bedrijfsleven schreeuwt om technici op lagere - VNO

HOOFDZAAK
BEDRIJFSLEVEN
SCHREEUWT OM TECHNICI
OP LAGERE NIVEAUS
De afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven laat al jaren te wensen over. Er zijn veel
initiatieven om hierin verbetering te brengen. Progressie wordt geboekt voor het hoger
beroepsonderwijs en universiteiten, maar het middelbaar beroepsonderwijs blijft achter.
Wat moet er veranderen en wat kunnen bedrijven doen?
Tekst: Pieter van der Meulen | Foto's: TechniekBeeldbank.nu
➔
8
Juli 2014 VNO-NCW WEST.
Juli 2014 VNO-NCW WEST.
9
HOOFDZAAK
HOOFDZAAK
JAARLIJKS DERTIGDUIZEND EXTRA
TECHNICI NODIG
“Wij hebben een constant tekort aan mbo-personeel
dat het leuk vindt om te sleutelen. Het technisch beroep
is blijkbaar nog steeds niet sexy.” Dick Slingerland, lid
VNO-NCW Rotterdam en directeur van Alphatron, een
bedrijf dat hoogwaardige apparatuur levert aan de marine,
de veiligheidsbranche, de medische wereld en de televisieen filmwereld. Zijn ervaring onderschrijft de tanende belangstelling voor middelbaar beroepsonderwijsinstellingen,
die duidelijk merken dat zij niet kunnen aanklampen bij de
toenemende belangstelling voor technische opleidingen
in het hoger beroepsonderwijs en universitair onderwijs.
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil daarom een betere aansluiting van scholen op
het bedrijfsleven: “Teveel afgestudeerde technici kiezen
voor een carrière buiten de techniek. Het is een belang­
rijke taak van bedrijven om uitdagende banen en stages
aan te bieden. Scholen moeten onderwijs bieden dat
aansluit op de vraag van het bedrijfsleven.”
Voor 2020 gaan er jaarlijks meer dan zeventig­
duizend bouwvakkers, installateurs, elektrotechnici,
metaalbewerkers en systeemanalisten met pen­
sioen. De babyboomgeneratie stopt met werken,
met als gevolg dat er een groot tekort aan technisch geschoold personeel dreigt. Uit onderzoek
van het Researchcentrum voor Onderwijs en
Arbeidsmarkt blijkt dat op termijn jaarlijks dertigduizend extra technici nodig zijn om in de groei­
ende behoefte te voorzien.
werking. Uiteindelijk moeten studenten met overtuiging
voor technische opleidingen kiezen zodat zij deze afronden
en na hun studie in de techniek actief blijven.
Beeldvorming
Jongeren die een negatief beeld van technische opleidingen
hebben (‘te zwaar, te vies’) zijn zich volgens Cornelis
onvoldoende bewust van de situatie in de technische
branche en de mogelijkheden die deze hen biedt. Hij sluit
zich aan bij Slingerland: “Wat mensen, en vooral jongeren,
zich te weinig realiseren, is dat de technische branche heel
breed is. Je hebt de zware kant, de zogenaamde las-kant,
maar ‘human technology’ is lichter en heeft een sociale
Lees meer op www.vno-ncwwest.nl over het mbo en
de dreigende tekorten aan de hand van de verhalen
van ondernemers en onderwijsinstellingen uit
Den Haag en Amsterdam.
‘OUDERS HEBBEN LIEVER DAT HUN KIND IN
EEN PAK LOOPT DAN IN EEN OVERALL’
Wisselwerking
Slingerland vindt dat er sprake moet zijn van een wisselwerking. “Ik las dat mbo-leerlingen moeite hebben met
het vinden van een stageplaats. Zij moeten de markt in
kaart brengen, want plaatsen zijn er wel. In de jaren tachtig
kwam ik in een situatie waarin ik broodnodig stagiairs
nodig had. Ik heb toen zelf de eerste stap gezet en heb
goede krachten gevonden. Ondernemers willen wel iets
aan stagiairs hebben, anders kosten ze alleen maar tijd.
Een goede samenwerking met de scholen is dus nood­
zakelijk.”
personeel krijgt een auto en werkt op marineschepen.
Ze ontmoet mensen van over de hele wereld. Maar het is
een kwestie van status. Ouders hebben liever dat hun
kind in een pak loopt dan in een overall. Ze zouden eens
moeten weten hoe leuk dat laatste is.” Rolant Cornelis van
Zadkine, een school voor middelbaar beroepsonderwijs in
Rotterdam, benadrukt de rol van het bedrijfsleven. “Het
is belangrijk dat bedrijven naar buiten treden zodat banen
in de techniek zichtbaarder en aantrekkelijker worden.”
Unieke afspraak
‘HET TECHNISCH BEROEP IS BLIJKBAAR
NOG STEEDS NIET SEXY’
Status
Slingerland benadrukt dat werken in de techniek veel
voordelen heeft. “Het is aan bedrijven als het onze
om te laten zien hoe leuk het is. Bij ouders, vooral van
allochtone kinderen, heerst een sentiment dat werken in
de techniek minder status heeft dan bijvoorbeeld een
administratieve functie. Maar technisch werk is veel leuker
dan administratief werk. Bovendien verdient het veel meer.
Zo werken vraag en aanbod nou eenmaal. Ons technisch
10
Juli 2014 VNO-NCW WEST.
Een veelgehoorde klacht uit het bedrijfsleven is dat de
kennis van studenten niet voldoende is om te partici­peren
in een bedrijf. Bedrijven moeten afgestudeerde mbo’ers
zelf intensief scholen. Minister Bussemaker wil dat daarin
verandering komt. “Bedrijven komen letterlijk de scholen
in”. Bussemaker spreekt van een unieke afspraak met het
bedrijfsleven en mbo-instellingen op regionaal niveau.
Wanneer bedrijven machines inkopen, wordt een extra
exemplaar besteld. Deze machine gaat naar een school
in de regio zodat studenten met de modernste apparatuur kunnen werken. Ook gaan bedrijven hun medewerkers inzetten op scholen. “Gastlessen spreken leerlingen
erg aan,” aldus Cornelis. Het Zadkine neemt zelf ook
initiatief om de lessen meer in te richten naar de wensen
van het bedrijfsleven. “Wij hebben docentstages, waarbij
onze docenten een korte periode op de werkvloer doorbrengen om praktijkvoorbeelden en concrete problemen
op te halen voor hun lessen.”
TechniekTalent.nu
Cornelis herkent de problemen waarmee de technische
sector te kampen heeft. “Er zijn veel initiatieven om deze
sector aantrekkelijker te maken voor toekomstige leer­
lingen. Een voorbeeld is TechniekTalent.nu, een samenwerkingsverband in opdracht van werknemers- en werk­
geversorganisaties van acht technische bedrijfstakken.
TechniekTalent.nu heeft maar één doel: meer instroom
en behoud van (jonge) mensen in de techniek. Vanuit dit
initiatief wordt veel aandacht besteed aan techniek op
basisscholen. Hoe eerder jongeren geïnteresseerd raken
in techniek, hoe beter.” Een streven van het samenwerkingsverband is om techniek sterk te verankeren in het
lesprogramma van basisscholen. De acht technische
bedrijfstakken werken nauw samen met onderwijsinstel­
lingen en vertegenwoordigers van de overheid om jongeren te enthousiasmeren aan de hand van voorlichting,
stages en techniekgames. Er is een grote beeldbank in het
leven geroepen om de beeldvorming rondom techniek te
verbeteren. De betrokken partijen zetten hun kennis en
netwerk in om het bedrijfsleven te verbinden met scholen
en jongeren. Er wordt vooral ingezet op regionale samen-
inslag.” De realiteit is dat mbo-geschoolde technici in de
toekomst kunnen rekenen op een vaste, goedbetaalde
baan. “Er zijn opleidingen, zoals installatie en koudetechniek, waar studenten veelal een baan aangeboden krijgen
voordat ze afgestudeerd zijn”, aldus Cornelis.
Leerbedrijf
Ook worden leerroutes korter en intensiever zodat studenten beter voorbereid zijn op de regionale arbeidsmarkt.
Wat de toenadering tussen scholen en bedrijven betreft,
neemt Alphatron volgens Slingerland het voortouw. “Wij
zijn een leerbedrijf met stageplaatsen voor mbo’ers en
hbo’ers. Daarnaast bieden wij een technische opleiding
voor ons eigen personeel. In het Alphacollege leiden we
scheepsbemanning op. Bij ons krijgen ze de technische
bagage die ze in de praktijk nodig hebben. We hebben
een eigen studielokaal en een zeer geavanceerde scheepssimulator. Wat de studenten in de les leren kunnen zij op
een levensechte manier testen.”
www.vno-ncwwest.nl/mbo
Juli 2014 VNO-NCW WEST.
11