HUMANE WETENSCHAPPEN In de mededelingen van januari 2014 kon u lezen dat Luk Van Canneyt en Hendrik Despiegelaere, wegens een verschuiving van taken, niet langer begeleiders meer zijn voor Humane wetenschappen. We wensen hen het allerbeste toe bij hun nieuwe opdracht en danken hen voor de vlotte overdracht van taken. Hieronder volgt een korte voorstelling van de nieuwe begeleiders HW. Uiteraard kunt u voortaan bij ons terecht voor vragen en opmerkingen rond HW. We maken er werk van om dit schooljaar in alle scholen een vakoverleg CW/GW bij te wonen. We willen hiermee enerzijds kennismaken met de collega’s HW, anderzijds willen we peilen naar de noden en behoeften van de leraren. We pogen onze begeleidingsinitiatieven zo veel mogelijk hierop af te stemmen. In deze bijdrage hebben we het verder over ‘Delend leren als ondersteuning bij de professionalisering van leraren’. We zijn deze weg al een tijdje ingeslagen, maar ook in de nabije toekomst blijft DELEND LEREN een topprioriteit. We werpen tevens een blik op de verslagen van de onderwijsinspectie rond HW. Die kunnen heel leerrijk zijn voor alle leraren en scholen. Traditioneel wordt één en ander opgesplitst in ‘sterke punten’ en ‘verbeterpunten’. Hopelijk mag dit overzicht inspirerend werken voor de leraren en de vakwerkgroep HW. Tot slot nodigen wij de leraren HW hartelijk uit op de netwerkvergaderingen, de forumdag en de lerarendagen. 1 Een korte voorstelling van de nieuwe begeleiders voor HW Astrid Meganck Begeleider psychologische en pedagogische vakken en aanverwanten. Naast het vak gedragswetenschappen binnen HW ook verantwoordelijk voor de pedagogische vakken binnen het studiegebied personenzorg. Pedagoog van opleiding en verbonden aan het Sint-Jozefsinstituut, Tielt. Contact: [email protected] – 0474 61 68 10 Johan Vankeersbilck Begeleider geschiedenis en esthetica (film en plastische kunsten) en nu ook begeleider cultuurwetenschappen binnen HW. Historicus van opleiding en verbonden aan De Bron Tielt. Contact: [email protected] – 051 40 26 89 1 2 Delend leren als ondersteuning bij de professionalisering van leerkrachten 2.1 De netwerkvergadering Humane wetenschappen vanuit een visie op delend leren Vorig schooljaar is het netwerk voor leraren HW opgestart: een initiatief van de begeleiders van de bisdommen Gent en Brugge. De leraren ervaren deze samenkomsten als positief. Via deze bijeenkomsten proberen we het gezamenlijk leren te stimuleren. De leden van het netwerk bepalen de frequentie en ook de thema’s die aan bod komen. We stellen vast dat de aanwezigen elkaar ook beter leren kennen en nu al spontaan via mail aan de netwerkleden vragen stellen. De respons erop is groot. Dit delend leren kunnen we kaderen binnen wat we in de wereld van de onderwijsinnovatie omschrijven als de professionele leergemeenschap. Er wordt gesproken van een professionele leergemeenschap (Verbiest, 2011) als de onderwijsprofessionals in een school duurzaam en samen leren om het onderwijs aan de leerlingen en de resultaten van die leerlingen te verbeteren. Professionele ontwikkeling kan plaatsvinden door met collega’s het eigen handelen te onderzoeken, te evalueren en te verbeteren. Zo ontwikkelen leraren ook zichzelf. Goed onderwijs is, volgens Verbiest, afhankelijk van de mate waarin leerkrachten als team samen werken en samen leren. 2 In dit kader van delend leren mikken we, binnen de context van de netwerkvergaderingen, op de versterking van twee capaciteiten bij de deelnemende leraren. De eerste betreft de versterking van de persoonlijke capaciteiten. Door bijvoorbeeld uitwisseling van nieuwe inzichten/tendensen binnen de didactiek en door feedback te geven op praktijkervaringen binnen GW en CW reflecteren ze over hun eigen praktijk. Hierbij staat de verbetering van de eigen lessen en impliciet ook de versterking van de studierichting Humane wetenschappen centraal. Daarnaast richt de professionele leergemeenschap zich eveneens op het versterken van de interpersoonlijke capaciteit. Dit houdt in dat leraren GW en CW elkaar steeds beter vinden en kunnen samenwerken vanuit gedeelde opvattingen over het profiel van de richting Humane wetenschappen en de vertaling ervan in de lespraktijk. Wij zijn ervan overtuigd dat die cohesie een troef kan zijn om de richting Humane wetenschappen in de toekomst mee vorm te geven vanuit de basis. Het is volgens ons als pedagogisch begeleiders een van onze taken om een brug te slaan tussen wat leeft binnen het netwerk HW enerzijds en de onderwijskoepel (bv. VVKSO, centrale pedagogische begeleidingsdienst) en het beleid (bv. inspectie) anderzijds. 2.2 Thema 'evalueren' als voorbeeld van delend leren Hieronder een voorbeeld van hoe delend leren concreet vorm kan krijgen binnen de netwerken via het thema "evalueren". We wisselden verschillende ideeën uit over: - alternatieve evaluatievormen; verschillende manieren om formatieve en procesevaluatie uit te voeren; methoden om dicht bij de leerplandoelstellingen te blijven bij het evalueren (o.a. d.m.v. een toetsmatrix); manieren om verschillende niveaus van diepteleren te toetsen (o.a. d.m.v. de vernieuwde taxonomie van Bloom); hoe de onderzoekscompetenties geëvalueerd worden; … Bij dit alles vertrokken we vanuit de visie op breed evalueren van VVKSO en DPB-Brugge. De herwerking van de visietekst over ‘Evalueren van leerlingen’ wordt nu afgerond binnen de DPB-Brugge en zal in de loop van het 1ste semester van dit schooljaar 2014-2015 bekend gemaakt worden. Dit zal gebeuren voor de leraren HW via de tweewekelijkse mededelingen. 3 ‘Iets evalueren houdt in dat men de waarde ervan nagaat, dat men het naar waarde tracht te schatten. Evalueren is observeren en vaststellingen doen. Het staat niet gelijk met formeel evalueren via toetsen, examens. Tijdens een onderwijsleergesprek in de klas, bij groepswerk, tijdens het studeren en andere leeractiviteiten waarbij de leerling zich bewust of onbewust bijstuurt, tijdens een practicum of een praktijkles, kortom tijdens het hele leerproces wordt voortdurend geëvalueerd: elke interactie tussen leerling en leraar, tussen leerlingen onderling die plaatsgrijpt om het leren van de leerling te bevorderen is gebaseerd op een evaluatie van een waarneming, een proces of een product.’ Dit citaat uit de Mededeling van het VVKSO stelt het klassieke evalueren ter discussie. Een interessante bron, die we ook ter sprake brachten op de netwerkvergadering, is in dit kader het boek ‘Evalueren om te leren’ (Castelijns, 2011). In het boek verwijst de auteur met ‘Evalueren om te leren’ naar ‘Assessment for learning’. Beoordelen heeft de functie na te gaan waartoe de leerling in staat moet zijn, om daarop aansluitend geschikte instructie aan te bieden die de leerling verder helpt. Deze vorm van breed evalueren sluit dus ook aan bij het begrip ‘universal design for learning’ (UDL). Dit was de insteek van de didactische en pedagogische berichten vorig schooljaar. UDL vertaalt zich in didactische principes die betrekking hebben op het variëren in de manier waarop we informatie aanbieden, de verwerking van die informatie ondersteunen en de betrokkenheid van de leerling bij het leerproces proberen te realiseren. Een goede mix van de verschillende beheersingsniveaus zowel binnen de onderwijspraktijk als bij het evalueren blijft dus een must, want op die manier krijgen we een correct beeld van de realisatie van de leerplandoelstellingen. Geraadpleegde en gebruikte bronnen -VERBIEST E., Leren innoveren: een inleiding in de onderwijsvernieuwing, Antwerpen: Garant, 2011. -Mededeling VVKSO ‘Uitgangspunten voor een evaluatiebeleid voor de school’ (2014-04-07–M-VVKSO-2014-025). -Visietekst DPB ‘Anders leren, anders evalueren’, wordt herwerkt en bekend gemaakt in de loop van het 1ste semester van het schooljaar 2014-2015. -CASTELIJNS, J.; SEGERS en STRUYVEN, M. & K., Evalueren om te leren, Bussum: Coutinho, 2011. 4 3 Humane wetenschappen in de doorlichtingsverslagen Hieronder geven we een summier overzicht van hoe Humane wetenschappen vorig schooljaar opdoken in de verslagen van de onderwijsinspectie. Dit was dan wel niet in ons diocees, maar het is evident dat deze gegevens ook leerrijk zijn voor alle scholen met HW. Er werd hierbij, zoals gebruikelijk, gefocust op: 1 2 3 4 5 het onderwijsaanbod: volledigheid, evenwicht, beheersingsniveau en samenhang; de uitrusting: ICT, inzet uitrusting en leermiddelen; de evaluatiepraktijk: evenwicht, volledigheid, beheersingsniveau en transparantie; de leerbegeleiding: preventief en curatief; de deskundigheidsbevordering: vorming. Het leerplan is het instrument, het referentiekader van waaruit de inspectie alles onderzoekt. 1 ONDERWIJSAANBOD Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang Sterke punten -Leerlingen laten proeven van een breed cultureel aanbod en hen kennis laten maken met de sociale realiteit. -Implementatie door de vakgroep van het portfolio. Via dit kanaal doorlopen leerlingen een gefaseerd traject: in de tweede graad nemen ze deel aan culturele activiteiten; in de derde graad doen leerlingen daarbovenop vrijwilligerswerk. -Het onderwijsaanbod is voor beide vakken overwegend goed afgestemd op het beheersingsniveau van de leerplandoelen. Verbeterpunten -Verschillende leerplandoelstellingen komen niet aan bod. Dat komt door de tijd die uitbreidingsdoelstellingen toebedeeld krijgen ten koste van basisdoelstellingen. Ondersteunende kennis staat centraal. Hierdoor blijven onderwijsdoelstellingen die focussen op begrip, toepassing en analyse van kennis onderbelicht. -Er zijn enkele opdrachten in het kader van de onderzoekscompetentie, maar deze zijn te weinig doelgericht op de leerplandoelen afgestemd. 5 Leerlingen krijgen frequent de kans om actief met de leerstof aan de slag te gaan en om theorieën en concepten toe te passen op concrete vraagstukken. Dikwijls wordt aangesloten bij de leefwereld van de leerlingen en bij de actualiteit. -Begrippen en denkkaders worden met voldoende diepgang behandeld. -De meeste leerplandoelen komen op een evenwichtige wijze aan bod. -De leerstof wordt goed gesitueerd binnen historische en culturele contexten. - Kenmerkend voor de aanpak in beide vakken is de aandacht voor reflectie en voor het leren onderbouwen en formuleren van standpunten. -De te geringe aandacht binnen de 3de graad CUW voor wetenschap en techniek als cultuurdimensies wordt opgevangen door een jaartaak van CUW in combinatie met esthetica. -Het curriculum vertoont voldoende verticale samenhang. Er gaat ook aandacht naar de samenhang tussen cultuur- en gedragswetenschappen. Een helder leerstofoverzicht maakt de afspraken zichtbaar. -Er zijn enkele samenwerkingsverbanden met vakken van de basisvorming. -Leerlingen worden opgeleid om begrippen, visies, theoretische concepten en structuren tot een coherent geheel van vakspecifieke competenties te integreren. De opdrachten dagen leerlingen te weinig uit om de deelvaardigheden afzonderlijk en in samenhang zelf te leren toepassen. -De aandacht voor het leren formuleren van onderzoeksvragen is beperkt. -In de derde graad valt de profielcomponent ‘expressie’ bijna integraal uit. -Het beheersingsniveau binnen CUW is te weinig gericht op de leerplandoelen. Het beschrijvende niveau overheerst. Er gaat te weinig aandacht naar het wetenschappelijk onderbouwen, naar het analyseren, synthetiseren en reflecteren, naar het leggen van relaties vanuit overkoepelende cultuurwetenschappelijke modellen, naar het formuleren van standpunten. -De horizontale samenhang tussen beide vakken wordt te weinig bewust nagestreefd. -De aanpak van de onderzoekscompetentie is niet gekaderd binnen een graad- en vakoverstijgend samenhangend geheel. -Het confronteren van onderzoeksresultaten met andere standpunten komt niet genoeg aan bod. Eindwerken zijn vooral literatuurstudies. Andere onderzoeksmethoden worden te weinig aangewend. 6 -De onderzoekscompetentie wordt theoretisch goed onderbouwd en functioneel ondersteund met specifiek uitgewerkt en actueel materiaal. -Zoals het leerplan vooropstelt, leren de leerlingen ook kritisch denken en standpunten onderbouwen en presenteren. Heel wat opdrachten stimuleren de creativiteit door gebruik te maken van verschillende expressievormen. 2 UITRUSTING ICT Inzet uitrusting Leermiddelen -De beschikbare ICT-uitrusting en het digitale platform van de school worden op een adequate wijze door de leraren gebruikt met het oog op het bereiken van de leerplandoelstellingen. -De infrastructuur is stimulerend voor een vlotte leerplanrealisatie. 3 EVALUATIEPRAKTIJK Evenwicht Volledigheid -De vraagstelling bestrijkt het geheel van de leerplandoelstellingen. De koppeling tussen examenvragen en leerplandoelstellingen is duidelijk. -Het beheersingsniveau is afgestemd op de leerplandoelen. Er is een goede verhouding tussen reproductie, inzicht en toepassing. -De vraagstelling op de examens is Beheersingsniveau Transparantie De opdrachten maken ook nog geen deel uit van een vakoverschrijdende aanpak en van een progressieve opbouw. -De profielcomponenten zijn onvoldoende expliciet aanwezig in het onderwijsaanbod van beide vakken. -Er is aandacht voor verschillende onderzoeksmethoden. Toch zijn de onderzoeksresultaten in de derde graad te veel een samenvatting van verzamelde informatie en te weinig een antwoord op een onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag is onduidelijk of niet herkenbaar geformuleerd. -De leraren beschikken niet over een eigen vaklokaal. De lokalen beschikken wel over de nodige ICT-infrastructuur. Naslagwerken en vaktijdschriften zijn er niet. -De uitrusting ondersteunt maar matig de leerplanrealisatie. Er is internet en een beamer, maar niet alle lesruimtes laten activerende werkvormen toe. -Het beheersingsniveau is niet altijd voldoende afgestemd op de leerplandoelen. Leerlingen worden te weinig uitgedaagd. De evaluatie is te veel gericht op de reproductie van kennis. -Inzichtvragen focussen op losse gehelen en zelden op verbanden en samenhang. 7 gevarieerd. Er is aandacht voor transfer via toepassingen in de actualiteit en van nieuw aangeboden artikels, casussen, afbeeldingen en statistisch materiaal. Er wordt ook geregeld nagegaan of leerlingen een eigen standpunt kunnen formuleren en onderbouwen. -Er is voor het eindwerk een duidelijk traject uitgetekend waarbij proces- en productevaluatie door de leraar en zelfreflectie en peerevaluatie door de leerling een plaats hebben. De vorderingen in de verschillende onderzoeksfasen worden van nabij opgevolgd en de eindevaluatie is een oordeel over de mate waarin de leerlingen de specifieke eindtermen hebben bereikt. 4 LEERBEGELEIDING Preventief Curatief -Voor leerlingen die instromen is een instappakket samengesteld. -Dezelfde leraar geeft de vakken cultuuren gedragswetenschappen in elk leerjaar. Dit creëert kansen voor de inhoudelijke opvolging van de leerlingen, de inhoudelijke afstemming tussen beide vakken en de begeleiding van de onderzoekscompetenties. -Het leren wordt ondersteund door het gebruik van enkele activerende werkvormen en enkele interessante excursies. -Het studiemateriaal is leerbevorderend omwille van de gestructureerde opbouw, de Het toepassingsniveau is te beperkt tot het geven van voorbeelden. Toepassingsopdrachten zijn vormen van verdoken reproductie. Er is weinig transfer via nieuw materiaal. Evaluatievormen zijn vrij stereotiep. Het taalgebruik in de evaluatie is niet altijd aangepast aan de noden van de leerlingen. -De criteria voor de procesevaluatie bij de onderzoekscompetentie zijn niet geëxpliciteerd. De criteria voor de productevaluatie zijn te weinig afgestemd op de specifieke eindtermen. Hierdoor bevat de eindevaluatie geen uitspraak over de mate waarin leerlingen onderzoekscompetent zijn. -Er zijn lacunes bij verschillende profielcomponenten. -Het zelf ontwikkeld of verzameld studiemateriaal, een bundeling van teksten en presentaties, krijgen leerlingen op een weinig gestructureerde wijze aangeboden. Een leeswijzer of inhoudstafel ontbreekt. Bij sommige leerstofonderdelen nemen leerlingen eigen notities tijdens de lessen. Zij worden daarbij ondersteund met invulbladen. Dat gebeurt echter niet systematisch. -Er is geen materiaal of er zijn geen initiatieven om instromers goed te begeleiden. 8 5 DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Vorming duidelijke leerafspraken, de vele opdrachtenverwerving en -verwerking en de aanvulling met actuele informatie en bronnen. Een aantal doelgerichte excursies en extramurosactiviteiten versterkt het levensecht karakter van het leerproces. -Er wordt richting gegeven aan het leren via overzichten van wat de leerlingen moeten kennen en kunnen. Er gaat aandacht naar leerstrategieën aan de hand van samenvattingen, schema’s en syntheseoefeningen. - Begrippen en concepten worden binnen relevante contexten aangebracht. -De instructietaal sluit goed aan bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen en maakt complexe begrippen en redeneringen toegankelijker. -De deskundigheid en de betrokkenheid van het team op de kwaliteit van de opleiding zijn hoog. De leraren zijn er in geslaagd om op een degelijke wijze vorm te geven aan het specifieke gedeelte van de nieuw opgerichte studierichting. -De eigen werking wordt overzichtelijk en actueel gehouden via een goed uitgewerkt vademecum en via duidelijke leerstofoverzichten. Het zelf samengesteld lesmateriaal van gedragswetenschappen is een heldere vertaalslag van de leerplandoelen. De leraren volgen nascholing die afgestemd is op de eigen beginsituatie. -Voor leren leren is er geen systematische aandacht. Slechts af en toe zijn er in de derde graad opdrachten waarin leerlingen het leren in eigen handen moeten nemen. Dit is niet optimaal met het oog op doorstroming naar het hoger onderwijs. -Het aantal gevolgde nascholingen binnen de vakgroep varieert. Er is nood aan meer functioneel en diepgaand overleg op het vlak van aanbod, evaluatie en begeleiding, in het bijzonder wat de onderzoekscompetentie betreft. -De recent gevolgde vakgebonden nascholing is beperkt. -Meer diepgaande samenwerking realiseren tussen de vakken cultuuren gedragswetenschappen op het vlak van aanbod en evaluatie. 9 4 Een vooruitblik op de initiatieven voor volgend schooljaar 4.1 Netwerkvergaderingen (in samenwerking met DPB Gent) Wanneer: GW op 12/11 - CW op 23/10 (telkens een volledige dag), telkens in Pedic, Coupure Rechts 314 - 9000 GENT De aanwezige collega’s op de netwerksamenkomst kozen er voor om het komende schooljaar verder te werken rond het thema ‘evalueren’. Daarnaast proberen we de uitwisseling vorm te geven volgens het ‘teach the teacher’-principe. Leraren stellen hun materiaal voor, vertrekkende vanuit hun eigen expertise. Het spreekt voor zich dat ook wie dit schooljaar niet aanwezig is, van harte welkom is om aan te sluiten bij dit ‘delend leren’. 4.2 4.3 Forumdag (in samenwerking met SLO UGent) o Donderdag 5 maart 2015, voor- en namiddag o Thema: mensenrechten o Formule: drie gastsprekers, forum/markt met standjes, workshops voor leraren (verzorgd door pedagogisch begeleiders). o Thema: mensenrechten Eva Brems (recht-filosofisch); Rik Coolsaet (of Sami Zemni) (politiek, geostrategisch); … Lerarendagen Humane wetenschappen (in samenwerking met SLO KU Leuven) o Lerarendag 1: vrijdag 14 november 2014 Werktitel: ‘Maakt streven naar geluk gelukkig?’ 10 o Lerarendag 2: vrijdag 13 maart 2015 Werktitel: ‘Maakt geld gelukkig?’ Meer informatie volgt ook nog via mailing en de mededelingen HW. We wensen jullie een boeiend nieuw schooljaar toe! Astrid Meganck en Johan Vankeersbilck 11
© Copyright 2024 ExpyDoc