Verslag bezoek aan: The Colour Kitchen (TCK) in Utrecht d.d. 14

Verslag bezoek aan:
The Colour Kitchen (TCK) in Utrecht d.d. 14 november 2014
TCK: Arie van Diggele, Dries, Moniek
Werkgroep: Ria Trinks, Wim Trinks, Gee de Wilde Paul van de Biezen, Sjef Kemps
Doel van TCK is het combineren van een commercieel horecabedrijf met een maatschappelijke
missie. De maatschappelijke missie is mensen een opleiding bieden in de horeca die een afstand
hebben tot de arbeidsmarkt. De reden van de afstand kan heel divers zijn: autisme, ADHD, verslaving
e.d. Het gaat vaak om mensen die op een reguliere opleiding als het ROC zijn vastgelopen omdat
bijvoorbeeld er daar te veel prikkels waren.
TCK is gestart in Amsterdam. Het doel in Amsterdam was een restaurant van en voor verschillende
culturen te ontwikkelen. Dat lukt in het bedrijfsmatige: in de keuken waren mensen van verschillende
culturen werkzaam. Wat betreft de gastenkant was het geen succes: er bleken voornamelijk westerse
mensen te komen.
Inmiddels zijn er 12 vestigingen: Alkmaar, Zwolle, Eindhoven, Breda, Utrecht. Het horecabedrijf
varieert van restaurant, catering, café, bedrijfsrestaurant tot een combinatie van deze activiteiten. Voor
de opleiding van leerlingen ontvangt TCK inkomsten vanuit de uitkeringsinstanties zoals UWV en
betreffende gemeenten. Daarnaast zijn er inkomsten uit de commerciële activiteiten.
In Utrecht is TCK 4 jaar geleden gestart in een schoolgebouw, dat omgebouwd is een complex met
keuken, restaurant, café, vergaderruimte, theaterzaal. Het heeft de functie van buurtrestaurant en
buurtcafé en iz 7 dagen in de week open. Daarnaast is er de mogelijkheid voor groepsbijeenkomsten,
vergaderingen, conferenties. Deze laatste activiteiten vinden voornamelijk door de week overdag
plaats.
Er zijn 23 mensen in opleiding: 6 plaatsen in de bediening en 10 plaatsen in de keuken (opleiding tot
horeca-assistent).Niet alle 23 leerlingen zijn dus dagelijks aanwezig. De opleiding vindt plaats onder
supervisie van gekwalificeerde medewerkers: koks, gastheer/vrouw, begeleider/coach (2 parttime + 1
stagiaire). Mensen worden verwezen door GGZ, MEE, buurteams. Het zijn vaak mensen met een
WW- of Wajong-uitkering.
Na aanmelding volgt een uitgebreide intake door de begeleider/coach, waarbij de kandidaat gevraagd
wordt over hun leven te vertellen en wat de motivatie is om zich voor de opleiding aan te melden.
Waar mogelijk wordt ook de GGZ-hulpverlener en familie erbij betrokken.
De opleiding duurt 1 jaar en omvat een stage na een ½ jaar. De insteek is richten “op iets wat je goed
kunt”. In dit jaar wordt er klassikaal les gegeven, gecoacht en geleerd op de werkvloer van het
restaurant. Het grootste deel is praktijkles; alles zelf doen en fouten maken, want ervaring is de som
van fouten. De praktijklessen worden gegeven door een vaste praktijkbegeleider. De theorielessen
worden gegeven door een docent, die hiervoor speciaal naar The Colour Kitchen komt
Er is het vaktechnische gedeelte: de mensen die voor de keuken kiezen werken in de keuken in de 7
verschillende afdelingen (bijvoorbeeld groente snijden, voorgerecht klaarmaken, brood, afwassen). Zo
krijgen zij zicht op waar zij goed in zijn en waar zij niet goed in zijn en door gestrestst worden.
Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan sociale vaardigheden waar je als werknemer ook mee
te maken hebt. Voor een aantal betekent dat omgaan met de beperking die zij hebben. Dit wordt
concreet gemaakt in de ’10 gouden regels van The Colour Kitchen’.
Tijdens de opleiding heeft de coach regelmatig een gesprek met de leerling en waar nodig met de
hulpverlener van de GGZ; zo heeft Arie contact met 20 contactpersonen van Altrecht. De meesten
behalen het MBO-diploma. 60-70% vindt daarna een baan in de reguliere horeca. Vanuit TCK zijn er
contacten met verschillende bedrijven om mensen te plaatsen. Vanuit TCK houdt de coach nog zo’n
½ jaar contact.
Het bezoek aan de keuken gaf een inkijk hoe het er dagelijks aan toe gaat; bijvoorbeeld het zorgen
dat de ingrediënten klaar zijn, die nodig zijn voor het klaarmaken van de gerechten van die dag (aan
de hand van plaatjes). Waar nodig was men elkaar behulpzaam. Er wordt zo veel mogelijk gebruik
gemaakt van biologische en regionale producten. De lunch van goed belegde broodjes, melk, yoghurt
met vruchten, melk, vruchtensappen gaf tenslotte een indruk dat het op die dag wel goed zat met de
opleiding: het smaakte goed.
16 november 2014 | SK