Rapport Vlaamse regering (2009-2014)

Rapport Vlaamse regering (2009-2014)
Vertrekpunt voor de analyse: prioriteiten opgesomd in het memorandum van Zorgnet Vlaanderen voor de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009, afgetoetst
aan de realisaties van de Vlaamse regering
Algemene
prioriteiten
HR
Prioriteiten memorandum Zorgnet Vlaanderen 2009
Realisatie Vlaamse overheid (2009-2014)
Bevordering sociaal ondernemerschap via regelluwte
Neen
Erkenning Zorgnet Vlaanderen als representatieve
middenveldorganisatie
Ja, maar formeel is het Verso
Stimuleren van bestaande vormen van samenwerking tussen
verschillende zorgpartners
Beperkt
Ondersteuning van de kwaliteitswerking in de zorgvoorzieningen
Ja, maar onvoldoende financiering van de inspanningen die
hiervoor moeten geleverd worden (bv. personeelsinzet)
Gelijke voorwaarden voor social profit en for-profit; tegengaan van
cherry picking
Zeer beperkt
Master verpleegkunde, rechtstreeks toegankelijk vanuit S.O.
Neen
Promotiecampagne voor verpleegkundig beroep
Ja, via de zorgambassadeur
Herdefiniëring personeelsnormen op voorzieningsniveau (alle
sectoren)
Neen
1
Algemene
ziekenhuizen
Aanpassing van de artsencontingentering aan de zorgnoden
Federale regering heeft, mede op aandringen van Vandeurzen, de
contingenten voor de volgende jaren fors uitgebreid en voor
bepaalde knelpuntdisciplines naast de totale maxima ook
specifieke minima vastgelegd
Investeringen: vraag naar een jaarlijks VIPA-budget van minstens
175 miljoen euro.
2010: vastlegging VIPA-budget van 1 miljard euro. Toegekende
jaarlijkse bedragen.
Bedragen
Dossiers
AZ
791,5
24
PZ
22,7
13
814,2
37
Totaal
Gem.jaar
2010-2014
162,84
Aparte VIPA-budgetten voor AZ en PZ
Neen; prioriteiten voor de periode 2010-2014 werden vastgelegd
in functie van de dan ingediende dossiers
Afstemming van de inspectie op de geleverde kwaliteitswerking
Ja. In het kader van de accreditering werden de erkenningen van
onbepaalde duur gemaakt en is de voorbereidingstijd voor de
inspectie drastisch gedaald.
Meer aanbod palliatieve zorg in AZ. Aanpassing programmatie Spbedden palliatief + aangepaste financiering
Neen. Geen federale bereidheid tot uitbreiding
Vlaanderen = één zorgregio voor de AZ
Ja, voor de toewijzing van Sp-bedden
Aandacht voor de kwaliteit en patiëntveiligheid in privé-klinieken
Ja, decreet meldingsplicht (maar recent vernietigd door
Grondwettelijk Hof)
2
Ouderenzorg
Eigen Vlaams personeelskader bovenop de federale financiering
Neen
Uitbreidingsbeleid residentiële ouderenzorg
Ja, voornamelijk in tweede helft legislatuur, evolutie van jaarlijks
985 extra woongelegenheden per jaar in 2009 naar 1659 in 2014
Investeringsplan, substantiële verhoging VIPA-budget
VIPA OZ
Goedgekeurde
dossiers
Basisbedrag
2009
224.880.496
52
2010
77.129.570
25
2011
204.266.796
34
2012
154.052.880
34
2013
90.923.551
24
2014
46.392.866
5
Investeringspolitiek via VIPA wordt op middellange termijn
afgebouwd
Vlaamse financiering kortverblijf, crisisopvang, dagverzorging,
sociale diensten wzc
Neen
Betrokkenheid bij uitvoeringsbesluiten woonzorgdecreet
Ja, beperkt tot residentiële ouderenzorg (niet thuiszorg)
Financiering hogere kwalificaties personeel OZ + middenkader
Neen
Gelijke behandeling van alle bewoners en aanbieders van zorg, o.a.
door een verzelfstandiging van de openbare zorgvoorzieningen
Aanzet gegeven
Betrokkenheid Zorgnet Vlaanderen bij lokaal sociaal beleid
Neen
3
GGZ
Flexibele toepassing regelgeving en projectfinanciering voor
innovatie. Snelle toekenning budgetten protocolakkoorden
Gedeeltelijk, bv. flexibel kortverblijf
Uitbouw palliatieve zorg in wzc; financiering referentiepersoon
palliatieve zorg
Neen
Globale en planmatige aanpak voor GGZ, met focus op preventie,
vroegdetectie, tijdige, gepaste en gespecialiseerde behandeling in
de leefomgeving en voorzieningen
Geen gedurfde, planmatige aanpak GGZ in Vlaanderen, wel
integendeel: door onsamenhangende en budgettair zeer beperkte
initiatieven is het momenteel versnippering troef (bv. beperkt en
versnipperd preventiebudget, bv. vroegdetectie psychiatrische
aandoeningen met projectmatige financiering in het kader van het
Vlaams actieplan suïcidepreventie (VDIP-project), bv. geen Vlaams
ambitieus plan rond de functies 1, 2, 3 en 5).
Realisatie van een geïntegreerde geestelijke gezondheidszorg
Ja. Hervorming GGZ voor volwassenen (107) is lopende;
Deels: de hervorming GGZ voor kinderen en jongeren kreeg een
aanloop via de gemeenschappelijke verklaring van de IMC.
Geen beknotting Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg bij
participatie aan zorgcircuits en -netwerken.
Neen. Integendeel, de CGG werden wel beknot in hun deelname
aan de zorgcircuits en -netwerken
Optimale afstemming tussen GGZ en de overige Vlaamse
bevoegdheidsdomeinen.
Deels. Cf. samenwerkingsverbanden tussen GGZ en wonen
(beperkt), GGZ en werk, en welzijn kinderen en jongeren en GGZ.
4
Wegwerken wachtlijsten ambulante hulpverlening (Vlaams
beleidsplan GGZ + meerjarenbegroting)
Neen. Slechts minimale uitbreiding van de CGG-enveloppe, geen
financieel meerjarenplan; geen structurele inbedding van VDIP.
Voorrang aan een structureel beleid en minder ad-hocprojecten
Neen. Bv. CGG hebben nog steeds veel minimale ad-hocprojecten
en financiering. Geen omzetting van proefprojecten wonen-welzijn
in een structurele financiering.
Gelijke kansen voor GGZ-patiënten op het vlak van werk,
arbeidszorg en huisvesting. Inclusiebeleid
Ja. Initiatieven sociale huisvestingsmaatschappijen i.f.v. personen
met psychiatrische problematiek. Aanzet van afstemming inzake
werk en GGZ (tenders VDAB en voorstel van decreet werk- en
zorgtrajecten.
Meer en betere GGZ kinderen en jongeren. Coherent
meerjarenbeleid.
Voorzichtig begin. Onlangs ondertekende de IMC de
gemeenschappelijke verklaring 2014 GGZ K&J
Doorbreken taboe GGZ via campagnes
Ja. Mede-oprichting en financiering VVGG-Te Gek
Lieve Dhaene
5