Railsector MJA3-Sectorrapport 2013

MJA-Sectorrapport 2013
Railsector
Colofon
Projectnaam:
Datum:
Status:
Kenmerk:
Locatie:
Contactpersoon:
Ondersteunend adviesbureau:
MJA-monitoring Railsector
11 juni 2014
Definitief
1235678/nnb/TDL/nnb/ Utrecht
Tobias de Ligt
ARCADIS Nederland BV
Inhoud
Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 4
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 6
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens
Railsector
Aantal MJA-deelnemers in 2013
Aantal beschouwde bedrijven voor 2013 in dit rapport
Aantal toetreders in 2013
Aantal uittreders in 2013
Werkelijk energieverbruik 2013 (TJ)
Effecten van maatregelen
Procesefficiencyverbetering
Besparing in de keten [TJ]
Duurzame energie [TJ]
2013 t.o.v. 2012
4,1%
22,7
-21,5
2
2
0
0
13.323
2013 t.o.v. 2005
19,5%
27,8
1.921,4
Resultaten
Energieverbruik
Het totale werkelijke energieverbruik van de railsector bedroeg 13.328 TJ in 2013. Dit is
ongeveer 1,8% lager dan in 2012. Deze daling is met name het resultaat van energiebesparende maatregelen.
Uitvoering van het meerjarenplan van de sector
In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector (in casu de beide toetreders) toegezegd
maatregelen te treffen die in de jaren 2011-2013 samen tot een besparing van 1.630 TJ
leiden. Na drie jaar bedraagt het effect van maatregelen 2.078 TJ. Hiermee is 127% van de
MJP-doelstelling over de eerste drie jaar gerealiseerd.
De doelstelling over de totale MJP periode 2011-2016 is een besparing van 2.971 TJ.
Halverwege deze EEP periode is 70% van de totale doelstelling gerealiseerd. Hiermee loopt de
sector voor op de MJP-doelstelling.
NS Groep
Het doel in de periode 2011-2016: ieder jaar een efficiencyverbetering van minimaal twee
procent op het totale energieverbruik. Voor de facilitaire energie hanteert NS sinds 2011 de
MJA3 doelstelling van twee procent efficiencyverbetering per jaar. Voor de tractie-energie (de
energie die nodig is voor het aandrijven van de treinen) van NS Reizigers streeft NS naar een
jaarlijkse verbetering van vijf procent en voor NS Hispeed 2% verbetering.
ProRail
ProRail beoogt een verbetering van de energie-efficiency van twee procent per jaar. Daarvoor
wordt een groot aantal maatregelen genomen bij stations, wissels, seinen en kantoren. Ook
moeten ketenmaatregelen bijdragen aan de verbetering van de efficiency van het gehele
spoorsysteem.
I
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 568,1 TJ opgeleverd. De belangrijkste
procesmaatregelen zijn:
Totaal gerealiseerde
energiebesparing [TJ]
Maatregel
NSR: Verhoogde inzet energie-efficiëntere materieelseries
NSR: Energiezuinig opstellen Implementatie Fase 1
NSR: Sturing op bezettingsgraad daluren (deel 2)
NSR: Effect EZR implementatie 2013 - UZi Pro-plus
NSH: EZR
NSH: Verbeteren bezettingsgraad door marketing, aangescherpte tarifering en uitbreiden
dienstregeling en daarmee de energie-efficiency verhogen
NSR: Minder inzet diesel materieel
NSS: WKO Rotterdam
NSS: VIPS-monitoringsysteem + toepassen van gedragsmaatregelen o.b.v. van verworven
info
ProRail: Onderhoudsmaatregelen liften
NSH: Inzet zuinigere materieelseries
ProRail: LED verlichting stationshal Utrecht Centraal 1e tranche
Toelichting afkortingen:
NSR: NS Reizigers
NSS: NS Stations
NSH: NS Hispeed
243,0
93,6
90,9
45,9
23,4
21,6
19,6
6,8
4,6
3,4
3,3
2,5
EZR: Energie Zuinig Rijden
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2013 een totale besparing van 27,8 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn:
Totaal gerealiseerde
energiebesparing [TJ]
Maatregel
Opheffen TSB Duivendrecht
Versneld opheffen TSB Lingebrug
NSS: Virtualisatie/verhuizing servers van hoofdgebouw NS Utrecht naar datacentrum KPN
Lelystad
Verminderen wissels i.h.k.v. robuust spoor
15,7
9,9
2,0
0,2
Toelichting afkortingen:
TSB: Tijdelijke Snelheid Beperking.
Inzet duurzame energie
De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 2.251 TJ in 2013. De belangrijkste
duurzame-energiemaatregelen zijn:
Totaal gerealiseerde
energiebesparing [TJ]
Maatregel
NSR: Inkoop Garanties van Oorsprong duurzame elektriciteit
ProRail: Inkoop duurzame elektriciteit
ProRail: zonnestroom op perronkappen / stations daken (Utrecht CS & Amersfoort)
II
1.260
990
0,8
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen
NS Groep
De NS Groep zet de komende jaren stevig in op het verbeteren van de energie-efficiency. In
de periode tot 2016 wil men het gebruik van tractie-energie (de energie die nodig is voor het
aandrijven, verlichten, verwarmen en koelen van de treinen) door NS Reizigers jaarlijks 5%
efficiënter maken. De inspanning voor tractie-energie is het grootst, omdat dit de meeste
impact heeft op de sector en daarmee dus de grootste bijdrage geleverd kan worden aan een
nog duurzamer spoorvervoer.
NS heeft de ambitie uitgesproken om in de toekomst klimaatneutraal vervoer aan te bieden.
Dit betekent dat voor de benodigde tractie-energie duurzaam opgewekte elektriciteit ingekocht
wordt. In mei 2014 is dit inkoopproces afgerond en vanaf 2015 zal 50% van de tractieelektriciteit al komen uit duurzame bronnen. Vanaf 2018 zal 100% van de elektriciteit
afkomstig zijn uit duurzame bronnen.
ProRail
Ook de komende jaren gaat ProRail verder met het energie-efficiënter maken van het spoor.
Daarnaast moet de CO2 emissie verder dalen. ProRail zet daarbij in op een combinatie van
proces- en ketenmaatregelen. Net als in de voorgaande jaren zullen snelheidsbeperkingen
worden opgeheven. Daarnaast wordt samen met NS en andere vervoerders Routelint uitgerold.
Routelint help machinisten om nog energiezuiniger te rijden.
In het EEP staat een aantal maatregelen waarvan duidelijk is geworden dat die niet de
verwachte besparingen gaan halen. Zo worden er in de EEP periode minder wissels gesaneerd
dan in 2011 werd verwacht. ProRail onderzoekt momenteel nieuwe aanvullende maatregelen,
om dit op te vangen. Daarnaast is de energiemonitoring binnen ProRail sterk verbeterd en
wordt er meer gestuurd op het energieverbruik van de grote aansluitingen.
In 2013 heeft ProRail, samen met onder meer Railforum, de Green Deal duurzaam GWW
ondertekend. Dit moet leiden tot duurzamere projecten en systemen, waarmee uiteindelijk de
energie-efficiency van het spoorsysteem verbetert.
ProRail koopt momenteel haar elektriciteit volledig duurzaam in, waardoor ruim 85% van het
energie gebruik van duurzame herkomst is. ProRail zet deze strategie voort. De ambitie is om
voor het eind van de MJA3-periode alle energie duurzaam in te kopen. Daarvoor wordt in 2014
een studie verricht naar de mogelijkheden om gas duurzaam in te kopen. Daarnaast zijn er
zonnesystemen geplaatst op Utrecht Centraal, Rotterdam Centraal en Amersfoort, waarmee
duurzame energie wordt opgewekt voor eigen gebruik.
Gebruikersgroep energiezorg
In 2014 zal gestart worden met een gebruikersgroep energiezorg. In deze gebruikersgroep zijn
alle deelnemende partijen vertegenwoordigd. In 2014 zijn dit NS, ProRail & Arriva.
Branchevereniging Railforum
Vanuit het Kennisplatform Duurzaam Spoor, onder leiding van Railforum, zijn er in 2013 tien
werkgroepen actief geweest om nieuwe duurzame innovaties te stimuleren. Enkele
werkgroepen droegen ook bij aan het verbeteren van energie-efficiency van het spoorsysteem.
III
Twee werkgroepen zijn in 2014 nog bezig met onderwerpen waarmee een forse verbetering
van de energie-efficiency te bewerkstelligen valt en zijn relevant voor de MJA ontwikkelingen.
De onderwerpen zijn een groene golf op het spoor en treinen die rijden op Bio LNG. Daarnaast
is de website duurzaamspoor.nl opgezet om de kennisuitwisseling in de sector te verbeteren
en elkaar te stimuleren.
Er is ook een Green Deal afgesloten om een pilot uit te voeren waarin onderzocht wordt of er
meer potentieel is voor het terugleveren van remenergie. Het realiseren van de pilot kostte
meer tijd dan gepland, onder andere doordat de toelating van de benodigde aanpassingen aan
het materieel complex was. De benodigde aanpassingen aan het materieel worden nu in juni
2014 gerealiseerd. Na de realisatie van de aanpassingen zullen de benodigde data verzameld
worden en vervolgens worden geanalyseerd.
In 2013 is door ProRail en Railforum ook de Green Deal ‘Duurzaam GWW’ ondertekend. Deze
aanpak zal pas vanaf 2015 grote impact gaan hebben.
Convenantactiviteiten
Brancheontwikkelingen
Keyrail (de inframanager van de Betuweroute) is bezig met toetreding tot de MJA3.
Waarschijnlijk treden zij toe in 2014.
Arriva treedt in 2014 toe tot de MJA3 en zal in 2014 ook zijn eigen EEP opstellen. Dat betekent
dat Arriva vanaf 2015 volledig mee gaat draaien met de te nemen maatregelen.
Daarnaast bestaat er bij de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN), waarbij bedrijven
zoals Veolia, Arriva en Connexxion zijn aangesloten, de intentie om toe te treden. Als FMN wil
men namelijk een substantiële bijdrage leveren aan de reductie van de CO₂-uitstoot en het
fileprobleem.
Voorstudie en Routekaart Duurzaam OV in 2030.
In de OGE is besloten dat er geen toekomstplan gemaakt wordt via de routekaart formule
volgens MJA opzet. In plaats hiervan neemt Railforum in samenwerking met NS en ProRail het
initiatief voor een CO₂ visie 2050. De bedoeling is om een sector breed plan op te stellen met
als doel een CO₂ neutraal spoor in 2050. Wij geloven er in dat we vanuit de opdrachtgevers in
de sector doelen moeten stellen en dat de markt inventief genoeg is om deze doelen te
bewerkstelligen.
De verwachting is dat begin 2015 deze visie rond is en ondertekend wordt door alle opdracht
gevende partijen in de railsector.
IV
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant.
De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
de ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009;
de verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar;
de spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector;
de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle
relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. De cijfers van voorgaande
jaren kunnen afwijken van de cijfers gerapporteerd in eerdere sectorrapporten. Doordat
bedrijven na het verschijnen van deze rapportages door voortschrijdend inzicht energie(besparing)cijfers hebben aangepast in het elektronisch milieujaarverslag (e-MJV), zijn ook de
geaggregeerde cijfers in het huidige sectorrapport gewijzigd. Deze wijzigingen hebben echter
geen invloed op de conclusies van voorgaande verslagjaren. Indien deze wijzigingen wel een
significante invloed hebben, dan is dit expliciet in de rapportage vermeld.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de
methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien.
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik
Aardgasverbruik
Verbruik overige brandstoffen
Warmteverbruik
Energieverbruik [TJ primair]
16.000
14.000
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Vanwege de veranderde omstandigheden in de sector (o.a. andere samenstelling deelnemers)
ten opzichte van eerdere jaren is het energieverbruik van 2009 niet weergegeven.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Railsector |
Pagina 1 van 6
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
16.000
Energieverbruik
verslagjaar 13.322,7
Onverklaard
(ontsparend) 258,7
6.000
Overige
invloedsfactoren
(ontsparend) 80,6
8.000
Volume-effect
(verlagend) - 16,9
10.000
PE-maatregelen
(besparend) - 568,1
12.000
Energieverbruik
vorig jaar 13.568,4
Energie [TJ primair]
14.000
4.000
2.000
0
Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het
relatieve energieverbruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere
productie. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de
sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig
jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom
kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het berekende energieverbruik in het monitoringjaar (de optelsom
van de eerste vier posten in de grafiek) hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energieverbruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is
verklaard.
De restpost van onverklaard verbruik (ontsparend effect) in 2013 bedraagt 259 TJ ten opzichte
van 2012 en bedraagt hiermee 1,9% van het totaalverbruik. Met andere woorden, ruim 98%
van het totale energieverbruik van de sector in 2013 is onderbouwd met de gerapporteerde
factoren van de bedrijven samen.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Railsector |
Pagina 2 van 6
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van 2010, het jaar voorafgaand aan de beschouwde
EEP-periode. De railsector heeft een afwijkende EEP periode die loopt van 2011 t/m 2016 in
plaats van de gebruikelijke periode 2013-2016. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling in
2016 t.o.v. het jaar 2010 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen.
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling
Doelstelling
Resultaat
Aandeel van energieverbruik
25%
20%
15%
10%
5%
0%
2011
2012
2013
2014
2015
2016
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen)
opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande
grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2010.
Voortschrijdend resultaat per pijler
PE
KE-productie
KE-product
DE-inkoop
DE-opwekking
Aandeel van energieverbruik
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%
2011
2012
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Railsector |
2013
2014
2015
2016
Pagina 3 van 6
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat
alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze
resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2006)
PE-besparing
25%
20%
15%
10%
5%
0%
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
De PE-cijfers van 2009 en 2010 zijn gebaseerd op een analyse van de historische MJA1-cijfers
die zijn vertaald naar de MJA3-convenantsafspraken.
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Productieketen
Productketen
0,25%
KE-besparing
0,20%
0,15%
0,10%
0,05%
0,00%
2009
2010
2011
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Railsector |
2012
2013
2014
2015
2016
Pagina 4 van 6
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Inkoop
Opwekking
16%
14%
Aandeel DE
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%
2009
2010
2011
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Railsector |
2012
2013
2014
2015
2016
Pagina 5 van 6
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009.
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per
jaar.
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2013 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2013 in dit
rapport zijn meegenomen.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ]
2009
Werkelijk energieverbruik
Besparing door PE-maatregelen
KE-besparing in de productieketen
KE-besparing in de productketen
Inkoop van duurzame energie
Opwekking van duurzame energie
NB
127
0
0
1.758
0
2010
2011
2012
2013
14.537
950
0
0
2.151
0
13.637
783
1
2
2.291
3
13.568
461
1
4
2.272
1
13.323
568
0
28
2.250
1
2014
2015
2016
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2013.
Effect [TJ] ten opzichte van 2010
Categorie
Procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Subcategorie
Verwacht eindresultaat
in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks
effect t/m verslagjaar
355,2
603,6
638,5
8,5
1.606,0
1,8
18,2
20,0
1.072,7
569,4
147,7
22,1
1.811,9
0,0
27,8
27,8
Inkoop van duurzame energie
0,0
60,5
Opwekking van duurzame energie
4,0
0,8
Subtotaal duurzame energie
4,0
61,2
1.630,0
1.900,9
Procesmaatregelen
Installaties en gebouwen
Energiezorg en gedragsmaatregelen
Strategische projecten
Subtotaal procesefficiency
Maatregelen in de productieketen
Maatregelen in de productketen
Subtotaal ketenefficiency
Totaal
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Status in
Meegenomen in
Bedrijfsnaam
Toelichting
2013
2013?
NS Groep
De railsector had t/m 2010 eigen MJA-afspraken uit de
(NS Hispeed, NedTrain,
MJA1 periode. De MJA-NS bestond voorheen uit drie
Deelnemer
Ja
NS Reizigers en NS
deelnemers: NedTrain, NS Reizigers en de combinatie
1
Stations )
NS Poort/ProRail.
De railsector had t/m 2010 eigen MJA-afspraken uit de
MJA1 periode. De MJA-NS bestond voorheen uit drie
ProRail
Deelnemer
Ja
deelnemers: NedTrain, NS Reizigers en de combinatie
NS Poort/ProRail.
***
1
Was voorheen NS Poort
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Railsector |
Pagina 6 van 6