Gebruikersdocument uitlevering deel 1

Wijzigingen DBC-release
RZ15a
Gebruikersdocument uitlevering deel 1
Versie 20140717
Ingangsdatum 1 januari 2015
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Inhoudsopgave
1
Inleiding........................................................................................................................................... 4
1.1 Leeswijzer ................................................................................................................................. 4
1.2 Verwijzingen en samenhang relevante informatie ................................................................... 4
2
1.2.1
Verwijzing naar ingediende wijzigingsverzoeken ......................................................... 4
1.2.2
Verwijzing naar tabellen en documenten ..................................................................... 4
1.2.3
Aanduiding specialisme en zorgproductgroep ............................................................. 5
De wijzigingen per 1 januari 2015 ................................................................................................. 6
2.1 Projecten .................................................................................................................................. 6
2.1.1
Verkorting doorlooptijd .................................................................................................. 6
2.1.2
Integrale tarieven (1402017) ...................................................................................... 11
2.1.3
Beter herkenbare zorgactiviteiten voor pathologie (1312025) ................................... 12
2.1.4
Nieuw beleid bekostiging geneesmiddelen (1401027) ............................................... 12
2.1.5
Taakherschikking (1401025) ...................................................................................... 13
2.1.6
Doorontwikkeling kaakchirurgie (1401026) ................................................................ 14
2.1.7
Definiëring van modules voor medisch specialistische revalidatiezorg (MSRZ) ........ 15
2.2 Zorgactiviteiten ....................................................................................................................... 16
2.2.1
Nieuwe zorgactiviteit voor Mammaprint (555) ............................................................ 16
2.2.2
Nieuwe zorgactiviteit voor Oncotype-genexpressietest (1307018) ............................ 16
2.2.3
Nieuwe zorgactiviteit voor corneale collageen crosslinking (1309003) ...................... 16
2.2.4
Nieuwe OZP voor MACI (1401014) ............................................................................ 17
2.2.5
Reguliere aanlevering OZP’s door NZa (1401029) .................................................... 17
2.2.6
Nieuwe zorgactiviteit voor Choriongonadotrofine (1403003) ..................................... 18
2.2.7
Omschrijvingen zorgactiviteitentabel en tarieventabel gelijk (1403006) .................... 18
2.3 Registratieregels ..................................................................................................................... 18
2.3.1
Parallelliteit bij audiologie (1310035) .......................................................................... 19
2.3.2
Aanpassingen in registratieaddendum (1402036) ...................................................... 19
2.3.3
Aanpassingen op verzoek van NZa ............................................................................ 20
2.4 Diagnosetyperingen ................................................................................................................ 20
2.4.1
Tekstuele correctie diagnosetypering 0313.704 (1311027) ....................................... 20
2.4.2
Tekstuele aanpassingen in (elektronische) typeringslijst (1402037) .......................... 20
2.5 Aanspraak en WBMV ............................................................................................................. 21
2.5.1
Preventieve optometrische screening krijgt rode aanspraakcode (1401039) ............ 21
2.5.2
Wijziging WBMV-labels radiotherapie (1403039) ....................................................... 21
2.5.3
Verstrekking TIL en DC krijgen oranje aanspraakcode (201703) .............................. 23
© DBC-Onderhoud
2 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.5.4
Wijziging in LLM voor tepel(hof) reconstructies (201733) .......................................... 23
2.6 Productstructuur en afleiding van DBC-zorgproducten .......................................................... 23
2.6.1
Verbeterde herkenbaarheid voor cardiovasculair risicomanagement en
cardiogenetica (1980) ................................................................................................. 24
2.6.2
Afleiding selectie/search van stamcellen aangepast (2201) ...................................... 24
2.6.3
Zorgproducten vaatinterventies toegankelijk voor cardiologie (1305006) .................. 25
2.6.4
Minder diagnosetyperingen die afleiden naar zorgproductgroep 990356 (1305039) 25
2.6.5
Zorgproducten 219899034 en 219899035 beëindigd (1306019) ............................... 25
2.6.6
Nieuwe zorgprestaties voor behandeling van refractieafwijkingen en
hoornvliesaandoeningen (1307004) ........................................................................... 25
2.6.7
Declarabele prestatie ooglidbiopt bij verdenking maligniteit (1310047) ..................... 27
2.6.8
Verbeterde productstructuur enkel- en meervoudige hartrevalidatie (1310051) ........ 27
2.6.9
Correctie afleiding zorgproducten LDL-ferese volwassenen (1311003) .................... 28
2.6.10 Langdurige observatie zonder overnachting bij neonatologie (1311022) .................. 29
2.6.11 Multitrauma en traumascreening (1311033) .............................................................. 29
2.6.12 Verbeterde afleiding zorgproducten Complex Chronisch Longfalen (1311050) ........ 30
2.6.13 Voorwaardelijke toelating tot het basispakket: PTED (1311057) ............................... 31
2.6.14 Voorwaardelijke toelating tot het basispakket: Autologe vettransplantatie (1311059)32
2.6.15 Voorwaardelijke toelating tot het basispakket: Adjuvante HIPEC (1311060) ............. 33
2.6.16 Aanpassing afleiding allergologisch onderzoek dermatologie (1311062) .................. 34
2.6.17 Tekstuele correcties in zorgproductgroep 990716 en 170901 (1402033).................. 35
2.6.18 Zorgactiviteit 039676 ATLS toegevoegd aan standaarduitval (1403032) .................. 35
2.7 Tariefswijzigingen ................................................................................................................... 36
2.7.1
Ondersteunershonorarium zorgactiviteit 032281 Laryngoscopie voor KNO (1306031)36
2.7.2
Tarifering Nabij Patiënt Trombosediensttest (NPT) .................................................... 36
Bijlage 1: Rapportage uitvalreductie....................................................................................................... 37
Doel van het overzicht .................................................................................................................... 37
Ingangsdatum................................................................................................................................. 37
Vormen van uitvalreductie.............................................................................................................. 37
Toelichting bij de kolommen........................................................................................................... 38
Rapportage Uitvalreductie .............................................................................................................. 39
© DBC-Onderhoud
3 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
1 Inleiding
Voor u ligt het document Wijzigingen DBC-release RZ15a. Voorheen (tot en met release RZ14c)
heette dit document ‘Gebruikersdocument uitlevering deel 1’. De naamgeving van het document is
aangepast om de inhoud beter tot uiting te brengen. De inhoud is niet gewijzigd. U vindt in dit
document net als voorheen, een beschrijving (op hoofdlijnen) van alle wijzigingen die zijn doorgevoerd
in de voorliggende release.
1.1
Leeswijzer
De uitleg over de wijzigingen is in hoofdstuk 2 verdeeld over zeven paragrafen. In paragraaf 2.1 vindt
u een beschrijving van de projecten die aanleiding waren tot wijzigingen in het DBC-pakket 2015. De
daarop volgende paragrafen beschrijven wijzigingen die voortkomen uit ingediende
wijzigingsverzoeken via de intakeprocedure of vanwege regulier onderhoud. In paragraaf 2.2 t/m 2.5
vindt u respectievelijk de wijzigingen in zorgactiviteiten, registratieregels, diagnosetyperingen en
aanspraak en WBMV. In paragraaf 2.6 staan de wijzigingen die invloed hebben gehad op de
productstructuur en/of die de afleiding naar bestaande DBC-zorgproducten hebben veranderd. Tot slot
wordt in paragraaf 2.7 kort ingegaan op tariefswijzigingen die specifiek voortkomen uit
wijzigingsverzoeken. Voor een meer uitgebreide verantwoording van de tariefberekening verwijzen wij
u naar het document Verantwoording tariefswijzigingen RZ15a v20140717.
1.2
Verwijzingen en samenhang relevante informatie
In dit document willen we u zo goed mogelijk informeren over de wijzigingen in het DBC-pakket en op
weg helpen bij de implementatie in de dagelijkse praktijk. Daarom zijn in iedere paragraaf verwijzingen
opgenomen die u verder op weg helpen bij het verwerken van alle informatie.
1.2.1
Verwijzing naar ingediende wijzigingsverzoeken
Waar van toepassing vindt u achter de wijziging die voortkomt uit een ingediend wijzigingsverzoek, het
nummer dat toegekend is in de intakeprocedure. De indiener van het verzoek kan op basis van dit
e
nummer zien wat er met het verzoek is gebeurd. Bovendien is dit een koppeling met het 2 go
e
document van deze release. Wijzigingsverzoeken die staan in het 2 go document, kunt u in dit
e
document terugvinden aan de hand van datzelfde nummer. U vindt het 2 go document op onze
website (www.dbconderhoud.nl).
1.2.2
Verwijzing naar tabellen en documenten
Bij elke uitleg over een doorgevoerde wijziging is aangegeven voor welke tabellen en/of documenten
de wijziging geldt. Dit is aangegeven door onder de paragraaftitel een afkorting van de desbetreffende
tabel op te nemen. In de bijbehorende toelichtingen van de tabellen vindt u meer detailinformatie over
de wijzigingen. De volgende afkortingen zijn hierbij gehanteerd:
© DBC-Onderhoud
4 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Afkorting
Volledige naam
ACT
Aanspraakcode Tabel
ARDT
Afsluitreden Tabel
ARGT
Afsluitregels Tabel
DCT
Diagnose Combinatie Tabel
ETL
Elektronische Typeringslijst
LLM
Limitatieve Lijst Machtigingen
RA
Registratie Addendum
RDZT
Relatie Diagnose Zorgproductgroepen Tabel
RR
Registratie Regels
TT
Tarieven Tabel
WBMV
WBMV Code Tabel
ZA
Zorgactiviteiten Tabel
ZPG
Zorgproductgroepen Tabel
ZPT
Zorgproducten Tabel
1.2.3
Aanduiding specialisme en zorgproductgroep
Naast een verwijzing van de tabel die geraakt is door de wijziging, vindt u ook een verwijzing naar het
desbetreffende specialisme. Als de wijziging ook invloed heeft op de productstructuur, is ook
opgenomen om welke zorgproductgroep(en) het gaat.
© DBC-Onderhoud
5 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2 De wijzigingen per 1 januari 2015
2.1
Projecten
In deze release RZ15a zijn wijzigingen uit zeven projecten doorgevoerd. Deze paragraaf beschrijft per
project de probleemstelling (of aanleiding) voor het project en de gekozen oplossing die per 1 januari
2015 zichtbaar is in de DBC-systematiek.
2.1.1
Verkorting doorlooptijd
ARDT, ARGT, RA, RR, TT, ZA, ZPT
Betrokken specialismen
Dit project raakt alle specialismen.
Aanleiding
Het ministerie van VWS wil eerder inzicht hebben in de kosten van de ziekenhuizen over een bepaald
jaar (schadelast medisch specialistische zorg). Om dit te bereiken heeft het ministerie een aantal
besluiten genomen. Eén van deze besluiten is het verkorten van de maximale doorlooptijd van
subtrajecten van 365 naar maximaal 120 dagen. Het primaire doel van verkorting van de doorlooptijd
is het versnellen van de informatievoorziening.
Meer informatie over de achtergrond en aanleiding van deze beleidswijziging vindt u in het advies
Verkorting doorlooptijden DBC-zorgproducten uit juni 2013 (www.nza.nl).
Gekozen oplossing
Subtrajecten worden automatisch afgesloten op basis van de registratieregels, vier algemene en ruim
30 uitzonderingsregels. De verkorte doorlooptijd van subtrajecten is bereikt door de algemene
afsluitregel van maximaal 365 dagen te verkorten naar maximaal 120 dagen. In overleg met de NZa
en wetenschappelijke verenigingen zijn naast de algemene regel, de volgende uitzonderingsregels
aangepast:
 Klinische genetica (wijzigingsverzoek 1311017);
 CCL (wijzigingsverzoek 1311037);
 Gender (wijzigingsverzoek 1311038);
 Klinische geriatrie / ouderengeneeskunde (1311039)
 Urologie (wijzigingsverzoek 1311040);
 Kindergeneeskunde SKION (wijzigingsverzoek 1311042);
 Cardiologie (wijzigingsverzoek 1311043);
 Registratie van nazorg bij stamcel- en orgaantransplantatie (wijzigingsverzoek 1311047 en
1311048).
De verkorting doorlooptijd heeft impact op de profielen van bestaande DBC-zorgproducten. Er is
onderzocht in hoeverre de impact zodanig is dat de medische herkenbaarheid en/of de
kostenhomogeniteit van de DBC-zorgproducten in het gedrang is. Dit betreft immers twee belangrijke
ontwerpcriteria in de productstructuur van DBC-zorgproducten. Resultaten van de analyses en
gesprekken met de betreffende wetenschappelijke verenigingen leidden tot twee wijzigingen in de
productstructuur:
© DBC-Onderhoud
6 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717


complex chronisch longfalen (CCL) (wijzigingsverzoek 1311050, zie paragraaf 2.6.12);
geriatrische revalidatiezorg (wijzigingsverzoek 1311046).
Hieronder vindt u per wijzigingsverzoek informatie over de doorgevoerde aanpassing.
Wijzigingen in het kader van verkorting doorlooptijd
Aanpassen uitzonderingsregel 1.0290.1 klinische genetica m.b.t. erfelijkheidsadvisering (1311017)
Het gehele traject van erfelijkheidsadvisering valt binnen één subtraject. Op de 90e dag na opening wordt het subtraject
afgesloten als er minimaal een zorgactiviteit voor erfelijkheidsadvisering geregistreerd is. Als dit niet het geval is dan blijft dit
subtraject maximaal 120 dagen (voorheen: 365 dagen) openstaan. Uitgangspunt is dat alleen aan het einde van het traject
van enkelvoudige of complexe erfelijkheidsadvisering de van toepassing zijnde zorgactiviteit (resp. 191111 of 190240)
wordt geregistreerd.
Complex chronisch longfalen (1311037) (voor productstructuur wijziging zie paragraaf 2.6.12 (1311050))
Complex chronisch longfalen (CCL) betreft vrijwel alleen chronische zorg, waardoor veel subtrajecten een langere
doorlooptijd dan 120 dagen hebben. De uitzonderingsregel voor CCL droeg ook bij aan een lange doorlooptijd van
subtrajecten. Vanaf 1 januari 2015 is dit niet meer mogelijk en is de maximale doorlooptijd 120 dagen.
Nieuwe uitzonderingsregel voor CCL
In overleg met betrokken veldpartijen, waaronder de wetenschappelijke vereniging, is geconstateerd dat het effect hiervan
op de medische herkenbaarheid van het subtraject en daarmee op het te declareren zorgproduct zodanig groot is dat
aanpassing in de productstructuur noodzakelijk was. Er is gekozen voor het maken van onderscheid tussen de intake,
assessment en de behandelfase. Het grootste deel van de CCL-behandelingen (98%) wordt voltooid binnen 120 dagen.
Om dat mogelijk te maken is een nieuwe uitzonderingsregel gemaakt voor het afsluiten van de intake-/assessmentfase
voordat de behandeling begint. Dit sluitmoment is als nieuwe afsluitregel opgenomen in de registratieregels en het
registratieaddendum. Afsluitregel 1.0000.4 is beëindigd en vervangen door 1.0000.9.:
Een zorgtype 11 subtraject voor intake en assessment (zorgactiviteiten 193290 en 193292) bij complex chronisch longfalen
(CCL) wordt afgesloten één dag voor de start van de behandeling. Het moment van afsluiten is één dag voor de start van
de behandeling (zorgactiviteiten 193200 t/m 193243 en 193293). Het zorgtype 21 subtraject voor de behandeling heeft een
vaste looptijd van 120 dagen.
Binnen dit zorgtype 21 subtraject moet bij het eerste face-to-face contact zorgactiviteit 193294 ‘Vervolgbehandeling na
assessment - longastmacentra.’ geregistreerd worden, deze zorgactiviteit kan eenmalig binnen een zorgtraject worden
geregistreerd.
Herijking van profielen en tarieven door scheiding van assessment en behandeling
Door het scheiden van het assessment van de behandeling, veranderen de profielen (en daarmee tarieven) van de DBCzorgproducten in zorgproductgroep 990022 Complex Chronisch Longfalen. Dit komt grotendeels doordat de activiteiten en
kosten (gekoppeld aan het assessment) wegvallen in de ‘reguliere’ CCL-zorgproducten. De tarieven van de zorgproducten
zijn hierop aangepast. In de Verantwoording tariefswijzigingen RZ15a vindt u meer informatie over de totstandkoming van
de tarieven voor CCL.
1.0000.5 Gender (1311038)
Afsluitregel 1.0000.5 is beëindigd en vervangen door 1.0000.10.
Voor het conservatieve deel van genderzorg wordt een apart (bij gynaecologie zo nodig parallel aan een operatief
behandeltraject) zorgtraject geopend. De conservatieve behandeling bestaat uit drie fasen:

Fase 1: het screeningstraject
© DBC-Onderhoud
7 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717

Fase 2: de diagnostiek genderidentiteitsstoornis

Fase 3: de real life of hormoonbehandeling
Binnen een subtraject voor fase 1 dient bij het eerste face-to-face-contact met de medisch psycholoog de zorgactiviteit
194162 Intake face-to-face medisch psycholoog geregistreerd te worden.
Een subtraject voor fase 1 heeft een looptijd van 120 dagen (voorheen: 365) tenzij binnen 120 dagen (voorheen: 365
dagen) de diagnostiek genderidentiteitsstoornis start. In dat geval wordt het subtraject afgesloten één dag voor de
registratie van de zorgactiviteit 036870 Tentatieve diagnostische fase genderincongruentie.
Een subtraject voor fase 2 heeft een looptijd van 120 dagen (voorheen 365 dagen) tenzij binnen die 120-dagenperiode
(voorheen 365-dagen periode) de real life of hormoonbehandeling start (fase 3). In dat geval wordt het subtraject afgesloten
op de dag van registratie van de zorgactiviteit 190005 MDO.
Een subtraject voor fase 3 heeft een looptijd van 120 dagen (voorheen: 365 dagen) en wordt vervolgd zolang patiënt onder
behandeling is (in principe levenslang).
1.0000.8 Klinische geriatrie / ouderengeneeskunde (1311039)
Door het ‘opknippen’ van subtrajecten als gevolg van verkorting van de maximale doorlooptijd ontstaan wellicht lege
subtrajecten. Om te voorkomen dat zorgactiviteit 039579 Vervolgbehandeling uitgevoerd door klinisch geriater of internist
ouderengeneeskunde na een eerder door hen uitgevoerd CGA standaard gebruikt wordt ter vulling van een (leeg) vervolgsubtraject, is beschreven dat deze zorgactiviteit alleen in combinatie met een face-to-face-contact geregistreerd mag
worden. Een verduidelijking van het gebruik van zorgactiviteit 039579 is opgenomen in de Registratieregels Algemene
Toelichting en het Handboek Zorgactiviteiten.
1.0306.1, 1.0306.2 en 1.0306.3 Urologie: 90 dagen uitzonderingen (1311040)
Door het verkorten van de maximale doorlooptijd van subtrajecten tot maximaal 120 dagen werden drie uitzonderingsregels
voor urologie overbodig:

1.0306.1: Urologie: 90 dagen uitzondering APD;

1.0306.2: Urologie: 90 dagen uitzondering blaasspoelingen bij interstitiële cystitis;

1.0306.3: Urologie: 90 dagen uitzondering blaasspoelingen bij blaascarcinoom
Doel van deze uitzonderingen was afsluiten van het subtraject na 90 dagen. Met verkorten van de doorlooptijd worden
trajecten standaard na 120 dagen afgesloten. Daarmee vervalt de noodzaak om deze uitzonderingen op de
registratieregels te handhaven. Het beëindigen van uitzonderingsregels vereenvoudigt bovendien de administratieve last.
1.0316.2 Kindergeneeskunde SKION (1311042)
Voor kindergeneeskunde oncologische behandeling in SKION-centra geldt een specifieke afsluitregel (1.0316.2). In deze
regel stond dat de looptijd van kinderoncologische subtrajecten in een centrum met SKION-stratificatie altijd 365 dagen is.
Door de verkorting van de maximale doorlooptijd van alle subtrajecten wordt de looptijd van de kinderoncologische
subtrajecten in een centrum met SKION-stratificatie ook maximaal 120 dagen. Het tarief is hierop aangepast. Ook is de
tekst in het Handboek Zorgactiviteiten bij zorgactiviteiten stratificatie aangepast.
1.0320.2 Cardiologie (1311043)
Registratieregel 1.0320.2 Cardiologie is aangepast in het kader van verkorting doorlooptijd. De 365 dagen die benoemd
stond in de uitzonderingsregel voor hartrevalidatie kon door de verkorting doorlooptijd niet blijven bestaan en is gewijzigd in
120 dagen.
De uitzonderingsregel gericht op kliniek en dagbehandeling wordt niet geraakt door de verkorting doorlooptijd. De regel
hoefde in het registratieaddendum bij ad 1 en ad 2 niet aangepast te worden.
© DBC-Onderhoud
8 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
De 365 dagen voor polikliniek ZT21 (ad 4) en hartrevalidatie (ad 5) worden wel geraakt door de verkorting. Deze regels zijn
aangepast naar de nieuwe maximale doorlooptijd van 120 dagen.
1.8418.1 Grz inclusief aanpassing productstructuur (1311046)
Door invoering van de doorlooptijdverkorting worden de langere grz-trajecten (meer dan 120 dagen) opgeknipt. Uitgaand
van de bestaande productstructuur (t/m 2014), wordt hierdoor een aantal zorgproducten obsoleet (meer dan 120
verpleegdagen) en zouden de ambulante vervolg-subtrajecten, waarvan de klinische opname geen onderdeel meer
uitmaakt tot uitval leiden. Daarnaast heeft de doorlooptijdverkorting een negatief effect op de medische herkenbaarheid van
de zorgproducten voor de grz.
Het zorgproduct 998418054 met meer dan 120 verpleegdagen is verwijderd uit zorgproductgroep 998418.. En de
bovengrens van de overige klinische zorgproducten is aangepast naar maximaal 120 dagen. Voorheen waren dit de
zorgproducten Klin 92-133. Hiernaast zijn de langere klinische trajecten met een ambulant vervolg van meer dan 120
dagen, verwijderd.
Voor de ambulante vervolgtrajecten (zorgtype 21) waarvan de klinische opname in het initiële subtraject valt, zijn zes
nieuwe zorgproducten aangemaakt:

998418075 Diagnosen CVA | >32 behandeluren ambulant;

998418076 Diagnosen CVA | 6 tot maximaal 31 behandeluren ambulant;

998418077 Diagnosen CVA | Maximaal 5 behandeluren ambulant;

998418079 Overige diagnosen | >23 behandeluren ambulant;

998418080 Overige diagnosen | 5 tot maximaal 23 behandeluren ambulant;

998418081 Overige diagnosen | Maximaal 4 behandeluren ambulant.
Voor nu zijn nog geen zorginhoudelijke wijzigingen doorgevoerd gericht op de verbetering van de medische herkenbaarheid
van de zorgproducten. Dit punt wordt opgepakt bij de doorontwikkeling van de productstructuur in de komende jaren. Op
basis van de doorgevoerde wijzigingen zijn de tarieven aangepast.
2.0000.1 Registratie van nazorg bij stamcel- en orgaantransplantatie (1311047)
De verkorting van de maximale doorlooptijd van een subtraject ZT 21 van 365 naar 120 dagen heeft consequenties voor de
doorlooptijd van de nazorgfase orgaantransplantatie door beschouwende specialismen. Subtrajecten die voorheen een
looptijd van een jaar kenden, worden teruggebracht naar subtrajecten met een looptijd van 120 dagen. Dit wordt als
algemeen gegeven beschouwd, waarvoor geen aanpassing van de registratieregel (uitzondering 2.0000.1) noodzakelijk is.
Met betrekking tot de declaratie van nazorg gelden vanuit de NZa specifieke beleidsregels waarbij per instelling per jaar
maximaal een subtraject voor nazorg gedeclareerd mag worden. De NZa-declaratiebepaling wordt in overeenstemming met
de nieuwe algemene registratieregel ( max. 120 dagen) aangepast, zodat vanaf 1 januari 2015 per instelling maximaal drie
nazorgtrajecten per jaar gedeclareerd kunnen worden.
De verkorting van de doorlooptijd heeft ook consequenties voor de definiëring en registratie van de (zorgactiviteiten voor de
nazorg stamceltransplantatie.
Voor de nazorg van stamceltransplantatie geldt dat een zorgactiviteit ‘post-transplantatietraject’ (192079, 192080, 192087
en 192098) uitsluitend door één zorgaanbieder binnen maximaal drie subtrajecten na een stamceltransplantatie
geregistreerd mag worden.
2.0000.2 Begeleiding orgaantransplantie (1311048)
De doorlooptijdverkorting leidt tot een maximale doorlooptijd van 120 dagen per subtraject. Dit wordt beschouwd als
algemeen effect van de doorlooptijdverkorting waarvoor geen aanpassing van deze registratieregel (uitzondering 2.0000.2)
noodzakelijk is. De uitzonderingsregel blijft bestaan maar dan met een maximale looptijd van 120 dagen in plaats van 365.
© DBC-Onderhoud
9 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Met betrekking tot de declaratie van de nazorg gelden vanuit de NZa specifieke beleidsregels waarbij per instelling per jaar
maximaal één nazorgsubtraject gedeclareerd mag worden. Als gevolg van het verkorten van de doorlooptijd naar 120
dagen zal de NZa deze declaratiebepaling in lijn brengen met de registratieregels, zodat per instelling maximaal drie
nazorgtrajecten per jaar gedeclareerd kunnen worden.
De verkorting van de doorlooptijd heeft ook consequenties voor de definiëring en registratie van de nazorg zorgactiviteiten
voor de beschouwende specialismen (zorgactiviteiten 039385 t/m 039397 en 192042). Voor nazorg (fase 3) geldt dat de
zorgactiviteit voor nazorg na orgaantransplantatie (039585 t/m 039397 en 192042) per instelling door één
hoofdbehandelaar eenmaal per 120 dagen per transplantatie, mag worden geregistreerd.
Consequenties voor tarieven
1
Uit analyses door DBC-Onderhoud en de NZa is gebleken dat verkorting van de maximale
doorlooptijd een belangrijk effect heeft op de casemix en profielen. Casemix en profielen spelen op
hun beurt een belangrijke rol in de tariefberekening. Het ministerie van VWS heeft de NZa en DBCOnderhoud daarom verzocht om de zorgaanbieders en zorgverzekeraars hulpmiddelen te bieden om
te kunnen omgaan met de effecten van de verkorting doorlooptijd. NZa en DBC-Onderhoud leveren
met het DBC-pakket 2015 informatieproducten uit die inzicht bieden in de procentuele wijziging in
tarieven van DBC-zorgproducten. Bij de informatieproducten is een toelichting beschikbaar.
Voor meer informatie over de totstandkoming van de tarieven RZ15a verwijzen wij u naar het
document Verantwoording tariefswijzigingen RZ15a v20140717.
Consequenties voor ICT en grouper (1401041 en 1312035)
De verkorting van de maximale doorlooptijd per subtraject heeft ook ICT-consequenties.
 Uitbreiding aantal posities per afsluitregelcode in de afsluitregeltabel (1401041)
In de afsluitregeltabel zijn per afsluitregel de referentiegroepen uit het registratieaddendum
opgenomen. Door het toevoegen en wijzigen van uitzonderingsregels is het aantal posities dat
beschikbaar was voor de nummering van de sluitregels niet meer voldoende. Het aantal posities voor
de codes van de afsluitregels is daarom uitgebreid van acht naar maximaal tien posities. Zie ook
Afsluitregels Tabel Toelichting v20140717.
 Controle door de grouper op duur subtraject (1312035)
De grouper controleert op de maximale doorlooptijd van een subtraject. Voorheen was deze controle
gericht op 365 dagen, dit is aangepast naar 120 dagen. De maximale looptijd van subtrajecten
geopend in 2014 blijft echter 365 dagen. De controle op maximaal 120 dagen is hierbij dan ook
afhankelijk gemaakt van de ingangsdatum van het subtraject.
Op basis van de ingangsdatum van het subtraject wordt de bijhorende maximale duur van het
subtraject bepaald en een controle uitgevoerd op de aangeleverde subtrajecten. Indien de maximale
looptijd van een subtraject overschreden wordt, geeft de grouper een DBC-053 foutmelding.
Meer informatie over deze wijziging vindt u in:
 SDD – grouper v20140717 va 06 02
 Handleiding foutmeldingen v20140717 06 02
1
Dit onderzoek heeft geleid tot het advies Verkorten doorlooptijden DBC-zorgproducten uit juni 2013 en is te
vinden op de website van de NZa (www.nza.nl)
© DBC-Onderhoud
10 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.1.2
Integrale tarieven (1402017)
TT
Betrokken specialismen
Dit project raakt alle specialismen.
Probleemstelling
Op 18 december 2013 heeft de minister op advies van de NZa de Tweede Kamer geïnformeerd over
haar besluit over de doorvoering van de integrale tarieven in de medisch specialistische zorg.
In haar brief aan de Tweede Kamer beargumenteert zij dat invoering van integrale bekostiging een
cruciale volgende stap is in de ontwikkeling van de bekostiging van de medisch-specialistische zorg
en dat dit de doelmatigheid en de kwaliteit van instellingen ten goede komt.
Het doorvoeren van de integrale tarieven heeft alleen impact op de tarieventabel. Tot en met 2014 zijn
de kostentarieven en honoraria apart zichtbaar in de tarieventabel. De deelregulering van de
honorariumtarieven van medisch specialisten is opgeheven. Per 2015 (RZ15a) wordt daarom één
integraal tarief gepresenteerd in de tarieventabel.
Gekozen oplossing
Tot en met 2014 stonden de honoraria en de kosten als aparte kostensoorten binnen de tarieventabel.
Per 1 januari 2015 wordt één integraal tarief gepresenteerd in de tarieventabel voor zorgproducten in
het A- en B-segment.
Voor zorgproducten in het B-segment was voorheen de honorariumcomponent(en) van het tarief en
een nul-tarief voor de kostencomponent opgenomen in de tarieventabel. M.i.v. 1 januari 2015 wordt
door het opheffen van de deelregulering een vrij onderhandelbaar (integraal) tarief opgenomen. In de
tarieventabel is dit voor de B-segment declaratiecodes een nul-tarief.
Op advies van Zorgverzekeraars Nederland wordt voor het integrale tarief de bestaande waarde “02”
in de tarieventabel gehanteerd. De overige variabelen blijven bestaan vanwege het weergeven van de
historische gegevens in de tarieventabel.
Meer informatie over specifieke aspecten van deze wijziging, vindt u in de volgende documenten:
 Verantwoording tariefsberekening RZ15a v20140717
Hier vindt u een beschrijving van de totstandkoming van de integrale tarieven voor zorgproducten
in het gereguleerde segment.
 ICT-eisen DBC-pakket RZ15a v20140717
In dit document vindt u de gewijzigde specificaties van de tarieventabel
 Tarieven Tabel Toelichting v20140717
In dit document vindt u de gewijzigde specificaties van de tarieventabel en een nadere toelichting
van deze wijziging.
De invoering van integrale tarieven betekent ook dat wij enkele producten die u van ons gewend bent,
niet meer uitleveren. We leveren vanaf heden niet meer uit:
 Ondersteunershonoraria B-segment
 Toelichting Ondersteunershonoraria B-segment
 Normtijden Zorgactiviteit
 Normtijden Zorgproduct
 Normtijdentabellen Toelichting
© DBC-Onderhoud
11 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.1.3
Beter herkenbare zorgactiviteiten voor pathologie (1312025)
ZA, TT
Om het vak van pathologie beter te beschrijven en de inzet en kosten beter te kunnen waarderen, zijn
zeven nieuwe zorgactiviteiten geïntroduceerd. Deze vervangen de vier bestaande zorgactiviteiten. De
bestaande zorgactiviteiten (die meer dan 90% van de bepalingen beslaan) waren een te grove
weergave van de inhoud van het vak en sterk verouderd. Dit was geen goede basis voor
prestatiebekostiging.
Vier zorgactiviteiten (OZP’s) zijn beëindigd per 31 december 2014:
 050501 Pathologisch-anatomisch (histologisch) onderzoek en overige cytodiagnostische
onderzoeken.
 050502 Cytodiagnostisch onderzoek van een cervix-preparaat (deze code is niet bestemd voor
onderzoek ten gevolge van het bevolkingsonderzoek).
 050503 Immuno-pathologisch onderzoek.
 050507 Kwantitatief c.q. morfometrisch pathologisch-anatomisch onderzoek.
Er zijn zeven nieuwe zorgactiviteiten geïntroduceerd per 1 januari 2015:
 050516 Eenvoudig biopt, eenvoudige cytologie (excl. bepalingen op de aanwezigheid van microorganismen (zie 050513 of 050514)).
 050517 Biopt, matig complexe cytologie.
 050518 Naaldbiopt, complexe cytologische punctie.
 050519 Eenvoudige grote resectie, matig complex biopt, bijzonder cytologisch preparaat.
 050520 Complex biopt, matig complexe resectie.
 050521 Complexe resectie.
 050523 Vriescoupe.
De codes 050516, 050517 en 050518 gelden als OZP.
Ook heeft een aanpassing plaatsgevonden van de NZa-beleidsregel, ter vervanging van de paragraaf
in Bijlage 5 bij CI-884.
2.1.4
Nieuw beleid bekostiging geneesmiddelen (1401027)
ZA, RA
Betrokken specialismen
Dit project raakt alle specialismen.
Aanleiding
De minister van VWS had besloten dat met ingang van 1 januari 2015 een nieuw bekostigingsbeleid
voor add-on geneesmiddelen zou gelden. In het nieuwe beleid krijgen zorgaanbieders en
zorgverzekeraars een belangrijke rol in de vraag welke geneesmiddelen als add-on bekostigd moeten
worden. Uit consultatie van veldpartijen is gebleken dat zij nog niet klaar zijn voor het nieuwe
bekostigingsbeleid. Daarom is besloten tot uitstel van een gedeelte van dit project naar 1 januari 2016.
Voor de invoering van het nieuwe beleid zijn aanpassingen nodig in de systemen van
zorgverzekeraars en ziekenhuizen. Over de details van de invoering en technische aanpassingen in
relatie daarmee, wordt momenteel nog gesproken.
© DBC-Onderhoud
12 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Doorgevoerde wijzigingen
Vooruitlopend op het beëindigen van de zorgactiviteiten voor geneesmiddelen is een nieuwe
zorgactiviteit aangemaakt: 039137 Verstrekking biologicals per infuus of per injectie bij nietoncologische diagnosen (excl. bij kinderen zie 039140). Deze zorgactiviteit speelt een rol bij de
geautomatiseerde uitzonderingsregel die geldt voor het specialisme Reumatologie. Door de registratie
van deze zorgactiviteit per verstrekking van biologicals, is duidelijk dat er een in tempi behandeling
wordt uitgevoerd waarbij het subtraject niet voortijdig kan worden afgesloten.
Naast de registratie van deze zorgactiviteit moet ook de zorgactiviteit van het betreffende
geneesmiddel geregistreerd worden, deze kunnen veelal als add-on naast het DBC-zorgproduct voor
de behandeling geregistreerd worden.
2.1.5
Taakherschikking (1401025)
ZA
Betrokken specialismen
Dit project raakt alle specialismen.
Aanleiding
De minister van VWS heeft besloten dat de belemmeringen voor het zelfstandig openen, sluiten en
declareren van DBC-zorgproducten door een verpleegkundig specialist en physician assistant (PA)
per 1 januari 2015 dienen te zijn opgeheven, om de mogelijkheden voor taakherschikking te
verbreden. Met taakherschikking wordt bedoeld het uitvoeren van medisch specialistische zorg door
een verpleegkundig specialist of physician assistant in plaats van een medisch specialist.
Het besluit van VWS houdt in dat genoemde beroepsgroepen zonder inmenging van een
poortspecialist de door de wet toegestane handelingen uitvoeren. Deze handelingen kunnen een
zelfstandig behandeltraject zijn of kunnen onderdeel zijn van de behandeltraject van de medisch
specialist.
Er onderscheiden zich in relatie tot het handelen van de poortspecialist drie situaties die VWS met
haar besluit over taakherschikking mogelijk wil maken:
 Situatie 1: De verpleegkundig specialist / physician assistant verricht handelingen binnen een
geopend subtraject van de poortspecialist: de poortspecialist declareert.
 Situatie 2: De verpleegkundig specialist / physician assistant verricht handelingen binnen een
geopend zorgtraject van de medisch specialist en gedurende de looptijd van het subtraject is er
geen inmenging van medisch specialist: de activiteiten van de verpleegkundig specialist /
physician assistant leiden tot een declaratie, onder de vlag van een poortspecialist.
 Situatie 3: De verpleegkundig specialist / physician assistant handelt geheel zelfstandig een
zorgvraag af. Bijvoorbeeld bij de landelijke colonscreening: de verpleegkundig specialist /
physician assistant doet de intake, verricht de colonscopie en voert het nagesprek. De
verpleegkundig specialist / physician assistant opent een eigen zorgtraject en opent, sluit en
declareert vervolgens het initieel subtraject en eventuele vervolgtrajecten.
© DBC-Onderhoud
13 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Doorgevoerde wijzigingen
Om taakherschikking en de specifiek bovengenoemde drie situaties mogelijk te maken, zijn
wijzigingen doorgevoerd in de beleidsregel, in zorgactiviteiten en zijn technische aanpassingen
doorgevoerd.
De NZa-beleidsregel met betrekking tot het face-to-face-contact is verruimd voor de genoemde
beroepsgroepen. Dat betekent dat zorgactiviteiten als eerste consult, vervolgconsult, palliatief overleg,
multidisciplinair overleg door verpleegkundig specialist / physician assistant nu ook tot declaratie
kunnen leiden. Dit heeft geleid tot een aantal wijzigingen in zorgactiviteiten. Voor meer informatie
verwijzen wij u naar de Zorgactiviteiten Tabel Toelichting v20140717.
De beëindigde zorgactiviteiten zijn verwijderd uit de uitvraag in zorgproductgroep 069899
Zenuwstelsel - Epilepsie / status epelepticus / convulsies (wd).
Daarnaast waren voor het realiseren van de hierboven beschreven situaties 1 tot 3 een aantal
technische aanpassingen noodzakelijk. Uitgangspunten bij de vormgeving waren:
 De technische vormgeving sluit aan bij het besluit van VWS en dekt alle situaties waarin
taakherschikking door genoemde beroepsgroepen plaatsvindt in relatie tot declaratie(momenten).
 Er wordt gebruik gemaakt van bestaande DBC-zorgproducten.
 Transparantie over wie welke zorg heeft geleverd wordt gerealiseerd op het niveau van de
verrichting (zorgactiviteit) middels het meeleveren van de uitvoerderscode met het
declaratiebericht.
Hierna wordt per situatie toegelicht of en zo ja welke technische aanpassing is doorgevoerd om de
situatie mogelijk te maken per 1 januari 2015.
 Situatie 1:
Het verruimen van de beleidsregel met betrekking tot het face-to-face-contact met een verpleegkundig
specialist/ physician assistant is voldoende. Er zijn geen technische aanpassingen noodzakelijk.
 Situatie 2:
Met betrekking tot de gewenste transparantie is de AGB-uitvoerderscode van de physician assistant /
verpleegkundig specialist nodig. Deze AGB-codes zijn reeds, conform de relevante Vektis-codelijst,
opgenomen in de referentietabellen voor de grouper.
 Situatie 3:
Met betrekking tot het mogelijk maken van situatie 3 is een aantal opties mogelijk. Er is op dit moment
nog geen keuze gemaakt voor één van deze opties. Hiervoor zijn nog geen wijzigingen opgenomen in
de release RZ15a.
2.1.6
Doorontwikkeling kaakchirurgie (1401026)
ZA, TT
Betrokken specialisme
Kaakchirurgie
Aanleiding
[1]
In de doorontwikkelagenda DOT is aangekondigd dat per 2015 de productstructuur van de
kaakchirurgie verder doorontwikkeld wordt. Aanleiding hiervoor is de invoering van integrale tarieven
[1]
Voorlichting ‘Doorontwikkelagenda DOT – jaargang 3’, oktober 2013.
© DBC-Onderhoud
14 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
per 2015 waardoor aanpassingen nodig zijn binnen kaakchirurgie. Hierbij is ook gekeken naar
transparantie en begrijpelijkheid in het gebruik van de kaakchirurgische prestaties, zowel voor
zorgaanbieder als voor de consument.
Doorgevoerde wijzigingen
De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd in de prestaties en tarieven van kaakchirurgie:
 Prestaties die elkaar medisch inhoudelijk overlappen, zijn samengevoegd.
 Om herkenbaar te maken of er sprake is van de toepassing van de halveringsregel zijn aparte
zorgactiviteiten aangemaakt voor verrichtingen die veelvuldig als een tweede verrichting worden
uitgevoerd tijdens één sessie. Deze zorgactiviteiten zijn voorzien van een toevoeging in de
omschrijving zodat herkenbaar is of de verrichting uitgevoerd is in combinatie met een andere
verrichting en voorzien is van een gehalveerd integraal tarief.
 Per 2015 wordt de toeslag voor assistentie bij een kaakchirurgische verrichting niet langer als een
opslag op het tarief in rekening gebracht. Hiervoor is een aparte prestatie aangemaakt.
 Er is een zorgactiviteit beëindigd omdat deze in het verleden niet of nauwelijks gedeclareerd is.
Hiervoor is als gebruikelijke norm gehanteerd dat de prestaties minder dan tien keer per jaar
gedurende een periode van vijf jaar zijn gedeclareerd.
 De toeslag voor avond-, nacht- en/of weekenddienst is verdwenen als een opslag op het tarief.
Per 2015 zijn de middelen die hierin omgaan, ingerekend in het reguliere tarief van de betreffende
prestaties.
 Vanwege invoering van integrale tarieven is het kostendeel ziekenhuizen, honorarium
kaakchirurgie en honorarium anesthesiologie geïntegreerd in één tarief.
Voor een detailbeschrijving van de wijzigingen verwijzen wij u naar de Zorgactiviteiten Tabel
Toelichting v20140717, de Tarieven Tabel Toelichting v20140717, de Verantwoording
tariefswijzigingen RZ15a v20140717 en naar het ‘Beoordelingsrapport DBC-pakket RZ15a’ van de
NZa.
2.1.7
Definiëring van modules voor medisch specialistische revalidatiezorg (MSRZ)
Betrokken specialisme
0327 Revalidatie
Aanleiding
Bij de invoering van de revalidatie-DBC’s in 2009 hebben de betrokken partijen afgesproken dat de
productstructuur verder doorontwikkeld moet worden om als basis te kunnen dienen voor een
adequate bekostiging van de medisch specialistische revalidatiezorg. In 2012 is ter voorbereiding
hierop een reparatietraject (spoor 1) doorgevoerd waarbij de knelpunten van de destijds bestaande
productstructuur zijn opgepakt.
Spoor 2 betreft de fundamentele doorontwikkeling van de productstructuur en is gericht op de
ontwikkeling van een medisch herkenbare en kostenhomogene productstructuur. Als eindperspectief
voor de productstructuur dienen de te onderscheiden patiëntengroepen en de hieraan gekoppelde
specifieke behandelprogramma’s, waarbij de afleiding van DBC-zorgproducten plaatsvindt op basis
van kenmerkende zorgactiviteiten.
© DBC-Onderhoud
15 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Gekozen oplossing
In het kader van spoor 2 wordt per 2013 de zorgvraagzwaarte-index (zvi) geregistreerd. De volgende
stap is het definiëren van modules. Deze stap was oorspronkelijk ingepland voor 2014, maar is op
verzoek van de sector doorgeschoven. Inmiddels heeft de NZa besloten dat de registratie van
modules met ingang van 1 januari 2015 wordt ingevoerd.
In 2015 wordt gestart met de registratie van de modules aanvullend op de bestaande zorgactiviteiten.
Voor deze registratiefase wordt een aparte tabel vastgesteld met de omschrijving en code voor de te
registreren modules en bijbehorende definiëring. Deze registratie van modules heeft geen impact op
bestaande tabellen en documenten van het DBC-pakket ziekenhuiszorg.
Op het moment dat deze release voor het veld beschikbaar is, zijn de modules nog niet vastgesteld.
Zodra deze zijn vastgesteld, wordt de tabel met bijbehorende toelichting op onze website gepubliceerd
(www.dbconderhoud.nl).
2.2
Zorgactiviteiten
Deze paragraaf beschrijft de wijzigingen in zorgactiviteiten en overige zorgproducten (OZP’s). Voor
wijzigingen die naast de zorgactiviteitentabel ook een wijziging betekenen voor de productstructuur
en/of afleiding naar DBC-zorgproducten, verwijzen wij u naar paragraaf 2.6.
2.2.1
Nieuwe zorgactiviteit voor Mammaprint (555)
ZA, TT
Specialisme: 0313 Inwendige Geneeskunde
Mammaprint is een test naar het genexpressieprofiel bij vrouwen met borstkanker. Hierbij wordt een
inschatting gemaakt van het risico op uitzaaiingen c.q. de noodzaak voor chemotherapie. Vanuit de
innovatiebeoordeling binnen DBC-Onderhoud is positief geadviseerd op de mogelijkheid om
Mammaprint op te nemen in de DBC-systematiek. Vandaar dat de nieuwe zorgactiviteit 050530
Complexe moleculaire diagnostiek - genexpressietest op basis van 70 genen, mammaprint is
geïntroduceerd. Deze zorgactiviteit is als overig zorgproduct (OZP Eerstelijns diagnostiek, tarieftype
20) in de systematiek opgenomen, met een aanspraakbeperking (aanspraakcode 1602).
2.2.2
Nieuwe zorgactiviteit voor Oncotype-genexpressietest (1307018)
ZA, TT
Specialisme: 0313 Inwendige Geneeskunde
Oncotype is een test naar het genexpressieprofiel bij vrouwen met borstkanker. Hierbij wordt
ingeschat wat het risico op uitzaaiingen c.q. wat de noodzaak voor chemotherapie is.
Vanuit de innovatiebeoordeling binnen DBC-Onderhoud is positief geadviseerd om Oncotype op te
nemen in de DBC-systematiek. Vandaar dat hiervoor een zorgactiviteit is geïntroduceerd: 050531
Complexe moleculaire diagnostiek - genexpressietest op basis van 21 genen, oncotype DX. Deze
zorgactiviteit is als overig zorgproduct (OZP Eerstelijns diagnostiek, tarieftype 20) in de systematiek
opgenomen, met een aanspraakbeperking (aanspraakcode 1602).
2.2.3
Nieuwe zorgactiviteit voor corneale collageen crosslinking (1309003)
ZA, ZP, TT
© DBC-Onderhoud
16 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Zorgproductgroep 079899
Specialisme 0301 Oogheelkunde
De wetenschappelijke vereniging voor oogheelkunde (NOG) heeft een nieuwe zorgactiviteit
aangevraagd voor corneale collageen crosslinking (CXL). Deze techniek wordt ingezet om verdere
progressie van keratoconus te voorkomen. Hier is een nieuwe zorgactiviteit voor aangemaakt: 031046
Corneale collageen cross-linking (CXL).
Deze nieuwe zorgactiviteit leidt af naar het nieuwe zorgproduct 079899 021 ‘Oper cornea (zwaar)’,
wat mede naar aanleiding van wijzigingsverzoek 1307004 (paragraaf 2.6.6) is aangemaakt in
zorgproductgroep 079899 Oog en adnexen - Aandoeningen van conjunctiva, sclera, cornea, iris,
corpus ciliare en oogbol (incl. letsel).
Zorginstituut Nederland heeft aan deze nieuwe zorgactiviteit een oranje aanspraakcode (2601)
toegekend. Binnenkort verschijnt er een update van het standpunt uit 2010 over de behandeling van
keratoconus door middel van CXL met meer informatie over de voorwaarden voor vergoeding uit het
basispakket.
2.2.4
Nieuwe OZP voor MACI (1401014)
ZA, TT
Er is een nieuwe zorgactiviteit geïntroduceerd voor MACI (Matrix-geïnduceerde Autologe
ChondrocytenImplantatie). Het betreft een add-on en deze heeft een ingangsdatum, met
terugwerkende kracht, vanaf 1 april 2014.
2.2.5
Reguliere aanlevering OZP’s door NZa (1401029)
ZA, TT
Op verzoek van de NZa is een aantal overige zorgproducten (OZP’s) in de zorgactiviteitentabel en
tarieventabel toegevoegd of gewijzigd.
Onderlinge dienstverlening
Door de invoering van integrale tarieven wordt de bestaande definitie van ‘onderlinge dienstverlening’
(ODV) aangepast. De reikwijdte van het begrip ODV wordt ruimer. Op verzoek van de NZa is één
algemene prestatie vastgesteld met een vrij tarief.
Adviesonderdeel antistollingsbehandeling
Er is een nieuwe zorgactiviteit beschikbaar voor het advies aan de patiënt tijdens de behandeling met
antistolling.
Regiefunctie complexe wondzorg
Er is een nieuwe zorgactiviteit geïntroduceerd voor de bekostiging van de regiefunctie voor complexe
wondzorg per 2015. Aanleiding hiervoor is de beleidsregel innovatie op grond waarvan een tweetal
zorgaanbieders van complexe wondzorg geëxperimenteerd hebben met vernieuwende vormen van
zorgverlening en organisatie in de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Fundusfotografie
De zorgactiviteit voor fundusfotografie is gesplitst in twee zorgactiviteiten om onderscheid te maken
tussen fundusfotografie in het kader van screening op diabetische retinopathie en fundusfotografie in
het kader van een ‘netvliescheck’ of vergelijkbare screening aan mensen zonder klachten of
© DBC-Onderhoud
17 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
symptomen van oogpathologie. Alleen fundusfotografie in het kader van diabetische retinopathie kan
los gedeclareerd worden.
Zorgactiviteit 039820 Fundusfotografie is beëindigd. De nieuwe zorgactiviteiten zijn:
 039917 Fundusfotografie in het kader van screening op diabetische retinopathie (overige
aandoeningen van het netvlies, zie 039918).
 039918 Fundusfotografie in het kader van aandoeningen van het netvlies, exclusief diabetische
retinopathie (zie 039917).
Zorgactiviteit 0399017 is een OZP Eerstelijns diagnostiek met tarieftype 11. Zorgactiviteit 039918 kan
geregistreerd worden in de context van een medisch specialistisch subtraject.
Beëindigen overige zorgproducten IC medebehandeling en IC bespreking
De overige zorgproducten 039672 “IC medebehandeling (voor niet-IC medebehandeling zie 190017)”
en 039673 “IC bespreking (per patiënt 1 maal te registreren)” zijn bij het beëindigen van de “Tarieflijst
instellingen 2012” (beleidsregel BR/CU-2073) overgeheveld naar de OZP-lijst. De reden hiervoor is
dat de laatste groep gebruikers van de Tarieflijst Instellingen, de long-revalidatie klinieken, toen nog
geen gebruik maakte van DBC-zorgproducten. Nu kunnen de long-revalidatie instellingen dat wel en
dat maakt deze OZP’s 039672 en 039673 overbodig. Om deze reden worden deze twee OZP’s per 1
januari 2015 beëindigd. Beide prestaties blijven wel als zorgactiviteit bestaan.
2.2.6
Nieuwe zorgactiviteit voor Choriongonadotrofine (1403003)
ZA, TT
Van het fertiliteitshormoon Choriongonadotrofine is een verpakking van 5000 E op de markt gekomen.
Met behulp van zorgactiviteit 193821 (gebruikte eenheid van 1500 E) was het echter niet mogelijk om
de nieuwe verpakking van 5000 E te registreren. In overleg met de NZa is besloten de zorgactiviteit te
beëindigen en een nieuwe zorgactiviteit aan te maken waarmee meerdere (alle) verpakkingen
geregistreerd kunnen worden. De nieuwe zorgactiviteit is 193826 Choriongonadotrofine,
toedieningsvorm injectiepoeder, per gebruikte eenheid van 250 E.
2.2.7
Omschrijvingen zorgactiviteitentabel en tarieventabel gelijk (1403006)
TT
De omschrijving van een aantal los declarabele prestaties in de tarieventabel is gesynchroniseerd met
de overeenkomstige omschrijving van de zorgactiviteiten binnen de zorgactiviteitentabel. Er bleken
dertien prestaties te zijn waarbij de omschrijving geactualiseerd moest worden. Dit is aangepast zodat
deze omschrijvingen in de tarieventabel en zorgactiviteitentabel weer gelijk lopen.
2.3
Registratieregels
Deze paragraaf beschrijft wijzigingen in de registratieregels inclusief de algemene toelichting op de
registratieregels, het registratieaddendum, de diagnose- en zorgvraagtypering, die voortkomen uit
individuele wijzigingsverzoeken. Wijzigingen in de registratieregels en bijbehorende documenten die
voortkomen uit het project Verkorting Doorlooptijd zijn beschreven in paragraaf 2.1.1. De Diagnose
Combinatie Tabel is geactualiseerd aan de hand van wijzigingen in de elektronische typeringslijst.
© DBC-Onderhoud
18 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.3.1
Parallelliteit bij audiologie (1310035)
Specialisme: 1900 Audiologie
In de Diagnose- en Zorgvraagtypering Toelichting stond aangegeven dat parallelliteit bij audiologie
voorkomt en mogelijk moet zijn. Door het ontbreken van verrichtingen met ZPK1, ZPK2 ,ZPK3 of
operatieve verrichtingen is het echter niet mogelijk voor audiologie om aan de parallelliteiteisen te
voldoen, aldus de Registratieregels en de nadere regel Medisch specialistische zorg.
Parallelliteit wordt bij audiologie in principe niet als wenselijk gezien omdat er overlap tussen de
verschillende zorgvragen kan bestaan. Dit geldt echter niet voor vestibulaire problemen en hiervoor
wordt parallelliteit toegestaan. De tekst in de Diagnose- en Zorgvraagtypering Toelichting is
verhelderd.
Voor de diagnosecodes 11 Horen met 12 Taal is geen parallelliteit toegestaan, omdat deze
zorgvragen niet per definitie los van elkaar gezien kunnen worden en er een zekere overlap kan
bestaan. Alleen voor de zorgvraag ‘vestibulair’ is parallelliteit toegestaan. Deze zorgvraag heeft geen
relatie (overlap) met de andere diagnosen. Vestibulair valt momenteel onder de diagnose 13 Overig.
Om deze zorgvraag te kunnen onderscheiden wordt beoogd om met ingang van 1 januari 2016 een
specifieke diagnosecode voor ‘vestibulair’ te introduceren.
Zodra de nieuwe diagnosecode voor ‘vestibulair’ aan de typeringslijst is toegevoegd zal de
Diagnosecombinatie Tabel worden ingericht op de parallelliteitsregel bij audiologie. Tot die tijd geldt
de regel dat diagnose 13 Overig alleen parallel geregistreerd mag worden voor de zorgvraag
‘vestibulair’ en niet voor andere diagnosen die onder 13 getypeerd worden.
2.3.2
Aanpassingen in registratieaddendum (1402036)
RA
Specialismen: 0320 Cardiologie; 0307 Gynaecologie;0313 Inwendige geneeskunde; 8418 Geriatrische revalidatiezorg
Vanuit het veld komen er regelmatig verzoeken om verduidelijkingen aan te brengen in het
registratieaddendum. In deze release zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
 Cardiologie (1.0320.2)
Onderaan de pseudocode is de opmerking: "vanaf dit punt gelden de overige cardiologieregels"
verwijderd. Alle cardiologieregels zijn beschreven in de pseudocode, de verwijzing naar de
overige regels is daarom niet van toepassing.
 Stamceltransplantatie (2.0000.1)
In blok 4 van de pseudocode is de toevoeging "met een latere uitvoerdatum” verwijderd. Voor
deze regel geldt dat het subtraject geen zorgactiviteit uit groep 1 en 2 mag bevatten, ongeacht of
deze op de openingsdatum van het subtraject is geregistreerd of een latere uitvoerdatum heeft.
 Gynaecologie F21 (2.0307.1)
Bij de functionele beschrijving van de uitzondering is bij "7. Overig, gonadotrofine, Groep 8" de
cursief gedrukte tekst in overeenstemming met de daar bovenstaande tekst gebracht. In de
cursieve tekst stond ten onrechte “IUI/KI(D)”, dit moest “een cryocyclus” zijn.
 Geriatrische revalidatiezorg (1.8418.1)
De referentiegroep voor de geriatrische revalidatiezorg (grz), zoals opgenomen in het
registratieaddendum bij afsluitregel 1.8418.1, bevatte enkele zorgactiviteiten die overbodig zijn of
niet relevant zijn voor de specificatie van de 42-dagen afsluitregel. Dit betreft:
○ de zorgactiviteit 194814 Triage. Registratie hiervan mag alleen bij de inzet van de specialist
ouderengeneeskunde binnen het ziekenhuistraject en is hierdoor niet relevant voor de
afsluiting van het grz-subtraject.
© DBC-Onderhoud
19 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
○
○
2.3.3
de zorgactiviteit 194809 Afwezigheidsdag. Registratie hiervan mag alleen binnen het grzsubtraject indien de patiënt hierna weer terugkeert naar de instelling. Doordat de 42dagenregel is bedoeld om een subtraject bij beëindiging van de behandeling eerder te kunnen
afsluiten is opname van deze zorgactiviteit binnen de referentiegroep overbodig.
De zorgactiviteiten 194801 Huisbezoek en 194805 Ambulante behandeldag dienen altijd in
combinatie met de bestede tijd van de behandelaar vastgelegd te worden waardoor het
benoemen van deze zorgactiviteiten binnen de referentiegroep geen toegevoegde waarde
heeft.
Aanpassingen op verzoek van NZa
RR, RA
Tijdens de beoordeling van het pakker RZ15a is er nog een aantal aanpassingen in de Beleidsregels
en Nadere Regels van de NZa doorgevoerd. Dit was een uitkomst van een traject met partijen om de
regels te verduidelijken. Om onduidelijkheden en vragen te voorkomen heeft DBC-Onderhoud daarom
de volgende wijzigingen doorgevoerd in de documenten.
 ‘diagnosestelling en behandeling’ is aangepast in ‘diagnosestelling en/of behandeling’
De voorwaarde dat er bij het openen van een (parallel) zorgtraject sprake moet zijn van
diagnosestelling en behandeling is aangepast in diagnosestelling en/of behandeling, conform de
wijziging in de NZa nadere regel.
 Overig zorgproduct dat binnen één week leidt tot opening van een zorg- en subtraject
De regel dat een overig zorgproduct dat binnen één week na het moment van uitvoering leidt tot
opening van een zorg- en subtraject niet apart gedeclareerd kan worden, is vervallen, conform de
wijziging in de NZa nadere regel.
 Verduidelijking van het verdelen van verpleegdagen beschreven bij de “let op” opmerking bij
parallelliteit
Verduidelijkt dat het verdelen van verpleegdagen bij parallelliteit het gaat om parallelliteit binnen één
specialisme. Bij overdracht naar een ander specialismen kunnen de verpleegdagen wel gekoppeld
worden aan het subtraject van het overnemend specialisme.
2.4
Diagnosetyperingen
Deze paragraaf beschrijft wijzigingen in diagnosetyperingen. Wijzigingen waarbij zowel de
diagnosetyperingen als de afleiding naar DBC-zorgproducten is aangepast, vindt u in paragraaf 2.6.
2.4.1
Tekstuele correctie diagnosetypering 0313.704 (1311027)
ETL
Specialisme: 0313 Inwendige geneeskunde
De diagnosetypering 0313.704 van inwendige geneeskunde was verkeerd gespeld. Thallasemie moet
zijn Thalassemie (1 L, 2 S). De omschrijving is gewijzigd en luidt nu 0313.704 Thalassemie.
2.4.2
Tekstuele aanpassingen in (elektronische) typeringslijst (1402037)
ETL
Specialismen: 0303 Heelkunde, 0307 Gynaecologie; 0324 Reumatologie; 0330 Neurologie
© DBC-Onderhoud
20 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Er stond een aantal schrijffouten in de elektronische typeringslijst (ETL). Van drie diagnosen is de
schrijfwijze aangepast.
Gewijzigde omschrijving diagnosecodes in ETL
Diagnosecode
Oude omschrijving
Nieuwe omschrijving
Brandwonden in gespecialiseerd
Brandwonden in gespecialiseerd
brandwondencentrum met > 90 %
brandwondencentrum met >= 90 %
0307.B18
Beg partus meerl zwschap >>= 3
Beg partus meerl zwschap >= 3
0324.399
Overige vaculitis/systeemziekten
Overige vasculitis/systeemziekten
0303.710
In release RZ14b zijn tekstuele wijzigingen doorgevoerd in de ETL maar niet in de typeringslijsten per
specialisme. Dit is alsnog aangepast in deze release (RZ15a).
Gewijzigde omschrijving diagnosecodes in typeringslijst per specialisme
Diagnosecode
Oude omschrijving
Nieuwe omschrijving
0307.K14
Overige complicaties na partus uit 2e lijn met
Overige complicaties na partus uit tweede lijn met
nazorg en nacontrole
nazorg en nacontrole
Overige complicaties na partus uit 3e lijn met
Overige complicaties na partus uit derde lijn met
nazorg en nacontrole
nazorg en nacontrole
Multitrauma SHE
Multitrauma SEH
0307.K15
0330.1412
2.5
Aanspraak en WBMV
In deze paragraaf vindt u de beschrijving van wijzigingen die betrekking hebben op de labeling van
zorg waarvoor aanspraakbeperkingen gelden of van zorg die onder de WBMV-vergunningsregeling
valt. Daarnaast vermelden wij hier ook wijzigingen in de limitatieve lijst machtigingen (LLM).
2.5.1
Preventieve optometrische screening krijgt rode aanspraakcode (1401039)
ZA
Specialisme: 0301 Oogheelkunde
Zorgactiviteit 192854 Preventieve optometrische screening valt niet onder de te verzekeren prestaties
en krijgt op verzoek van Zorginstituut Nederland de rode aanspraakcode 1602 Zorgactiviteiten niet
conform stand van de wetenschap en praktijk toegewezen.
2.5.2
Wijziging WBMV-labels radiotherapie (1403039)
ZA, ZP, WBMV
Zorgproductgroep 990061
Specialisme: 0361 Radiotherapie
Op verzoek van het ministerie van VWS zijn de WBMV-labels voor radiotherapie aangepast. In het
kader van de nieuwe Regeling protonentherapie is een nieuwe WBMV-code geïntroduceerd voor deze
vorm van radiotherapie (2961). De bestaande, algemene WBMV-code voor Radiotherapie (2960)
komt hiermee te vervallen.
© DBC-Onderhoud
21 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Daarnaast is voor de overige vormen van radiotherapie, brachytherapie, teletherapie met fotonen of
electronen, ook een eigen WBMV-code gemaakt (2962). Dit deel van de radiotherapeutische zorg
staat al enige tijd op de rol om uit te stromen uit de WBMV-vergunningsregeling. In overleg met VWS
is eind 2011, met de kennis van toen, besloten om de WBMV-labeling hiervoor uit de DBCsystematiek te verwijderen. Het proces rondom de uitstroom is echter vertraagd en er is nog geen
zicht op een formele ingangsdatum voor de uitstroom. Aangezien de vergunningsregeling tot die tijd
van kracht blijft, is ervoor gekozen om de WBMV-labeling te herstellen in RZ15a, per 1 januari 2015.
Gewijzigde WBMV-codes
WBMV-code
Omschrijving
Status
2960
Zorgactiviteiten radiotherapie art.2
beëindigd
2961
Zorgactiviteiten radiotherapie: protonentherapie art.2
toegevoegd
2962
Zorgactiviteiten radiotherapie: brachytherapie, teletherapie met fotonen of
electronen art.2
toegevoegd
Van twee zorgactiviteiten is het WBMV-label 2960 vervangen door de nieuwe WBMV-code 2961:
 090787 Protonentherapie – breath controlled bestraling.
 090788 Protonentherapie – adaptieve bestraling.
Aan elf zorgactiviteiten is de WBMV-code 2962 toegekend:
 090791 Een bestralingsfractie.
 090792 Langdurige bestralingsfractie: totale lichaam of huid.
 090793 Standaard image-based positioneringscorrectie.
 090795 Intensieve image-based positioneringscorrectie.
 090796 Stereotactische bestraling.
 090797 Intensieve bestraling.
 090815 Brachytherapie – geen individuele dosisberekening.
 090816 Brachytherapie – individuele dosisberekening.
 090817 Brachytherapie – 3D beeldvorming, contouring, planning.
 090818 Brachytherapie – stereotactische applicatie.
 090819 Brachytherapie – permanente implantatie.
Radiotherapie is ondergebracht in zorgproductgroep 990061 Radiotherapie. Voor protonentherapie
zijn er op dit moment nog geen declarabele zorgproducten beschikbaar, omdat deze zorg nu nog niet
in Nederland wordt geleverd. De zorgproducten voor brachytherapie en voor teletherapie met fotonen
of electronen krijgen allemaal WBMV-code 2962 toegekend. Dit betreft de volgende zorgproducten:
 990061006 B5 – Brachytherapie – Permanente implantatie
 990061008 A7 – Stereotactische RT zonder dure beeldvorming
 990061009 A8 – Stereotactische RT met dure beeldvorming
 990061010 B4 – Brachytherapie – Stereotactische applicatie
 990061013 B3 - Brachytherapie – 3D beeldvorming / contouring / planning
 990061017 B2 – Brachytherapie individuele dosisberekening
© DBC-Onderhoud
22 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717







990061025 B1 – Brachytherapie geen individuele dosisberekening
990061065 A4 – 3-D radiotherapie
990061066 A2 – RT standaard
990061067 A1 – RT standaard kort
990061068 A3 – RT totale lichaam / huid
990061069 A6 – Intensieve RT
990061070 A5 – IMRT met dure beeldvorming
2.5.3
Verstrekking TIL en DC krijgen oranje aanspraakcode (201703)
ZA
Zorgproductgroep: 029499
Zorgactiviteiten 039149 Verstrekking tumor infiltrerende lymphocytentherapie (TIL) per infuus of per
injectie bij gemetastaseerde tumoren en 039173 Verstrekking dendritische cellen (DC)
immunotherapie per infuus of per injectie bij gemetastaseerde tumoren hadden voorheen
aanspraakcode 1602 Zorgactiviteiten niet conform stand van de wetenschap en praktijk, krijgen beide
de oranje aanspraakcode 2601 Zorgactiviteiten Diverse Beperkingen toegewezen.
Deze oranje aanspraakcodes zijn gebaseerd op het advies van Zorginstituut Nederland aan de
minister van VWS om deze zorg voorwaardelijk toe te laten tot het basispakket van de
Zorgverzekeringswet (Zvw). De minister heeft hier nog geen besluit over genomen. Het besluit van de
minister is leidend voor de aanspraak op vergoeding vanuit het basispakket. Voor meer informatie
over de voorwaarden voor vergoeding (en voor het correct invullen van de gegevens over de
medische indicatie vereisten), zie de website van Zorginstituut Nederland.
2.5.4
Wijziging in LLM voor tepel(hof) reconstructies (201733)
LLM
In de Limitatieve Lijst Machtigingen (LLM) ontbrak nog een combinatie voor tepel(hof)reconstructies,
namelijk voor reconstructie met behulp van dermatografie. Diagnose 0304.226 heeft als uitgebreide
omschrijving Tepel(hof) reconstr. chirurgisch of tatouage/dermatografie per behandeling enkel of
dubbelz. In de vorige versie stond deze diagnose alleen opgenomen in combinatie met zorgactiviteit
033972 Chirurgische tepel(hof) reconstructie. Deze diagnose kan ook worden geregistreerd in
combinatie met zorgactiviteit 039080 Dermatografie (tatouage bij bijvoorbeeld tepelhofreconstructie,
littekencorrectie, kleurafwijkingen huid. Zodoende is deze laatste combinatie, diagnose 0304.226 met
zorgactiviteit 039080, toegevoegd aan de LLM.
2.6
Productstructuur en afleiding van DBC-zorgproducten
Deze paragraaf beschrijft wijzigingen die impact hebben op de productstructuur en/of de afleiding van
DBC-zorgproducten, zoals het aanmaken of verwijderen van zorgproducten in één van de
zorgproductgroepen of het aanpassen van de uitvraag in een knooppunt.
© DBC-Onderhoud
23 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.6.1
Verbeterde herkenbaarheid voor cardiovasculair risicomanagement en
cardiogenetica (1980)
ETL, DCT, RDZT, ZP, TT
Zorgproductgroep 219899
Specialisme: 0320 Cardiologie
Het cardiovasculair risicomanagement (CVRM) is een bestaand onderdeel van de zorg door de
cardioloog. Dit type zorg was niet goed herkenbaar in de DBC-systematiek. Ditzelfde geldt voor
cardiogenetica, waarbij de cardioloog op basis van genetische risico’s patiënten screent, behandelt en
begeleidt. Aan een dergelijke traject zit ook een stuk werk voor de klinisch geneticus, dit is echter een
apart traject.
Om CVRM en cardiogenetica een betere plaats te geven in de DBC-systematiek, zijn de volgende
wijzigingen doorgevoerd in diagnosetyperingen:
 Introductie van twee nieuwe diagnosecodes binnen cardiologie:
○ 0320.905 Chronische zorg patiënten met meerdere cardiovasculaire risicofactoren
○ 0320.906 Screening cardiovasculair genetisch risico
 Beëindiging diagnosecode 0320.901 Vetstofwisselingsstoornissen (hypercholesterolemie)
Dit betekent voor de afleiding naar zorgproducten het volgende:
 Diagnose 0320.906 zal in zorgproductgroep 219899 Overige contacten gezondheidszorg –
specifiek screeningsonderzoek afleiden naar bestaande zorgproducten voor screening
cardiovasculair risico:;
 De diagnose 0320.905 zal in zorgproductgroep 099699 Hart en vaatstelsel - Ziekten van arteriën,
arteriolen en capillairen (incl. precerebrale arteriën) (wd) afleiden naar bestaande, zorgproducten
voor CVRM.
 Bovendien is in zorgproductgroep 099699 nu een declarabel klinisch zorgproduct opgenomen, te
weten zorgproduct 099699102 Ov aandoeningen arterien | Inwendige geneeskunde / Cardiologie |
Cardiovasculair risicomanagement | Klin
2.6.2
Afleiding selectie/search van stamcellen aangepast (2201)
Zorgproductgroep 979003
Specialisme: 0313 Inwendige geneeskunde
Binnen zorgproductgroep 979003 Stamceltransplantatie (autoloog en allogeen) (incl. WBMV) werd bij
de search-/afname- dan wel aankoopfase eerst het soort donor (verwant, onverwant of
navelstrengdonor) uitgevraagd waardoor het mogelijk was dat indien de search bij een onverwante
donor gevolgd werd door search navelstreng toch zou afleiden naar zorgproduct 979003026 Search
en aankoop | Niet verwante donor.
Het probleem hierbij was dat door de registratie van zorgactiviteit 039238 Selectie stamcellen allogeen
onverwante donor bij stamceltransplantatie werd afgeleid naar het zorgproduct voor de search (zonder
aankoop) van stamcellen van een niet verwante donor (979003027) in plaats van een product voor de
search & aankoop van stamcellen bij een navelstrengdonor (979003029).
In zorgproductgroep 979003 is daarom de afleiding zo aangepast dat nu eerst wordt uitgevraagd op
fase (te weten uitvraging aankoop/afname en daarna uitvraging search) en dat pas daarna de
differentiatie naar soort donor plaats vindt.
© DBC-Onderhoud
24 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.6.3
Zorgproducten vaatinterventies toegankelijk voor cardiologie (1305006)
RDZT
Zorgproductgroep 979003
Specialisme 0320 Cardiologie
Met de invoering van DBC-zorgproducten per 1 januari 2012 was het voor cardiologie niet meer
mogelijk om transluminale perifere arteriele vaatinterventies te registreren en te declareren. Daarom is
een aanpassing gedaan in zorgproductgroep 099699 Hart en vaatstelsel - ziekten van arteriën,
arteriolen en capillairen, zodat ook cardiologen toegang hebben tot de betreffende
(interventie)zorgproducten en dergelijke interventies niet langer tot uitval of een niet passend
zorgproduct leiden.
Dit is bereikt door in zorgproductgroep 099699 het knooppunt ‘interventies’ uit te vragen vóór de
aftakking voor de cardiologische diagnose arteriele vaatafwijkingen (diagnosecode 0320.601). Deze
laatste blijft als zodanig naar conservatieve en/of diagnostische producten voor cardiologie leiden.
2.6.4
Minder diagnosetyperingen die afleiden naar zorgproductgroep 990356
(1305039)
RDZT
Zorgproductgroep 990356
Specialismen: 0303 Heelkunde; 0305 Orthopedie; 0306 Urologie
In de productstructuur RZ14a heeft de NFU geconstateerd dat de selectie van diagnosen die naar
zorgproductgroep 990356 Kinderchirurgie leidde, wellicht herziening behoefde. De selectie was:
 te ruim (diagnosen voldeden niet (voldoende) aan het criterium “zorg in het kader van congenitale
aandoeningen en/of zorg die wezenlijk anders is voor kinderen dan voor volwassenen)
 niet consistent tussen de specialismen
Met medisch specialisten is de lijst van diagnosen die naar deze zorgproductgroep leidt, herzien en
nauwer gemaakt. De aansluiting bij bovengenoemde criteria is hierdoor beter. De wijzigingen zijn:
 Er zijn zeven diagnosetyperingen voor Heelkunde toegevoegd;
 Er is één diagnosetypering voor Heelkunde verwijderd;
 Van Orthopedie zijn 108 diagnosetyperingen verwijderd;
 Van Urologie zijn 18 diagnosetyperingen verwijderd.
2.6.5
Zorgproducten 219899034 en 219899035 beëindigd (1306019)
ZP, TT
Zorgproductgroep 219899
Specialismen: 0313 Heelkunde; 0320 Cardiologie
Zorgproductgroep 219899 Overige contacten gezondheidszorg -specifiek screeningsonderzoek
bevatte twee zorgproducten die niet of nauwelijks werden geregistreerd, namelijk: zorgproduct
219899034 Screening cardiovasculaire risicofactoren/klin middel/overig screening en zorgproduct
219899035 Screening cardiovasculaire risicofactoren/klin (zeer) lang/overig screening.
Deze zorgproducten zijn beëindigd. Als gevolg van deze wijziging is de naam van zorgproduct
219899033 veranderd in Klinische opname.
2.6.6
Nieuwe zorgprestaties voor behandeling van refractieafwijkingen en
hoornvliesaandoeningen (1307004)
ZA, ZP, LLM, TT, RA
© DBC-Onderhoud
25 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Zorgproductgroepen 070401; 079599; 079899
Specialisme 0301 Oogheelkunde
Er ontbraken nog registratie- en declaratiemogelijkheden in de DBC-systematiek voor behandelingen
van refractieafwijkingen en hoornvliesaandoeningen. Het gaat om ooglaserbehandelingen (met
excimer laser), het inbrengen van kunststoflenzen en het plaatsen van intrastromale corneale
ringsegmenten. Hier zijn nu prestaties voor beschikbaar gesteld, in afstemming met de
wetenschappelijke vereniging voor oogheelkunde. Zorgactiviteit 031280 Inbrengen van kunststoflens
is beëindigd en er zijn tien nieuwe zorgactiviteiten geïntroduceerd.
Nieuwe zorgactiviteiten voor behandeling refractieafwijkingen en hoornvliesaandoeningen
Zorgactiviteit
Omschrijving
031048
Phototherapeutische keratectomie (PTK).
031049
Photorefractieve keratectomie (PRK).
031050
Laser assisted in situ keratomileusis (LASIK).
031051
Plaatsen intrastromale corneale ringsegmenten (ICR).
031052
Laser assisted epithelial keratomileusis (LASEK).
031053
Epitheliaal laser assisted in situ keratomileusis (epi-LASIK).
031276
Implanteren van extra kunststoflens bij faak oog.
031277
Implanteren van extra kunststoflens bij pseudofaak oog.
031278
Implanteren van kunststoflens bij afaak oog.
031279
Refractieve lensverwisseling.
De nieuwe zorgactiviteiten hebben een rol in de productafleiding binnen drie zorgproductgroepen:
 070401 Oog en adnexen - Aandoeningen lens
 079599 Oog en adnexen - Visuele stoornissen/ blindheid/ stoornissen in refractie/accommodatie
 079899 Oog en adnexen - Aandoeningen van conjunctiva/sclera/cornea/iris/corpus ciliare/oogbol
(incl. letsel)
In zorgproductgroep 070401 is de beëindigde zorgactiviteit 031280 Inbrengen van kunststoflens in
cluster ‘Lensoperatie overig’ vervangen door de nieuwe zorgactiviteit 031278 Implanteren van
kunststoflens bij afaak oog.
In zorgproductgroep 079599 is een operatieve tak geïntroduceerd, met daarin een nieuw zorgproduct
voor refractiechirurgie (zorgproduct 079599015). Het nieuwe zorgproduct wordt afgeleid op basis van
één van onderstaande zorgactiviteiten:
 031276 Implanteren van extra kunststoflens bij faak oog.
 031277 Implanteren van extra kunststoflens bij pseudofaak oog.
 031279 Refractieve lensverwisseling.
 031049 Photorefractieve keratectomie (PRK).
 031050 Laser assisted in situ keratomileusis (LASIK).
 031052 Laser assisted epithelial keratomileusis (LASEK).
 031053 Epitheliaal laser assisted in situ keratomileusis (epi-LASIK).
© DBC-Onderhoud
26 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
In zorgproductgroep 079899 is een nieuw zorgproduct geïntroduceerd 079899021 Oper cornea
(zwaar), voor behandelingen van hoornvliesbeschadigingen en keratoconus. Het zorgproduct wordt
afgeleid op basis van één van onderstaande zorgactiviteiten:
 031048 Phototherapeutische keratectomie (PTK).
 031051 Plaatsen intrastromale corneale ringsegmenten (ICR).
 031046 Corneale collageen collageen cross-linking (CXL). (deze zorgactiviteit is ook aan dit
cluster toegevoegd n.a.v. wijzigingsverzoek 1309003)
De beëindigde zorgactiviteit 031280 was opgenomen in het cluster ‘Ingreep voorsegment’ in deze
zorgproductgroep. Deze ingreep hoort hier echter niet thuis, want dit wordt enkel gedaan in de context
van refractieafwijkingen. Om die reden is zorgactiviteit 031280 hier niet vervangen.
Voor de refractiechirurgische ingrepen (031276, 031277, 031279, 031049, 031050, 031052, 031053)
en voor CXL (031046) gelden speciale voorwaarden voor vergoeding. Zorginstituut Nederland heeft
aan deze zorgactiviteiten een oranje aanspraakcode toegekend. Zie de website van Zorginstituut
Nederland voor meer informatie over deze voorwaarden (www.zorginstituutnederland.nl).
Voor de refractiechirurgische ingrepen dient vooraf een machtiging aangevraagd te worden via het
landelijke machtigingenportaal. In overleg met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) zijn hiervoor zeven
nieuwe regels opgenomen in de Limitatieve Lijst Machtigingen. De volgende zorgactiviteiten zijn hierin
opgenomen, in combinatie met diagnose 301.155 Refractie-anomalie: 031276, 031277, 031279,
031049, 031050, 031052 en 031053.
2.6.7
Declarabele prestatie ooglidbiopt bij verdenking maligniteit (1310047)
Zorgproductgroep 079999
Specialisme 0301 Oogheelkunde
Bij verdenking op huidkanker of talgklierkanker bij de oogleden kan een biopt worden afgenomen voor
nader onderzoek. Als uit het onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een maligniteit zijn verdere
ingrepen niet nodig. Voor een dergelijk behandeltraject ontbrak een registratie- en
declaratiemogelijkheid. Hier is een declarabele prestatie voor gemaakt door zorgactiviteit 039431
Biopsie met incisie extra oculaire structuur op te nemen in het cluster ‘Restgroep ingreep licht’ in
zorgproductgroep 079999 Oog en adnexen - Aandoeningen van ooglid, traanapparaat en orbita (incl.
congenitaal, incl. orbitatumor).
2.6.8
Verbeterde productstructuur enkel- en meervoudige hartrevalidatie (1310051)
ZA, ZP, TT
Zorgproductgroep 219799
Specialisme 0320 Cardiologie
De producten en afleiding voor enkel- en meervoudige hartrevalidatie waren onvoldoende specifiek.
Relatief complexe zorg kende een laag tarief voor centra die dit aanbieden en kon met minimale
inspanning al worden gedeclareerd.
Er is een verdergaande differentiatie op de productstructuur voor enkel- en meervoudige
hartrevalidatie doorgevoerd in zorgproductgroep 219799 Overige contacten gezondheidszorg contact i.v.m. specifieke verrichtingen/andere zorg, door middel van negen nieuwe zorgproducten ter
vervanging van vier verwijderde zorgproducten in deze zorgproductgroep. Daarbij is ook afleiding op
© DBC-Onderhoud
27 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
basis van aantal sessies geïntroduceerd, om ondergrens en afbakening door het systeem te
faciliteren.
De negen nieuwe zorgproducten in zorgproductgroep 219799:
 219799024 Niet complexe hartrevalidatie | Integraal met spiro-ergometrie
 219799025 Niet complexe hartrevalidatie | Integraal zonder spiro-ergometrie
 219799026 Niet complexe hartrevalidatie | PEP (>= 2 sessies) met (para)medische ondersteuning
 219799027 Niet complexe hartrevalidatie | PEP (>=2 sessies) en FIT (>=6 sessies)
 219799028 Niet complexe hartrevalidatie | FIT (>=6 sessies) met (para)medische ondersteuning
 219799029 Niet complexe hartrevalidatie | PEP (>=2 sessies)
 219799030 Niet complexe hartrevalidatie | FIT (>=6 sessies)
 219799031 Niet complexe hartrevalidatie | FIT (3-5 sessies)
 219799032 Niet complexe hartrevalidatie | Intake
Twee zorgproducten in zorgproductgroep 219799 zijn gehandhaafd:
 219799011 Niet complexe hartrevalidatie | Licht ambulant
 219799002 Niet complexe hartrevalidatie | Klin
De vier zorgproducten die verwijderd zijn uit zorgproductgroep 219799:
 219799006 Hartrevalidatie | Teambespreking met PEP-en FIT-module met (para)medische
ondersteuning;
 219799021 Hartrevalidatie | PEP-module en FIT-module
 219799022 Hartrevalidatie | PEP-module of FIT-module | Met (para)medische ondersteuning
 219799023 Hartrevalidatie | PEP-module of FIT-module | Zonder (para)medische ondersteuning
Om een meer specifieke afleiding mogelijk te maken, zijn twee nieuwe zorgactiviteiten geïntroduceerd:
 193140 Behandelsessie FIT – in het kader van FIT module hartrevalidatie.
 193141 Behandelsessie PEP – in het kader van PEP module hartrevalidatie.
De afleiding van de nieuwe zorgproducten vindt plaats op basis van bovenstaande nieuwe
zorgactiviteiten (telling aantal sessies) en de bestaande zorgactiviteiten.
2.6.9
Correctie afleiding zorgproducten LDL-ferese volwassenen (1311003)
Zorgproductgroep 049799
Specialisme: 0313 Inwendige geneeskunde
Voor de doorontwikkeling van Kindergeneeskunde is in zorgproductgroep 990216 Kindergeneeskunde
nefrologie een gecombineerd product voor LDL-ferese en plasmafiltratie ontwikkeld: 990216003
Nefritis/ nefrose/ nefrologie overige | Plasmafiltratie / ferese. De zorgactiviteiten 039117 LDL-ferese en
192057 Plasmafiltratie zijn bepalend voor de afleiding van dit zorgproduct. Registratie van deze twee
zorgactiviteiten leidde bij zorg aan volwassenen echter tot uitval.
De NZa hanteert als lijn dat de (chronische) verstrekking van medicatie in de profielen van
zorgproducten zichtbaar dient te zijn. Er is daarom geen nieuw zorgproduct aangemaakt. De
registratie van zorgactiviteiten 039117 LDL-ferese en 192057 Plasmafiltratie is bij de diagnosen die
landen in zorgproductgroep 049799 Endocrien, voeding en stofwisseling – Stofwisselingsstoornissen
mogelijk gemaakt.
© DBC-Onderhoud
28 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
2.6.10
Langdurige observatie zonder overnachting bij neonatologie (1311022)
Zorgproductgroep 990017
Specialisme 0316 Kindergeneeskunde
De aanvrager verzocht om een nieuw zorgproduct “Langdurige observatie zonder overnachting” in
zorgproductgroep 990017 Neonatologie.
De zorgactiviteit 190091 Langdurige observatie zonder overnachting bestaat sinds 1 januari 2014 en
vereist het volgende:
 een niet geplande vorm van verpleging, met als doel observatie van de patiënt, op een voor
verpleging ingerichte afdeling;
 elke observatie omvat ten minste een systematisch controle van de conditie van de patiënt op
bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur;
 deze controles dienen bij herhaling c.q. meerdere keren met tussenpozen plaats te vinden;
 het doel van de observatie is het bepalen van het verdere medische beleid en moet te herleiden
zijn uit het medisch dossier;
 een langdurige observatie duurt minimaal vier aaneengesloten uren.
Zorgactiviteit 190091 is typerend gemaakt voor het zorgproduct 990017018 Licht ambulant. De uitval
is hiermee opgelost en het zorgprofiel kan zich vullen, zodat op een later moment een aangepaste
prijsberekening uitgevoerd kan worden voor dit zorgproduct (het betreft zorg in het gereguleerde
segment).
2.6.11
Multitrauma en traumascreening (1311033)
ZA, ZP, DCT, ETL, TT
Zorgproductgroep 182199
Specialisme 0303 Heelkunde; 0305 Orthopedie
Het wijzigingsverzoek betreft een herziening van de registratie en declaratie van traumaopvang. Sinds
1995 wordt de Advanced Trauma Life Support (ATLS) in Nederland gebruikt - dit is de gouden
standaard bij het verzorgen van traumaopvang bij hoogenergetisch trauma (HET) en multitrauma.
Het wijzigingsverzoek behelst kortweg de introductie van twee nieuwe diagnosen waarmee centra de
geleverde zorg volgens ATLS protocol kunnen vastleggen. Deze diagnosen leiden in
zorgproductgroep 182199 tot nieuwe zorgproducten waarmee de ATLS traumaopvang gedeclareerd
kan worden.
Blijkt er na de screening sprake van letsel dan wordt de behandeling van de letsels geregistreerd en
gedeclareerd middels de individuele letsel DBC-zorgproducten (die dus parallel kunnen zijn aan de
diagnosen voor de ATLS traumaopvang).
Naast de diagnose worden aanvullende eisen gesteld om dit zorgproduct af te kunnen leiden:
 Zorgactiviteit 039676 ATLS traumaopvang - diagnosticeren en stabiliseren van verschillende
typen (organische) letsels en/of perforaties onder verantwoordelijkheid van een ATLS
gecertificeerd medisch specialist.
 Tenminste 1 HB-bepaling (zorgactiviteit 070727)
 Radiologisch onderzoek van thorax, nek en bekken (radiologische foto (of CT-scan))
© DBC-Onderhoud
29 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Wijzigingen in diagnosen
Nieuwe diagnosen
Heelkunde
303.611
ATLS traumaopvang multitrauma ISS >=16
303.610
ATLS traumaopvang hoogenergetisch trauma ISS <16
Orthopedie
305.4111
ATLS traumaopvang multitrauma ISS >=16
305.4110
ATLS traumaopvang hoogenergetisch trauma ISS <16
Beëindigde diagnosen
Heelkunde
303.294
Traumascreening n.n.o.
303.602
Multitrauma ISS >=16
Orthopedie
305.4101
Traumascreening n.n.o.
Wijzigingen in zorgproducten
Er zijn drie nieuwe zorgproducten gemaakt:
 182199051 Traumaopvang volgens ATLS protocol | Multitrauma ISS >=16
 182199052 Traumaopvang volgens ATLS protocol | Hoog energetisch trauma ISS <16 met
verpleegdag / langdurige observatie zonder overnachting
 182199053 Traumaopvang volgens ATLS protocol | Hoog energetisch trauma ISS <16
Er zijn drie zorgproducten beëindigd:
 182199015 Traumascreening | Poli met beeldvorming/ klin chemie/ hematologie
 182199017 Traumascreening | Klin | Met beeldvorming/ klin chemie/ hematologie
 199299002 Multitrauma ISS >= 16 | Zonder operatie
2.6.12
Verbeterde afleiding zorgproducten Complex Chronisch Longfalen (1311050)
ZA
Zorgproductgroep 990022
Specialisme 0322 Longgeneeskunde
Er zijn drie punten gemeld die voorheen leidden tot onterechte uitval van subtrajecten in
zorgproductgroep 990022 Complex chronisch longfalen. De gedane aanpassingen zijn in lijn met de
maximale doorlooptijd van 120 dagen (zie paragraaf 2.1.1).

Module ‘functionele training basis’ moet niet leiden tot uitval bij de behandeling van patiënten met
astma
De module functionele training basis (193212) is wel bedoeld/typerend voor COPD, maar hoeft niet tot
uitval te leiden bij de behandeling van astma. De module functionele training basis moet mogelijk
(maar niet typerend), zijn bij de behandeling van patiënten met astma. Het knooppunt
© DBC-Onderhoud
30 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
‘basisbehandeling astma’ is daardoor obsoleet geworden, in dit knooppunt werden namelijk alle basis
modulen uitgevraagd minus de module functionele training basis.
Om uitval te voorkomen wordt na knooppunt ‘alle basismodulen’ eerst het knooppunt ‘diagnosen
astma’ en vervolgens het knooppunt ‘Diagnosen COPD’ uitgevraagd. Dit voorkomt uitval en zorgt voor
een juiste afleiding.
 Registreren van ‘afgebroken behandeling’ bij een assessment leidde tot uitval
De (oude) registratieregel (1.0000.4) voor het sluiten van een assessment was ingevoerd om te
voorkomen dat een subtraject met enkel assessment 365 dagen openstond. Het ging dus enkel om
een technische knip die ervoor zorgt dat zorgaanbieders eerder kunnen declareren (dat is ook
wenselijk). Per 2015 is de maximale doorlooptijd verkort naar 120 dagen. Hierdoor is de wenselijkheid
van de originele wijziging sterk verminderd. Om die reden is de registratieregel beëindigd voor het
assessment: als er na een assessment geen behandeling plaatsvindt, dan blijft een subtraject
maximaal 120 dagen open.
 Het ontbreken van zorgactiviteit ‘assessment’ bij een vervolgtraject leidde tot uitval
Bij de opbouw van de productstructuur is aangegeven dat een assessment een vereiste is bij elke
CCL behandeling. Echter, wanneer een nieuw zorgtraject moet worden geopend (bij een doorlopende
behandeling), dan is het niet nodig/wenselijk een nieuw assessment uit te voeren. Om die reden is
een nieuwe zorgactiviteit aangemaakt voor de behandeling van patiënten die al eerder een
assessment hebben doorlopen, namelijk 193294 Vervolgbehandeling na assessment longastmacentra. Deze activiteit moet worden geregistreerd wanneer in een eerder subtraject al een
assessment is uitgevoerd.
Deze nieuwe zorgactiviteit markeert de start van het behandeltraject en mag slechts eenmalig
vastgelegd worden. Dit betekent dat mocht een traject onverhoopt toch langer duren dan 120 dagen
(al dan niet vanwege een onderbreking) is het niet de bedoeling dat hiervoor nog een extra
vervolgtraject wordt gedeclareerd. Dit subtraject zal door het ontbreken van een zorgactiviteit
assessment of vervolgbehandeling na assessment tot een uitvalproduct leiden.
2.6.13
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket: PTED (1311057)
RA, ZA, TT
Zorgproductgroep 131999
Specialisme: 0308 Neurochirurgie
Er is een aanvraag ingediend voor voorwaardelijke toelating tot het basispakket van de interventie
Percutane Transforaminale Endoscopische Discectomie (PTED). In overleg met Zorginstituut
Nederland is hier een wijziging voor doorgevoerd in de DBC-systematiek.
Open microdiscectomie geldt op dit moment in Nederland als de standaard indien bij lumbosacraal
radicular syndroom (LSRS) / lumbale discus hernia een operatie wordt verricht. Bij de nieuwe techniek
Percutane Transforaminale Endoscopische Discectomie (PTED) wordt een lumbale discushernia
verwijderd, waarbij het idee is dat daardoor de druk op de zenuwwortel de uitstralingspijn van
patiënten met een lumbosacraal radicular syndroom (LSRS) afneemt en het functioneren verbetert.
Om registratie van deze techniek mogelijk te maken, zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd.
© DBC-Onderhoud
31 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Nieuwe zorgactiviteit
Er is een nieuwe zorgactiviteit geïntroduceerd, namelijk 038438 Percutane transforaminale
endoscopische discectomie (PRED), lumbosacraal (MED, zie 038444 en discectomie lumbasacraal
via open procedure, zie 038437 of 038467).
Dit heeft consequenties voor drie bestaande zorgactiviteiten. Zorgactiviteit 038444 is tekstueel
aangepast. De nieuwe omschrijving luidt Micro-endoscopische behandeling HNP (MED) (PTED, zie
038438 en discectomie lumbosacraal via open procedure, zie 038437 of 038467).
Twee zorgactiviteiten zijn beëindigd per 31 december 2014:
 038441 Lumbosacrale discectomie lumbosacraal 1 segment.
 038447 Lumbosacrale discectomie 2 of meer segmenten.
Deze zijn vervangen door respectievelijk:
 zorgactiviteit 038437 Discectomie lumbosacraal 1 segment, open procedure (endoscopische
discectomie lumbosacraal, zie 038438 of 038444).
 zorgactiviteit 038467 Discectomie lumbosacraal 2 of meer segmenten, open procedure
(endoscopische discectomie lumbosacraal, zie 038438 of 038444).
De nieuwe zorgactiviteit 038438 heeft de aanspraakcode 2601 Zorgactiviteiten Diverse Beperkingen
toegekend gekregen. Deze oranje aanspraakcode is gebaseerd op het advies van Zorginstituut
Nederland aan de minister van VWS om deze zorg voorwaardelijk toe te laten tot het basispakket van
de Zorgverzekeringswet (Zvw). De minister heeft hier nog geen besluit over genomen. Het besluit van
de minister is leidend voor de aanspraak op vergoeding vanuit het basispakket. Voor meer informatie
over de voorwaarden voor vergoeding (en voor het correct invullen van de gegevens over de
medische indicatie vereisten), zie de website van Zorginstituut Nederland.
Deze zorgactiviteit is typerend gemaakt voor twee zorgproducten (die nu bij een open discectomie
gedeclareerd kunnen worden) in combinatie met diagnosecode 0308.2555 Lumbosacrale discotomie
meervoudig of bijzondere technieken:
 131999265 Oper wervelkolom middelzwaar wo recidief HNP | Met VPLD
 131999266 Oper wervelkolom middelzwaar wo recidief HNP | Zonder VPLD
2.6.14
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket: Autologe vettransplantatie
(1311059)
ZA, ETL, RA, RR, LLM, RDZT
Zorgproductgroep 990004
Specialisme 0304 Plastische chirurgie
Er is een aanvraag ingediend voor voorwaardelijke toelating tot het basispakket van behandelingen
met autologe vettransplantatie bij borstreconstructies na borstkanker. In overleg met Zorginstituut
Nederland is hier een wijziging voor doorgevoerd in de DBC-systematiek.
Het doel van een borstreconstructie (na borstkanker) is het verbeteren van eigen lichaamsbeleving
waardoor de kwaliteit van leven ook toeneemt. Dit gebeurt middels het reconstrueren van een
geamputeerde borst of het corrigeren van contour of volumedefecten. Autologe vettransplantatie
(AFT), ook wel lipofilling of lipomodelling genoemd, is een chirurgische techniek waarbij lichaamseigen
vetcellen worden gebruikt voor reconstructieve en esthetische doeleinden, zoals borstreconstructies
na borstkanker. Bij borstreconstructies zijn er twee indicaties voor het gebruik van AFT, namelijk bij
© DBC-Onderhoud
32 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
een volledige borstreconstructie in combinatie met het BRAVA systeem (BRAVA-AFT
borstreconstructie) en bij correcties van contour en volume defecten na eerdere borstsparende
therapie of borstreconstructie.
Om deze techniek zichtbaar te maken in de DBC-systematiek zijn vier aanpassingen doorgevoerd:
1. Van één zorgactiviteit is de omschrijving gewijzigd en twee nieuwe zorgactiviteiten zijn
geïntroduceerd voor mammareconstructie en correctie, zodat de ingreep inzichtelijk is voor de
zorgverzekeraar i.v.m. Voorwaardelijke Toelating. De wijzigingen zijn:
Wijzigingen zorgactiviteiten mammareconstructie en correctie
Nieuwe omschrijving
Plastische correctie deformiteit van mamma (excl. plastische correctie deformiteit van mamma
033971
d.m.v. Autologe Vet Transplantatie na eerdere mammareconstructie of mammasparende
operatie, zie 033974).
Nieuwe zorgactiviteiten
033973
Mammareconstructie d.m.v. BRAVA-AFT (Autologous Fat Transfer) systeem.
Plastische correctie deformiteit van mamma d.m.v. Autologe Vet Transplantatie na eerdere
033974
mammareconstructie of mammasparende operatie.
NB1: Zorgactiviteit 033973 heeft aanspraakcode 2601 Zorgactiviteiten Diverse Beperkingen toegekend gekregen. Deze oranje
aanspraakcode is gebaseerd op het advies van Zorginstituut Nederland aan de minister van VWS om deze zorg voorwaardelijk
toe te laten tot het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De minister heeft hier nog geen besluit over genomen. Het
besluit van de minister is leidend voor de aanspraak op vergoeding vanuit het basispakket. Voor meer informatie over de
voorwaarden voor vergoeding (en voor het correct invullen van de gegevens over de medische indicatie vereisten), zie de
website van Zorginstituut Nederland.
NB2: Zorgactiviteit 033974 heeft betrekking op zorg die uiteindelijk geen deel meer uitmaakt van het advies voor
voorwaardelijke toelating. Zorginstituut Nederland heeft hier de rode aanspraakcode 1602 Zorgactiviteiten niet conform stand
van de wetenschap en praktijk aan toegekend
2. Een nieuwe diagnose voor het specialisme plastische chirurgie: 0304.230
Mammareconstructie overige technieken. Onder deze diagnose dienen de interventies
vastgelegd te worden.
3. De nieuwe zorgactiviteiten zijn typerend voor de afleiding naar zorgproduct 990004056
Diagnosen lichaam | Borstreconstructie met prothese.
4. Registratieregels: voor deze interventie is de bestaande uitzondering borstreconstructies
(2.0304.1) van toepassing.
2.6.15
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket: Adjuvante HIPEC (1311060)
ZA
Zorgproductgroep 029199
Specialisme 0303 Heelkunde
© DBC-Onderhoud
33 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Er is een aanvraag ingediend voor voorwaardelijke toelating tot het basispakket van behandelingen
met adjuvante HIPEC bij colorectaal carcinoom. In overleg met Zorginstituut Nederland is hier een
wijziging voor doorgevoerd in de DBC-systematiek.
Colorectaal carcinoom (CRC) is de tweede meest voorkomende kankersoort in Nederland met een
incidentie van 12.319 in 2009. De buikholte is de tweede meest voorkomende plaats van recidief
CRC. Peritionitis carcinomatosa (PC) wordt in ongeveer 5% van de gevallen synchroon vastgesteld
tijdens de primaire resectie, en treedt metachroon (ontdekt bij follow-up controles) op bij 4-19%. PC is
geassocieerd met een slechte prognose; bij driekwart van de patiënten zijn er alleen palliatieve
behandelopties. Bij de overige patiënten zonder metastasen op afstand en met beperkte
tumoruitbreiding in de buikholte is cytoreductieve chirurgie in combinatie met hypertherme
intraperitoneale chemotherapie (CR/HIPEC) een in opzet curatieve behandeloptie.
De voorgestelde adjuvante intraperitoneale therapie ter preventie van PC is eenmalige HIPEC
behandeling met oxaliplatin onder narcose, volgend op curatieve resectie van een pT4 en/of
geperforeerd CRC, waarna standaard adjuvante systemische therapie wordt gegeven. HIPEC in
aanvulling op agressieve cytoreductieve chirurgie als gecombineerde procedure (CR/ HIPEC)
wereldwijd een erkende behandeloptie voor macroscopisch zichtbare PC van colorectale origine, en
wordt in Nederland vergoed in het basispakket. Daarmee is HIPEC dus niet een nieuwe interventie,
maar het toepassen van adjuvante HIPEC (dus zonder cytoreductie) als preventieve behandeling is
een nieuwe indicatie.
De nieuwe prestatie voor de interventie is als volgt vormgegeven. Er is een nieuwe zorgactiviteit
geïntroduceerd: 034731 Curatieve resectie colorectaal carcinoom met adjuvante hyperthermische
intraperitoneale chemotherapie (HIPEC).
Deze nieuwe zorgactiviteit heeft aanspraakcode 2601 Zorgactiviteiten Diverse Beperkingen toegekend
gekregen. Deze oranje aanspraakcode is gebaseerd op het advies van Zorginstituut Nederland aan
de minister van VWS om deze zorg voorwaardelijk toe te laten tot het basispakket van de
Zorgverzekeringswet (Zvw). De minister heeft hier nog geen besluit over genomen. Het besluit van de
minister is leidend voor de aanspraak op vergoeding vanuit het basispakket. Voor meer informatie
over de voorwaarden voor vergoeding (en voor het correct invullen van de gegevens over de
medische indicatie vereisten), zie de website van Zorginstituut Nederland.
Deze zorgactiviteit leidt in zorgproductgroep 29199 Maligne Neoplasma Spijsverteringsstelsel af naar
zorgproducten 29199032, 29199033, 29199034 of 29199035, afhankelijk van verpleegdagen en
aanwezigheid scopie).
De nieuwe zorgactiviteit moet geregistreerd worden bij de primaire diagnosen van Heelkunde:
 0303.333 maligne neoplasma colon
 0303.334 maligne neopl recto-sigmoïd
 0303.335 maligne neoplasma rectum
De diagnose 0303.347 Peritonitis carcinom (HIPEC) wordt niet geregistreerd, omdat er sprake is van
een preventieve behandeling en PC nog niet is geconstateerd. Dit maakt overigens voor de
productafleiding niet uit.
2.6.16
Aanpassing afleiding allergologisch onderzoek dermatologie (1311062)
Zorgproductgroepen 120301; 199199
Specialisme 0310 Dermatologie
© DBC-Onderhoud
34 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Bij patiënten met erytheem, dermatitis of eczeem worden allergologische onderzoeken uitgevoerd. De
wetenschappelijke vereniging voor dermatologie heeft aangegeven dat deze onderzoeken verkeerd
waren ingedeeld in de productstructuur. Het gaat om onderstaande zorgactiviteiten voor
allergietesten:
 039060 Contact-allergisch onderzoek voor diagnostiek van allergische huidaandoeningen door
middel van reeksen, serie van tenminste 10 tests.
 039061 Contact-allergisch onderzoek voor diagnostiek van allergische huidaandoeningen door
middel van reeksen, serie van tenminste 20 tests.
 039601 Onderzoek gevoeligheid allergenen dmv huidtest(s), dmv scarificaties of intracutane
injecties.
Deze testen worden ingezet bij trajecten met diagnosen van dermatologie die zijn ondergebracht in
onderstaande zorgproductgroepen:
 199199 Letsel, vergiftiging, gevolgen uitwendige oorzaken - Ov./niet gespec.gevolgen
uitw.oorzaken (incl. urticaria/erytheem)
 120301 Huid en subcutis - Dermatitis en eczeem
De wetenschappelijke vereniging vroeg om een beter passende waardering voor de trajecten met
minimaal één allergietest (voorheen: licht ambulant) en voor trajecten waarbij drie of meer
allergietesten zijn uitgevoerd (voorheen: ambulant middel). Hiervoor is een wijziging doorgevoerd.
Voor bovenstaande onderzoeken is een apart zorgactiviteitencluster (Allergietest) gemaakt. Op basis
hiervan wordt in zorgproductgroep 120301 voor de trajecten met minimaal één allergietest het
zorgproduct 120301017 Ambulant middel/ Allergietest 1-2 afgeleid en voor trajecten waarbij drie of
meer allergietesten zijn uitgevoerd zorgproduct 120301016 Ambulant zwaar / Dag 1-2/ Allergietest >2.
In zorgproductgroep 199199 worden hiervoor respectievelijk zorgproduct 199199017 Dag 1-2 / Poli >
2/ Allergietest 1-2/ Routine onderzoek > 2 en zorgproduct 199199016 Diagnostisch (zwaar) /
Therapeutisch licht/ Allergietest >2 afgeleid.
2.6.17
Tekstuele correcties in zorgproductgroep 990716 en 170901 (1402033)
Zorgproductgroepen: 990716; 170901
Specialismen: 0316 Kindergeneeskunde; 0308 Neurochirurgie
De naamgeving van het knooppunt Ambulant middel/ Dag in zorgproductgroep 990716
Kindergeneeskunde metabole ziekten bevatte de werkaantekening “nog aanpassen”, hetgeen voor
verwarring zorgde bij gebruikers van de Zorgproductenviewer. De tekst “nog aanpassen” is uit de
naam van het knooppunt Ambulant middel/ Dag in zorgproductgroep 990716 verwijderd.
Daarnaast bevatte de naamgeving van het diagnosecluster Congenitale dysplasie/luxatie in
zorgproductgroep 170901 Congenitaal/chromosomaal - Congenitale misvormingen botspierstelsel de
codering van een inmiddels beëindigde diagnosetypering (0305.1750). De beëindigde
diagnosetypering is uit de naamgeving van het diagnosecluster verwijderd.
2.6.18
Zorgactiviteit 039676 ATLS toegevoegd aan standaarduitval (1403032)
Per 1 januari 2014 is zorgactiviteit 039676 ATLS traumaopvang - diagnosticeren en stabiliseren van
verschillende typen (organische) letsels en/of perforaties onder verantwoordelijkheid van een ATLS
gecertificeerd medisch specialist geïntroduceerd (wijzigingsverzoek 1304105, release RZ14b). Deze
zorgactiviteit is alleen typerend in zorgproductgroep 182199 Symptomen/Ov contacten - Alg sympt (oa
© DBC-Onderhoud
35 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
collaps/vergr lymfkl /malaise/vermoeidh/koorts)/observ/onderz/ziekte nno. Voor de overige
zorgproductgroepen moet deze zorgactiviteit in de standaarduitval zitten, om niet mee te liften en
profielen van zorgproducten te vervuilen. Per abuis is de zorgactiviteit niet direct bij de introductie aan
het juiste standaardcluster voor standaarduitval toegevoegd. Dit is met ingang van 1 januari 2015
gecorrigeerd. Zorgactiviteit 039676 is toegevoegd aan Standaardcluster 1.1 Standaarduitval.
2.7
Tariefswijzigingen
Deze paragraaf beschrijft wijzigingen in de tarieven die voortkomen uit individuele wijzigingsverzoeken
tot een tariefsaanpassing. De verantwoording van de algehele tariefberekening voor deze release
vindt u in het document Verantwoording tariefswijzigingen RZ15a v20140717.
2.7.1
Ondersteunershonorarium zorgactiviteit 032281 Laryngoscopie voor KNO
(1306031)
TT
Specialisme: 0302 KNO
Het komt voor dat het specialisme KNO als ondersteuner voor de cardiologie een Laryngoscopie
uitvoert bij een patiënt die een hartklepoperatie moet ondergaan in een ander ziekenhuis. Er was geen
zorgactiviteit die KNO kan registreren voor deze screening om een ondersteunershonorarium te
ontvangen.
Het specialisme KNO heeft de mogelijkheid gekregen om zorgactiviteit 032281 Laryngoscopie te
normeren en dit hebben we verwerkt in het integrale tarief van dit overig zorgproduct.
2.7.2
Tarifering Nabij Patiënt Trombosediensttest (NPT)
TT
Onlangs is naar voren gekomen dat het tarief voor zorgactiviteit 190259 Nabij patiënt
trombosediensttest (NPT) (per kwartaal) aangepast moest worden. Dit tarief is in RZ14c
(ingangsdatum 1 juni 2014) verlaagd van 239,50 euro naar 22,69 euro. Deze wijziging zou van
toepassing blijven voor RZ15a. De verlaging is echter gebaseerd op kostprijsaanlevering van één
instelling, terwijl deze prestatie vooral geleverd wordt door trombosediensten.
De tariefswijziging van 1 juni komt te vervallen en het tarief van 239,50 euro is met terugwerkende
kracht geldig voor heel 2014. Voor 2015 geld een tarief van 242,25 euro.
© DBC-Onderhoud
36 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Bijlage 1: Rapportage uitvalreductie
In deze bijlage vindt u de rapportage uitvalreductie behorend bij deze release, RZ15a. Hieronder lichten we eerst het overzicht kort toe, daarna vindt u de
rapportage in tabelvorm.
Doel van het overzicht
Op verzoek van het veld, publiceert DBC-Onderhoud de Uitvalreductie wijzigingen in één overzichtelijk schema.
Het kan voorkomen dat trajecten die naar de grouper worden gestuurd uitvallen, die medisch inhoudelijk lijken te kloppen. Door middel van uitvalreductie
bieden wij hiervoor in een volgende release een oplossing. De Rapportage Uitvalreductie biedt u inzicht in de wijzigingen die in dit kader zijn doorgevoerd, in
de voorliggende release. In deze rapportage zijn de wijzigingen in het kader van uitvalreductie gebundeld, als aanvullend overzicht bij het document
Wijzigingen DBC-pakket.
Ingangsdatum
De Rapportage Uitvalreductie RZ15a is enkel van toepassing op subtrajecten gestart per 1 januari 2015.
Vormen van uitvalreductie
Er zijn twee categorieën uitvalreductie te onderscheiden:
Type 1
Type 2
Het toevoegen van een specifieke zorgactiviteit aan een bestaand knooppunt / uitvraag, zodat deze zorgactiviteit, vanzelfsprekend in
combinatie met een passende diagnose en/of overige uitgevoerde zorgactiviteiten, zal afleiden naar een passend zorgproduct.
Het verwijderen van een specifieke zorgactiviteit uit een bestaand knooppunt / uitvraag. Dit speelt met name bij de knooppunten met als
omschrijving “standaarduitval”. In enkele gevallen worden bepaalde zorgactiviteiten geregistreerd bij diagnosen en subtrajecten, die bij de
ontwikkeling van de productstructuur niet voorzien waren. Deze zorgactiviteiten leiden tot ongewenste uitval. Door het verwijderen van de
© DBC-Onderhoud
37 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
betreffende zorgactiviteit uit het knooppunt / uitvraag wordt dat subtraject afgeleid naar een passend zorgproduct, en belandt het niet meer in
een uitvalproduct.
Toelichting bij de kolommen
Deze paragraaf legt uit wat elke kolom in de Rapportage Uitvalreductie betekent. Voor optimale interpretatie adviseren wij de zorgproductenviewer te
raadplegen. De zorgproductenviewer geeft een visuele weergave van de situatie na de aanpassingen zoals omschreven in de Rapportage Uitvalreductie en is
te raadplegen via de website van DBC-Onderhoud.
Kolom
Betekenis
Kolom A: zorgproductgroep
De code van de zorgproductgroep waarop de aanpassing betrekking heeft.
Kolom B: diagnosegroep
Een indicatie van het diagnosecluster waarop de aanpassing betrekking heeft. Indien hier “alle” staat, betreft het uitval van het Type 2 zoals
beschreven in paragraaf 1.2.
Kolom C: knooppunt
Naam (omschrijving) van het gewijzigde knooppunt.
Kolom D: wijziging
Geeft aan of er een zorgactiviteit is toegevoegd of verwijderd uit het betreffende knooppunt.
Kolom E: zorgactiviteit
Code van de zorgactiviteit die toegevoegd / verwijderd is.
Kolom F: omschrijving
Omschrijving van de betreffende zorgactiviteit.
Kolom G: effect
Duiding van het effect van de wijziging, zie ook de toelichting met betrekking tot Uitvalreductie Type 1 / Type 2.
Kolom H: wijzigingsverzoeknr
Duiding van het wijzigingsverzoek (issue) dat ten grondslag ligt aan de betreffende wijziging.
© DBC-Onderhoud
38 │ 39
Wijzigingen DBC-release RZ15a │ v20140717
Rapportage Uitvalreductie
A: ZPG
049799
B: diagnosegroep
Uitval standaard
C: knooppunt
--
D: wijziging
verwijderd
E: zorgactiviteit
039117
F: omschrijving
LDL (low-densitilipoproteine) aferese.
G: effect
H: wijzigingsverzoeknr
Van uitval (049799001)
maar bij (rest van) profiel
1311003
passend zorgproduct.
Van uitval (049799001)
049799
Uitval standaard
--
verwijderd
192057
Plasmafiltratie.
maar bij (rest van) profiel
1311003
passend zorgproduct.
079999
Alle
Restgroep ingreep licht
toegevoegd
039431
990017
Alle
Neonatologie ambulant.
toegevoegd
190091
990022
Alle basismodulen
verwijderd
Knooppunt
© DBC-Onderhoud
Basisbehandeling
astma
Biopsie met incisie extra-
Van uitval (079999022) naar
oculaire structuur.
zorgproduct 079999023
Langdurige observatie
Van uitval (990017017) naar
zonder overnachting.
zorgproduct 990017018
1310047
1311022
Van uitval (990022063) naar
Basisbehandeling astma
bij profiel passend
1311050
zorgproduct
39 │ 39