Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek : noqq Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam C 7206 rataat r'•n Vrvo N. B. * * ****1 Instituut voor Zintuigfysiologie TNO De naam van het instituut is gewijzigd in: TNO Technische Menskunde. Kampweg 5 Postbus 23 3769 ZG Soesterberg Fax 03463 -53977 Telefoon 03463 - 562 11 TNO-rapport TNO-TM 1994 C-20NSIGCAD, VERSIE 1.0; EEN COMPUTER- J.WAM. AlferdinckPROGRAMMA VOOR HET ONTWERPEN J.G.S. van de Kooij VAN MATRIXBORDEN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de 'Algemene Voorwaarden voor Onderzoeksopdrachten aan TNO', dan wel de betreffende terzake tussen partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. ©TNO puracsigever. , , Adviesdienst Vervoer en Verkeer (AVV) ijwa ers Postbus 1031 3000 BA Rotterdam Aantal bladzijden: 19 Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO-Defensieonderzoek bestaat uit: het Fysisch en Elektronisch Laboratorium TNO, het Prins Maurits Laboratorium TNO en het Instituut voor Zintuigtysiologie TNO. T - INHOUD Blz. SAMEN VATI'ING 3 SUMMARY 4 1 INLEIDING 5 2 HARDWARE EN INSTALLATIE 6 3 GEBRUIKSAANWIJZING 3.1Tekenparameters 3.2File in- en uitvoer 3.3Vlakvulling 3.4Verplaatsen, toevoegen en verwijderen van lichtpunten 3.5Fotometrische en geometrische gegevens 3.6Voorbeeld op scherm 7 8 9 10 11 11 13 4 SUGGESTIES VOOR EEN VOLGENDE VERSIE VAN SigCad 14 REFERENTIES 15 Appendix A Lijst met files 16 Appendix B SigCad-files 17 Appendix C Configuratie-file 19 3 Rapport nr.: TNO-TM 1994 C-20N TNO Technische Menskunde' Soesterberg SigCad, versie 1.0; een computerprogramma voor het onhrpen van matrixborden J.W.A.M. Alferdinck en J.G.S. van de Kooij SAMEN VA1TING Een computerprogramma, SigCad, werd ontwikkeld voor het ontwerpen van symbolen op matrixborden. De invoer voor SigCad zijn de xy-coördinaten van de contouren verkeersbord-symbolen. Met een muis kunnen de verschillende vlakken worden gemarkeerd en vervolgens worden opgevuld met lichtpunten. De volgende parameters kunnen aangepast worden: kleur, waarnemingsafstand, maximale hoek tussen twee lichtpunten, lichtpuntdiameter, lichtpuntlichtsterkte, roostertype (vierkant of hexagonaal). De individuele lichtpunten kunnen toegevoegd, verwijderd en binnen zekere grenzen verplaatst worden, gebruik makend van een set op onderzoek gebaseerde regels (Alferdinck, 1992, 1993). SigCad berekent de positie van de lichtpunten, de symboolluminantie, de symboollichtsterkte en de symbooloppervlakte en slaat deze gegevens op in ASCII-files volgens het SigCad format. Voor de volgende versie van SigCad wordt aanbevolen om niet meer in de huidige MS-DOS-omgeving te werken, maar om een MS-Windows-versie te maken met extra opties voor de vlakvulling. Tevens wordt geadviseerd om een mogelijkheid in te bouwen voor het ontwerpen van matrixborden met meerdere symbolen over elkaar. 1 Per 1 februari 1994 is de naam Instituut voor Zintuigfysiologie TNO gewijzigd in TNO Technische Menskunde. 4 Rep.No. TNO-TM 1994 C-20NTNO Human Factors Research Institute Soesterberg, The Netherlands SigCad, version 1.0; a software tool for the design of matrix-signs J.W.A.M. Alferdinck and J.G.S. van de Kooij SUMMARY A computer program, SigCad, has been developed for the design of matrix-signs in a MS-DOS environment. The input of the program are the xy-coordinates of the outlines of traffic signs and their symbols. The various areas of the traffic sign are under mouse control and can be filled with lightpoints. The following parameters can be modified: colour, viewing distance, maximum angle between two lightpoints, Iightpoint diameter, lightpoint luminous intensity, grid type (square or hexagonal). Single lightpoints can be added, deleted, and moved, within certain limits, using a set of rules discussed by Alferdinck (1992, 1993). SigCad calculates the position and number of the lightpoints, the symbol luminance, the symbol luminous intensity and the symbol area dimensions and saves these data saved in ASCII-files according the SigCad format. For the next version it is recommended to have SigCad supported by MS Windows and add extra area fili options. It is also recommended to add an option for simultaneously showing different symbol overlays. 5 1 INLEIDING Door het steeds drukker wordende wegverkeer is er een groeiende behoefte om de snelheid en plaats van de verkeersstromen te reguleren. Dit wordt in toenemende mate gedaan door middel van elektronisch bestuurbare verkeerssignalering met zogenaamde veranderljke verkeersborden (VVBs). Ook om tijdelijk onveilige situaties aan te geven zoals, werk in uitvoering, files, open bruggen, mist, ongelukken, enz., worden bestaande statische verkeersborden vervangen door VVB's. De symbolen op deze borden zijn doorgaans opgebouwd uit een aantal afzonderlijke lichtpunten. Deze lichtpunten kunnen met verschillende technieken gemaakt worden, waarvan lichtgeleider- en LED-techniek tegenwoordig de meest gebruikte zijn. Wanneer de lichtpunten in een min of meer regelmatig rooster zijn gerangschikt spreekt men ook wel van matrixborden. Voor het ontwerpen van deze matrixborden bestaan een aantal basisregels. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat het gebruikte rooster niet te grof, is omdat de symbolen dan rafelig worden en in het ergste geval niet meer lees- of herkenbaar zijn. Anderzijds heeft een te fijn rooster het nadeel dat er minder symbolen in één bord, over elkaar, kunnen worden ondergebracht. Men moet daarbij bedenken dat ieder symbool bestaat uit een vaste set lichtpunten die d.m.v. optische fibers met een lichtbron is verbonden. Bij het onderbrengen van meerdere symbolen in één bord kunnen conflicten ontstaan over de lichtpunt-positie van de verschillende symbolen en kan het voor de ontwerper goed uitkomen als lichtpunten enigszins mogen afwijken van hun oorspronkelijke roosterpositie. Deze afwijking mag echter niet storend zichtbaar zijn. Verder moet men er rekening mee houden dat een aantal fotometnsche parameters onderling samenhangen. Dit geldt voor lichtpuntlichtsterkte, symboolluminantie en -lichtsterkte. Ook geometrische parameters zoals het aantal lichtpunten, roostergrootte, en waarnemingsafstand hangen volgens een aantal wetmatigheden samen. Dit werd al uitgebreid behandeld door Alferdinck (1992, 1993). Door Folles e.a. (persoonlijke communicatie) van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van de Rijkswaterstaat (RWS) is in 1985 al een aanzet gemaakt voor een computerprogramma om de positieconflicten van over elkaar liggende matrix-symbolen op te lossen. In dit rapport wordt het computerprogramma SigCad (Versie 1.0) beschreven dat ondersteuning kan bieden aan ontwerpers van matrixborden. De bovengenoemde richtlijnen van Alferdinck (1992, 1993) zijn in dit programma geïmplementeerd. De naam SigCad is een acroniem dat is afgeleid van: Signalling and Computer aided design. In SigCad worden de symbolen van verkeersborden worden ingevoerd in de vorm van de xy-coördinaten van polygonen. Daarna kunnen, na opgave van para- meters zoals de waarnemingsafstand, lichtpuntdiameter, enz., de verschillende vlakken op het bord worden opgevuld met lichtpunten volgens een vierkant of hexagonaal rooster. De xy-coördinaten van de lichtpunten en de fotometrische gegevens komen ter beschikking in een ASCII-file. Ze kunnen eventueel gebruikt worden als input voor numeriek bestuurde boormachines voor het fabriceren van matrixborden. 2 HARDWARE EN INSTALLATIE SigCad is geschikt voor MSDOS-computers met een Super-VOA-videokaart voor 768 x 1024 beeldpunten. Het is echter wel vereist dat de videokaart werkt met de meegeleverde svga256m.bgi driver. Het programma gaat ervan uit dat er maximaal 64 kleuren tegelijk op het beeldscherm getoond kunnen worden. Als muis kan een MicroSoft muis gebruikt worden. Voor de installatie van SigCad moet de diskette "SigCad, Version 1.0" in een disk drive van de computer worden geplaatst. Er van uitgaand dat SigCad geïnstalleerd wordt op de c-schijf in de directory c : \sigcad, en de installatiediskette in de drive a: zit, moeten de volgende commando's worden ingetikt: c: [Enter] cd \[Enter] md sigcad[Enter] cd sigcad[Enter] copy a: s igcad.exe [Enter] copy a: svga256m.bgi[Enter] copy a: sigcad.cfg[Enter] Als aan de file AUTOEXEC.BAT de regel set sigcad.=c:\sigcad, en aan het pathcommando de directory c:\sigcad worden toegevoegd, is SigCad in elke directory van de computer op te starten. De rest van de files op de "SigCad, Version 1.0"-diskette kunnen eventueel naar de werk-directory worden gekopieerd. In Appendix A zijn alle files van de "SigCad, Version 1.0"-diskette vermeld. SigCad verwacht de invoer standaard vanuit de huidige directory. Ook de uitvoer gaat standaard naar de huidige directory. In SigCad zelf kan eventueel een ander pad worden gekozen. De file svga256m.bgi is een driver en sigcad.cfg is een configuratie-file. Op de eerste regel van de configuratie-file moet de diagonale beeldschermgrootte worden opgegeven in inches. Verder bevat deze file de standaardkleuren van het programma, maar deze kunnen eventueel veranderd worden (zie Appendix C). 7 Het maximum aantal polygonen is 40, die elk niet meer dan 498 hoekpunten mogen hebben. Het maximum aantal lichtpunten bedraagt 4990. Het bord Al dat in Fig. 1 op het SigCad hoofdscherm is afgebeeld bestaat uit 5 polygonen met totaal 481 hoekpunten en 430 lichtpunten (zie Appendix B). 3 GEBRUIKSAANWIJZING SigCad wordt opgestart door het geven van het commando sigcad gevolgd door een [Enter]. Daarna verschijnt een tekstscherm met het versienummer en de programmanaam. Na een [Enter] verschijnt het (grafische) hoofdscherm van SigCad. Fig. 1 laat een voorbeeld van het hoofdscherm zien met het verkeersbord Al (RV'VÇ 1990). Het hoofdscherm is opgebouwd uit drie vlakken: het tekenvlak (links), de statusregel (onder) en het commandovlak (rechts). 4S•••S • /' • S • .e•. . .•. ••• 5 . . 5 y __________ Ar'ea ZooM S S • • . 4 S / x-shift y-s}itift S S */\* ________File _______ • ••.. •• •..• t:( S.. •.. • S.,. .•. Edit area Fili Colour ____ ' Ilove Gri d ..•. . )C • . . • . • . . . • . . . . • • 55 • S • ••* * • * .•.S • S. •i S. .e. :7Clear •SSS S \. . • • ...•-Edit point- \.... \.... S • • • • SClear' All . • . S liove •••Aaa ..... D.lete ui __________________________ Other S S S S Data IPPeview Fig. 1 Het hoofdscherm van SigCad. In het tekenvlak van 738 x 738 beeldpunten worden de contouren van symbolen en de eventuele lichtpunten getekend, na het invoeren van een file met xycoördinaten d.m.v. het "Load"- of "Import"-commando. In het commandovlak worden de commando's geactiveerd d.m.v. het positioneren van het pijltje op een van de drukknoppen en het indrukken van de linkermuisknop. In een aantal gevallen moeten getallen worden ingevoerd. De statusregel geeft de status van het programma weer. Hier verschijnen ook aanwijzingen en eventuele foutmeldingen. De Fi-toets heeft een helpfunctie. Na het indrukken van de Fi-toets wordt meer informatie gegeven over de functie van de vlakken en commando's die door het pijitje worden aangewezen. Na het indrukken van de ESC-toets wordt, na opslag van de gegevens, het programma SigCad verlaten. Alle functies van het commando-scherm worden hierna behandeld. 3.1 Tekenparameters Onder de kop "Drawing" worden de waarden van de tekenparameters getoond. Een aantal hiervan kunnen ook gewijzigd worden. Achter "x" en "y" wordt de xy-positie van het pijitje in het tekenvlak aangegeven in mm. De (0,0)-coördinaat ligt niet altijd op dezelfde plaats in het tekenviak. Dit hangt af van de positie van de nulpunten in de ingevoerde file en de "Zoom"- en "Shift"-instellingen. De symbolen op een verkeersbord moeten bestaan uit een of meerdere door gesloten polygonen begrensde vlakken. Deze vlakken worden door SigCad uniek genummerd, beginnend met 1. Nadat met het pijltje in het tekenviak op de Iinkermuisknop is gedrukt wordt in het vakje na 'Area" het vlaknummer weergegeven dat het pijltje aanwijst. De ruimte buiten het verkeersbord heeft geen nummer. In het voorbeeld van Fig. 1 heeft de rode rand van het bord nummer 1, de "5" nummer 5, en de "0" nummer 3. Met commando's "x- en y-shift" en "Zoom" kan de tekening van het verkeersbord op het scherm, inclusief eventuele lichtpunten, worden verplaatst en kan ook de grootte worden veranderd. Nadat een tekening is geladen met "Load" of "Import", wordt de grootte van de tekening op het scherm zodanig aangepast dat de grootste maten ca. 95% van het tekenvlak vullen (700*700 pixels). In de vakjes achter "Zoom", "x-shift" en "yshift" staat dan resp. 1.00, 0.00 en 0.00. Nadat met de muis het "Zoom"-vakje is aangeklikt kan de tekening vergroot worden door een getal groter dan 1 in te voeren. Getallen kleiner dan 1 geven een verkleining. Dit is echter alleen een vergroting op het scherm, het bord houdt dezelfde afmetingen. Het inzoomen gebeurt vanuit de (0,0)-coördinaat. Nadat resp. "x-shift" of "y-shift" is geactiveerd kan na het intikken van het aantal mm de afbeelding van het bord met lichtpunten in resp. x- of y-richting verschoven worden. Ook dit gebeurt, net als bij "Zoom", alleen op het scherm, de werkelijke coördinaten van de symbolen op het bord veranderen niet. 3.2 File in- en uitvoer Onder de kop "File" vallen een drietal in- en uitvoercommando's, "Load", "Save", en "Import". Na het geven van het "Load"-commando kan een SigCad-file worden geladen. Een SigCad-file bevat de coördinaten van de symbool-polygonen en de lichtpunten (in mm) en de foto- en geometrische gegevens van het matrixbord. In Appendix B wordt nader op de structuur van SigCad-file ingegaan. Het programma springt naar een tekstscherm waar standaard alle SigCad-files in de werkdirectory zichtbaar gemaakt worden als op [Enter] gedrukt wordt (Fig. 2). De extensie "sig" wordt niet getoond. Met het geven van een lettercombinatie plus een * kan een selectie uit de SigCad-files gemaakt worden. Bijvoorbeeld t geeft alle SigCad-files die beginnen met een "t". Load SigCad-file: * AOl vierkant 11 Cive SigCad-filenaxne in the format *.sig or *, ESC = main screen Fig. 2 Load-scherm voor SigCad-files. Met de pijitjes-toetsen kan de te wensen file worden gemarkeerd, waarna met het geven van een [Enter] de file worden geselecteerd. Hierna wordt de gelegenheid gegeven om alle maten in de file met een bepaalde factor te veranderen. Save SigCad-file: Cive SigCad-filename in the forinat *.sig or *, ESC = main screen Fig. 3 Save-scherm voor SigCad-files. Met het "Save"-commando verschijnt eveneens een tekstscherm en kunnen alle gegevens van het matrixbord dat in het tekenvlak staat bewaard worden in een SigCad-file (Fig. 3). 11 10 Import DFX-file: * AOlA04 F01F03 J20J25 J35J36 L12 COl F08 J27 J37 C06 GOl J30 L05 C07 G03 J31 L06 dO JOl J32 L07 Cive SigCad-fiiename in the format *.sig or *, ESC Cli J15 J33 LiO = C12 J16 J34 Lii main screen Fig. 4 Importscherm voor AutoCad-files. Met het commando "Import" kunnen AutoCad-files worden ingelezen. Na het activeren van dit commando moet ingevoerd worden in welke eenheden (mm, cm, dm, m) de coördinaten in de te lezen AutoCad-files zijn opgeslagen. Daarna kan, indien gewenst, een factor worden ingevoerd waarmee de coördinaten moeten worden vermenigvuldigd om de maat van de borden te veranderen. Daarna verschijnt het tekstscherm van Fig. 4 en kunnen AutoCad-files worden geladen. Deze files hebben de extensie "dxf'. De extensie is wederom niet zichtbaar. Het is nog niet zo dat alle AutoCad-files geïmporteerd kunnen worden, maar de files met de verkeersborden van het RVV (1990) die RWS ter beschikking heeft gesteld, kunnen in elk geval worden gelezen. In feite haalt SigCad alleen de polygonen uit de DXF-files, andere codes in de files worden genegeerd. In Fig. 4 zijn files van RVV-borden weergegeven (in het importscherm), die in aanmerking komen om uitgevoerd te worden als VVB. 3.3 Vlakvulling Met de "Edit areas"-commando's kunnen de symboolviakken gevuld worden met lichtpunten. Nadat een vlak is gemarkeerd met het pijltje en het "huidige" vlaknummer zichtbaar is in het vakje na 'A.rea", wordt met het commando "Full" het vlak opgevuld met lichtpunten met de standaardkleur wit en het standaard vierkante roostertype. De vuikleur kan veranderd worden in geel, rood, groen of blauw door op de "Colour"-knop te drukken, die tevens zelf de gekozen kleur krijgt. De kleur van de lichtpunten van een reeds gevuld vlak kan veranderd worden door de knop "Data" in te drukken en in de kolom "col" de afkorting van de kleur in te typen. Het roostertype kan veranderd worden in vierkant of zeshoekig (orthogonaal of hexagonaal) door op de "Grid"-knop te drukken. Afhankelijk van de keuze verschijnt er op knop een vierkantje of zeshoekje. 11 Met 'Move grid" kan het rooster van het huidige vlak (zie 'Area") over een bepaalde afstand verschoven worden in x- of y-richting. Na aanidikken van "Move grid" kan in het invoervakje de shift-afstand in mm opgegeven worden. Met de pijitjes-toetsen kan de verschuiving in de gewenste richting in werking worden gezet. Met "Clear" worden alle lichtpunten van het huidige vlak gewist, en met "Clear all" worden alle lichtpunten van het bord gewist. 3.4 Verplaatsen, toevoegen en verwijderen van lichtpunten Met de "Edit point" commando's kunnen, per punt, veranderingen in het rooster worden aangebracht. Na het indrukken van de "Move"-knop moet er een punt worden aangewezen met het pijitje. Daarna verschijnt er rond het lichtpunt een cirkel die aangeeft hoever het midden van het punt verplaatst mag worden zonder dat het zichtbaar is op de huidige waarnemingsafstand (zie Alferdinck, 1993). (Deze afstand kan onder "Data" worden gewijzigd.) Met een tweede muisidik kan het punt op een andere plaats (binnen de cirkel) worden geplaatst. Met 'Md" kan een punt worden toegevoegd en met "Delete" kan een punt verwijderd worden. Het lichtpunt kan niet worden verplaatst ("Move't) of worden toegevoegd ("Add") naar of op een plaats buiten de contouren van het huidige vlak. Wanneer een vlak nog niet is gevuld met het "Fill"-commando kunnen geen punten worden toegevoegd met 'Add". Denk eraan dat met het "Delete"- en 'Add"-commando de oorspronkelijke vorm van het symbool aangetast kan worden. 3.5 Fotometrische en geometrische gegevens Met het "Data" commando in de "Other"-groep wordt een tekstscherm met geometrische en fotometrische gegevens opgeroepen. In Fig. 5 is een voorbeeld gegeven van het R\TV.bord Al dat ook in Fig. 1 als voorbeeld is gebruikt. 12 Area (#) 1 0 3 0 5 [ col re -wh -wh R (m) 50.0 50.0 50.0 50.0 50.0 Ip dgem GT amax D (are (inni) (cd) (mm) min) 1.38 8.0 8.00 20.1 2 1.38 8.0 8.00 20.1 1 1.38 8.0 8.00 20.1 1 8.0 8.00 20.1 1 1.38 8.0 8.00 20.1 2 1.38 d Larea (mm) (cd/m2) larea (cd) n A (m2) 21.6 19858.2 0.0 20.1 20.1 19858.2 0.0 20.1 21.6 19858.2 2640.0 0.0 384.0 0.0 416.0 330 0 48 0 52 0.1329 0.0000 0.0193 0.0000 0.0209 Enterinput, Arrow keys next field, ESC main screen, F1 = help page Fig. 5 Fotometrische en geometrische gegevens die opgeroepen kunnen worden met het "Data"-commando. De betekenis van de parameters in de kolonmien worden hieronder beknopt uitgelegd. Er wordt ook aangegeven of de waarde van de parameter door SigCad wordt berekend, hetzij in het "Data"-scherm of in het commando-scherm. Tevens wordt aangegeven wat de default-waarde is. Voor verdere informatie en hun onderlinge verband wordt verwezen naar Alferdinck (1993). Area (#)Het vlaknummer zoals SigCad dit automatisch aan eik vlak in de tekening geeft. Het correspondeert met het nummer in het vakje achter 'Area" in het commandoviak. colDe kleur van de lichtpunten in het vlak. wh = wit, re = rood, ye = geel, gr = groen, bi = blauw. Wordt bij het vullen van de vlakken ingevoerd in het commando-scherm, maar kan in het "Data"-scherm veranderd worden door de kleurafkortingen in te tikken. R (m)De waarnemingsafstand in meters. Wordt ingevoerd in het Datau sc herm. De default-waarde is 50 m. amax (arcmin) De maximale gemiddelde lichtpuntafstand van het rooster in boogminuten. Wordt ingevoerd in het "Data"-scherm. De default-waarde is 1,38 bgmin. D (mm)De diameter van de lichtpunten in millimeters. Wordt ingevoerd in het "Data-scherm. De default waarde is 8 mm. 13 Ip (cd)De lichtsterkte per lichtpunt in candela's. Wordt ingevoerd in het "Data"-scherm. De default waarde is 8 cd. dgem (mm) De gemiddelde lichtpuntafstand in millimeters. Bij dezelfde lengten van de zijden (d) van een vierkant en zeskantig rooster is dgem verschillend. Wordt berekend door SigCad. GTSoort rooster (Grid type). 1 = vierkant rooster, 2 = zeskantig rooster. Wordt ingevoerd in het commando-scherm. d (mm)De lengte van de zijde van het kleinste vierkant bij een vierkant rooster, of de lengte van de zijde van de kleinste zeshoek bij een zeshoekig rooster in mm. Wordt berekend door SigCad. Larea (cd/m2) De luminantie van het vlak in cd/m 2 waarbij gemiddeld wordt over de lichtpunten en de (donkere) tussenruimten. De minimum advieswaarde is 3364 cd/mZ en de maximum advieswaarde is 67280 cd/m2. Wordt berekend door SigCad. larea (cd)De lichtsterkte van het vlak in candela's. Wordt berekend door SigCad. nHet aantal lichtpunten in het vlak. Wordt berekend door SigCad. A (m2)Oppervlakte van het vlak in m 2. Wordt berekend door SigCad. Na het indrukken van F1 verschijnt een heippagina met de bovengenoemde uitleg van foto- en geometrische parameters. Om van het "Data-scherm terug te keren naar het hoofdscherm moet op de ESC-toets gedrukt worden. De parameters die in het "Data"-scherm veranderd zijn, en waarvan de veranderingen zichtbaar zijn in het tekenviak, zoals R, D en amax, worden dan automatisch aangepast. 3.6 Voorbeeld op scherm Na het bedienen van de "Preview" knop wordt de grijze achtergrond van het tekenscherm zwart en verdwijnen de contourtekeningen. De lichtpunten houden dezelfde helderheid. Als op de knop rechts van de "Preview"-knop "Small" staat (default) dan wordt het bord zodanig verkleind, dat enigszins een indruk kan worden gekregen hoe het bord er in werkelijkheid uitziet. Men moet dan op 2 meter van het beeldscherm gaat zitten. Denk eraan dat op deze manier nooit de echte praktijksituatie kan worden nagebootst. Het gaat slechts om een globale indruk. 14 4 SUGGESTIES VOOR EEN VOLGENDE VERSIE VAN SigCad Voor een volgende versie van SigCad worden de volgende suggesties gedaan: a Om SigCad algemener toepasbaar te maken voor verschillende MSDOScomputer-configuraties, zou een volgende versie van SigCad onder MSWindows moeten kunnen draaien. b De mogelijkheid om meerdere matrix-symbolen over elkaar te tonen en aan te geven waar de lichtpuntposities met elkaar in conflict zijn. In het ideale geval berekent het programma zelf, door verschuiving en/of kleine aanpassingen van de symbolen, de optimale lichtpuntposities. c Naast vierkant en hexagonaal zouden ook andere roosters zoals (gebogen) rechthoekige roosters en min of meer willekeurige patronen onderzocht en geïmplementeerd moeten worden (zie Alferdinck, 1993). d Voor letters en cijfers zou uitgezocht moeten worden of het mogelijk is om de polygonen op te vullen met een of meer rijen lichtpunten die evenwijdig lopen aan de contouren van de symbolen (zie Fig. 8 in Alferdinck, 1993). d Eventueel zouden ook andere lichtpuntvormen, zoals vierkant, rechthoekig of rechthoekig met afgeronde hoeken, geïmplementeerd kunnen worden. e Bij het vullen van de vlakken met lichtpunten is, in SigCad versie 1.0, de gemiddelde afstand tot de vlakgrenzen nooit minder dan de helft van de gemiddelde lichtpuntafstand (dgem/2). Met het inbouwen van de mogelijkheid om deze afstand te variëren, bv. van -dgem/2 tot dgem/2, zou de "vetheid" van de symbolen beïnvloed kunnen worden (zie Carta, 1991). 15 REFERENTIES Alferdinck, J.W.A.M. (1992). Lichttechnische eisen voor zeiflichtende verkeerssignalering; Een literatuurstudie toegepast op een mistwaarschuwingsbord. Rapport 1992 C-6, Soesterberg: TNO Instituut voor Zintuigfysiologie. Alferdinck, J.W.A.M. (1993). Ontwerpregels voor matrixsignaalgevers. Rapport 1993 C-47, Soesterberg: TNO Instituut voor Zintuigfysiologie. Carta, V. (1991). EDiteur Graphique d'Affichage Routier, EDGAR, version EGA/VGA. Laboratoire Central des Ponts et Chausées, Parijs, juni 1991. RVV (1990). Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, 1990. Soest berg, 18 april 1994 /\4&A Ing. J.W.A.M. Alferdinck 16 APPENDIX A Lijst met files Op de installatie-disk van SigCad staan de volgende files sigcad.axe svga256m.bgi sigcad. cfg Prograa SigCad Driv.r a01.dfx a04.dxf c0Ldxf c06.dxf c07.dxf c10.dxf cll.dxf c12.dxf f01. dxf f03.dxf f08. dxf gOl.dxf g03.dxf j 01. dxf j15.dxf j16.dxf j20.dxf j25.dicf j27.dxf j30.dxf j31.dxf j32.dxf j33.dxf 334.dxf j35.dxf 336.dxf ,j37.dxf 105.dxf 106. dxf 107.dxf dxf dxf dxf AutoCad-files van RVV-borden Configuratia-fila aOl.sig SigCad-file (RVV-bord aOl) vierkant. sigSigCad-file met vierkant 17 APPENDIX B SigCad-files De berekende resultaten worden door SigCad in een ASCH-file geschreven. Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van de SigCad-file van het RVV-bord Al (zie Fig. 1). #fileaOl.sig #data31-mar-1994 #time8:51 #polygon 1 129 304.22 0.00 303.86 -15.05 303.86 15.05 304.22 0.00 #po].ygon 2 129 223.11 0.00 222.85 -11.04 222.85 11.04 223.11 0.00 #polygon3 65 190.732.17 190.39-10.50 190.1714.67 190.732.17 #polygon4 58 151.64-0.87 151.38-8.26 150.8113.72 151.64-0.87 #polygon5 100 -25.28103.70 -25.28 64.67 161.69103.65 -25.28103.70 #]-ightpoint.s 1 330 274 35 -86.27-286.16 -64.70-286.16 - 53.92292.87 75.49292.87 #lightpoints 3 48 172 53 83.50-100.36 103.57-100.36 103.57100.36 123.64100.36 #lightpoints 5 52 -86 84 -148.18-91.03 126.61-91.03 - -61.91 95.75 -40.3495.75 #photo & geo 5 Area colR amax 0 (#)(m) (arc (m) min) 1 re 50.0 1.38 8.0 o -50.0 1.38 8.0 3 wh 50.0 1.38 8.0 0 -50.0 1.38 8.0 50.0 1.38 8.0 5 wh #end Ip dgem GT dLarea lareanA (cd) (cd)(m2) (om) (non) (cd/m2) 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 20.1 20.1 20.1 20.1 20.1 2 1 1 1 2 21.6 19858.2 2640.0 0.0 20.1 0.0 20.1 19858.2 384.0 0.0 0.0 20.1 21.6 19858.2 416.0 330 0 48 0 52 0.1329 0.0000 0.0193 0.0000 0.0209 Als een regel begint met een # dan duidt dat op een nieuw soort informatie. Na het # zijn 13 karakters gereserveerd voor de naam van de informatie. De inhoud kan op dezelfde regel staan of in een aantal regels erna. Op de eerste regel staat de naam van de SigCad-file; in dit geval AOl . s ig. Op de tweede en derde regel staan de datum (#datuin) en de tijd (#tij d) vermeld waarop de gegevens door SigCad in de file gezet zijn. Achter #polygon staat eerst het nummer van de polygoon en daarna het aantal xy-coördinaten. Per regel staat een x- en een y-coördinaat, gescheiden door een spatie. Achter #lightpoints staat het nummer van het vlak, daarna het aantal lichtpunten, en daarna twee getallen van een xy-coördinaat die in het vlak ligt. Deze laatste coördinaat is nodig om SigCad-files goed te kunnen inlezen. Na deze regel volgen de xy-coördinaten van de lichtpunten in het desbetreffende vlak. Alle xy-coördinaten zijn in mm. Achter #photo & geo staat het aantal vlakken dat op het verkeersbord te onderscheiden zijn. In dit geval 5. Daarna staan foto- en geometrische gegevens van deze vlakken volgens hetzelfde format als in Fig. 5. De getallen en tekst worden gescheiden door minstens één spatie. Het einde van de file wordt aangegeven met #end. Een SigCad-file is ook door SigCad te lezen als het alleen polygoon-coördinaten bevat. Bijvoorbeeld: po1ygon1 5 100 100 -100 100 -100 -100 100 -100 100 100 #end Deze file bevat een vierkant van 200 x 200 mm met de (0,0)-coördinaat in het midden van het vierkant. Op deze manier kan de gebruiker dus zelf symbolen in de vorm van polygonen maken en invoeren in SigCad. 19 APPENDIX C Configuratie-file De standaard configuratie-file de volgende informatie. sigcad. cfg is een ASCII-file en bevat standaard 17 # diagonal scre.n size in inchas o o 0 # colour 0 background, mouse pointer outtine 63 63 63 # colour 1 outlina push buttons 40 45 40 # colour 2 push buttons 50 50 50 # co].our 3 background conand area 0 0 0 # co].our 4 text coand area 30 30 40 # colour 5 beckground input area 63 63 63 # colour 6 text iflput aroas 0 0 0 # colour 7 outline input areas and outilne push buttons 0 63 63 # colour 8 coninand group header 63 63 63 4 colour 9 WUITE on colour button 63 0 0 4' colour 10 REDon colour button 0 63 0 4' colour 11 GREEN on colour button 0 0 63 4' colour 12 BLUE on colour button 63 63 0 4' colour 13 YELLOW on colour button 63 63 63 4' colour 14 limiting circie of move cocmnand 40 40 40 4' colour 15 drawing area, mouse pointar 0 0 0 4' colour 16 outline drawing 999 999 999 4' End of colour map. Next 17 lines: preview colour map 0 0 0 4 colour 0 background, mouse pointer outline 63 63 63 4' colour 1 outline push buttons 25 25 25 4' colour 2 push buttons 35 35 35 4' colour 3 background coisnend area 63 63 63 4' colour 4 text cousnand area 30 30 30 4' colour 5 background input area 40 40 40 4' colour 6 toxt input areaa 0 0 0 4' colour 7 outline input areas and outline push buttons 00 63 4' colour 8 cocmnand group header 63 63 63 4' colour 9 WHITE on colour button 40 0 0 4' colour 10 RED on colour button 0 40 0 4' colour 11 GREEN on colour button o o 40 4' coLour 12 BLUE on colour button 40 40 0 4' colour 13 YELLOW on colour buttofi 63 63 63 4' cotour 14 limiting circie of movo comoand 000 4' colour 15 drawing area, mouse poifiter 00 0 999 999 999 4' colour 16 outline drawing 4' End praview colour map De gegevens in deze file kunnen door de gebruiker naar behoefte worden gewijzigd. De getallen voor het # worden door SigCad gelezen; na het # mag commentaar worden ingetikt. In de eerste regel staat grootte van de diagonaal van het beeldscherm vermeld in inches. Deze maat is nodig om het bord in "Preview" op de juiste grootte te kunnen simuleren. De volgende regels bevatten de gegevens van de kleuren van de verschillende objecten in SigCad. Ze zijn gecodeerd als drie getallen tussen 0 en 63, die resp. de aanstuursterkte van het rode, groene, en blauwe kleurkanon aangeven. De eerste 17 kleuren zijn de normale SigCad-kleuren; de tweede set van 17 kleuren gelden voor de "Preview"-mode.
© Copyright 2024 ExpyDoc