Gezinshereniging

Gezinshereniging
Opgelet: Dit overzicht is een vereenvoudigde weergave. Het heeft enkel betrekking op het aanvragen van de gezinshereniging. De informatie is onvolledig om te
kunnen oordelen over een eventueel verlies van dit verblijfsrecht.
Meer informatie op www.vreemdelingenrecht.be
Wie kan zich bij de refertepersoon in België voegen en aan welke voorwaarden moet hij voldoen?
Refertepersoon
1. Eu-burger
(E of E+ kaart)
gelijkgestelde partner
Wettelijk geregistreerde
partner
(Klein)kind(1)
(Groot)ouder
Ja
Ja, uitz. na schijnhuwelijk, zie(3)
Ja, ook die van zijn partner
Ja, ook die van zijn partner
Bewijs van huwelijk
Bewijs van:
 partnerschap
 beide min. 21j (uitz.:18j(5))
 duurzame en stabiele relatie(10)
Bewijs van:
 verwantschap
 recht van bewaring, zie(2)
Bewijs van:
- verwantschap
- ten laste(11) van refertepersoon
Indien kind +21j:
 bewijs dat kind ten laste(11) is van
refertepersoon
EU-burger is niet-actief en -18j
Bewijs van:
- ten laste zijn vd ouders(14)
- daadwerkelijk hoederecht(13)
Ja
Ja, uitz. na schijnhuwelijk, zie(3)
Ja, ook die van zijn partner
Nee
Bewijs van huwelijk
Bewijs van:
 partnerschap
 beide min. 21j (uitz.:18j(5))
 duurzame en stabiele relatie(10)
Bewijs van:
 verwantschap
 recht van bewaring, zie(2)
Ja
Ja, uitz. na schijnhuwelijk, zie(3)
Ja, ook die van zijn partner
Nee, uitzondering: Belg is -18j
Bewijs van:
 huwelijk
 beide min. 21j
Bewijs van:
 partnerschap
 beide min. 21j
 duurzame en stabiele relatie(10)
Bewijs van:
 verwantschap
 recht van bewaring, zie(2)
Bewijs van:
 -18j
 verwantschap
 affectieve banden als er geen
samenwoonst is met het kind
Echtgeno(o)t(e) of
Opm.: er is geen minimum
leeftijd
2. EU-student
Opm.: er is geen minimum
leeftijd
3. Belg
Indien kind +21j:
 bewijs dat kind ten laste(11) is van
refertepersoon
Indien kind +21j:
 bewijs dat kind ten laste(11) is van
refertepersoon
versie 16 september 2014 (meest actuele versie op www.foyer.be > > juridische actua), pag 1/4
4. Derdelander beperkt
of onbeperkt(6)
verblijf
(A, B, C, D, F of
F+kaart)
Ja
Ja, uitz. na schijnhuwelijk, zie(3)
Ja, tot 18j, ook die van zijn partner
Bewijs van:
 huwelijk
 beide min. 21j (uitz:18j(4))
 geen besmettelijke ziekte
 geen gevaar voor openbare
orde
Bewijs van:
 partnerschap
 beide min. 21j (uitz:18j(5))
 duurzame en stabiele relatie(10)
 geen besmettelijke ziekte
 geen gevaar voor openbare orde
Bewijs van:
 verwantschap
 -18j
 ongehuwd (vanaf 15j)
 recht van bewaring, zie(2)
 geen besmettelijke ziekte
5. Andere
mogelijkheden voor
gezinshereniging,
zie:
www.vreemdelingen
recht.be








Nee
Ouders van een minderjarige erkend vluchteling of subsidiair beschermde die zelf als niet-begeleide minderjarige België is binnengekomen
Meerderjarige gehandicapte kinderen van in België verblijvende derdelanders
De echtgenoten met een verschillende nationaliteit die afkomstig zijn uit landen die hun gezinshereniging niet toelaten (via 9bis)
Gezinshereniging op basis van artikel 8 EVRM (via 9bis)
Gezinsleden van langdurig ingezetenen met tweede verblijf in België
Gezinsleden van een houder van een Europese blauwe kaart
Gezinsleden van een Belg die gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrij verkeer
‘Andere familieleden’ van EU-burgers zoals bepaald in artikel 47 Vreemdelingenwet
Bijkomende voorwaarden
Refertepersoon
Stabiele en toereikende
bestaansmiddelen (120% leefloon(8))
Huisvesting
Ziekteverzekering
1. Eu-burger
Nee
Nee
Nee
Uitzondering: de refertepersoon is een
niet-actieve EU-burger
2. Belg
3. Derdelander met
beperkt of onbeperkt(6)
verblijf
(A, B, C, D, (F) of F+
kaart)
Uitzondering: de refertepersoon is een
niet-actieve EU-burger
Ja
Ja
Ja
Uitzondering: Belg is -18j
Uitzondering: bij sommige minderjarige
kinderen, zie(12)
Uitzondering: Belg is -18j
Uitzondering: Belg is -18j
Ja
Ja
Uitzondering: erkende vluchtelingen,
subsidiair beschermden en gemachtigden 9ter
tijdens het eerste jaar van hun erkenning(7)
Uitzondering: erkende vluchtelingen,
subsidiair beschermden en gemachtigden 9ter
tijdens het eerste jaar van hun erkenning(7)
Ja
Uitzondering1: bij sommige kinderen, zie
(9)
Uitzondering2: erkende vluchtelingen,
subsidiair beschermden en gemachtigden 9ter
tijdens het eerste jaar van hun erkenning(7)
versie 16 september 2014 (meest actuele versie op www.foyer.be > > juridische actua), pag 2/4
Verwijzingen:
(1) Voor gehandicapte kinderen gelden andere regels, zie
www.vreemdelingenrecht.be.
(7) Zie Gwh arrest 121/2013.
(2) Dit is het recht om het kind bij zich te houden (zowel de samenwoonst
als de fundamentele beslissingen omtrent het kind). Enkel wanneer
het een kind van een vorige relatie betreft en het nog geen 18 jaar is,
moet de (groot)ouder bewijzen dat hij het recht van bewaring over het
kind heeft.
(3) De gezinshereniging zal geweigerd worden als één van de partners
reeds een schijnhuwelijk probeerde. Wanneer er echter een beroep (of
hoger beroep) tegen deze beslissing werd ingediend, kan de
gezinshereniging tijdens de beroepsprocedure(s) niet geweigerd
worden.
(4) De leeftijd wordt teruggebracht tot 18j als de echtelijke band of het
gelijkgesteld partnerschap reeds bestond vóór de refertepersoon in
België aankwam.
(5) De leeftijd wordt teruggebracht tot 18 jaar als zij vóór de aankomst
van de vreemdeling die overkomt, reeds ten minste een jaar
samengewoond hebben.
(6) Wie een onbeperkt verblijf heeft (B, C of D kaart) kan de eerste 12
maanden geen gezinshereniging aanvragen. Hierop bestaan 4
uitzonderingen:
a. De echtelijke band of het geregistreerd partnerschap bestond
reeds vóór de refertepersoon in België aankwam
b. De echtgenoten of partners hebben een gemeenschappelijk
minderjarig kind
c. Gezinshereniging met een meerderjarig gehandicapt kind
d. De refertepersoon is erkend als vluchteling, geniet subsidiaire
bescherming of is gemachtigd 9ter (zie ook punt(7))
Een voorafgaand beperkt verblijfsrecht (A kaart) moet meetellen voor
de berekening van de 12 maanden (GwH arrest 121/2013).
(8) Let op. Dit is slechts een richtbedrag (momenteel 1307,78 €). Wie
minder inkomsten heeft, kan proberen om aan te tonen dat hij wel in
staat zal zijn om de persoon die overkomt te onderhouden.
(9) Moet een derdelander middelen van bestaan bewijzen voor
gezinshereniging met kinderen?
a. Ja, indien hij beperkt verblijfsrecht heeft
 tenzij de derdelander subsidiaire bescherming heeft
b. Indien hij een onbeperkt verblijfsrecht heeft, moet hij:
 geen middelen van bestaan bewijzen voor zijn eigen
kinderen, voor de gemeenschappelijke kinderen met zijn
echtgenoot of wettelijk geregistreerde partner en voor de
eigen kinderen van zijn echtgenoot
 wel middelen van bestaan bewijzen voor de eigen kinderen
van de wettelijk geregistreerde partner
(10) Een duurzame en stabiele relatie kan op 3 manieren worden
aangetoond:
a. De partners bewijzen dat ze gedurende minstens één jaar,
voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken in België of in een
ander land hebben samengewoond. Voor derdelanders is legaal
verblijf vereist voor deze samenwoonst.
b. De partners leveren het bewijs dat ze elkaar tenminste twee jaar,
voorafgaand aan de aanvraag, kennen (bewijs van regelmatige
contacten en 3 ontmoetingen die in totaal 45 dagen of meer
betreffen).
c. De partners hebben een gemeenschappelijk kind.
(11) Een familielid ’ten laste’ is iemand die, voorafgaand aan de aanvraag,
afhankelijk was v/d de materiële bijstand v/d referte persoon. Volgens
DVZ minstens gedurende 6m vóór de aanvraag. Of iemand ‘ten laste’
was, kan met alle mogelijke bewijzen worden aangetoond
(geldtransfers, bewijs van onvermogen, …).
versie 16 september 2014 (meest actuele versie op www.foyer.be > > juridische actua), pag 3/4
(12) Een Belg moet geen middelen van bestaan bewijzen voor zijn eigen
kinderen, voor de gemeenschappelijke kinderen met zijn echtgenoot
of wettelijk geregistreerde partner en voor de eigen kinderen van zijn
echtgenoot (WEL voor de eigen kinderen van de wettelijk
geregistreerde partner), zie GwH arrest 121/2013.
(13) Het is onduidelijk wat er met de term ‘hoederecht’ bedoeld wordt
aangezien deze term niet meer bestaat in het Burgerlijk Wetboek. Er
is wel nog rechtspraak van het Hof van Justitie in de zaak Chen,
waarop we kunnen terugvallen, die het heeft over ‘daadwerkelijke
zorg’.
(14) Normaal gezien zal er een vermoeden zijn dat het kind ten laste is van
de ouders en dient er niets bewezen te worden.
Bronnen: Dit overzicht werd opgesteld aan de hand van de vreemdelingenwet, de eigen ervaring met de toepassing van de wet, contacten met de Dienst
Vreemdelingenzaken en de website www.vreemdelingenrecht.be van het Kruispunt Migratie-Integratie.
versie 16 september 2014 (meest actuele versie op www.foyer.be > > juridische actua), pag 4/4