-one voedingen hebben een hoge calorische waarde en leveren essentiële vetzuren. De behoeft bedraagt 0,7-1,5 g/kg/dg. In verband met het risico op hypertrigyceridemie en steatosis hepatis mag de totale hoeveelheid vetten ( LCT= long chain trigyceriden) niet meer bedragen dan 2 g/kg/dg. Let hierop bij toediening van medicamenten zoals propofol. Bij hyper triglyceridemie > 4 mmol/L of cholestase wordt tijdelijk de standaard parenterale voeding gestaakt en eventueel overgeschakeld naar een voeding met alleen aminozuren en glucose ( Clinimix N14 of N17 ( 80 vs 100 g eiwit per 2 liter)). # Bijlagen # Referenties Medisch protocol voeding. # Literatuur # Distributielijst Auteurs: mw. H. Maassen en mw. M. Bonn, januari 2014 Verantwoordelijk medicus: mw. drs. M. Hilkens # Einde document
© Copyright 2024 ExpyDoc