GROEPENTHEORIE 2 Proeftentamen Maak dit proeftentamen pas nadat je de hele stof hebt bestudeerd. Geef jezelf hiervoor drie uur de tijd en gebruik geen syllabus of andere hulpmiddelen. Opgave 1. Zij G een groep met de eigenschap dat (gh)5 h ∈ G. Laat M = g ∈ G g5 = e , N = g5 = g 5 h5 voor alle elementen g, g∈G . (i) Bewijs dat M en N normaaldelers zijn van G en dat G/M ∼ = N. Gegeven is nu dat de samenstelling M ֒→ G → → G/N een isomorfisme is. (ii) Bewijs dat M ∩ N = {e} en dat mn = nm voor alle m ∈ M en n ∈ N . (iii) Bewijs dat G ∼ = M × N . Als G bovendien eindig is, bewijs dat de orde van N niet deelbaar is door 5. Opgave 2. Beschouw de groep G = (Z/28Z)∗ . Als a een geheel getal is dan schrijven we a voor de restklasse van a modulo 28. (i) Laat zien dat de orde van G gelijk is aan 12. m n (ii) Bewijs dat de afbeelding f : Z × Z → G die wordt gegeven door f (m, n) = 5 · 15 een surjectief homomorfisme is. (iii) Bepaal de kern van f . Opgave 3. (i) Bepaal het aantal homomorfismen van D5 naar R∗ . (ii) Bepaal het aantal homomorfismen van D5 naar S4 . (iii) Geef een injectief homomorfisme van D5 naar S5 . 1 Opgave 4. Zij G een groep die werkt op een verzameling X. (i) (Theorievraag.) Laat x ∈ X. Geef de definitie van de stabilisator Gx van x en van de baan G · x van x. (ii) (Theorievraag.) Bewijs dat er een bijectie bestaat tussen G/Gx en G · x. In de rest van de opgave beschouwen we de regelmatige zeshoek in R2 met hoekpunten de zes punten P1 , . . . , P6 gegeven door Pj = cos(2πj/6), sin(2πj/6) . P2 P1 P3 P6 P4 P5 Zij D6 de di¨edergroep van orde 12; dit is de symmetriegroep van deze zeshoek. Zij X de verzameling van alle driehoeken ∆ ⊂ R2 waarvan de hoekpunten in {P1 , . . . , P6 } liggen. Je mag zonder verdere toelichting gebruiken dat X uit 63 = 20 elementen bestaat. De groep D6 werkt op de verzameling X. (Als g ∈ D6 en ∆ ∈ X dan bedoelen we met g · ∆ = g(∆) gewoon het beeld van ∆ onder de transformatie g.) (iii) Bepaal hoeveel banen de werking van D6 op X heeft en bepaal van elke baan de lengte. Opgave 5. Zij α een automorfisme van de groep S5 . (i) Bewijs dat α cykeltypes behoudt; met andere woorden: voor alle σ ∈ S5 heeft α(σ) hetzelfde cykeltype als σ. (ii) Laten σ = (n1 n2 ) en τ = (m1 m2 ) twee 2-cykels in S5 zijn. Bewijs: στ heeft orde 1 ⇔ {n1 , n2 } ∩ {m1 , m2 } bestaat uit 2 elementen, στ heeft orde 2 ⇔ {n1 , n2 } ∩ {m1 , m2 } bestaat uit 0 elementen, στ heeft orde 3 ⇔ {n1 , n2 } ∩ {m1 , m2 } bestaat uit 1 element. (iii) Bewijs dat er een permutatie β ∈ S5 bestaat zo dat α (1 2) = β(1) β(2) , α (3 4) = β(3) β(4) , α (2 3) = β(2) β(3) , α (4 5) = β(4) β(5) , en laat zien dat α het inwendige automorfisme is dat wordt gegeven door β. (iv) Bewijs dat de automorfismengroep van S5 isomorf is met S5 . 2
© Copyright 2024 ExpyDoc