7 Extra opgaven 2014

7
Extra opgaven 2014
Opgave 7.1 Hoofdstelling van de algebra.
Doel van deze opgave is een bewijs te geven van de hoofdstelling van de algebra.
Stelling Zij p(z) = a0 + . . . + an z n een veelterm van de graad n ≥ 1, i.e., an 6= 0. Dan bestaat er
een w ∈ C met p(w) = 0.
Bewijs: Veronderstel dat zo’n w niet bestaat. Hieruit zullen we een tegenspraak afleiden. Definieer
de functie f : C → C door f (z) = 1/p(z).
(a) Bewijs dat er een R > 0 bestaat zo dat
|z| > R
⇒ |z n f (z)| < 2/|an |.
(b) Toon aan dat f : C → C een complex differentieerbare functie is en dat de complexe afgeleide
f 0 een continue functie is.
(c) Schrijf z = x + iy en bewijs dat
∂
1 ∂
f (ez ) =
f (ez ),
∂x
i ∂y
(z ∈ C).
(d) Bewijs dat de functie F : R → C, gedefinieerd door
Z 2π
F (x) :=
f (ex eiy )dy
0
constant is.
(e) Bewijs dat voor alle r ≥ 0 geldt
Z
2πf (0) =
2π
f (reiy )dy.
0
(f) Bewijs dat f (0) = 0 en voltooi het bewijs.
Opgave 7.2 Definieer de re¨eelwaardige functie f op R \ Z = {x ∈ R | x ∈
/ Z} door middel van
f (x) =
∞
X
π2
1
−
.
2
sin (πx) k=−∞ (x − k)2
P
Hierbij heet een
P reeks functies
P van de vorm k∈Z gk (puntsgewijs of uniform) convergent indien
beide reeksen k≥0 gk en k≥1 g−k (puntsgewijs, resp. uniform) convergent zijn. Bovendien noteren we
∞
∞
∞
X
X
X
gk (x) :=
g−k (x) +
gk (x).
k=−∞
k=1
37
k=0
(a) Ga na dat voor iedere 0 < <
continu is op R \ Z.
1
2
de reeks uniform convergeert op [, 1 − ]. Concludeer dat f
(b) Bewijs met Taylor-ontwikkeling van de functie x 7→ sin(π x) in het punt 0 dat
lim
x→0, x6=0
∞
X
1
π2
−2
.
f (x) =
3
n2
n=1
Bewijs dat voor iedere x ∈ R \ Z en iedere l ∈ Z geldt dat f (x + l) = f (x). Bewijs dat f
kan worden voortgezet tot een functie, die we ook f noemen, die continu is op R. Concludeer
dat de aldus gedefinieerde f : R → R een continue periodieke functie is, en dat f bijgevolg
begrensd op R is.
(c) Toon aan dat
f
x
2
+f
x+1
2
x ∈ R.
= 4f (x),
Bewijs hiermee dat voor iedere x ∈ R geldt dat |f (x)| ≤ 41 sup |f | + 14 sup |f |, en daarmee dat
sup |f | ≤ 12 sup |f |. Concludeer dat f ≡ 0 op R, m.a.w., voor iedere x ∈ R \ Z geldt dat
∞
X
π2
1
=
.
2
sin (πx) k=−∞ (x − k)2
Bewijs dat f (0) = 0, resp. f (1/2) = 0 leiden tot
∞
X
1
π2
=
,
n2
6
resp.
n=1
∞
X
k=1
1
π2
=
.
(2k − 1)2
8
(d) Bewijs dat voor iedere gehele n ≥ 1 geldt dat
π
dn
dxn
tan(π x) = n!
∞
X
k=−∞
1
k−
1
2
−x
n+1 .
(e) De z`eta-functie van Riemann is gedefinieerd door
ζ(s) :=
∞
X
1
,
ns
Re s > 1.
n=1
Bewijs dat
ζ(s) =
∞
X
k=1
1
+ 2−s ζ(s).
(2k − 1)s
Bewijs dat voor iedere m ∈ Z>0 geldt dat
π 2m tan(2m−1) (0) = (2m − 1)! 22m 1 − 2−2m 2 ζ(2m).
Door tan(n) voor n = 1, 2, 3, 4, 5, . . . achtereenvolgens te bepalen, kan ζ(2m) voor m =
1, 2, 3, . . . achtereenvolgens bepaald worden. Bereken ζ(2), ζ(4), ζ(6).
38